ZELANDICA Eventuele bouw van werken voor oesterproef pas in 1961 BINNENKORT OVERLEG OVER VASTE OEVERVERBINDING 4 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 6 DECEMBER 1958 EINDVERSLAG VASTE COMMISSIE WATERSTAAT: Voorschotten aan Zeeuwse waterschappen voor dijkwerken De mogelijkheid van de bouw van een oesterproef bekken en van de daarbij behorende ïnlaatwerken voor zeewater in het Veerse gat, worden in nauw overleg met deskundigen van het ministerie van landbouw, visserij en voedselvoorziening bestudeerd. Om technische redenen zal de eventuele bouw van ïnlaatwerken en andere in het afgesloten Zandkreekbekken te bouwen werken ten behoeve van de oestercultuur eerst kunnen geschieden als de afsluiting (in 1961) zal zijn voltooid. Intussen wordt ver wacht, dat in de loop van 1959 het technisch rapport inzake het oesterproefbekken kan worden afgesloten, zo verklaart de minister van Waterstaat in het eindverslag van de vaste com missie voor Verkeer eH Waterstaat over de begroting 1959 van zijn departement. Ten aanzien van de verplaatsing van de Veerse vissersvloot kan worden medegedeeld, dat dit onderwerp in studie is bij de commissie ex artikel 8 van de Deltawet. Ter zake kan in de eerste helft van 1959 een beslissing worden ver wacht. Met verwachting tot het ontwerp Bijdragenwet Deltawerken Is een groot deel van de voorbereidende werkzaamheden verricht. De minis ter heeft zich overigens, gezien zijn korte ambtsperiode, nog niet in deze materie kunnen verdiepen. De recreatie en natuurbescherming hebben de volle aandacht van de mi nister. Het overleg met de autoritei ten, die verantwoordelijk zijn voor het reereatiebeleid wordt met het oog op het treffen van eventuele voor zieningen in een zo vroeg mogelijk stadium geopend. Gebaseerd op zeer globale ramingen der totale kosten is een jaargemid delde van ruim 50 miljoen gulden no dig om de door het rijk en door der den uit te voeren werken tot verho ging van de primaire en als zodanig te handhaven waterkeringen in 1978 te voltooien. Dit gemiddelde kan in 1959 niet worden benaderd o.a. om dat nog verschillende onderzoekingen gaande zijn naar de meest economi sche constructie voor de te verhogen dijken. In hoeveel tijd de achterstand zal kunnen worden ingehaald kan thans niet worden voorspeld. Dit zal worden beïnvloed door het tem po, waar de betrokken publiekrech telijke lichamen plannen voor de werken uitvoeringsklaar zullen ma ken en voorts door de mate, waarin de nodige fondsen beschikbaar zullen kunnen worden gesteld. Het streven moet er echter op gericht blijven, dat niet een zodanige situatie ont staat dat een deel van het Deltage bied een volkomen andere mate van veiligheid zal genieten dan het deel dat door de grote afsluitingswcrken wordt beheerst. Op welk gemiddeld bedrag per jaar voor de overige werken met na me de afsluitdamraen moet wor den gerekend kan in het midden worden gelaten, omdat het er bij de ze technisch zeer ingewikkelde wer ken, die zowel ten opzichte van elk aar als wat de onderdelen van elk complex betreft in een bepaalde volg orde moeten worden uitgevoerd, meer om gaat of in het betreffende jaar die onderdelen tot stand kunnen wor den gebracht, welke ingevolge het ontworpen tijdschema gericht op voltooiing der werken in 1978 Aanpassingswerken Drie-eilandenplan Niet geheel voor rekening van het rijk De op de Waterstaatsbegroting 1959 uitgetrokken 3.5 miljoen voor rand en aanpassingswerken bij het Drie- eilandenplan, zijn die bedoeld in arti kel 3 lid 2 van de Deltawet. De be kostiging van deze werken zal wor den geregeld in een wet ex artikel 5 lid 3 van de Deltawet. Het uitgetrokken bedrag is dus een rijksbijdrage in genoemde aanpas singswerken en betekent niet dat deze werken geheel voor rekening van het rijk worden genomen, zo ver klaart de minister van Verkeer en Waterstaat in het eindverslag van de vaste commissie van V. en W. uit de Tweede Kamer, over de begroting '59 van zijn departement. Onder de aanpassingswerken vallen onder meer voorzieningen in afwate ring, vetrhogingen van dijken, aan sluitende aan afsluitdamraen en voor zieningen aan havens. Autobotsing Vrijdagmorgen ontstond in de kom van de gemeente St.-Maartensdijk een botsing tussen een kipwagen van de heer A. van Z. uit Zegge (N.-B.) en een autobus van de firma Van der K. uit Oud-Vossemeer, be stuurd door de heer A. R. Persoon lijke ongelukken deden zich niet voor. worden vereist. De opgenomen som men tot een totaal van rond 75.000.000 zijn daartoe voldoende. Van de belangrijkste der plannen van derden, die naar het oordeel van de minister rijp voor uitvoe ring zijn, zal een begin van uit voering mogelijk zijn. De volgor de van toekenning van bijdragen in de werken, die de instemming van de minister hebben, wordt door verscheidene factoren be paald, die de onderscheidene ob jecten verschillende gewichten in de schaal Het is nog niet met voldoende zeker heid te zeggen welke „zwakke plaat sen" in 1959 voor verbetering in aan merking komen. Een aantal waterschappen in Zee land wordt opgenomen in de in oprichting zijnde geconcentreerde waterschappendeze ontvangen een voorschot, dat hun de uit voering der werken mogelijk maakt, evenwel onder beding dat de afrekening t.z.t. zal geschieden met het geconcen treerde waterschap, dat over gro ter financiële armslag zal be schikken. Inderdaad zijn in deze fevallen de definitieve rijksbij ragen nog niet aan te geven. Het is de minister nog niet mogelijk mede te delen of in 1959 verbeterin gen zullen worden aangebracht aan de noordelijke dijk van de nieuwe wa terweg ten westen van Rotterdam. Omtrent de daarvoor opgemaakte plannen bestaat nog geen overeen stemming tussen het betrokken wa terschap, de provincie en het rijk. Bij de bepaling van de toekomstige bestemming van de door het Delta plan beïnvloede buitendijkse gron den zal, zonder andere belangen uit het oog te verliezen, rekening wor den gehouden met belangen van na tuurbescherming en recreatie. Een regeling voor tegemoetkoming in schade door werken ter verster king van hoogwaterkeringen aan particulieren, die uit anderen hoof de geen aanspraken geldig kunnen maken, is in overweging. Het instellen van een apart fonds voor de Deltawerken op de manier van het Zuiderzeefonds wordt niet overwogen. MINISTER VAN AARTSEN: De minister van verkeer en waterstaat stelt zich voor, zijn standpunt met betrekking tot het vraagstuk van de veren over de Westerschelde eerst te bepalen, nadat hij het door zijn ambtsvervanger toegezegde nader overleg met Gedeputeerde Staten van Zeeland zal hebben gevoerd. Dit overleg zou plaats hebben in maart van het volgend jaar, wanneer een zeker beeld gevormd kan worden omtrent de resultaten van het gewijzig de tarief. Op dit moment kunnen de Gedeputeerde Staten van Zeeland nog geen volledige gegevens betreffende de ontwikkeling van het verkeer over de Westerschelde na invoering van de gewijzigde tarieven verstrekken. Nu ingevolge de wens van Gedeputeerde Staten van Zeeland uniforme tarieven voor de drie veren over de Westerschelde zijn aanvaard, bestaat er geen verband meer tussen de tarieven op elk dezer veren en de af te leggen afstand. Naast de afgelegde afstand zijn nog vele factoren bij de vaststelling van veertarieven in het geding. Derhalve meent de minister uitsluitend in deze afstand geen aanvaardbare basis voor de berekening van veertarieven op andere veren te mogen zien. De ambtsvoorganger van de minister is niet in de gelegenheid geweest het toegezegde overleg met Gedeputeerde Staten van Zeeland omtrent de mogelijkheid van een onderzoek inzake een vaste oeververbinding over de Westerschelde te doen plaats vinden. De minister stelt zich voor Gedeputeerde Staten binnen kort in audiëntie te ontvangen, zo deelt hij in het eindverslag van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat uit de Tweede Kamer over de begroting voor 1959 mede. Het exploitatie-tekort der veren over de Westerschelde wordt, ofschoon deze in beheer en onderhoud zijn bij de provincie Zeeland,' sedert 1945 volledig door het rijk gedragen. Ten einde de hiertoe nodige fondsen te kunnen verantwoorden, heeft de toenmalige ambtsvoorganger van de minister deze veren onder rijkstoezicht gesteld, dit toezicht nader gere geld bij beschikking van 1 mei 1948 en deze beschikking ter kennis ge bracht van het provinciaal bestuur van Zeeland. Deze beschikking, welke tot op heden ongewijzigd van kracht is, regelt o.m. de bevoegdheden van en de inlichtingen, die het provinciaal bestuur van Zeeland moet verstrekken aan de betrokken toezichthebbende hoofd ambtenaar, i.e. de hoofdingenieur-directeur van de rijkswaterstaat in de directie Zeeland. De autonome taak van het provinciaal bestuur wordt hiermede slechts in zoverre aangetast als noodzakelijkerwijze voortvloeit, uit de omstandigheid, dat de tekorten van de exploitatie ten volle door het rijk worden gedragen. Overleg over plannen Zuid-Sloe duren voort Het overleg over de technische en economische merites van het voorlo pige plan tot ontsluiting van het Zuid-Sloe wordt voortgezet, zo deelt minister Van Aartsen in het eindver slag van de vaste commissie voor verkeer en waterstaat uit de Tweede Kamer over de begroting van zijn departement voor 1959 mede. Op de vraag of het niet nodig dat in verband met deze plannen de Quar- lespolder, althans voorlopig buiten de concentraties van polders op Zuid- Beveland wordt gehouden, merkt de minister op, dat dit voorshands ter beoordeling van de Provinciale Sta ten van Zeeland ia. Collecte. Enkele collecten in Grijpskerke brachten de volgende bedragen op: PJ.T. 275,20; Ned. Oorlogsgraven- comité 42,Stichting Chr. Blin denhulp „De Fakkels Bijeen" 55,48. „Olivia Winther" na herstel in Terneuzen weer naar zee. De Deense vrachtvaarder „Olivia Winther" die na zijn zware brand in de Golf van Mexico, sedert 10 juli van dit jaar bij de N.V. Terneuzense Scheepsbouwmaatschappij heeft ge legen om voorzien te worden van een geheel nieuwe bovenbouw op het achterschip, heeft weer zee gekozen. Verleden week zondag is de „Olivia Winther" naar Rotterdam vertrokken om nog even bij „Wilton Feijenoord" te worden „gedokt", terwijl het schip daarna in Antwerpen een lading heeft ingenomen waarmee het een dezer dagen naar Amerika is vertrokken. N.V.V. vrouwenbond zorgde voor geslaagd sinterklaas-initiatief. Sinterklaas heeft gisteren een be zoek gebracht aan de kinderen, die verpleegd worden in „Iepenoord" te Oostkapelle. Ook ditmaal was dit be zoek georganiseerd door de leden van de N.V.V.-vrouwengroepen uit Goes, Wilhelminapolder en Kloetinge, die ditmaal wel voor een bijzonder feest hebben gezorgd. Dank zij hun grote activiteit konden zij voor een vijf honderd gulden aan geschenken mee brengen, zodat de heer M. J. Almekin- ders, de directeur van de Stichting Rust- en Verpleeghuizen, in zijn dankwoord opmerkte: „Wij zijn haast sprakeloos over alles wat U voor on ze kinderen hebt gedaan". De directrice van het huis, zuster Van der Gaag, sprak in gelijke geest. Namens de gasten werd het woord gevoerd door mevrouw Schipper Koopmans en de heer C. Hoek. Dit voortreffelijke initiatief en vooral ook de wijze, waarop het werd uitgevoerd, heeft de kinderen van „Iepenoord" een buitengewone dag bezorgd. Nieuwe vleugel voor Z.L.M.- boekhoudbureau te Goes. Tijdens een intieme bijeenkomst In het ZX.M.-boekhoudbureau te Goes Is de nitbreiding van dit bureau de bouw van een nieuwe vleugel aan de Agnusgang in gebruik geno men. Daarbij waren o.a. aanwezig enkele functionarissen van het bureau, het bestuur, onder wie de voorzitter, de heer J. A. Stols te St-Philipsland, de vice-voorzitter van de Z.L.M., de heer P. J. J. Dekker te Wemeldinge, de architect en de aannemer. De uitbreiding omvat twee werkka mers en twee spreekkamers. In totaal biedt de nieuwe vleugel plaats aan 25 personen. Het voltallige personeel van het boekhoudbureau bedraagt vijftig leden. Kamerlid Westerhout sprak over Deltaproblemen Het Zeeuwse Tweede Kamerlid drs. Th. J. Westerhout heeft gis teravond voor de radio gesproken over „Het Deltaplan en actuele Deltaproblemen". Met name ging de heer Westerhout daarbij in op maatschappelijke vraagstukken. Hij herinnerde o.m. aan het rapport door de Wiardi Beckmanstichting uitgebracht „De toekomst van het Deltagebied" en aan het rapport van deze instelling over de visserijproble men in dit gebied. Spreker legde er de nadruk op, dat de verbetering van de verkeersverbindingen de mo gelijkheid aan het zuidwesten geeft vollediger dan tot dusver deel te heb ben aan de economische en sociale ontwikkeling van ons land. Maar de ze ontwikkeling zal niet zonder meer komen. Hier lag naar sprekers me ning een taak voor de overheid, een taak die reeds nu ter hand moet wor den genomen. De heer Westerhout waarschuwde in dit verband voor de opvatting, dat het Deltaplan alle wa gen vanzelf wel zal oplossen. „Het Deltaplan dreigt dan een kapstok té worden, waaraan men de actuele vragen ophangt. Daarbij zou men dan voorbijzien aan het feit, dat voor de bevolking van het Deltagebied de huidige vraagstukken evenzeer van belang zijn". Van deze vraagstukken noemde de heer Westerhout als be langrijkste de ontwikkeling van de werkgelegenheid. De dr. Wiardi Beckmanstichting heeft thans een commissie ingesteld, die zich met deze situatie in het Deltagebied zal bezighouden. Technisch overleg over Terneuzen-Gent duurt voort Begonnen wordt met de zeevaartsluis In de eerste helft van dit Jaar zijn Belgisch-Nederlandse besprekingen gevoerd over de bouw van nieuwe j sluizen te Terneuzen en de daar mede samenhangende verruiming van het kanaal Terneuzen-Gent. Er kon overeenstemming worden be reikt over de hoofdzaken. Op en kele technische punten duurt het overleg voort. Het verdrag waarin een en ander zal worden vastgelegd is in voorbereiding, zo verklaart de minister van Verkeer en Waterstaat in het eindverslag van de vaste com missie voor Verkeer en Waterstaat uit de Tweede Kamer over de begro ting 1959. Volgens het voorlopige werkschema zal met de bouw van het belang rijkste onderdeel van de werken, ni. de zeevaartsluit in Terneuzen, wor den begonnen. Oesterfonds gaat kopen Voor de oesterkwekers, die vanaf het begin van het seizoen tot 15 no vember geen derde deel van hun leveringscijfer aan consumptie-oes ters hebben verkocht, zal de gelegen heid opengesteld worden het ontbre kende in oesters aan het fonds te leveren. Opgaven moesten voor 6 de cember schriftelijk ingediend worden bij het Produktschap, waarna de kwekers via de controleur bericht zullen ontvangen. De oesters moeten aan eisen van marktwaardigheid enz. voldoen. Ook de voorwaarden waar onder geleverd kan worden, zijn be kendgemaakt. Algemeen verwacht men niet veel aanbod, aangezien er tot op heden een zeer goedewal- verkoop is geweest. Dit is een gevolg van het feit dat er belangrijk minder consumptie-oesters zijn dan vorig sei zoen. De eerste reizen naar Indië in de jaren negen tig van de 16e eeuw spreken tot onze verbeel ding. Zij getuigen van de ondernemingslust van onze voorvaderen. In 1598 voeren niet minder dan 22 schepen van uit de Nederlan den naar Indië, waarvan er slechts 14 in het vaderland weerkeerden. Men liet zich door de ze verliezen niet weerhouden nieuwe schepen uit te rusten. Tussen de verschillende compag nieën die zich met de vaart op Indië bezig hielden bestond een felle concurrentie. Deze •vrije, concurrerende vaart moest leiden tot de ondergang van de handel. Hoewel Oldenbarne- velt een tegenstander was van monopolies, heeft hij uit het oogpunt van landsbelang zich zeer beijverd voor één krachtigegeoctrooieer de compagnie. In 1602 werd de stichting der Verenigde Oost-Indische Compagnie een feit. In het onlangs verschenen werk van prof. dr. J. G. van Dillen: „Het oudste aandeelhoudersregister van de Kamer Amsterdam der 3ost- Indische Compagnie", wordt ook het aandeel van de Zeeuwen in de vaart op Indië beschreven. In 1598 dan werden te Veere twee sche pen uitgerust door de Zuid-Nederlander Balthasar de Moucheron, door Bakhuizen van den Brink „de stoutse onder de stouten" ge noemd. Dat jaar ook vertrokken 3 schepen van de Middelburgse Compagnie, ook wel de Compagnie-Ten Haeff genoemd. Ten Haeff, burgemeester van Middelburg was een bedachtzamer maar succes rijker handelsman dan de temperamentvolle De Moucheron, wiens ondernemingslust geen grenzen kende. Het jaar daarop zien we de naijver tussen de Hollanders en Zeeuwen groter worden. Wanneer in 1599 dan ook 3 schepen vanuit Holland naar Indië worden ge zonden, krijgt de admiraal de opdracht er steeds aan te denken „dat de Zeeuwen ons werek viant zijn en dat sy derhalve niet ligte- lijck vertrout en werden". De concurrentie leidde tot onbehoorlijke praktijken. Men betaalde bijvoorbeeld extra hoge prijzen om te voorkomen dat mededingers ter plaatse ook een lading zouden krij gen. De enigen, die er wel bij voeren waren de inheemse hoofden, die de prijzen der Indische produkten herhaaldelijk verhoogden. De Staten-Generaal hadden deze funeste handelspolitiek voorzien nog voor de gevolgen van de concurrentie zich openbaarden. Begin 1598 werden de vertegenwoordigers van de bestaande compagnieën naar Den Haag opgeroepen ten einde tot een vorm van samenwerking tekomen. De Zeeuwen kwamen door de zware ijsgang te laat. In 1600 werden de compagnieën van De Moucheron en Ten Haeff ge combineerd onder de naam van de Vereenigde Zeeuwsche Compagnie maar aangezien De Moucheron en een deel van zijn aanhangers op dezelfde voet doorgingen kwam er feitelijk geen verandering. Het volgende jaar begonnen de besprekingen over de vereniging van al le compagnieën wat op gang te komen. Over het punt van de uit rusting was men het spoedig eens: o.m. zou Amsterdam de helft en Zeeland een kwart betalen. Over de bestuurssamenstelling en de wijze van stemming ontstonden onenigheden, daar de Zeeuwen be vreesd waren voor het overwicht van Amsterdam. Op 15 januari 1602 sprak Oldenbarhevelt de afgevaardigden op indrukwekkende wijze toe, daarbij wijzend op het algemeen landsbelang. De Zeeu wen werden toeschietelijker en het punt van de directie werd,' enigs zins gewijzigd, met algemene stemmen aangenomen. Het werden nu de Heren-XVH, waarvan 8 uit Amsterdam en 4 uit Zeeland. Hoewel de Zeeuwen nog diverse malen tegenstribbelden, werd 20 maart 1602 de eindstemming gehouden. Met meerderheid van stemmen werd het octrooi op de vereniging der compagnieën gearresteerd. Slechts twee van de zes inlegregisters van de Verenigde Oost-Indi sche Compagnie die van de Kamers Amsterdam en Zeeland zijn bewaard gebleven. Dr. Unger heeft in 1950 dat van Zeeland uit gegeven. Samen brachten Amsterdam en Zeeland meer dan drie kwart van het kapitaal op. Interessant is de vergelijking van het Amsterdamse register met dat van Zeeland. De 37 grote aandeel houders (ongeveer een zevende van het totaal) van de kamer Zee land bezaten meer dan de helft van het kapitaal, terwijl de 83 grote deelnemers te Amsterdam slechts ongeveer een veertiende van het totaal uitmaakten. In Amsterdam hebben relatief veel meer kleine luiden ingeschreven dan in Zeeland. In het Zeeuwse register treft men slechts zes, in het Amsterdamse daarentegen 51 ambachtslie den aan, maar van vele kleine Inschrijvers is het beroep niet bekend. Tenslotte melden we voor de aardigheid de inschrijving te Amster dam voor f 300. van Willem Bartgens of Bartjens. Diens reken boeken zijn tot diep in de 19e eeuw op de scholen gebruikt. Als on ze rekening nog volgens Bartjens klopt, mogen we denken aan de ze schoolmeester wiens onderwijs in het cijferen een grote roep had. Sint-Nicolaas bezocht tehuizen van „Kinderzorg". Personeelsfederatie zorgde voor cadeaus. Sinterklaas en Zwarte Plet hebben vrijdag ook nog tijd gevonden om een bezoek te brengen aan de tehui zen van „Kinderzorg" in Middelburg en Serooskerkc. Deze bezoeken wa ren mogelijk gemaakt door de grote financiële steun van de personeelsfe- deratie, waarbij een achttal perso neelsverenigingen is aangesloten. Door deze onbaatzuchtige medewer king was het onder meer voor Sint- Nicolaas mogelijk om alle kinderen en het personeel van deze tehuizen een presentje aan te bieden. Omstreeks vier uur 's middags reed de goed heiligman, hoog te paard ge zeten en vergezeld van zijn zwarte knecht, de oprijlaan van huize „Wei- te Serooskerke in. Op het bordes van het grote landhuis wacht ten popelend van ongeduld de 38 jeugdige bewoners in leeftijd va riërend van een paar maanden tot 14 jaar plus het personeel van het huis op het voorrijden van de Sint. En toen het dan ook zo ver was werd spontaan een Sinterklaasliedje gezon gen, waarbij enkele muzikanten van de boerenkapel „Eendracht maakt macht" uit Serooskerke voor de be geleiding zorgden. Hierna werden de goed heiligman en Zwarte Piet door het hoofd van het huis, de heer M. A. Ossewaarde, welkom geheten. In een van de grote kamers van „Wel gelegen" werd hierna het feest ge houden. Hier moesten de kinderen van het huis alleen of in groepjes bij Sint-Nicolaas komen, die uit een groot boek alle namen oplas. Het waren deze middag niet alleen Sint-Nicolaas en Zwarte Piet, die ca deaus uitdeelden, want om hun dank baarheid te tonen bood een van de inwonertjes van „Welgelegen" een zichtbaar verraste Sint en knecht een pakje aan. Tijdens het feest waren de voorzitter van de personeelsfederatie, de heer J. A. Bruggenian uit Goes en de voor zitter van de douane-personeelsver eniging „Inter Scaldes", de heer L. Matthijsse, aanwezig. 's Avonds brachten Sint-Nicolaas en Zwarte Piet een bezoek aan het te huis van „Kinderzorg" te Middel burg. M.s. „Preference VIII" uit Terneuzen naar sloper. De „Preference VHI", het motorschip dat in de late avond van 9 juli j.l. op de rede van Terneuzen werd aange varen door het Engelse stoomschip „Wallstream", daarbij zonk en later omhoog werd gezet op het zogenaam de Bastio is deze week door de slo pers in Terneuzen onderhanden ge nomen. Met snijbranders werd de 38 meter lange motorspits In tweeën gesneden, waarna de 2 delen door een drijvende bok op lichters werden geladen en in de nacht van donderdag op vrijdag J.l. overgebracht naar het Zevenaars- dok. Daar vindt de „Preference Vin" haar verdere einde onder de slopershamers en branders van de fa. J. Cracau, handelend onder de naam van Vlaam se Schroot en non-ferro-metalen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 14