ZELANDICA
Eventuele bouw van werken voor
oesterproef pas in 1961
BINNENKORT OVERLEG OVER
VASTE OEVERVERBINDING
4
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 6 DECEMBER 1958
EINDVERSLAG VASTE COMMISSIE WATERSTAAT:
Voorschotten aan Zeeuwse
waterschappen voor dijkwerken
De mogelijkheid van de bouw van een oesterproef bekken en van
de daarbij behorende ïnlaatwerken voor zeewater in het Veerse
gat, worden in nauw overleg met deskundigen van het ministerie
van landbouw, visserij en voedselvoorziening bestudeerd. Om
technische redenen zal de eventuele bouw van ïnlaatwerken en
andere in het afgesloten Zandkreekbekken te bouwen werken
ten behoeve van de oestercultuur eerst kunnen geschieden als
de afsluiting (in 1961) zal zijn voltooid. Intussen wordt ver
wacht, dat in de loop van 1959 het technisch rapport inzake
het oesterproefbekken kan worden afgesloten, zo verklaart de
minister van Waterstaat in het eindverslag van de vaste com
missie voor Verkeer eH Waterstaat over de begroting 1959 van
zijn departement. Ten aanzien van de verplaatsing van de
Veerse vissersvloot kan worden medegedeeld, dat dit onderwerp
in studie is bij de commissie ex artikel 8 van de Deltawet. Ter
zake kan in de eerste helft van 1959 een beslissing worden ver
wacht.
Met verwachting tot het ontwerp
Bijdragenwet Deltawerken Is een
groot deel van de voorbereidende
werkzaamheden verricht. De minis
ter heeft zich overigens, gezien zijn
korte ambtsperiode, nog niet in deze
materie kunnen verdiepen.
De recreatie en natuurbescherming
hebben de volle aandacht van de mi
nister. Het overleg met de autoritei
ten, die verantwoordelijk zijn voor
het reereatiebeleid wordt met het oog
op het treffen van eventuele voor
zieningen in een zo vroeg mogelijk
stadium geopend.
Gebaseerd op zeer globale ramingen
der totale kosten is een jaargemid
delde van ruim 50 miljoen gulden no
dig om de door het rijk en door der
den uit te voeren werken tot verho
ging van de primaire en als zodanig
te handhaven waterkeringen in 1978
te voltooien. Dit gemiddelde kan in
1959 niet worden benaderd o.a. om
dat nog verschillende onderzoekingen
gaande zijn naar de meest economi
sche constructie voor de te verhogen
dijken. In hoeveel tijd de achterstand
zal kunnen worden ingehaald kan
thans niet worden voorspeld. Dit
zal worden beïnvloed door het tem
po, waar de betrokken publiekrech
telijke lichamen plannen voor de
werken uitvoeringsklaar zullen ma
ken en voorts door de mate, waarin
de nodige fondsen beschikbaar zullen
kunnen worden gesteld. Het streven
moet er echter op gericht blijven,
dat niet een zodanige situatie ont
staat dat een deel van het Deltage
bied een volkomen andere mate van
veiligheid zal genieten dan het deel
dat door de grote afsluitingswcrken
wordt beheerst.
Op welk gemiddeld bedrag per jaar
voor de overige werken met na
me de afsluitdamraen moet wor
den gerekend kan in het midden
worden gelaten, omdat het er bij de
ze technisch zeer ingewikkelde wer
ken, die zowel ten opzichte van elk
aar als wat de onderdelen van elk
complex betreft in een bepaalde volg
orde moeten worden uitgevoerd, meer
om gaat of in het betreffende jaar
die onderdelen tot stand kunnen wor
den gebracht, welke ingevolge het
ontworpen tijdschema gericht op
voltooiing der werken in 1978
Aanpassingswerken
Drie-eilandenplan
Niet geheel voor rekening
van het rijk
De op de Waterstaatsbegroting 1959
uitgetrokken 3.5 miljoen voor rand
en aanpassingswerken bij het Drie-
eilandenplan, zijn die bedoeld in arti
kel 3 lid 2 van de Deltawet. De be
kostiging van deze werken zal wor
den geregeld in een wet ex artikel 5
lid 3 van de Deltawet.
Het uitgetrokken bedrag is dus een
rijksbijdrage in genoemde aanpas
singswerken en betekent niet dat
deze werken geheel voor rekening
van het rijk worden genomen, zo ver
klaart de minister van Verkeer en
Waterstaat in het eindverslag van de
vaste commissie van V. en W. uit de
Tweede Kamer, over de begroting '59
van zijn departement.
Onder de aanpassingswerken vallen
onder meer voorzieningen in afwate
ring, vetrhogingen van dijken, aan
sluitende aan afsluitdamraen en voor
zieningen aan havens.
Autobotsing
Vrijdagmorgen ontstond in de kom
van de gemeente St.-Maartensdijk
een botsing tussen een kipwagen
van de heer A. van Z. uit Zegge
(N.-B.) en een autobus van de firma
Van der K. uit Oud-Vossemeer, be
stuurd door de heer A. R. Persoon
lijke ongelukken deden zich niet voor.
worden vereist. De opgenomen som
men tot een totaal van rond
75.000.000 zijn daartoe voldoende.
Van de belangrijkste der plannen
van derden, die naar het oordeel
van de minister rijp voor uitvoe
ring zijn, zal een begin van uit
voering mogelijk zijn. De volgor
de van toekenning van bijdragen
in de werken, die de instemming
van de minister hebben, wordt
door verscheidene factoren be
paald, die de onderscheidene ob
jecten verschillende gewichten in
de schaal
Het is nog niet met voldoende zeker
heid te zeggen welke „zwakke plaat
sen" in 1959 voor verbetering in aan
merking komen.
Een aantal waterschappen in Zee
land wordt opgenomen in de in
oprichting zijnde geconcentreerde
waterschappendeze ontvangen
een voorschot, dat hun de uit
voering der werken mogelijk
maakt, evenwel onder beding
dat de afrekening t.z.t. zal
geschieden met het geconcen
treerde waterschap, dat over gro
ter financiële armslag zal be
schikken. Inderdaad zijn in deze
fevallen de definitieve rijksbij
ragen nog niet aan te geven.
Het is de minister nog niet mogelijk
mede te delen of in 1959 verbeterin
gen zullen worden aangebracht aan
de noordelijke dijk van de nieuwe wa
terweg ten westen van Rotterdam.
Omtrent de daarvoor opgemaakte
plannen bestaat nog geen overeen
stemming tussen het betrokken wa
terschap, de provincie en het rijk.
Bij de bepaling van de toekomstige
bestemming van de door het Delta
plan beïnvloede buitendijkse gron
den zal, zonder andere belangen uit
het oog te verliezen, rekening wor
den gehouden met belangen van na
tuurbescherming en recreatie.
Een regeling voor tegemoetkoming
in schade door werken ter verster
king van hoogwaterkeringen aan
particulieren, die uit anderen hoof
de geen aanspraken geldig kunnen
maken, is in overweging.
Het instellen van een apart fonds
voor de Deltawerken op de manier
van het Zuiderzeefonds wordt niet
overwogen.
MINISTER VAN AARTSEN:
De minister van verkeer en waterstaat stelt zich voor, zijn standpunt met
betrekking tot het vraagstuk van de veren over de Westerschelde eerst te
bepalen, nadat hij het door zijn ambtsvervanger toegezegde nader overleg
met Gedeputeerde Staten van Zeeland zal hebben gevoerd.
Dit overleg zou plaats hebben in maart van het volgend jaar, wanneer een
zeker beeld gevormd kan worden omtrent de resultaten van het gewijzig
de tarief. Op dit moment kunnen de Gedeputeerde Staten van Zeeland nog
geen volledige gegevens betreffende de ontwikkeling van het verkeer over
de Westerschelde na invoering van de gewijzigde tarieven verstrekken.
Nu ingevolge de wens van Gedeputeerde Staten van Zeeland uniforme
tarieven voor de drie veren over de Westerschelde zijn aanvaard, bestaat
er geen verband meer tussen de tarieven op elk dezer veren en de af te
leggen afstand.
Naast de afgelegde afstand zijn nog vele factoren bij de vaststelling van
veertarieven in het geding. Derhalve meent de minister uitsluitend in deze
afstand geen aanvaardbare basis voor de berekening van veertarieven op
andere veren te mogen zien.
De ambtsvoorganger van de minister is niet in de gelegenheid
geweest het toegezegde overleg met Gedeputeerde Staten van
Zeeland omtrent de mogelijkheid van een onderzoek inzake een
vaste oeververbinding over de Westerschelde te doen plaats
vinden. De minister stelt zich voor Gedeputeerde Staten binnen
kort in audiëntie te ontvangen, zo deelt hij in het eindverslag
van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat uit de
Tweede Kamer over de begroting voor 1959 mede.
Het exploitatie-tekort der veren over de Westerschelde wordt, ofschoon
deze in beheer en onderhoud zijn bij de provincie Zeeland,' sedert 1945
volledig door het rijk gedragen. Ten einde de hiertoe nodige fondsen
te kunnen verantwoorden, heeft de toenmalige ambtsvoorganger van de
minister deze veren onder rijkstoezicht gesteld, dit toezicht nader gere
geld bij beschikking van 1 mei 1948 en deze beschikking ter kennis ge
bracht van het provinciaal bestuur van Zeeland.
Deze beschikking, welke tot op heden ongewijzigd van kracht is, regelt
o.m. de bevoegdheden van en de inlichtingen, die het provinciaal bestuur
van Zeeland moet verstrekken aan de betrokken toezichthebbende hoofd
ambtenaar, i.e. de hoofdingenieur-directeur van de rijkswaterstaat in de
directie Zeeland. De autonome taak van het provinciaal bestuur wordt
hiermede slechts in zoverre aangetast als noodzakelijkerwijze voortvloeit,
uit de omstandigheid, dat de tekorten van de exploitatie ten volle door het
rijk worden gedragen.
Overleg over plannen
Zuid-Sloe duren voort
Het overleg over de technische en
economische merites van het voorlo
pige plan tot ontsluiting van het
Zuid-Sloe wordt voortgezet, zo deelt
minister Van Aartsen in het eindver
slag van de vaste commissie voor
verkeer en waterstaat uit de Tweede
Kamer over de begroting van zijn
departement voor 1959 mede.
Op de vraag of het niet nodig dat in
verband met deze plannen de Quar-
lespolder, althans voorlopig buiten de
concentraties van polders op Zuid-
Beveland wordt gehouden, merkt de
minister op, dat dit voorshands ter
beoordeling van de Provinciale Sta
ten van Zeeland ia.
Collecte.
Enkele collecten in Grijpskerke
brachten de volgende bedragen op:
PJ.T. 275,20; Ned. Oorlogsgraven-
comité 42,Stichting Chr. Blin
denhulp „De Fakkels Bijeen" 55,48.
„Olivia Winther" na herstel
in Terneuzen weer naar zee.
De Deense vrachtvaarder „Olivia
Winther" die na zijn zware brand in
de Golf van Mexico, sedert 10 juli
van dit jaar bij de N.V. Terneuzense
Scheepsbouwmaatschappij heeft ge
legen om voorzien te worden van een
geheel nieuwe bovenbouw op het
achterschip, heeft weer zee gekozen.
Verleden week zondag is de „Olivia
Winther" naar Rotterdam vertrokken
om nog even bij „Wilton Feijenoord"
te worden „gedokt", terwijl het schip
daarna in Antwerpen een lading heeft
ingenomen waarmee het een dezer
dagen naar Amerika is vertrokken.
N.V.V. vrouwenbond
zorgde voor geslaagd
sinterklaas-initiatief.
Sinterklaas heeft gisteren een be
zoek gebracht aan de kinderen, die
verpleegd worden in „Iepenoord" te
Oostkapelle. Ook ditmaal was dit be
zoek georganiseerd door de leden van
de N.V.V.-vrouwengroepen uit Goes,
Wilhelminapolder en Kloetinge, die
ditmaal wel voor een bijzonder feest
hebben gezorgd. Dank zij hun grote
activiteit konden zij voor een vijf
honderd gulden aan geschenken mee
brengen, zodat de heer M. J. Almekin-
ders, de directeur van de Stichting
Rust- en Verpleeghuizen, in zijn
dankwoord opmerkte: „Wij zijn haast
sprakeloos over alles wat U voor on
ze kinderen hebt gedaan".
De directrice van het huis, zuster
Van der Gaag, sprak in gelijke geest.
Namens de gasten werd het woord
gevoerd door mevrouw Schipper
Koopmans en de heer C. Hoek. Dit
voortreffelijke initiatief en vooral ook
de wijze, waarop het werd uitgevoerd,
heeft de kinderen van „Iepenoord"
een buitengewone dag bezorgd.
Nieuwe vleugel voor Z.L.M.-
boekhoudbureau te Goes.
Tijdens een intieme bijeenkomst In
het ZX.M.-boekhoudbureau te Goes
Is de nitbreiding van dit bureau
de bouw van een nieuwe vleugel aan
de Agnusgang in gebruik geno
men.
Daarbij waren o.a. aanwezig enkele
functionarissen van het bureau, het
bestuur, onder wie de voorzitter, de
heer J. A. Stols te St-Philipsland, de
vice-voorzitter van de Z.L.M., de heer
P. J. J. Dekker te Wemeldinge, de
architect en de aannemer.
De uitbreiding omvat twee werkka
mers en twee spreekkamers. In totaal
biedt de nieuwe vleugel plaats aan
25 personen. Het voltallige personeel
van het boekhoudbureau bedraagt
vijftig leden.
Kamerlid Westerhout
sprak over Deltaproblemen
Het Zeeuwse Tweede Kamerlid
drs. Th. J. Westerhout heeft gis
teravond voor de radio gesproken
over „Het Deltaplan en actuele
Deltaproblemen". Met name ging
de heer Westerhout daarbij in op
maatschappelijke vraagstukken.
Hij herinnerde o.m. aan het rapport
door de Wiardi Beckmanstichting
uitgebracht „De toekomst van het
Deltagebied" en aan het rapport van
deze instelling over de visserijproble
men in dit gebied. Spreker legde er
de nadruk op, dat de verbetering
van de verkeersverbindingen de mo
gelijkheid aan het zuidwesten geeft
vollediger dan tot dusver deel te heb
ben aan de economische en sociale
ontwikkeling van ons land. Maar de
ze ontwikkeling zal niet zonder meer
komen. Hier lag naar sprekers me
ning een taak voor de overheid, een
taak die reeds nu ter hand moet wor
den genomen. De heer Westerhout
waarschuwde in dit verband voor de
opvatting, dat het Deltaplan alle wa
gen vanzelf wel zal oplossen. „Het
Deltaplan dreigt dan een kapstok té
worden, waaraan men de actuele
vragen ophangt. Daarbij zou men
dan voorbijzien aan het feit, dat voor
de bevolking van het Deltagebied de
huidige vraagstukken evenzeer van
belang zijn". Van deze vraagstukken
noemde de heer Westerhout als be
langrijkste de ontwikkeling van de
werkgelegenheid. De dr. Wiardi
Beckmanstichting heeft thans een
commissie ingesteld, die zich met
deze situatie in het Deltagebied zal
bezighouden.
Technisch overleg over
Terneuzen-Gent duurt voort
Begonnen wordt met
de zeevaartsluis
In de eerste helft van dit Jaar zijn
Belgisch-Nederlandse besprekingen
gevoerd over de bouw van nieuwe j
sluizen te Terneuzen en de daar
mede samenhangende verruiming
van het kanaal Terneuzen-Gent. Er
kon overeenstemming worden be
reikt over de hoofdzaken. Op en
kele technische punten duurt het
overleg voort. Het verdrag waarin
een en ander zal worden vastgelegd
is in voorbereiding, zo verklaart de
minister van Verkeer en Waterstaat
in het eindverslag van de vaste com
missie voor Verkeer en Waterstaat
uit de Tweede Kamer over de begro
ting 1959.
Volgens het voorlopige werkschema
zal met de bouw van het belang
rijkste onderdeel van de werken, ni.
de zeevaartsluit in Terneuzen, wor
den begonnen.
Oesterfonds gaat kopen
Voor de oesterkwekers, die vanaf
het begin van het seizoen tot 15 no
vember geen derde deel van hun
leveringscijfer aan consumptie-oes
ters hebben verkocht, zal de gelegen
heid opengesteld worden het ontbre
kende in oesters aan het fonds te
leveren. Opgaven moesten voor 6 de
cember schriftelijk ingediend worden
bij het Produktschap, waarna de
kwekers via de controleur bericht
zullen ontvangen. De oesters moeten
aan eisen van marktwaardigheid enz.
voldoen. Ook de voorwaarden waar
onder geleverd kan worden, zijn be
kendgemaakt. Algemeen verwacht
men niet veel aanbod, aangezien er
tot op heden een zeer goedewal-
verkoop is geweest. Dit is een gevolg
van het feit dat er belangrijk minder
consumptie-oesters zijn dan vorig sei
zoen.
De eerste reizen naar Indië in de jaren negen
tig van de 16e eeuw spreken tot onze verbeel
ding. Zij getuigen van de ondernemingslust
van onze voorvaderen. In 1598 voeren niet
minder dan 22 schepen van uit de Nederlan
den naar Indië, waarvan er slechts 14 in het
vaderland weerkeerden. Men liet zich door de
ze verliezen niet weerhouden nieuwe schepen
uit te rusten. Tussen de verschillende compag
nieën die zich met de vaart op Indië bezig
hielden bestond een felle concurrentie. Deze
•vrije, concurrerende vaart moest leiden tot de
ondergang van de handel. Hoewel Oldenbarne-
velt een tegenstander was van monopolies,
heeft hij uit het oogpunt van landsbelang zich
zeer beijverd voor één krachtigegeoctrooieer
de compagnie. In 1602 werd de stichting der
Verenigde Oost-Indische Compagnie een feit.
In het onlangs verschenen werk van prof. dr. J. G. van Dillen: „Het
oudste aandeelhoudersregister van de Kamer Amsterdam der 3ost-
Indische Compagnie", wordt ook het aandeel van de Zeeuwen in de
vaart op Indië beschreven. In 1598 dan werden te Veere twee sche
pen uitgerust door de Zuid-Nederlander Balthasar de Moucheron,
door Bakhuizen van den Brink „de stoutse onder de stouten" ge
noemd. Dat jaar ook vertrokken 3 schepen van de Middelburgse
Compagnie, ook wel de Compagnie-Ten Haeff genoemd. Ten Haeff,
burgemeester van Middelburg was een bedachtzamer maar succes
rijker handelsman dan de temperamentvolle De Moucheron, wiens
ondernemingslust geen grenzen kende. Het jaar daarop zien we de
naijver tussen de Hollanders en Zeeuwen groter worden. Wanneer
in 1599 dan ook 3 schepen vanuit Holland naar Indië worden ge
zonden, krijgt de admiraal de opdracht er steeds aan te denken
„dat de Zeeuwen ons werek viant zijn en dat sy derhalve niet ligte-
lijck vertrout en werden". De concurrentie leidde tot onbehoorlijke
praktijken. Men betaalde bijvoorbeeld extra hoge prijzen om te
voorkomen dat mededingers ter plaatse ook een lading zouden krij
gen. De enigen, die er wel bij voeren waren de inheemse hoofden,
die de prijzen der Indische produkten herhaaldelijk verhoogden. De
Staten-Generaal hadden deze funeste handelspolitiek voorzien nog
voor de gevolgen van de concurrentie zich openbaarden. Begin 1598
werden de vertegenwoordigers van de bestaande compagnieën naar
Den Haag opgeroepen ten einde tot een vorm van samenwerking
tekomen. De Zeeuwen kwamen door de zware ijsgang te laat. In
1600 werden de compagnieën van De Moucheron en Ten Haeff ge
combineerd onder de naam van de Vereenigde Zeeuwsche Compagnie
maar aangezien De Moucheron en een deel van zijn aanhangers op
dezelfde voet doorgingen kwam er feitelijk geen verandering. Het
volgende jaar begonnen de besprekingen over de vereniging van al
le compagnieën wat op gang te komen. Over het punt van de uit
rusting was men het spoedig eens: o.m. zou Amsterdam de helft en
Zeeland een kwart betalen. Over de bestuurssamenstelling en de
wijze van stemming ontstonden onenigheden, daar de Zeeuwen be
vreesd waren voor het overwicht van Amsterdam. Op 15 januari
1602 sprak Oldenbarhevelt de afgevaardigden op indrukwekkende
wijze toe, daarbij wijzend op het algemeen landsbelang. De Zeeu
wen werden toeschietelijker en het punt van de directie werd,' enigs
zins gewijzigd, met algemene stemmen aangenomen. Het werden nu
de Heren-XVH, waarvan 8 uit Amsterdam en 4 uit Zeeland. Hoewel
de Zeeuwen nog diverse malen tegenstribbelden, werd 20 maart
1602 de eindstemming gehouden. Met meerderheid van stemmen
werd het octrooi op de vereniging der compagnieën gearresteerd.
Slechts twee van de zes inlegregisters van de Verenigde Oost-Indi
sche Compagnie die van de Kamers Amsterdam en Zeeland
zijn bewaard gebleven. Dr. Unger heeft in 1950 dat van Zeeland uit
gegeven. Samen brachten Amsterdam en Zeeland meer dan drie
kwart van het kapitaal op. Interessant is de vergelijking van het
Amsterdamse register met dat van Zeeland. De 37 grote aandeel
houders (ongeveer een zevende van het totaal) van de kamer Zee
land bezaten meer dan de helft van het kapitaal, terwijl de 83 grote
deelnemers te Amsterdam slechts ongeveer een veertiende van het
totaal uitmaakten. In Amsterdam hebben relatief veel meer kleine
luiden ingeschreven dan in Zeeland. In het Zeeuwse register treft
men slechts zes, in het Amsterdamse daarentegen 51 ambachtslie
den aan, maar van vele kleine Inschrijvers is het beroep niet bekend.
Tenslotte melden we voor de aardigheid de inschrijving te Amster
dam voor f 300. van Willem Bartgens of Bartjens. Diens reken
boeken zijn tot diep in de 19e eeuw op de scholen gebruikt. Als on
ze rekening nog volgens Bartjens klopt, mogen we denken aan de
ze schoolmeester wiens onderwijs in het cijferen een grote roep had.
Sint-Nicolaas bezocht
tehuizen van „Kinderzorg".
Personeelsfederatie
zorgde voor cadeaus.
Sinterklaas en Zwarte Plet hebben
vrijdag ook nog tijd gevonden om
een bezoek te brengen aan de tehui
zen van „Kinderzorg" in Middelburg
en Serooskerkc. Deze bezoeken wa
ren mogelijk gemaakt door de grote
financiële steun van de personeelsfe-
deratie, waarbij een achttal perso
neelsverenigingen is aangesloten.
Door deze onbaatzuchtige medewer
king was het onder meer voor Sint-
Nicolaas mogelijk om alle kinderen
en het personeel van deze tehuizen
een presentje aan te bieden.
Omstreeks vier uur 's middags reed
de goed heiligman, hoog te paard ge
zeten en vergezeld van zijn zwarte
knecht, de oprijlaan van huize „Wei-
te Serooskerke in. Op het
bordes van het grote landhuis wacht
ten popelend van ongeduld de 38
jeugdige bewoners in leeftijd va
riërend van een paar maanden tot
14 jaar plus het personeel van het
huis op het voorrijden van de Sint.
En toen het dan ook zo ver was werd
spontaan een Sinterklaasliedje gezon
gen, waarbij enkele muzikanten van
de boerenkapel „Eendracht maakt
macht" uit Serooskerke voor de be
geleiding zorgden. Hierna werden de
goed heiligman en Zwarte Piet door
het hoofd van het huis, de heer M.
A. Ossewaarde, welkom geheten. In
een van de grote kamers van „Wel
gelegen" werd hierna het feest ge
houden. Hier moesten de kinderen
van het huis alleen of in groepjes bij
Sint-Nicolaas komen, die uit een
groot boek alle namen oplas.
Het waren deze middag niet alleen
Sint-Nicolaas en Zwarte Piet, die ca
deaus uitdeelden, want om hun dank
baarheid te tonen bood een van de
inwonertjes van „Welgelegen" een
zichtbaar verraste Sint en knecht een
pakje aan.
Tijdens het feest waren de voorzitter
van de personeelsfederatie, de heer
J. A. Bruggenian uit Goes en de voor
zitter van de douane-personeelsver
eniging „Inter Scaldes", de heer L.
Matthijsse, aanwezig.
's Avonds brachten Sint-Nicolaas en
Zwarte Piet een bezoek aan het te
huis van „Kinderzorg" te Middel
burg.
M.s. „Preference VIII" uit
Terneuzen naar sloper.
De „Preference VHI", het motorschip
dat in de late avond van 9 juli j.l. op
de rede van Terneuzen werd aange
varen door het Engelse stoomschip
„Wallstream", daarbij zonk en later
omhoog werd gezet op het zogenaam
de Bastio is deze week door de slo
pers in Terneuzen onderhanden ge
nomen.
Met snijbranders werd de 38 meter
lange motorspits In tweeën gesneden,
waarna de 2 delen door een drijvende
bok op lichters werden geladen en in
de nacht van donderdag op vrijdag
J.l. overgebracht naar het Zevenaars-
dok.
Daar vindt de „Preference Vin" haar
verdere einde onder de slopershamers
en branders van de fa. J. Cracau,
handelend onder de naam van Vlaam
se Schroot en non-ferro-metalen.