ZO WAS HET IN ZEELAND
Kindercircus Lambertha verzorgt
in Zeeland P.Z.C.-Voorstellingen
ASTMA-LIJDERS
Jubileumtournee P.Z.C.
MUILDIEREN REMMEN SPANJE
IN ZIJN ONTWIKKELING
„De Korenschoof" in Kortgene: een
luisterrijke hoeve - nu in steen
ZATERDAG 15 NOVEMBER 1958
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
Programma van drie jaar oude circus
uit Haarlem verbaast ook volwassenen
(Van onze speciale verslaggever)
Men zegt wel eens, dat het bloed kruipt, waar het niet gaan
kan. Daar moesten we aan denken, toen we dezer dagen in
Haarlem mevrouw G. van der Gracht ontmoetten, die als
„Tante Gusta" van het kindercircus „Lambertha" dat in de
kerstvakantie de jubileum-kindervoorstellingen van de P.Z.C.
zal verzorgen langzamerhand faam begint te krijgen in ge
heel Nederland. Haar Franse ouders, die ze zelf niet gekend
heeft, waren luchtwerkers in een circus.
Bij pleegouders werd ze grootgebracht, maar die hielden haar
verre van dat avontuurlijke bedrijf. In haar kinderen kwam ech
ter al heel gauw aan het licht, dat artistenbloed zich niet verloo
chenen laat.
Haar 20-jarige dochter Yvonne, die op haar 13e jaar al koordan-
ste in het Scheveningse Kurhaus, is nu met haar twintig gedres
seerde honden een van de topnumers van Rïngling, Barnum en
Bailey in Amerika, en haar 24-jarige zoon maakt deel uit van
„The Como Borthers", een groepje trapezewerkers, dat in Euro
pese hoofdsteden triomfen viert. De jongste dochter, de negen
jarige Armanda, treedt nog maar alleen op in moeders kinder-
circus.
Het was niet aan dovemansoren ge
klopt. In de huiskamer van de toen
nog onbekende dame, waar tussen de
suite-deuren nog de trapeze hing, die
vader Van der Gracht voor zijn kin
deren had gemaakt, vonden ze groter
mogelijkheden voor hun lenigheids-
spel dan ze op straat ooit hadden'
kunnen ontdekken. Hoe het toen ver
der gegaan is?
„Och, gewoon", zegt mevrouw Van
der Gracht, wanneer we het maar
vragen, en dan lacht ze verlegen.
„Het ene kind bracht het andere
mee, en we gingen oefenen. Eerst
één keer per week, later zelfs drie-
of viermaal. En zo groeide het van
zelf. Eerst gebeurde het nog allemaal
bij me thuis. Later kregen we van
„Pro Juventute" een zaaltje ter be
schikking. Jammer genoeg zijn we
daar tengevolge van een verbouwing
uit verdreven. Maar in het zaaltje
achter een café hebben we nu weer
wat oefenruimte gevonden. Onge
veer vijf-en-dertig kinderen maken
deel uit van de troep. Eerst betaalden
ze een dubbeltje contributie per
week, nu heb ik er een kwartje van
moeten maken, want 's zpmers moet
zes gulden zaalhuur per week wor
den betaald en 's winters acht gulden,
terwijl er ook nog requisieten nodig
zijn.
Men moet het werk van deze 8 tot
14-jarige artisten gezien hebben, om
te kunnen getuigen, dat het grote-
mensen-werk waardig is. Men staat
verbaasd over de capaciteiten van
deze jeugd, die een program van 2V2
uur, acrobatiek zowel op de grond
als in de lucht jongleren, even
wichtskunst en clownerie verzorgt.
Het donkerogige slangenmeisjë „La
petite Willy" spot met alle wétten
van de buigzaamheid van. het mense
lijk lichaam, en de stevige 14-jarige
„Mr. Tonio" presteert het zijn „ba-
lansact" op zijn kin een stellage te
laten ballanceren met een stoel, waar
een acht-jarïge kleuter op zit.
De „Vijf Victoralia's" vijf meis
jes verrichten aan een vijfvoudige
trapeze verbluffende toeren, en de
12-jarige „Mademoiselle Lambertha"
de knapste artiste en daarom
naamgeefstër aan het circus ba
lanceert op een grote houten kogel,
die zelfs op en af een schuinstaande
stellage wordt gerold. In de „Icari-
sche Spelen" kunnen we de spierbe-
heersing en lenigheid van acht maal
twee meisjes bewonderen en in „Pri
ma Ballerina" Mary de lichtvoetige
hëid in eigen persoon..
Maar „Tante Güsta" ontgaat het
niet, dat ook deze derde telg op-en-
top een artistenkind is. „Ze wil en
zal hogeschoolrijdster worden", zegt
mevrouw Van der Gracht. „Ik kan
het haar niet uit het hoofd praten,
maar ik moet toegeven dat ze er
aanleg voor heeft. Nu al heeft ze
een prachtige zit, heeft Otto Schu
mann van Strassburger me gezegd.
Maar ja, een paard is zoiets kost
baars. Dat is mijn bescheiden beurs
te machtigEnfin, komt tijd,
komt raad, zullen we maar zeggen
In haar eigen kinderen, maar ook In
de kinderen van liet kindercircus
„Lambertha", heeft mevrouw Van
der Gracht haar ingeboren liefde
voor het eeuwenoude circusbedrijf
gestalte zien krijgen.
Drie jaar geleden werd de grond
slag gelegd voor dat kindercircus.
Kinderen uit haar straat hadden
zich met tafelkleden, houtskool en
lippenrood-van-grote-zus een clow
nesk uiterlijk gegeven, en voerden
voor belangstellende buurtgenoot
jes, acrobatische toeren uit. Toen
begon het te regenen.
worden. Wat mistroostig zocht de
„artisten-troep" schuilplaats in een
portiek.
Op dat moment is „Tante Gusta" ten
tonele verschenen: „Willen jullie
misschien bij mij thuis verder ko
men spelen?" wendde ze zich tot het
groepje.
De laatste twee jaar is Circus Lam
bertha regelmatig op tournee. In
Leeuwarden en Maastricht, in Delft
tournee. In
en Hoek van Holland, werden (mid
dag-Ivoorstellingen verzorgd voor
ouden van dagen, zieken, kinderen of
liefdadige instellingen. De enige be
loning. die ervoor gevraagd werd,
was net applaus van een dankbaar
publiek. Wel verlangt men vergoe
ding der onkosten. De kostuums van
de artisten- wast en strijkt en repa
reert of versiert tante Gusta zelf. Bij
het naaien heeft ze hulp gehad van 'n
vriendin, die al even enthousiast voor
de onderneming is als „Tante Gusta".
Zeker dag en nacht is „Tante Gnsta"
ermee in touw. „Ik vind het niet
erg", zegt ze. „Ik krijg er de liefde
van 35 kinderen voor in de plaats,
terwijl ik toch allesbehalve gemak
kelijk voor hen ben...
Maar ja, „Tante Gusta" heeft het
in haar vingertoppen: de opoffe
ringsgezindheid van een moeder en
de vindingrijkheid en energie van
een echte circusdirecteur. Wat wil
een kind nu meer?
(Advertentie)
Maak een einde aan uw martelingen.
Elke astmalijder kent het verstik
kende gevoel dat een astma-aanval
kenmerkt en dat voor hem een ware
marteling is. Adozo maakt hieraan
een einde. De Adozo-tabletten bren
gen binnen de 30 seconden verlich
ting en bedwingen de felste aanval
ln 515 minuten. Om geheel gerust
te zijn, nemen vele lijders aan ast
ma één Adozo-tablet bij het naar bed
gaan en één bij het ontwaken. Neem
ook eens de proef!
Bij apothekers en drogisten.
De P.Z.C.-KINDERVOORSTELLINGEN jubile
ren dit jaar. Het is het tiende jaar, dat de P.Z.C.
in Zeeland kindervoorstellingen geeft, waarvan de
entreegelden een dubbeltje steeds voor een lief
dadig Zeeuws doel beschikbaar worden gesteld. Een
jubileum-tournee dus, die derhalve een bijzonder ka
rakter zal dragen.
Er komt een kindercircusHét kindercircus eigenlijk,
het bekende kindercircus „Lambertha" uit Haarlem,
dat in de kerstvakantie met een autobus en de ganse
uitrusting naar Zeeland komt.
Het kindercircus „Lambertha", dat in de drie jaar
van zijn bestaan een grote populariteit heeft verwor
ven, zal zaterdag 27 december in Goes optreden en
maandag 29 en dinsdag 30 december in Middelburg.
In Goes wordt op de morgen van oudejaarsdag nog
één voorstelling gegeven.
Bij de jaarwisseling zijn de Haarlemse kinderen -
onze speciale verslaggever maakte een hierbij gepu
bliceerde reportage over het kindercircus
vanzelfsprekend thuis. Maar reeds de eerste ja
nuari komen zij terug naar Zeeland om op 2 en 3
januari in Vlissingen op te treden.
Evenals vorige jaren zullen vanaf 24 november
a.s. bij de winkeliers, die deelnemen aan de St.-
Nicolaasactie van de P.Z.C., bij inkopen tot een be
drag van minstens één gulden een bon worden ver
strekt. Voor tien van deze bonnen en het dubbeltje
voor een nader aan te wijzen Zeeuws liefdadig doel
wordt een toegangsbewijs verstrekt.
Hierbij dus een artikel, „ter kennismaking" met het
kindercircus, dat ook volwassenen verbaast. Over de
voorstellingen volgen nog nadere bijzonderheden.
ROMANTIEK KAN GEEN VOLK VOEDEN
Grootgrondbezitters werken
niet mee aan modernisering
(Van een speciale correspondent)
Geen vreemdeling, die door het wijde
Spanje geredën is, langs de grijze,
boomloze straatwegen, die nooit een
schaduw gezien hebben, zal het beeld
kunnen vergeten, dat zich steeds
weer aan hem moet hebben opge
drongen: de silhouet van de boer op
zijn muildier tegen de onbarmharti-
fe blauwe middaghemel of de tegen
e avond bij donker wordende hori
zon.
Zonder muildier en de geduldige
kleine ezel, zonder de „toro", de
stier op de eindeloze weiden'van An-
dalusië, zou de romantiek aan Span
je ontbreken, die met de waandenk
beelden van Don Quichotte leven
kreeg en die voor de Europese mens
het land achter de ^Pyreneeën tot een
land van wondere dingen maakt.
En toch is deze romantiek ten dode
opgeschreven, want voor de Spaanse
economie bestaat er, naast hét har
de, onverbiddelijke klimaat geen ge
vaarlijker vijand dan juist die ge
duldige, grauwe langoor.
Tot nu toe echter is de ezel de enige
„motor" in het Spaanse dorp. De
voornaamste schuld aan deze toe
stand treft het grootgrondbezit, dat
geen enkele belangstelling heeft voor
modernisering van de landbouw en
dat door een politiek van grondspe-
culatie de ontwikkeling zelfs afremt,
zodat vrijwel alle lasten van de voor
uitgang in de landbouw volledig op
de schouders van de staat komen.
Het schoolvoorbeeld hiervan is wel
de veel te langzame opkomst van
motorische trekkracht. Terwijl in
Nederland op anderhalve arbeider, in
Engeland op drie en in Frankrijk op
twintig landarbeiders één trekker
voorkomt, staat in Spanje één motor
ter beschikking van 165 landarbei
ders. Weliswaar is het aantal trek
kers tussen 1940 en nu gestegen van
nog geen 6000 op 45.000. doch het
voor economisch werken in de Spaan
se landbouw noodzakelijke aantal
tractoren zou minstens 120.000 moe
ten bedragen.
Dezelfde oorzaken, die remmend wer
ken op de invoering van moderne
techniek en arbeidsmethoden in de
landbouw van Spanje, maken ook de
herbebossing van het land uitermate
moeilijk. Tot nu toe heeft eigenlijk
alleen de staat in dit opzicht iets ge
daan. Sinds 1941 zijn bijna een mil
joen hectare staatsbezit opnieuw be-
bostj terwijl op slechts 50.000 hectare
particulier bezit weer bomen werden
geplant en dit ondanks het feit, dat
ook hier de staat belangrijke steun
verleende. Deze wanverhouding is
des te ernstiger, omdat het grootste
deel van Spanje's braakliggende ge
bieden, die voor bebossing in aan
merking komen, zich vrijwel geheel
in particuliere handen bevindt.
Hoezeer Spanje zich heden ten dage
ook bezighoudt met industrialisatie,
de landbouw zal toch de ruggegraat
moeten vormen voor de toekomstige
economische ontwikkeling van het
land. Van de landbouw zal de zo
noodzakelijke en onontbeerlijke ge
lijkschakeling moeten komen van
Spanje's levensstandaard met die
van de rest van West-Europa.
Het muildier en het ezeltje zullen
moeten verdwijnen, omdat zij onren
dabel zijn en daarmee zal een stuk
romantiek verdwijnen van de Casti-
liaanse landwegen. Reeds nu dalen op
alle Spaanse markten de prijzen van
de trouwe, grauwe langoor, waarop
Sanclio Panza zijn meester volgde.
Maar tenslotte kan romantiek geen
volk van dertig miljoeij mensen te
eten geven.
OPBRENGST WEER VOOR LIEFDADIG DOEL
Mademoiselle Lambertha (12)
Europa's jongste trapezewerkster.
Hier op de kogel.
En of het nu de invloed van Me
lis was, of de mode van die da
gen: ook de meisjes gingen in 't
wit. Corrie Kallewaard geheel
rechts was op de foto nog
maar net kleuter-af. Nu is het
mevrouw Bak-Kallewaard, die
ergens in Vlaardingen moet wo
nen
Koos Kallewaard, de tweede van
links, was al een stuk groter en
droeg de haren lang, voor de
schouders, zoals men dat in die
dagen deed. 't Is allang geen
$oos meer, maar een Middelburg
se mevrouw Rekkers. Hannie Sa-
lomé, die Kortgene trouw is ge
bleven, staat helemaal vooraan,
met een zwarte strik op het witte
bloesje. De juffrouw met de ve
ger, dat' moet een logeetje zijn
geweest, men weet dat niet pre
cies meer.
De meisjes en de juffrouw, zij
speelden en werkten op en rond
de boerderij, werden groter en
gingen weg van die plaats
Een luisterrijke plaats overi
gens, waar doorgaans zo'n
twaalf koeien werden gehou
den, vijftien stuks jongvee,
een zevental paarden, honderd
kippen, ganzen en eenden, vier
hanen, wat kalkoenen en de
stier „Jan", die goed vastge
bonden in de stal stond.
Een hoeve, waar zo'n veertig
hectaren weiland en bouw
land bijhoorde, waaronder
ook het in Kortgene nog bij
zeer velen bekende „De weitjes",
een gaaf stukje natuurschoon, dat
tot ae mooiste plekjes van 't dorp
werd gerekend. Er stond een rij
wilgen en verder mooie hoge ol
men en essenbomen, het was een
niet-geereërd stukje recreatiege
bied
Drie generaties Kallewaard heb
ben sinds 1892 op de oude „Koren
schoof" geboerd. De kleinzoon
van de eerste Kallewaard van de
„Korenschoof" beheert nu de
niéuwe, stenen boerderij. Maar
over de oude, fraaie Noord-Beve-
landse hoeve, zegt de heer C. P.
Kallewaard „de tweede"
„De oude was veel mooier dan
die stenen
Dat is waar. Maar hij erkent
graag de eisen van deze tijd. En
wellicht, als men over een eeuw
of wat een vergeelde prent van de
huidige „Korenschoof" in han
den krijgt, dat men zegt: „Die
oude „Korenschoof', dat was nog
eens een boerderij. Met pannen op
het dak. Neen, de romantiek Js er
nu wel af
luisterrijke hoeve
HET IS EEN vergeelde
foto, die de herinnering
aan de oude, rietbedekte
boerderij „De Korenschoof",
die reeds vóór honderd jaar
aan de Hoofdstraat van
Kortgene heeft gestaan, le
vend houdt. Een foto, die
zo'n slordige vijfendertig
jaar geleden werd gemaakt,
een foto met een achtergrond
van hoge bomen, die reeds
vóór de watersnood van 1953
werden gerooid, omdat men
op die plaats huizen wilde
bouwen.
De ramp was er wel de oor
zaak van, dat deze prachtige
Noord-Bevelandse boerderij
verdwèéri. Er werd een nieuwe
uït steen opgetrokken, met
een landbouwkundig oog ge-
nu in steen
zien een schitterende functio
nele boerderij, praktisch en zo.
Maar de romantiek spoelde
met het ramp water weg...
Alleen de foto uit het begin van
de twintiger jaren bleef. Met vier
koeien en vier meisjes uit die
„goeie ouwe tijd..."
Om heel oneerbiedig met de
koeien te beginnen: de meest
rechtse, dat was een heel bijzon
dere koe, dat was de koe Melis,
die was van onder tot boven wit...
Melis was een best beest, dat
net als andere koeien melk
gaf. Alleen: zij was wit,
helemaal wit. Zij was een witte
raaf onder de bonte koeien, maar
men schonk daar in het Kort
gene van de twintiger jaren niet
zo'n aandacht aan. Melis was er,
't was de koe van Kallewaard van
„De Korenschoof' en vooruit: wit
of bont, 't was een beste