Amerikaanse militairen probeerden
Duitse keizer te ontvoeren
Heerschappij van gangsterbenden
remt ontwikkeling van Sicilië
RDTER5EPT
MAANDAG 3 NOVEMBER 1958
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
STUNT IN AMERONGEN ANNO 1919
Oud-burgemeester jhr. mr. van Weede:
„Een onzinnige café-weddenschap"
(Van onze speciale verslaggever).
Veertig jaar geleden was het oorlogsrumoer nog maar nau
welijks uit de lucht. Toen er nog volop gedelibereerd werd
over de vraag, of de op 10 november 1918 naar ons land uit
geweken Duitse keizer Wilhelm II moest worden uitgeleverd,
brachten acht in Luxemburg gelegerde Amerikaanse militai
ren ons land in opschudding. Op 5 januari 1919 reden ze met
twee oude en onaanzienlijke Winton-auto's naar Amerongen
aan de voet van de Utrechtse heuvelrug en ondernamen in de
avonduren een poging om de ex-keizer te ontvoeren.
Achteraf bezien is het een kinderlijk plan geweest, bij voor
baat gedoemd om te mislukken. Zelfs de bedoeling ervan is
nooit geheel opgehelderd. Misschien was het alleen maar een
Amerikaanse stunt, misschien ook een (wat naïeve) poging
in te grijpen in de strijd, die in die dagen rond de persoon
van de keizer woedde.
Onder leiding van overste Luke
Lea, die aan het westelijk front
had gestreden, hadden de Ameri
kanen voor een „niet-officieel jour
nalistiek onderzoek" in Brussel
visa gekregen voor Neiderland.
's Avonds om negen uur arriveer
de het gezelschap bij het voorna
me kasteel Amerongen van Graaf
Godard van Aldenburg Bentinclc,
bij wie de monarch sinds 10 no
vember met klein gevolg gastvrij
heid genoot.
Volgens sommige berichten zou
overste Lea hier met een andere
officier toegelaten zijn in de bi
bliotheek van het slot en daar
ontvangen zijn door mijn broer,
graaf Carlos, maar dat is niet
waar", vertelde ons dezer dagen
ir. G. A. graaf Bentinck, die thans
met het gezin van een andere
broer en dat van zijn dochter het
kasteel Amerongen bewoont. „Er
was een cordon van rijksveld
wachters om het kasteel gelegd.
De heren zijn dus nooit verder ge
komen dan de rentmeesterswo
ning aan het begin van de oprij
laan. Zelfs de poort bij de slot
brug hebben ze niet eens bereikt.
Laat staan het kasteel zelf".
Slechts door overlevering weet
graaf Adriaan iets van de gebeur
tenissen op die donkere januari
avond van 1919. Hoewel we vrien
delijk ontvangen wordenaan
de deur van het kasteel, is 't dui
delijk, dat hij maar ongaarne over
die oude geschiedenis praat. Hij
meent zien te herinneren, dat er
met geweld gedreigd zou zijn, in
dien de bezoekers dat middel te
baat'houden nemen, en voorts, dat
de Amerikaanse vertegenwoordi
ging in Den Haag zou zijn ge
raadpleegd.
Jhr. mr. W. E. van Weede (71)
destijds burgemeester van
Amerongen, weet er meer over
te vertellen: „Die hele overval-
feschiedenis is een caféwed-
enschap geweest", zegt hij.
„Onder een stevige borrel had
die Amerikaanse overste ge
pocht, dat het voor hem een
koud kunstje was tot de Duitse
keizer door te dringen. Dat
moest hij natuurlijk waar ma
ken. Die bewuste januari-avond
was ik toevallig te gast op
Kasteel Amerongen. We zaten
na het eten in de bibliotheek
met de keizer juist aan de si
gaar, toen een lenecht de oud
ste zoon van Graaf Bentinck
apart nam om hem te vertellen
dat er Amerikanen aan de
poort stonden, die de keizer wil
den spreken. Samen met graaf
Charlos ben ik er toen heen ge
gaan. We ontvingen hen in de
rentmeesterswoning. Nadat ik
de overste verteld nad, dat het
onmogelijk was bij de keizer te
worden toegelaten, zei hij dat
hij Amerikaans senator was,
en dat de president van de
Verenigde Staten hem altijd
onmiddellijk ontving. Het inti
mideerde me niet, en ik her
haalde dus, dat de keizer niet
te spreken was, aangezien er
geen enkele officiële lastgeving
was".
Niet ernstig genomen
„Dat ik de kerels hierna niet
de paspoorten heb ingehouden,
is jammer geweest. Maar ik
nam de hele geschiedenis eigen
lijk geen ogenblik ernstig. Dat
moeten de heren wel begrepen
hebben, want heel gauw ver
trokken ze weer even rustig en
onopvallend als ze gekomen
waren, en wij gingen weer
naar de bibliotheek. Nauwelijks
De landbouwers Pierre Pinckaei
te Gronsveld, die J/0 jaar geledei
als sergeant de keizer bij Eysden
een halt toeriep.
KEIZER WILHELM II.
had ik daar onze belevenissen
verteld, of rentmeester Geer-
lings kwam op het kasteel om
me te zeggen, dat de Amerika
nen een met een vos versierde
asbak van hem hadden meege
nomen. Ook dat berichtte ik
even later de keizer.
Van de diefstal zelf was de fami
lie niet onder de indruk, maar ik
vond het nu toch tijd worden de
kerels te laten aanhouden. Voor
dat ik echter alarm geslagen had
telefoneren kostte in die dagen
nog heel wat tijd waren ze de
brug bij Arnhem en de pont bij
Nijmegen al voorbij. Ze zijn dan
ook met hun asbak de grens over
gekomen en hebben dus kunnen
„bewijzen", dat ze op het Kasteel
Amerongen geweest waren. Mis
schien hebben ze in hun onbekend
heid met de situatie zelfs nog wer
kelijk gemeend in het kasteel ge
weest te zijn in plaats van alleen
maar in de rentmeesterswoning.
Zesendertig uur na hun vertrek
uit Luxemburg waren ze weer bij
hun regiment. Na het bekend wor
den van hun avontuur wachtte
hun een gevoelige straf. Eerst ja
ren later is gebleken, dat ze Kerst
mis 1918 al op weg gegaan waren
om de keizer in Nederland te kid
nappen. Wegensgebrek aan
geld en grensdocumenten eindigde
dat avontuur voor het prikkel
draad van de Nederlandse grens.
Een week later hadden ze de ver
eiste visa in hun bezit. Wel had
den ze toen intussen hun plannen
herzien. Ze zouden nu niet meer
de keizer gaan kidknappen, maar
hem alleen proberen over te halen
uit eigen beweging mee te gaan
voor zijn terechtstelling in Parijs
in plaats van in Londen
Hoe weinig ernstig het allemaal
geweest is, heeft generaal Per
shing in 1921 tijdens een reünie
van het Amerikaanse regiment,
waarvan de betrokkenen deel uit
maakten, laten merken. Hij ver
klaarde „er graag een jaar soldij
voor over te hebben gehad, wan
neer hij dat avontuur van die jon
gens in Holland had kunnen mee
maken
's Keizers komst
Veertig jaar zijn inmiddels ver
streken. Tweeëntachtig jaar oud
overleed de ex-keizer op 4 juni '41
op het Huis te Doorn, dat hij in
1920 toen hem wel was gebleken,
dat het Duitse volk voorgoed had
afgerekend met de Hohenzollerns,
had gekocht van baronesse Van
Heemstra. Van 11 november 1918
tot in 1920 woonde hij bij de Ben-
tincks in Amerongen, hoewel hij
bij zijn komst gedacht had maar
een week of drie te zullen blijven.
Op 10 november 1918, 's morgens
om zes uur begon de historie van
"s keizers komst in ons land. Twee
vermoeide Nederlandse soldaten
aan de grens bij Eysden waren er
getuige van. Een' van hen rende
naar sergeant Pinckaers, die de
wacht had, maar zich de voor
gaande avond zonder gewetensbe-
r ter ruste had begeven.
„Vijf auto's vol officieren staan
aan de grens", kreeg sergeant
Pinckaers te horen van zijn min
dere. Die soldaat vergiste zich,
want het waren er negen. Zes
lange uren waren er nodig voor
aan het gezelschap-in-Feldgrau
toestemming werd gegeven om de
reis te vervolgen met de inmid
dels ook in Nederland gearriveer
de keizerlijke trein.
„De komst van de keizer in Ame
rongen vergeet ik nooit", zegt de
nu 75-jarige heer G. H. Esveld,
die sinds 1908 de particuliere
chauffeur was van graaf Godard
van Aldenburg Bentinck.
„Het was een zondagmiddag en
slecht weer. Benzine om te rijden
was er niet meer. Door het raam
van mijn woning zag ik eerst met
de vlag erop de wagen van me
neer Van Lynden, de commissaris
van de koningin in Utrecht .langs
rijden. Even later kwam er een
knecht van het kasteel met de
boodschap, of ik dadelijk bij de
graaf wilde komen. Die deelde me
mee, dat de volgende dag in Maarn
de Duitse keizer gehaald zou moe
ten worden.
De graaf zelf, netjes in het
zwart, ging mee. De eerste ja
ger kwam met een geladen re
volver naast me zitten. Op het
perron in Maarn, waar geen en
kele burger iets bijzonders ver
wachtte, want er stopte haast
nooit een trein, was een drukte
van belang. Maar ook op het
kasteel stond alles op zijn kop.
Wat betreft dat ontvoerings-
verhaal van die Amerikanen:
ze zijn niet eens op de Laan ge
weest, die naar het kasteel
leidt. Die hele tragi-komedie
heeft zich afgespeeld in het
huis van rentmeester Geer lings.
Aan het gedraaf van de veld
wachters om het huis heb ik
gemerkt, dat er iets bijzonders
faande was. Maar de volgende
ag was alles weer gewoon,
's Nachts had vleugeladjudant
Von Ilsemann op het kasteel
moeten waken
Verwarrend
Jhr. mr. W. E. van Weede was die
bewuste zondag 10 november 1918
op familiebezoek in Den Haag. „Ik
dacht, dat het telefoontje, waar
mee ik naar Amerongen werd te
ruggeroepen omdat de Duitse kei
zer op het kasteel zou komen, vals
was. Tot driemaal toe heeft men
me moeten bellen, voordat ik het
wilde geloven. Nog zaterdag had
ik immers bij Graaf Bentinck ge
geten. Die zou het me dan toch ze
ker wel verteld hebben. Dat graaf
Bentinck eerst om 12 uur die dag
het verzoek had bereikt de keizer
gastvrijheid te verlenen, ja ster
ker nog, dat de Nederlandse rege
ring nog maar sinds 's nacht wist,
dat de vorst naar ons land zou
uitwijken, wist ik natuurlijk niet.
Zoals gezegd, eerst het derde tele
foontje overtuigde me. Een oom
vertelde me, dat het ernst was, en
dat ik onmiddellijk naar Ame
rongen moest terugkeren Terug ln
Amerongen is een van m'n eerste
maatregelen geweest de minister
van landbouw extra-rantsoenen le
vensmiddelen te vragen, en toe
stemming om een koe te 'laten
slachten. Tenslotte was het volop
distributie en de keizer kwam met
een groot gevolg. Ander punt van
zorg was de veiligheid. De procu
reur-generaal verzocht ik, me
zestien rijksveldwachters te stu
ren. Ht kreeg er per vergissing
tweeëndertig. Na een paar dagen
heb ik de overtollige zestien te
ruggestuurd.
Op 28 november 1918, 's morgens
om 9 uur, arriveerde per speciale
trein keizerin Augusta Victoria.
Haar begeleiders brachten de oor
konde mee, die de keizer moest
ondertekenen en waarmee hij of
ficieel uit al zijn'rechten werd
ontzet. Tal van officieren uit het
keizerlijk gevolg vertrokken met
diezelfde trein 's avonds naar
Duitsland. Ter beschikking van de
keizer bleven tenslotte nog alleen
lt. gen. Von Gonthard, vleugelad
judant Von Ilsemann en de lijfarts
Erof. dr. Nicderer, benevens wat
uishoudelijk personeel.
Of de keizer erg onder de indruk
geweest is van de gebeurtenissen
uit die dagen? Er was aanvanke
lijk weinig van te merken. Maar
in latere gesprekken bleek wel, dat
hij het gevoel had verraden te zijn
door Max von Baden. Hij was wat
dit betreft enorm verongelijkt.
Zijn komst naar Nederland is geen
vlucht geweest. De keizer zelf
heeft nooit het plan gehad weg te
lopen. Men heeft hem ertoe over
gehaald onder het motto, dat het
zijn plicht was tegenover Duits
land om uit te wijken. Zijn eigen
zin was geweest aan het hoofd
van het leger de opstand in Duits
land neer te slaan. Daar viel ech
ter niet over te denken, zo was
hem gezegd, aangezien er nog
maar weinig betrouwbare troepen
waren overgebleven".
„En de uitleveringskwestie, maak
te de keizer zich "daar nog zorgen
„Hij vond het een vervelende ge
schiedenis, maar er werd weinig
over gesproken. Tenslotte was
hem natuurlijk niet verborgen ge
bleven, dat de Engelse regering
ongelooflijk blij was, dat de Ne
derlandse regering halsstarrig de
uitlevering bleef weigeren, hoewel
in Londen de kreet „Hang de kei
zer!" opgeld deed
Achteraf bezien zijn het een paar
jaren vol afwisseling geweest.
Veertig jaar geleden kwam de we
reldhistorie op een dramatisch
keerpunt. Op 10 november 1918
liep op het station van Eysden in
Limburg de heerser over een rijk
met 60 miljoen zielen te ijsberen.
Keizer Wilhelm II wachtte gelaten
of de Nederlandse regering zijn
verzoek om asiel zou toestaan.
Hij kreeg toelating en in Doorn
leefde hij daarna als een omstre
den en bijna verlaten figuur. De
17-jarige h.b.s.-er Snickers, thans
hoofdinspecteur der belastingen,
maakte deze historische foto. De
vierde van links is de Duitse kei
zer.
Heel vaak dank zij journalisten,
die van over de heel wereld Ame
rongen bezochten om bijzonderhe
den te vernemen over doen en la
ten van de zeer teruggetrokken
levende keizerlijke familie. Vaak
bleef de keizer meer dan een jaar
binnen de grachten van het kas
teel. Vandaar dat wel eens won
derlijke streken uitgehaald werden
om aan nieuws te komen. Met
geld en goede woorden heeft een
„Leven"-fotograaf boer Reier van
Dijk ertoe gebracht zelfs een wa
gen hooi te laten dompen op een
bepaald punt langs de hoge tuin-
murr van kasteel Amerongen. Bo
ven op de berg onder het hooi lig
gend maakte de fotograaf de plaat
van zijn leven, toen de niets ver
moedende ex-keizer even later
aan de andere kant van de muur
langs kwam
MISDADEN VAN DE MAFFIA
In district van Palermo zestig pet.
van alle misdaden onopgelost
De bewoners van Sicilië gaan gebukt onder de terreur van de Maffia. De
misdadigersorganisaties, die met deze naam betiteld worden, hebben in de
afgelopen weken een reeks opzienbarende moorden gepleegd. Op het druk
ke marktplein van een provinciestad kwam het zelfs tot een vuurgevecht
tussen twee benden, waarbij drie mannen werden gedood en verscheidene
vrouwen en kinderen zwaar gewond. Door een systematische chantage
oefent de Maffia een remmende werking uit op de economische ontwikke
ling van het eiland. De voordelen, die de regering aan binnen- en buiten
landse fabrikanten biedt op het gebied van de belastingen bij de stichting
van bedrijven in Sicilië, worden veelal weer teniet gedaan doordat de Maf
fia aan de directies schattingen oplegt.
Alles was tevergeefs, want toen de
Amerikanen in 1943 het eiland bezet
ten, werden ze in verschillende gebie
den ontvangen met de uitroep: „Le
ve Amerika, leve de Maffia". De
„Maffiozen" deden toentertijd ook het
aanbod om Sicilië onafhankelijk van
Italië te verklaren en het als 49e
staat aan de U.S.A. toe te voegen...
Ongetwijfeld biedt de armoede, die
ondanks acht jaar van omvangrijke
hulpverlening door de regering nog
altijd op Sicilië heerst, nog steeds
een goede voedingsbodem voor de
Maffia. Haar invloed blijft echter niet
beperkt tot dit gebied, maar strekt
In de driehoek Palermo-Agrigent-
Trapani, waar deze plaag voor het
land het grootst is, worden op het
ogenblik politiemaatregelen getrof
fen voor een effectieve bestrijding
van de benden. De sociaal-demo
cratische leider Saragat heeft de Si-
clllanen opgeroepen mee te helpen de
wantoestanden uit de weg te ruimen.
Maar degenen, die met de omstandig
heden op de hoogte zijn, blijven twij
felen. Zij weten, dat een misdadig
verschijnsel als de Maffia enig in zijn
soort in Europa geschiedkundige, so
ciale en politieke wortels heeft.
Oorspronkelijk was de „Maffia"
een algemeen gewaardeerde ge
meenschap, die tijdens de regering
van de Spaanse Bourbons, ander
halve eeuw geleden, door Siciliaan-
se notabelen werd opgericht. Het
was een patriottische bond, die
bedoeld was om de bevolking te
beschermen tegen de willekeur,
waarmee de gouverneur van de ln
Napels residerende koning van het
„Rijk der beide Siciliën" regeerde.
Nog in 1917 verklaarde de Italiaanse
niinister-president Orlando met trots,
dat hij een „Maffioso", een aanhanger
van de Maffia, was. Van hem is ook
de definitie: „De Maffia is een ver
schijnsel van sociale ontwikkeling. De
grondslagen hiervan zijn de gebrui
ken en de tradities van hec Saraceen-
se, ridderlijke en feodale verleden van
het eiland".
In werkelijkheid was een deel van de
Maffia reeds omstreeks 1850 ln een
anarchistische organisatie ontaard...
Na de aansluiting van Sicilië bij het
Italiaanse koninkrijk, zag de centrale
regering zich gedwongen tot militai
re acties tegen de misdadigersbenden
Zelfs Mussolini gelukte 't echter niet
hen uit te roeien. Toen hij eens de
westpunt van Sicilië bezocht, moest
hij terwille van zijn persoonlijke vei- j
ligheid eerst een verdrag met de Maf
fia sluiten. Terug op het vasteland
beval hij echter strenge politiemaat
regelen. Duizenden verdachten wer
den gedeporteerd.
zich ook uit over de vruchtbare kust
gebieden rond Trapani en Agrigent,
en over het rijke fruit-, groente- en
wijnland de „Gouden Bocht" van Pa
lermo, waar men slechts weinig
grootgrondbezit aantreft, doch voor
namelijk middenstand, keuterboeren
en pachters. De Maffia is voorname
lijk gegrond op de oeroude afkeer die
een groot deel der bevolking gevoelt
van alles wat met openbaar gezag te
maken heeft.
Zonder uitzondering geldt het over
het hele eiland dan ook als oneervol,
om met de politie of het gerecht sa
men te werken. Ieder is zijn eigen
rechter met behulp van de Maffia.
Een der oudste wetten, die der Omer-
ta, zegt: „Zwijgen tegen het open
baar gezag". Zelfs bij moordproces-
sen zijn zelden getuigen k charge te
vinden. De politie kan niemand be
schermen. Zelfs in de gevangenis zijn
mensen, die de Maffia niet vertrouw
de, door vergif voor altijd tot zwijgen
gebracht.
Volgens een Italiaanse statistiek
piiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijn
H De „flits" lijn in de haarmode M
werd in Parijs door de haar-
Ëj kunstenaar meester Guillaume M
H gedemonstreerd. De kapsels
zijn voor bijzondere gébeurte-
nissen rijkelijk versierd met
edelstenen en paarlen.
het gezonde gebaar:
blijft in het district Palermo 60%
van alle misdaden onopgelost.
Bij dat alles is het voor de Maffia niet
moeilijk om zich als parasiet in het
zakelijk leven te nestelen en naar
hartelust af te persen zogenaamd
„om de belangen van haar cliënten t«
beschermen".
Er is bijvoorbeeld in Palermo een
Maffia voor de fruit- en groentehan-
del en een andere voor de arbeiders
van de scheepswerven.
Tegenwoordig is de Maffia ook be
trokken bij het verlenen van licenties
en openbare bouwopdrachten.
De opbouw van de Maffia-benden,
die maar los met elkaar in verband
staan en elkaar soms tot de dood toe
bestrijden, is streng hiërarchisch. De
laatste tijd verzetten echter veel jon-
êo „Maffiozen" zich tegen deze op-
ouw. Onder de indrok van de na ae
Tweede Wereldoorlog gedwongen uit
de U.S.A. gerepatrieerde onderwe
reldgrootheden uit New York en Chi
cago, willen zij luxeuzer leven. De
bedachtzame ouderen keren zich ech
ter tegen het soort gangsterdom, dat
hiervan het gevolg is en waarbij men
vlugger naar de pistolen grijpt dan
voorheen.
De mannen die de hoogste rangen in
de Maffia bekleden, zijn bij geruchte
in het hele land bekend. Men kan
echter niets tegen hen bewijzen. En
kelen zijn zelfs burgemeester of be
kleden een ambt bij de justitie. On
getwijfeld speelt de Maffia bij verkie
zingen een grote rol. In een land,
waar het gemiddelde jaarlijkse inko
men per gezin niet meer dan ruim
B00.bedraagt, is het niet moei
lijk om stemmen te kopen.
In Palermo, de 600.000 inwoners tel
lende hoofdstad, is men het er even
als in Rome over eens, dat een ver
schijnsel als de Maffia slechts metter
tijd kan verdwijnen. Een eerste ver-
eiste zijn doeltreffende sociale her-
vormingen, structurele economische
I ontwikkeling, een krachtige bestrij
ding van het analfabetisme en een
gezag, dat langzaam maar zeker het
vertrouwen van de bevolking weet te
winnen. Dat alles is in Sicilië echter
gemakkelijker gezegd dan gedaan.