ORANJE BEDWONG RAPPE ZWITSERS: 2-0
Felle Zwitserse start, maar Nederlandse
voorhoede tenslotte toch gevaarlijker
Kruiver gaf Nederlandse aanval
juist voldoende stootkracht
Zwitserse bondscoach: een
flinke knaap, die Kruiver
Ook Lenstra en Moulijn
stichtten vaak verwarring
xl
Witte bal na
smeekbede..
(Van een speciale verslaggever)
PIET KRUIVER zag niet meer, dat achter hem twee
gestalten roerloos in het grarf bleven liggenVoor de
Nederlandse midvoor was slechts één ding belangrijk:
de orkaan van juichkreten, die uit de volgepakte tribu
nes over het veld striemde, was een oorverdovend eer
betoon voor hem, Piet Kruiver. Dank zij 'n geraffineerd
trucje was hij met zijn lange glij-passen langs spil Leu-
enberger en doelman Elsener geflitst en met 'n laconiek
duwtje had hij de bal in het verlaten Zwitserse doel
gedreven 1 Op slag had hij daarmee van „Oranje" het
winnend elftal gemaakt, want met nog 18 minuten te
voetballen in deze strijd tegen Zwitserland was de Ne
derlandse voorsprong beslissend geworden: 20. Daar
om danste de jonge Kruiver,' omringd door een troepje
andere Nederlandse spelers, zijn vreugde nog uit, toen
twee, drie Zwitserse verzorgers met zorgelijke gezich
ten toesnelden op de twee roerloze gestalten: spil Leu
enberger en doelman Elsener. Maar de 67.000 toeschou
wers, die het Rotterdamse Feijenoord-stadion bevolkten,
kregen eerder de indruk, dat spijt, ontgoocheling en
schaamte deze volstrekte onbeweeglijkheid van de beide
Zwitserse verdedigers veroorzaakteWant Kruiver
was zo schijnbaar zonder enige moeite langs spil en
doelman gevloeid, dat hij beslist geen spoor van ver-
Voor Zwitserland werd het „bloed, zweet en tranen".... Want doelman El
sener, die het al eerder in horizontale richting had gezocht en enkele ma
len opgelapt moest worden, liet zich na het tweede doelpunt van Kruiver
toch maar vervangen door zijn collega Pariier en even voor het einde
zocht een gedesillusioneerde spil Leuénberger, die Kruiver te weinig in
toom kon houden, ook de kleedkamer opTranen, omdat dit voor Zwit
serland nu al de tiende achtereenvolgende wedstrijd is, waarin géén zege
is behaald... Toch is dit na deze wedstrijd van zondagmiddag voor de toe
schouwers een beetje verwonderlijk, want deze elf Zwitsers vormen een
harde en bijzonder beweeglijke ploeg, die in staat is verrassende aanval
len op te zetten door geraffineerd switchen. Maar er was één ontstellend
gebrek bij de Zwitsers: schotvaardigheid. Als er geschoten werd, zat er of
te weinig kracht of te weinig nauwkeurigheid ln de „kogels"....
gers bij voorkeur Lensira geen me
ter ruimte lieten om zijn beruchte
passes te geven. En toch was hij vrij
wel de enige speler, die het scherpe
wapen van de cross- en dieptepass
zuiver wist te hanteren. Kruiver,
maar vooral Tonny van der Linden,
kreeg zodoende van Abe enkele op
gelegde kansen gepresenteerd en als
Van der Linden, die enkele malen
praktisch vrij voor het Zwitserse doel
heeft gestaan, met wat meer tegen
woordigheid van geest had gehan
deld, zouden er meer Nederlandse
doelpunten op het scorebord zijn ge
komen
Vele kansen ook kwamen er van de
ÜLchtvoetige Moulijn, die back Gro-
'berty zo gemakkelijk passeerde, dat
het leek of de Feijendord-limksbuiten
niet tegen een man, maar tegen een
moeilijk beweegbare robot speelde..
Talrijk waren zodoende de kansen,
die via de linkervleugel in het cen
trum van de aanval geschapen wer
den.
steeds weer echter was de toch
werkelijk niet waterdichte Zwit
serse verdediging zo fel op-de-man
gericht, dat er te weinig van deze
kansen in treiters omgezet konden
worden. Het faien-op-het-laatste-
moment van een steeds goed aan
een aanval beginnende Van der
Linden en een beneden zijn vorm
spelende Piet Kruiver, W»ren daar
voor een deel ook de oorzaak van.
nieting achter kou laten. Eerder nog kreeg men de in
druk, dat de beide Zwitsers in de verwarring van het
ogenblik tegen elkaar botsten. Wellicht ook was het een
beetje toneel: een machteloze poging om de Franse
scheidsrechter Guïgue te vermurwen dit beslissende
Nederlandse doelpunt af te keuren. Maar deze arbiter,
die de eindstrijd BraziliëZweden van het wereldkam
pioenschap in Zweden tot een goed einde gebracht had,
liet zich niet beïnvloeden: resoluut prikte zijn wijsvin
ger in do richting van de middenlijn. En daarmee was
het doelpunt van de Nederlandse aanvalsleider onom
stotelijk geworden. Het was ook goed, dat Kruiver, dit
eveneens voor.de eerste treffer had gezorgd, de beslis
sing bewerkstelligde. Want ongetwijfeld was hij door
zijn opvallende vechtlust en zijn onuitputtelijk doorzet
tingsvermogen de ijverigste Nederlandse aanvaller in
een voorhoede, die toch niet zo flonkerde als tegen de
Denen. Verbazingwekkend was dat niet: al van te vo
ren kon men weten, dat de Zwitsers feller, stugger en
effectiever zouden verdedigen dan de Denen. En inder
daad kregen de Nederlanders door vele man-tegen-man-
gevechten minder de gelegenheid hun spel te ontplooien.
Niettemin een verdiende 20 overwinning, omdat Ne
derland vaker en gevaarlijker een wig wist te drijven
in het Zwitserse defensieblok dan de Zwitserse aanval
ler in de Oranje-verdediging!
PIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIN
Bij Nederland was dit beslissend on
derdeel van de strijd toch beter en
benalve de twee doelpunten van
Kruiver zijn daarvoor als bewijs ook
nog aan te voeren een enorme loeier
van Abe Lenstra tegen de lat en een
lelie kopbal van Kruiver, eveneens
tegen de lat! Toch zijn de Zwitsers
wat meer in de aanval geweest en de
cornerverbouding was dan ook 127
in bet nadeel van Nederland. Dat de
wat minder talrijke Nederlandse aan
vallen niettemin met meer stoot
kracht en gevaar doordrenkt waren,
was voornamelijk de verdienste van
drie spelers: natuurlijk Lenstra, maar
ook Kruiver en vooral Koentje Mon-
lij".
Toegegeven: Lenstra speelde ditmaal
niet zo'n "glansrol en zijn optreden
was niet zo doorslaggevend als tegen
Denemarken. Maar daarbij moet men
overwegen, dat de Zwitserse verdedi-
De Munck vierde
een jubileum
ior doelman Frans de Munck
was het een jubileumwedstrijd...
Want deze internationale doel
man, die uit Goes afkomstig is,
«peelde gisteren zijn 25e wed
strijd voor het Nederlands elf
tal. Bijna tien jaar komt De
Munck nu al uit voor „Oranje".
Zijn carrière begon in april
1949, toen hij tegen Frankrijk
aantrad in de glorieuze wed
strijd, die Nederland met 41
won. Door zijn verblijf in Duits-
'and werd zijn optreden als kee
per van het nationale elftal
lange tijd onderbroken, maar
nu is hij vrijwel steeds zeker
van zijn plaats onder de lat. Al
leen Pieters Graafland is het
een enkele keer gelukt hem
naar het reserve-bankje te ver
wijzen. Maar ook nu weer
speelde De Munck weer zo be
trouwbaar, dat hij de belang
rijkste kandidaat voor de kee
persplaats blijft.
Abe Lenstra, speelde zijn 48e
wedstrijd en kwam daarmee
met wijlen Wim Anderiessen op
de vierde plaats achter Van
Heel (64), Dénis (56) en Van
der Meulen (54).
Vooral na de rust zakte de kwaliteit
van het spel. ook aan Nederlandse
kant. Het tempo, dat voor de rust
door de snelle en wisselende aanval
len voor beide doelen, de strijd aan
trekkelijk had gemaakt, daalde zien
derogen en Nederland maakte voor
al de fout te veel in de breedte te
combineren en te weinig de diepte
en crosspass te gebruiken.
Wel groeide in (leze periode vooral
hairspeler Eons van Wissen naar een
uitstekende vorm; overal waar ge
vaar dreigde waren zijn rappe he
nen te vinden en hoewel hij in hei
zuiver plaatsen een zwakke kant had.
zond hij af en toe een dieptepass de
vrije ruimte in Zo ontstond het
tweede doelpunt uit eén van zijn
passes. Naast hem verstoorde Kla&s-
seng doeltreffend als altijd de ver-
Zelfs tijdens de rust j
nog een „wedstrijd".
Zelfs tijdens de rust van deze M
wedstrijd werd de aandacht van f|
3e duizenden kijkers nog ge- s
ooeidDaar zorgde een
weerbarstige toeschouwer voor,
lie kennelijk bij voorbaat al het H
§e een en ander gedronken had op
M 3e Nederlandse overwinning.
Eerst kreeg hij het aan de stok
met een Zwitsers fotograaf, die |1
11 :ich tenslotte zo beledigd acht-
:e. dat het tot een vuistgevecht |f
cwarn. Een controleur van het
s Feijenoord-stadion riep daarna
ie aangeschoten toeschouwer
cot de orde, maar ook hierbij
vielen rake klappen. Nadat de |f
man nog wat rotte peren naar
f§ ie fotografen had gesmeten
verd de overtreder „gevanke-
H ijk weggevoerd". Maar dat ge-
beurde pas, toen enkele foto-
grafen en film-operateurs, die
f§ eerst rustig wat opnamen van
leze „wedstrijd" hadden ge-
maakt, de vechtenden scheid-
Jen
illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIIIIIIIIIHII
binüingslijncn van de tegenstander,
zonder overigens lot een uitzonder
lijke vorm als in de wedstrijd te
gen de Delgen te geraken.
Tegen de razendsnel switchende Zwit
sers, die bovendien en dat betreft
dan vooral rechtsbinnen Aliemain
•niet voor een lange rush terugschrok-
De uitval van doelman Elsener baat
niet meerPiet Kruiver, die lialf ge
knield voor hein ligt, heeft de bal zo
hard en zuiver ingeschoten, dat het
schot onhoudbaar isHet ivas
Nederlands eerste treffer,
(Foto P.Z.C.).
Met een prachtige l'whaamsbeheer-
sing en een geraffineerde schijnbe
weging is Piet Kruiver, de Neder
landse midvoor, hier op weg naar
zijn tweede doelpunt. Met zijn uitge
strekte rechtervoet drukt hij de bal
neer en daarna zal hij de leeeper-aan
de rechterzijde passeren. En terwijl
Kruiver dan de bal in het doel drukt
zal de vooruitstormende keeper tegen-
stopper Leuenberger (links), die op
het monientdat de foto genomen
werd, kennelijk nog niet geblesseerd
ié, optornen
(Foto P.Z.C.).
Meningen uii de kleedkamers
ken, heeft de Nederlandse defensie
het vaak moeilijk gehad. Vooral ook,
omdat voor de rust midvoor Hügi II
er nogal eens in slaagde Cor van der
Hart vari zijn spilpaats weg te lok
ken. Maar vooral Kuys, die eenmaal
zelfs de bal uit het doel kopte, slaag
de er wonderwel in de lege ruimte
weer op te vullen. Af en toe kostte
het Wiersma heel wat hoofdbrekens
de geraffineerd samenwerkende lin
kervleugel in bedwang te houden.
Maar al kreeg deze Nederlandse
defensie dan heel wat stormlopen
te verduren, werkelijk gevaarlijk
is het toch zelden geweest, want
daarvoor hielden de Nederlanders
hun zelfbeheersing te veel in be
dwang.
En al heeft doelman Frans de Munck
dan beslist geen handen vol werk ge
had, toch komt hem een bijzonder
eresaluut toe: zijn opvallend goed
getimed uitlopen voorkwam eenmaal
een zeker schijnend Zwitsers doel
punt op een moment, dat Nederland
nog slechts met 1—0 leidde.
Want toen midvoor Hugi met een
vrij veld voor zich naar het Neder
landse doel sprintte was daaruit al
lang Frans de ïviuuck, die het gevaar
al bij voorbaat liad „geroken", ver
trokken, zodat hij de bal juist voor
de voeten van de Zwitser weg kon
trappen
En dus had ook De Munck een be
langrijk aandeel in de Nederlandse
zege. Een overwinning, die weliswaar
minder fonkelend is dan die tegen
de Denen, maar die tegen deze rappe
en snelle Zwitsers toch niet minder
verdienstelijk is..
De stemming- was na afloop uiter
aard niet opgewekt in de Zwitserse
kleedkamer. Doelman Elsener en
spil Leuenberger betastten pijnlijk
hun blessures, die zij inderdaad
door een ongelukkige botsing met
elkaar opliepen; bondscoach
Willy Halm stak nerveus de ene
sigaret na de andere aan en ouder
de douches spraken de spelers al
leen maar gedempt met elkaar.
„Kijk eens", begon Hahn zich te
verontschuldigen, „ik wil niet zeg
gen dat we onverdiend hebben ver
loren, maar de Nederlanders wa
ren toch echt ook niet sterk. Onze
ploeg is nog te jong voor een der
gelijke wedstrijd, vooral de voor
hoedespelers missen voldoende
routine en daardoor gingen enkele
kansen verloren".
Maar.de Zwitserse bondscoach was
te verbitterd om het hij deze
woorden te laten. En dus kwam
een nadere analyse: „De grootste
fout van mijn ploeg is geweest dat
de ltanthalves in de tweede helft
mee ten aanval wilden. Daardoor
verdween de druk op de Neder
landse voorhoede en kreeg Kruiver
de kans om onze verdediging te
desorganiseren. Een flinke knaap,
die Kruiver", voegde hij er aan toe,
„Maar snapt U zo'n spil nu? Twee
domme fouten maakte hij; het
werden twee doelpunten. Als hij de
bal gewoon weggetrapt had, was
er niets gebeurd".
Een gemakkelijke zege is het
niet geworden. In de eerste fase
van de strijd waren de Zwitser
se aanvallen zelfs gevaarlijker
dan de Nederlandse combina
ties. Al in de tweede minuut bij
voorbeeld kon Klaassens slechts
ten koste van een hoekschop de
Zwitserse linksbuiten Riva tot
staan brengen. Steeds weer
brachten de beweeglijke Zwit
serse aanvallers de Nederlandse
defensie in grote moeilijkbeden.
In het bijzonder de snelle Alle-
niann en de geroutineerde Hüegi
II verrasten de Nederlanders
keer op keer. Het werd direct al
duidelijk, dat stopper Gor van
der Hart het niet gemakkelijk
zou krijgen tegen deze snelle
spelers.
De eerste goede Nederlandse aanval
liet even op zich wachten. Fons van
Wissen dreef de bal op tot dicht bij
de doellijn, gaf vervolgens een voor-
zet op maat, waarna Pietje van dei-
Kuil de bal nog juist door kon kop
pen naar Kruiver. De Eindhovenaar
zag echter geen kans om de bal on
der controle te krijgen. Intussen ble
ven de Zwitsers maar switchen. Roel
Wiersma kwam in grote moeilijkhe
den, toen Allemann in vrije positie de
bal kreeg toegespeeld en de weg naar
het doel vrij scheen. Nog juist kon
Wiersma zijn tegenstander bereiken.
Erger scheen het te worden toen
Pottier op de rand van het doelge
bied Coi: van der Hart met één sim
pele schijnbeweging voorbij ging.
Een trekbal volgde, en een flitsend
schot. Maar Hüegi had gelukkig geen
tijd om goed te richten, want de bal
ging enkele meters rechts van het
doel.
Meer gevaar
Toch bleven de Nederland
se aanvallen meer gevaar inhou
den. Een goede pass van linksbui
ten 3Ioulijn, die met Grobety
weiuig moeilijkheden had, was iii
de 30e minuut zelfs de inleiding
van een treffer. Tussen twee te
genstanders speelde de Rotterdam
mer de bal naar Piet Kruiver
op de rand van buitenspel die
daarna zonder veel moeite (le sco
re kon openen (1-0). Fel appel
leerden de Zwitsers voor off-side.
Maar zowel de grensrechter als
arbiter Guique wezen de protesten
met grote beslistheid van de hand,
hoewel het weinigen verbaasd zou
hebben als de treffer wegens bui
tenspel afgekeurd zou worden
Nog geen vijf minuten later had de
P.S.V.-er de stand bijna al op 2-0 ge
bracht. Kruiver passeerde twee. drie
tegenstanders doch toen strandde hij
en meer dan een hoekschop leverde
deze actie niet op.
Het was stellig geen eenzijdige wed
strijd. Amper had Frans de Munck
een gevaarlijk schot van de doorge
broken Pottier gestopt of de Neder
landers stonden al weer voor het doel
van Elsener. Weer was het Kruiver
die een kans kreeg. Na een combina
tie tussen Tonny van der Linden en
Van der Kuil zorgde de Ajacied voor
een hoge voorzet. Kruiver's sprong
was echter juist niet hoog genoeg en
de kopbal van de P.S.V.-er kwam via
de deklat in de tribune. Jan Klaas
sens probeerde het met een afstand
schot en Tonny van der Linden poog
de Elsener nog te verrassen met een
verraderlijke effectbal.
Ng de rust was meteen de vaart
en dus de verrassing uit de Zwit
serse aanvallen. Even nog scheen het,
(Zie slot pag. 4 kol. 4)
Aanvoerder Meier was al even
spraakzaam: „Verdedigend hebben
wij goed gespeeld, aanvallend niet.
Nederland had vandaag verslagen
kunnen worden,maar wij hebben
geen geluk gehad. Belangrijk was
wel, dat onze achterhoede erg ge
ïrriteerd werd door dat afzwenken
van die middenvoor. Hoe heet hij
ook weer? Ah ja, Kreiffer".
Doelpunt
De gendarme Maurice Guigue, die
door het bekwaam gebruiken van
de scheidsrechtersfluit een der
meest vooraanstaande en meest
bereisde Fransen is geworden, had
wel plezier gehad in deze wed
strijd: „Neen, ik heb het beslist
niet moeilijk gehad, de wedstrijd
was gemakkelijk te leiden. Wel
een beetje hard, maar fair en daar
gaat het om. In de eerste helft
vond ik het krachtsverschil gering.
De constructie der Zwitserse aan
vallen was toen misschien iets be-
tatv-daarna. was Nederland onbe
twist beter".
De heer Guigue glimlachte vrien
delijk bij deze woorden. Maar zijn
gelaatstrekkken werden scherper,
toen zijn mening over het eerste
Nederlandse doelpunt gevraagd
werd. „Ik ga bij een dergelijke si
tuatie altijd op het advies van de
grensrechter af; die man staat er
nu eenmaal beter voor dan ik en
hij weet heus wel wat buitenspel is
of niet".
Het was een afdoende antwoord,
maar Guigue wilde zich nog meer
rechtvaardigen. De Fransman leg
de daarom enkele stukjes citroen
schil op de tafel neer (de Zwitser
se verdedigers), greep een leeg
suikerzakje (Piet Kruiver) en re
construeerde de situatie. „Kijk, zo
ging het, ziet U wel, uw landge
noot stond niet buitenspel toen die
kleine buitenspeler de bal schoot".
Het suikerzakje schoof over de ta
fel, iedereen knikte instemmend en
toen, met een forse veeg, beland
den de imitatiespelers op de vloer.
De kwestie was voor Guigue afge
daan. Het Onderhoud was afgelo
pen
Vreugde
De vreugde was groot. Bondscoach
Elek Schwartz en aanvoerder Cor
van der Hart omhelsden elkaar in
de kleerkamer. Piet Kruiver moest
vele handen drukken. „Natuurlijk
ben ik tevreden", luidde even latei-
hét commentaar van de enthousi
aste bondscoach. „Natuurlijk,
Zwitserland is toch zeker een land
dat telt op de internationale voet-
balmarkt. Deze overwinning, op
een ploeg die tactisch zeer sterk
speelde, heeft voor mij zelfs grote
re waarde dan die van enkele we
ken geleden tegen de Deense ama
teurs. Ik beweer, wat ik trouwens
al eerder beweerd heb, dat ons
team voor elke Europese ploeg een
waardig tegenstander is en dat wij
tegen vrijwel elk Europees team
tenminste een kans hebben".
Goalgetter Piet Kruiver was ook
al bijzonder tevreden. „Neen, ik
raakte die Zwitserse keeper niet
eens. Hij liep gewoon tegen zijn
eigen stopper op. En of ik bij dat
eerste doelpunt buitenspel stond?
Bi weet hef niet. Maar off-side of
geen off-side: hij telt
„Het ging lekker", waren de woor
den van Kees Kuys, „ik heb plezie
rig gespeeld. Neen, zo mag het al
tijd gaan".
En dat vond Tonny van der Linden
ook. ,Ja, kijk, in D.O.S. gaat het
natuurlijk gemakkelijker, daar
durf ik ook meer. Maar ik mag
toch echt niet moperen, het begint
te wennen en daardoor speel ik ook
wat rustiger".
„Vetgeet niet, die overwinning is
behaald op een snelle en gevaarlij
ke ploeg", zei T.C.-voorzitter
Kruyver. „Wanneer ik dat in aan
merking neem dan ben ik stellig
tevreden, al geef ik toe dat het nog
beter kan".