PASSEERMOEIUJKHEDEN MET
18 METER LANGE VRACHTAUTO
OP ZIJ GESCHOVEN ZWINDIJK
IS NU BETROUWBAAR
COMMISSIONAIR LIET
KINDEREN UIEN ROOIEN
IVÖRÖli De Tandpasta van standing^
MODERNE LOONMETHODIEK
EN WERKCLASSIFICATIE
DONDERDAG 23 OKTOBER 1958
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
B
KANTONRECHTER MIDDELBURG
Bestelwagendie werd ingehaaldging volgens
verdachte ook harder rijden.
Voor de kantonrechter te Middelburg, rar. J. Moolenburgh, stond woens
dag terecht de chauffeur J. B. van V. uit Doorn. Hem werd ten laste ge
legd, dat hij op 13 augustus onder Kloetinge met zijn vrachtauto met
aanhangwagen ten eerste tijdens het inhalen van een bestelauto, bestuurd
door de chauffeur A. A. van E. uit Breda, op de linkerweghelft terecht
gekomen was en daardoor een tegenligger ongelukkigerwijs voor Van
V. een auto van de rijkspolitie in gevaar gebracht had, en ten twee
de de bestelauto „gesneden" had, waardoor deze de berm van de weg
moest inrijden om een aanrijding te voorkomen. Van V. gaf de feiten
volmondig toe.
Hij had tijdens het passeren gedacht,
dat er voldoende ruimte was om dat
te doen. „Maar terwijl ik de bestel
auto inhaalde, begon deze ook harder
te rijden", vertelde de chauffeur de
kantonrechter. „Daardoor bleef ik te
lang naast deze auto rijden. Toen ik
remde om een aanrijding met de po
litieauto te voorkomen, remde de an
dere chauffeur ook. Ik kon volgens
mij niets beters doen dan maar weer
gas te geven om de bestelauto voor
bij te komen."
De vrachtauto met aanhanger was
17 18 meter lang en geladen met
negen ton stroo. „U kon toch ver
wachten, dat de bestelauto na Goes
zijn snelheid zou verhogen", betoogde
dè officier, mr. Ph. M. Schenkenberg
van Mierop. Hierop verklaarde ver
dachte, dat hij tussen Middelburg en
Goes ook al achter de bestelauto ge
reden had, die toen een snelheid van
ongeveer 40 km had.
Tegen de politie had de Bredase
chauffeur verklaard zijn snelheid
niet te hebben opgevoerd, toen
Van V. hem passeerde. Omdat
hier de meningen van de beide
chauffeurs tegenover elkaar ston
den, besloot de kantonrechter de
zaak aan te houden tot 19 novem
ber om dan ook de chauffeur Van
E. te horen.
De caféhouder J. P. A. R. uit Kou-
dekerke kwam op 8 september j.l. op
de Langevieleweg te Middelburg met
zijn auto in aanrijding met de brom-
fietsende landbouwersknecht J. B. uit
Vrouwenpolder. De oorzaak was, dat
R. niet helemaal rechts reed en B.
evenmin. Deze laatste maakte een
zwaai naar links en reed vervolgens
tegen de auto aan.
Toen de landbouwersknecht gehoord
werd, vertelde deze in gedachten
naar beneden gekeken te hebben, om
dat hij die dag een examen moest
afleggen. Hij hoorde ineens heftig
remmen en botste onmiddellijk daar
op tegen de auto aan. B. werd con
form de eis van de officier veroor
deeld tot een boete van f 15, terwijl
mr. Schenkenberg van Mierop tegen
de caféhouder een boete van 7,op
eiste.
Te lastig
R. was er echter van overtuigd, dat
hij niet verder naar rechts kon gaan.
Hij kon wel enkele getuigen aanwij
zen om dit te bewijzen. „Laat die dan
maar hier komen", gaf mr. Moolen
burgh hem de raad. Maar omdat hij
deze mensen niet lastig wilde vallen,
zag R. hier maar van af. Mr. Moo
lenburgh veroordeelde hem tenslotte
tot een boete van 4.
De landbouwer A. B. uit 's-Heeren-
hoek gaf op 7 juli j.l. met zijn auto
te Lewedorp geen voorrang aan een
andere personenauto. Het gebeurde
bij een kruising van de Noordweg. B.
vertelde, dat de verkeerssituatie
daar bijzonder onoverzichtelijk is,
hetgeen de officier ten volle beaam
de. „Maar dan moet U nog voorzich
tiger zijn", wees mr. Schenkenberg
hem terecht. Conform de vordering
veroordeelde de kantonrechter B. tot
een boete van 30.
De winkelier C. de J. uit Hein-
kenszand reed op 17 augustus,
toen hij van de veerboot te Krui-
ningen de rijksweg opdraaide, de
linkerrijbaan van deze weg op. „Ter
wijl dit punt toch bijzonder dui
delijk is", verklaarde de kanton
rechter, die de eis van de officier
van 5 in zijn vonnis reduceerde
tot de helft. De Vlissingse me
taaldraaier A. de B. sloeg geen
acht op het stopbord bij de krui
sing Fort de HaakwegDorps-
Advertentie)
Expositie Talensprijs '58"
naar Vlissingen en Hulst
Te Amsterdam is geopend een ten
toonstelling van door de jury voor de
Talensprijs 1958 bekroonde schilder
werken. Deze expositie, die in ver
schillende steden, onder andere ook
in Vlissingen en Hulst zal komen,
omvat vijftig schilderijen. De eerste
prijs is dit jaar ten deel gevallen aan
Jan Stekelenburg voor zijn olieverf
schilderij „Rugbyspelers",' de tweede
prijs was voor J. A. van Gemert met
„Schouwburg". De jury, onder voor
zitterschap van prof. dr. N. R. A.
Vroom, heeft 568 schilderijen moeten
beoordelen. Een groot deel daarvan
was vervaardigd door amateurs.
Landingsscheepje bij
Zijpe gezonken.
Dinsdagavond is in de Vluchthaven
van Zijpe een landingsvaartuig van
de Rijkswaterstaat Delta-dienst, af
deling boringen, gezonken. Het vaar
tuig, een z.g. L.C.M.-scheepje, had
vanuit Hellevoetsluis materialen ge
lost te Zijpe. Bij het opkomend water
is het scheepje waarschijnlijk onder
de dwarspalen van het remmings-
werk van de steiger blijven zitten,
waardoor het scheepje vol liep. Het
bergingsbedrijf M. van de Marei te
Viane zal heden, donderdag 23 okto
ber, het schip trachten te lichten.
weg te Vrouwenpolder, toen hij
deze kruising met zijn bromfiets
naderde.
GEEN „ROL-EN-STOP."
De B. meende, dat hij de „rol-en-
stop"-methode, die in Vlissingen
wordt toegepast, ook hier in de
praktijk kon brengen. „Bovendien",
zo verklaarde de Vlissinger, „stond
er de politieman, die mij de vorige
maal een doorrijteken gegeven had."
De officier betoogde, dat de „rol-en-
stop"-regeling hier niet van toepas
sing is en eiste een boete van 12.
De kantonrechter veroordeelde hem
tot 7,50.
De expediteur W. R. uit Goes ver
leende op 4 september j.l. op het Mid
delburgse kruispunt De Ruyter-
straatPiet Heinstraat geen voor
rang aan een trekker met oplegger.
R. verklaarde, dat hij te veel op een
kind moest letten, dat plotseling op
een step de straat overstak. Had ik
dit niet gedaan, dan had ik het jon
getje onherroepelijk overreden", ver
weerde hij zich. Deze omstandighe
den in aanmerking genomen veroor
deelde de kantonrechter R. tot een
boete van 25. De officier had 35
geëist.
1
1
'V
(Slot van pag. 1
dat men in Zeeuwsch-VIaanderen
liever nooit meer door het oog
van de naald wilde kruipen. En
daarom wilde men de absoluut so
lide oplossing: met een machtige
zeewering heel het Zwin afsluiten,
zoals nu het Dijkwater op Schou
wen en de Pluimpot op Tholen
volledig afgedamd zijn
Goede buur....?
Toen bleek echter ook, dat een goe
de buur toch niet altijd beter is dan
een verre vriend! Want „buur Belg"
wilde niet, wat „vriend waterstaat"
in Den Haag wel wilde: de complete
afdamming van het Zwin. En die
buur Belg was in dit geval dan met
name burgemeester Lippens van
Knokke, die toevallig een heel stuk
je van het Zwin bezit. „Waar vindt
ge zo'n flora en fauna als juist in ons
Zwin", vroeg deze burgervader. En
praktisch voordat iemand het zich
realiseerde was het Zwin bijna de
inzet van een internationaal con
flict
Enfin, ge weet het wellicht nog: er
KANTONGERECHT MIDDELBURG
„Er moet een eind aan komen," aldus de kantonrechter
Voor de kantonrechter te Middelburg, mr. J. Moolenburgh, stond woens
dag, terecht de commissionair J. W. uit Kruiningeu, die de arbeidswet
had overtreden door minderjarige kinderen werk te laten verrichten. Het
betrof hier zeven kinderen in de leeftijd van 9 tot 13 jaar, die op het land
van W. uien hadden gerooid. Verdachte verdedigde zich door op te merken,
dat het moeilijk voor hem was. Nergens kon hij werkkrachten krijgen,
hoewel hij er zelfs tweemaal de arbeidsbeurs voor had opgebeld. Enkele
kinderen van zijn voorman hadden aangeboden het werk te verrichten en
die wilde hij wel helpen. „Maar als er een paar werken, komen er steeds
meer kinderen aan do bel trekken om een vakantiecentje te verdienen",
verzekerde de Kruiningenaar.
„Toch moet er een einde aan komen",
betoogde de kantonrechter. Het
bleek namelijk, dat W. zich reeds
eerder aan dergelijke overtredingen
had schuldig gemaakt. Twee jaar ge
leden was nij veroordeeld tot een
geldboete van 60 en vorig jaar had
hij voor 150 geschikt. „En thans
zijn er kinderen bij van negen jaar.
Dat wordt al te gek", merkte de offi
cier van justitie, mr. Ph. M. Schen
kenberg van Mierop op. De officier
verklaarde zeker oog te hebben voor
de moeilijkheden in de landbouw,
maar dit feit vond mr. Schenken
berg van Mierop „de spuigaten uit
lopen". De officier eiste daarom te
gen W. zevenmaal een boete van
40.—.
„Dat is niet weinig", oordeelde
verdachte. „Bovendien Is het heel
gemakkelijk werk. Maar net juun-
tje3 aftikken". Hij verklaarde,
dat de kinderen het net zo goed
kunnen als de groten. En die kon
hij nergens krijgen. Op een vraag
van de kantonrechter hoeveel de
jongens en meisjes verdienen,
antwoordde W., dat sommige kin
deren in twee drie weken er
een nieuwe fiets uithalen.
Mr. Moolenburgh wilde wel aanne
men, dat de arbeid voor de kinderen
niet overmatig zwaar was, maar niet
temin oordeelde de kantonrechter
zevenmaal een boete van f 30 voor
W. toch wel noodzakelijk. „Dan ga ik
in hoger beroep", deelde verdachte
na de vonniswijzing mee.
Voor eenzelfde overtreding stond de
tuinder S. van G. uit Lewedorp te
recht. Hij had minderjarige kinderen
prinsessebonen laten plukken. Even
als de vorige verdachte, was hij vo
rig jaar al veroordeeld tot een boete
van 75. Ook Van G. kon in Lewe
dorp en naaste omgeving geen ge
schikte werkkrachten vinden.
Hier deed zich echter het feit voor,
dat niet hij, maar zijn echtgenote de
kinderen had aangenomen. Toen ver
dachte die morgen van de veiling
thuis kwam, vertelde zijn vrouw
hem, dat de politie die morgen ge
weest was en meegedeeld had, dat er
geen kinderen op het land mochten
werken.
En toen ben ik, zo vertelde verdachte,
onmiddellijk naar het land gestapt
om de kinderen naar huis te sturen.
Voor de politie voor de tweede maal
kwam, waren zij al weg.
ANDER VERHAAL
Uit hetproces-verbaal maakte de
kantonrechter evenwel op, dat
Vau G. het aan de politie anders
verteld had: ,,'t Is voor hun va
kantie. Zij krijgen 2 voor een
kistje bonen. Ut wist niet, dat ik
ze niet in dienst mocht hebben. Ik
neem deze jongens en meisjes in
loondienst, omdat ze goedkoper
werken dan oudere arbeidskrach
ten." Volgens Van G. had hij dat
verteld, nadat de kinderen al weg
waren. Omdat het de kantonrech
ter niet helemaal duidelijk was,
besloot mr. Moolenburgh de zaak
tot 19 november aan te houden,
op welke dag dan de verbalisant
gehoord zal worden.
De 22-jarige koopman A. de W. uit
Goes ventte op vrijdag 15 augustus
in Souburg, terwijl dit op die dag
en ook op zaterdag verboden is in
deze gemeente. De W., die al eerder
zijn fruitwaren in Souburg verkocht
had, was hiermee niet op de hoogte.
Gewoonlijk komt hij vroeg in de
morgen in de gemeenten aan en stapt
dan omstreeks 9 uur naar de secre
tarie om een vergunning, welke hij
altijd krijgt. Voordat hij die 15e
augustus naar het Souburgse ge
meentehuis zou gaan, kreeg nij ech
ter al een bekeuring van ae politie.
Bovendien staat in Souburg niet op
Draglines en bulldozers hebben bij 't
Zwin een complete zeedijk enkele
tientallen meters op zij geschoven....
Hoe het was is op de foto hiernaast
te zien: slechts een smal weggetje
scheidde de dijk van het kanaal. En
nu (foto boven) ligt de dijk niet lan
ger tegen dit weggetje geklemd. Op
dit brede, vlakke gedeelte komt bin
nenkort een nieuwe asfaltbetonweg.
kwam een commissie, waar behalve
bestuurs- en waterstaatsautoriteiten
zelfs biologen zitting in hadden, en
na veel gepraat viel de beslissing:
géén radicale afdamming, maar een
versterking van de bestaande zeewe
ring. Een oplossing, die waterstaat
kundig ongetwijfeld rationeler was,
werd daarmee opgegeven om wel
licht terecht een prachtig natuur
reservaat mot een zeldzame, zoute
vegetatie te behouden
En >men kan beslist niet zeggen, dat
de waterstaatkundigen, die bij dit
geschil aan het kortste eindje trok
ken, sléchte verliezers waren. Zij pak
ten de zaak snel aan. Er zou 'n ste
viger zeewering rond het Zwin ko
men? Goed, dan zou die betere zee
wering er ook spoedig komen. In
nauw overleg met rijkswaterstaat en
het bureau bijzondere werken van de
Provinciale Staten maakte de techni
sche dienst van het waterschap het
Vrije van Sluis het bestek \:laar, het
werk werd ge'gurfd aah èeri Apel-
doornse aannemer,in april begon
men en nu is de zaak al bijna ge
reed
En de Belgen....?
Er is echter een „maar": zolang
ook de Belgen hun gedeelte van de
Zwinoever niet gaan verzwaren en
verhogen, heeft alle Nederlandse
krachtsinspanning weinig zin. En
nog altijd ligt de Belgische Zwin-dijk
er precies zo bij als in 1873, toen
deze internationale zeewering werd
opgeworpen; nu echter wel een beet
je verouderd en nog minder be
trouwbaar dan toen
Blijft dat zo bij buur Belg?
„Neen", zo zei men bij het Vrije
van Sluis, „als we goed zijn in
de vergunning vermeld, dat er op
vrijdag en zaterdag niet gevent mag
worden, verklaarde verdachte nog.
Daardoor was hij er uiteraard niet
mee op do hopgte. Daar de justitie
anders nooit last van De W. heeft,
eiste de officier een boete van 2 of
1 dag. Waartoe de kantonrechter De
W. conform veroordeelde.
gelicht liggen ook in België de
plannen bestekklaar en waar
schijnlijk volgend jaar zal aan de
uitvoering worden begonnen." En
pas wanneer het zover is, zal de
zaak daar in het Zwin bij de eer
ste de beste echte storm niet op
buigen of barsten staan.
In ieder geval kunnen de Belgen nu
weten, dat het bepaald geen „peule
schilletje" is wat nog gedaan moet
worden. Dat heeft het werk aan de
Nederlandse Zwin-oever wel bewe
zenZo is er 140.000 kubieke me
ter zand vervoerd en ook nog eens
40.000 kubieke meter klei. Al deze
„bouwstoffen" kregen de Nederlan
ders cadeau van de Belgen, want
voor de verzwaring en verhoging van
de zeewering mocht men gratis klei
en zand halen uit het Belgische ge
deelte van het Zwin. Dat Belgische
gedeelte (150 ha) is overigens veel
groter dan het Nederlandse gebied
(25 ha).
Al de klei werd „per as" uit het
Zwin gehaald en dat betekende, dat
zes vrachtwagens meer dan 1500
freer-'op en neer moesten rijden, want
Sir waren ruim 10.000 „karrevrach-
ten" nodigMet het zand ging
het gemakkelijker: in een ruime put
in het Zwin, waar eerst de klei was
weggehaald, ging een zandzuiger
liggen en via een buisleiding werd
het „te bestemder plaatse" opge
spoten.
En wat is nu met al dat materiaal
gedaan? In de eerste plaats is de
zeedijk verhoogd tot 8.60 meter; al
leen een stukje bij de Belgische
grens heeft „slechts" een hoogte van
7.30 meter. En die verhoging en ver
zwaring werd dan uitgevoerd vanaf
de Belgische grens tot aan de voor
malige wachtsluis, waar het duin be
gint: een lengte va nom en nabij 40
meter.
Maar er is meer want aan de land
zijde ligt vlak voor de zeedijk 't af
wateringskanaal. Vroeger werden ka
naal en dijk slechts gescheiden door
een weg van drie meter breed, nu
ligt de dijk ruim40 meter verwij
derd van het kauaal. Ook dat is ge
daan om de betrouwbaarheid van
deze kustverdediging nog groter te
maken. De dijk heeft namelijk nu
meer „steun". Die betrouwbaarheid
mag ook uit de volgende cijfers blij
ken: de aanlegbreedte van de oude
dijk was 25 meter, maar de nieuwe
dijk beslaat een breedte van 50 me
ter.
Natuurlijk karakter
Maar niet alleen aan de dijk is aan
dacht besteed, ook de ongeveer 600
meter lange, maar zeer smalle duin
richel is onder handen genomen. Het
DE HEER F. W. G. SM EET S SPRAK OVER:
Ver. van Ned. gemeenten
vergaderde in Goes.
De directeur van het Bureau Perso
neelsbeheer en Organisatie van de
Vereniging van Nederlandse gemeen
ten, de heer F. W. G. Snieets, heeft
woensdagmiddag in „De Korenbeurs"
te Goes een interessante causerie ge
houden voor de leden van de afdeling
Zeeland van deze vereniging. Naast
tal van burgemeesters, secretarissen
en gemeente-ambtenaren, waren ook
vertegenwoordigers van de Zeeuwse
waterleidingmaatschappij aanwezig.
Do heer Smeets hield zijn lezing over
de werkclassificatie en de moderne
loonmethodiek, die voor 1961 in alle
gemeenten moeten zijn ingevoerd.
Nadat spreker in het kort was inge
gaan op de voorgeschiedenis van de
werkclassificatie, ging hij uitvoerig
in op de methode van werken. Be
taling van de arbeid noemde hij een
compensatie voor de kwaliteit ener
zijds en de aan arbeid verbonden be
zwaren anderzijds. Hoe schaarser de
kwaliteiten worden en hoe vervelen
der het werk, des te minder mensen
zijn er, die dit kunnen verrichten. Zij
worden in salaris dus hoog gewaar
deerd. Dit is een gezond principe,
dat nauw verbonden~is met de vraag
en het aanbod, aldus de inleider. Dit
principe ligt dan ook aan de werk
classificatie ten grondslag. Het is
dus zaak een systeem te vinden om
de onderlinge verschillen van de func
tie tot uitdrukking te brengen. Aan
de omvang van de kennis en de diep
te ervan kan een bepaald cijfer wor
den toegekend.
Spreker was van mening, dat de
ze methodiek overigens vrij inge
wikkeld is. Een reeks van func
ties moet dus naar kennis wor
den gerangschikt door middel van
het totaal aantal punten. De in
deling van de functies zag spre
ker als een zuiver technisch iets;
de indeling van de mensen zelve
noemde hij een beleidskwestie van
de gemeentebesturen.
De werkclassificatie gaat uit van het
principe rechtvaardigheid. Volgens
dit systeem kan de prestatie van het
individu niet meer op dezelfde wijze
worden gehonoreerd als tot nu toe
het geval is. Hiervoor moet dan in
de plaats komen een variabel loon,
dat boven het functieloon wordt be
taald. Een stuk fluctuerend loon dus,
dat afhankelijk is van 's mans pres
tatie, aldus de heer Smeets. In dit
verband noemde hij zelfs een percen
tage van 25. Dit 'is erg belangrijk,
want het betekent een niet te onder
schatten stimulans. De opzet van de
de werkclassificatie is dan ook op
voering van de arbeidsproduktiviteit,
zei hij.
Resumerend zei de heer Smeets, dat
deze manier van werken van de loon-
methodieken berust op vier gezichts
punten, namelijk: prestatie ten op
zichte van kwantiteit, de kwaliteit
van het geleverde werk, de houding
van de betrokken man t.o.v. de men
sen met wie hij moet omgaan, en de
houding ten opzichte van het ma
teriaal. Overigens was spreker van
mening, dat een beoordeling in som
mige gevallen erg moeilijk zal zijn.
Na de pauze werden nog tal van
vragen over deze materie gesteld,
waaruit wel bleek, dat zij de volle
belangstelling van de bemeentebe-
stuurders heeft.
duin is hier aanmerkelijk verbreed
en op een hoogte gebracht, die vari
eert van 8.50 meter (de aansluiting-
bij de dijk) tot 9.50 meter, waar de
dit kunstmatig duin overgaat op het
natuurlijk duin. Het spreekt bijna
vanzelf, dat hier helmgras is geplant,
maar ook is er zaad voor doornbes
sen, flier enz. gezaaid. En daarmee
is dan wel het bewijs geleverd, dat
men er zoveel mogelijk naar ge
streefd heeft dit gebied zijn natuur
lijk karakter te laten houden.
Aan het sluitstuk van het werk is
men nu begonnen: langs heel deze
zeewering komt een ongeveer vier
meter brede weg van asfaltbeton op
een hoogte van vijf meter te liggen.
Ook dat is een beveiliging: mocht
het water nog eens over de dijk
slaan, dan is er geen kans, dat er
aan de landzijde van de dijk een gat
geslagen zal worden.
Met deze weg, die doorloopt tot
de Belgische grens, is overigens
de mogelijkheid geopend een
prachtige verbinding naar Knok
ke te krijgen. Alsde Belgen
tenminste straks bij het ver
zwaren en verhogen van hun
Zwin-dijk die weg zullen door
trekken.
„En dat", zo vertelde men ons, „is
nog een vraag
Gemeentelijk aandeel
in N.V. Zeebad Breskens
Rijkswaterstaat werkt plannen uit
voor strandboulevard
De gemeenteraad van Breskens is te
gen maandag 27 oktober, des avonds
half acht, In openbare vergadering
bijeengeroepen. De raad zal dan o.m.
moeten beslissen over een voorstel
van B. en W. om mee te werken aan
de oprichting van do N.V. Zeebad
Breskens en deel te nemen in het aan
delenkapitaal tot een gelijk bedrag
ais de Breskense Inwoners, de vereni
gingen, bedrijven enz. zullen deelne
men, met een maximum bijdrage van
de gemeente van 15.000.
Voorts stellen B. en W. voor om op
verzoek van het raadslid, mevr. Nier
mans, om van het stukje gemeente
grond tussen de percelen van de he
ren W. H. Fenijn en G. H. M. van
Schaick een brandgang, te maken, af
wijzend te beschikken. B. en W. ach
ten dit niet gewenst gezien de aard
der bewoning van de aan weerszijden
gelegen woningen en de breedte en
samenstelling van deze grond. Wel
zal ernaar gestreefd worden om voor
alle bewoners van de boulevard
noordzijde een achterpad te krijgen,
dat zal moeten uitmonden op het ter
rein waar thans nog drie barakkeu
staan.
Rijkswaterstaat werkt plannen uit
voor de aanleg van de straudboule-
vard. Daarom zullen B. en W. deze
aangelegenheid zo spoedig mogelijk
met Rijkswaterstaat bespreken. Zo
lang hierover geen uitsluitsel zal zijn
verkregen, zal de betreffende grond
niet meer aan de heren Fenijn en Van
Schaick worden verhuurd.