rm P ±3 DE KERKEN maatschappij „Moord in de krantenwijk' RUSSISCHE SCHRIJVERS IN ROL VAN PROPAGANDISTEN EVEN NADENKEN q LU» n J J Reacties over de rede van prof. Rogier voor Adelbertvereniging Franse christen studentenbeweging en de oorlog in Algerije 24 PROVINCIALE ZEEUWSECOURANT ZATERDAG 18 OKTOBER 1958 OP CONGRES IN TASJKENT Contact met Aziatische en Afrikaanse collega's. Een politiek succes voor Rusland noemt het Franse blad „Le Monde" het congres van schrijvers uit Afri ka en Azië in Tasjkent. Honderze ventig afgevaardigden uit vijftig lan den werden ingeschreven. Vijfen twintig schrijvers uit Europa en Amerika waren als gasten uitgeno digd. Het initiatief voor de conferen tie werd genomen aan het slot van een ontmoeting tussen schrijvers uit geheel Azië in 1956 te New Delhi, de hoofdstad van India. De Russen deden tijdens die samen komst hun uiterste best erkenning te vinden als de machtige beschermers van alle jonge volken en als de voor vechters van alle vroeger koloniale gebieden. Zij stelden Tasjkent kan didaat als de plaats voor de volgende ontmoeting en die kandidatuur werd geaccepteerd. r H" 5* 6* 'alAUlBTidÜAri «■►♦"HUH ■▼ÏIÜAUHYH F 23 q Horizontaal: 1 in groten getale do den; 8 krachtig; 9 enkele; 11 Emi nentie; 12 een ongenoemde, afk.; 15 rund; 16 boom; 17 muzieknoot; 19 spil; 20 onderdompeling; 23 rand, boord; 26 soort compositie. Verticaal: 1 lichaamsdeel; 2 Centraal Station, afk.; 3 evenzo; 4 de mensen; 5 huldigen; 6 geloofsinrichting, afk.; 7 voorzetsel: 10 soort bijl; 11 gelofte; 13 muuruitholling; 14 tuingereed schap; 18 bediende in een restaurant; 19 moet men halen om te kunnen le ven; 21 Hongaarse Geh. Politie, afk.; 22 onzes inziens, afk.; 23 voorzetsel; 24 Eerw. Vader, Lat. afk.; 25 heden. Men besloot tezelfder tijd voor de conferentie niet alleen Aziaten, maar ook Afrikaanse schrijvers uit te no digen. Zelfs heeft men er een ogen blik aan gedacht om vertegenwoor digers van Latijns Amerika een uit nodiging te sturen, een gedachte ove rigens, die men spoedig weer heeft laten varen. Maandenlang, voordat het overleg vorige week begon, heeft de Russi sche pers over het evenement ge schreven. Kranten en tijdschriften gaven hun lezers gelegenheid kennis te maken met de geesteskinderen van de schrijvers, die gedurende het con gres in het middelpunt van de be langstelling zouden staan. Vanzelfsprekend koos men vooral die werken, die ln de communis tische kraam te pas kwamen. Het tijdschrift voor „buitenlandse lite ratuur" was daar zeer sterk in. Maar ook de Prawda bleef niet achter. Volgens dit laatste blad laten de Aziatische en Afrikaanse schrijvers in hun werk „de stem van de vrijheid klinken". Zij trach ten de eenheid aan te tonen van de arbeiders in oost en west en zij beschrijven de koloniserende sta ten' zoals zij zijn, „zonder masker". HET PROGRAMMA Reeds tijdens een voorbereidende ontmoeting van de afgevaardigden uit Rusland, China. Japan. India en de Verenigde. Arabische Republiek op 2 en 4 juni stelde men het pro gramma vast. Het eerste punt, waarover men wilde spreken zou zijn „De ontwik keling van cultuur en literatuur in dé verschillende Afrikaanse en Aziatische landen en hun rol in de strijd tegen het kolonialisme en vóór de vrijheid en de wereld vrede. Een ander punt zou zijn „de cultuur van de Afrikaanse en Azia tische volkeren en hun relatie tot de cultuur van het westen". Bij zondere onderwerpen als theater, bioscoop en de rol van de vrouw in de literatuur, waren voor speciale commissies bestemd. De meest markante figuur van Sow- jetzijde zou Rachidow zijn, die reeds bij de voorbereidende ontmoeting in juni te Moskou Rusland vertegen woordigde en die president Is van de sowjet van Oezbekistan, de provincie waarvan Tasjkent de hoofdstad is. „Rachidow", zo schreef de „Litera- tournaya Gazeta", geeft de conferen tie zijn politieke betekenis. Het moet de taak van deze diplomaat zijn om de oosterse landen te bewijzen, dat Rusland erin geslaagd is alle gestel de doelen te verwezenlijken." Dit te bewijzen en propaganda te maken voor de vorderingen van Aziatisch Rusland was ook de opdracht van de Russische schrijvers op het congres, waarover tot dusver niet veel aan de openbaarheid is prijsgegeven. In gebouw ,.Arti et Amicitiae" aan het Rokiti in A?nsterdam, H worden voorbereidingen ge- troffen voor de grote veiling van schilderijen uit de collec- ii tie Regnaultj welke volgende M H week wordt gehouden. ij llllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllü Advertentie) OimIx* Val Jciiocr I 7.40 per liter I nio»f I m' slijter Pollen Y.\Kotlei-dam alia- <l;««i «'-«'ii «;u :iiiiIi-i' mei I h «lijn-r r«'n«"ll. KERKNIEUWS Congres vrijgemaakte gereformeerde vrouwen In de kringen van de Geref. Kerken (vrijgemaakt) zal van 28-30 okt. a.s. een congres voor vrouwen worden gehouden in „De Bijenkorf" te Nun- speet. Als referent zal o.a. optreden mevr. M. V. SpronsenTaal van Goes, die het nieuwste werk van P. J. Risseeuw „Anneke Jan?" zal be spreken. NED. HERV. KERK. Beroepen te Vreeswijk W. H. van Kooten te Hasselt. Beroepen te Hedel C. van den Bosch te Bodegraven; te Nieuw-Lekkerland (wijk dorp) P. de Jong te Kootwijk, die be dankte voor Nieuwe Tonge (toez.) en Venendaal (toez.). GEREF. KERK. Examens: de classis Barendrecht heeft praeparatoir geëxamineerd en beroepbaar verklaard de heer J. Nie- mantsverdriet, kandidaat -a.d. theo logische hogeschool te Kampen, die een eventueel beroep terstond in overweging nemen zal. Het adres van kandidaat Niemantsverdriet is Sta tionsweg 8 te Barendregt. CHR. GEREF, KERK. Beroepen te Woerden P. H. Segge- link te Maarsen. BAPTISTEN GEMEENTEN. Beroepen te Almelo J. A. Branósma te Heerenveen. en de De rede, die prof. dr. L. J. Rogier uit Nijmegen op de landdag van de Sint Adelbertvereniging gehou den heeft en waarvan de dagbla den verslag hebben gegeven heeft zowel in de r.-k. als de niet-r.-k. pers reacties gewekt, waarvan wij er enkele doorgeven. De Linie (r.-k.) schrijft onder de titel „De schapen van de herder zijn geen kuddedieren": Plet mag een teken heten van groeiende bewustwording bij de Nederland se, katholieken dat een rede als door professor dr. L. Rogier uit gesproken op de landdag van de Sint Adelbertvereniging, in het jaar. 1958 mogelijk was. De oude ren .onder onze lezers zullen het gemakkelijk beamen wanneer wij stellen dat bij een, katholiekendag uit de jarën dertig een dergelijk betoog indien al door een leek uitgesproken praktisch ondenk baar leek. Wij Kunnen ons van daag de openhartige vrijmoedig heid van bladen als „Te Elfder Ure"en van sprekers als Rogier veroorloven zonder dat de Neder landse kerkgemeenschap meteen ondersteboven staat. Het luide be vestigen van een eigen kritisch oordeel over alles wat het kerke lijk leven aangaat, verraadt een behoorlijke groei naar de geeste lijke volwassenheid, een groei, die in de jaren twintig met een bewe ging als „De Gemeenschap" mar kant werd ingezet en na de oorlog duidelijk in een verder stadium is getreden. Wij hebben sedert jaren aldus „Het Volksweekblad" (r.-k.) groot respect voor de talenten en de werkkracht van prof. Rogier. De vooraanstaande plaats, die hij in de wetenschap en in de katho lieke gemeenschap inneemt, heeft hij te danken niet aan familietra ditie of protectie, maar aan zijn eigen bijzondere gaven, zijn ijze ren zelftucht en bewonderens waardige „Ausdauer". Bij de bestudering van zijn wer ken, zo vervolgt het artikel „Een vergissing van Rogier", krijgt echter de trouwe lezer herhaalde lijk de indruk dat hij neigt tot pessimisme in de beoordeling van de situatie onder zijn geloofsge noten. Wij hebben om te beginnen ernstig bezwaar tegen zijn be schrijving en verkettering van de volgzaamheid tegenover het kerkelijk gezag. „Volgzaamheid is geen deugd; zij is het instinct van de schapen", zegt de profes sor, „zij is beneden-menselijk". Het was waarlijk geen overbodi ge weelde geweest als hij ons dul-» Advertentiecampagne voor kerkbezoek. Deze maand zullen de Lutherse Staatskerk in Zweden en de mees te Vrije Kerken samen een grote advertentiecampagne gaan voe ren, ter stimulering van het kerk bezoek. Op de vier zaterdagen in oktober zullen in de bladen adver tenties worden geplaatst ter waar de van 100.000 Zweedse kronen. Op de zondagen in oktober zal de tekst voor de preek in alle kerken dezelfde zijn. In de advertenties zullen de te lezen Schriftgedeelten worden opgenomen en worden de mensen opgewekt de volg^ide dag de kerk te bezoeken. delijk had gemaakt wat hij onder deze verderfelijke volgzaamheid verstaat. Wij voor ons hebben de volgzaam heid, die ons werd aangepreekt en die wij zelf preekten, nooit zó verstaan alsof ze eigen oordeel uitsloot. Wij zagen ze liever als een complement, ja zelfs een ver volmaking van de deugd van ge hoorzaamheid, in zoverre zij de bereidheid insluit niet alleen de stringente geboden, maar ook de, adviezen, de aansporing, de evi dente verlangens van de overheid met eerbied en ootmoed te ont vangen en zo goed mogelijk ten uitvoer te brengen, bedenkend dat ook hierin de Geest werkzaam is. Zulk een volgzaamheid behoeft een eigen oordeel, meningsver schil en zelfs opbouwende kritiek geenszins in de weg te staan. De opzienbarende rede, zo schrijft „Het Vrije Volk" in „Kogel einde lijk door de (r.-k.) kerk na felle rede van prof. Rogier?", waarin de Nijmeegse professor dr. L. J. Rogier op de landdag van „St. Adelbert,r de mentaliteit van zijn r.-k. geloofsgenoten over de kling van zijn scherpe kritiek joeg, heeft ook' vele andersdenkenden even de adem doen inhouden. Zij vragen zich niet zonder spanning af: Gaat de kogel nu eindelijk de finitief door de kerk? Betekent de rede van prof. Rogier de grote aanloop tot een tijdperk, waarin pogingen op oprechte samenwer king met onze r.-k. vereenzelvigen, het tenslotte dan tóch moeten afleggen tegen de met zoveel raffinement telkens te ruggedrongen doorbraak naar een gemeenschap, waarin men elkaar óp medemenselijk niveau met vertrouwen ontmoeten kan? YVij weten het niet, maar we ho pen met Velen, dat men in leiden de r.-k. kringen de rede van de Nijmeegse hoogleraar niet zal be schouwen als een voorbijgaand intern relletje, na de al dan niet geluidloze liquidatie waarvan men weer in alle gemoedsrust overgaat tot de orde van de dag. landgenoten niet steeds weer zullen afstuiten machinaties van machtspo litieke aard Zullen de conservatieve krachten, die God en kerk met hun politieke en maatschappelijke aspiraties Onderzoek naar bet zondagsscboolbezoek. De Commissie voor Godsdienston derwijs aan de jeugd van de Schotse kerk is bezig een onder zoek in te stellen naar het dalend zondagsschoolbezoek. Toen dit jaar de zondagsscholen hun werk her vatten, bleek, dat het aantal kin deren sterk teruggelopen was. Het onderzoek beoogt de redenen voor deze achteruitgang vast te stellen en tevens wat de kerk kan doen om het onderwijs te verbeteren. Aan alle predikanten zijn formu lieren gezonden, waarop zij kun nen invullen hoeveel kinderen de zondagsschool verlaten hebben en wat de reden is. Aan de hand hiervan hoopt men dan nieuwe methoden samen te stellen om een verbetering in de situatie te krijgen. De achteruitgang is het grootst in de steden: in Edinburgh kwamen 1822 kinderen niet meer terug, in Glasgouw 6000, in Aberdeen 946. In het geheel is er een achteruit gang bij het vorige jaar van 18.000 kinderen. In verscheidene plattelandsgemeenten is er een kleine toeneming van het aantal kinderen, dat naar de zondags school gaat. De nationale conferentie van de Fédération Frangaise des Associa tions Chrétiennes d' Etudiants heeft tot de Franse kerken de vraag gericht of zij niet verplicht zijn m de naam van Jezus Chris tus 1. duidelijk uiteen te zetten wat de aard van de oorlog in Algerije is. Volgens de opvatting van de B'ran- 'se regering is deze oorlog uitslui tend de onderdrukking van een binnenlandse opstand. Als zodanig zijn de bepalingen van de inter nationale conventies (Genève 1866, Den Haag 1907, Genève 1949) niet van toepassing op de behandeling van de krijgsgevangenen in Alge rije. 2. De zwakheid aan te wijzen van de regering, die Frankrijk regel recht naar de ondergang leidt, met name door deze Algerijnse kwes tie, waarin de grondwettelijke vrijheden verkracht, de waarheid en de persoonlijkheid van de men sen veracht wordt. 3. Aan te tonen dat de wijze waar op de Algerijnse oorlog gevoerd wordt en de staat te gronde ge richt wordt tot gevolg kan heb ben dat Christenen hun houding jegens de overheid moeten herzien en in plaats van de wet te gehoor zamen deze ongehoorzaam zullen moeten zijn. Hulp ten-militairen die in Algerije die nen, indien zij weigeren bepaalde opdrachten van hun superieuren uit te voeren of zelfs om naar hun onderdeel terug te keren. 5. Nauwkeurig aan te geven voor hun leden welke grenzen niet over schreden mogen worden bij deel neming aan militaire acties. Van de zijde der kerken werd tegen over de regering verklaard: „dat een steeds groeiend aantal predi kanten, Ieraren en ouders uiting geeft aan hun bezorgdheid voor het denken vau vele jonge mensen, die door verbijstering over wat hun gezegd wordt, vervuld van scepsis en cynisme, hun geloof in de waarde van het leven verlie zen".' „Dat geen Fransman het recht heeft in een gemakkelijke, maar schuldige onwetendheid te volharden. Nogmaals wordt de regering verzocht ter wille van haar gezag en de eer van het land al die acties te staken, die onberekenbare schade toe brengen aan Frankrijk, ter wil le van het eigen volk, de pu blieke opinie in de wereld en de inlandse bevolking, bij wie het vertrouwen hersteld, moet wor den". VJat oiV«9'"ia had et «rdec moeten FEUILLETON DOOR ANDREW GARVE. „Ik was slechts enkele minuten te laat. Maar wat bedoelt U?" „Het kwam bij mij op" zei Haines vriendelijk, „dat als U het blauwzuur in de olijven had gedaan, het begrij pelijk kon zijn, dat U een beetje achterbleef". „Ik zie niet in waarom. Ik had geen vergiftigde olijven hoeven te eten, aleen omdat ik daar precies op tijd kwam". „Houdt U van olijven?" „Ja". „Dan had U kunnen denken, dat het verdacht zou lijken te weigeren en zou U iets later zijn gekomen om geen olijf te hoeven nemen". „Goeie hemel, wat heeft U kronkel achtige hersenen". „Niet kronkelachtig genoeg voor dit geval, vrees lk. Dan is er nog Iets. Als ik een collega had vermoord, dan had ik getracht na het plegen van de daad te arriveren, zoals U deed. Dat „Ik twijfel eraan, of ik op zo'n mo ment erg kieskeurig zou zijn ge weest. In elk geval was het zuiver toeval, dat ik later kwam. Op de af deling-buitenland hield Edgar Jessop mij op hij stond erop dat ik een manuscript, waaraan hij werkte zou inzien en ik kon niet zonder meer weghollen zonder hem te beledigen. Ik bleef niet ergens opzettelijk rond hangen, zoals het uitdrukt ik deed juist al het mogelijke om snel weg te komen". „Juist", zei Haines peinzend. „Het schijnt dat U in dat geval mr. Jes sop dankbaar moet zijn. Zonder het te weten, heeft hij misschien uw le ven gered". Haines liep nog eens zijn papieren door. „Jessop, o ja, hij is de souschef-buitenland". De inspecteur schoof een beetje achteruit op zijn stoel en begon op zijn beurt een pijp te stoppen. „Nu, dat schijnt voor het ogenblik alles te zijn. Wat denkt U van de moord? U schijnt nogal een gezond verstand te hebben en U kent de meeste mensen in dit ge-, bouw. Ik zou graag uw mening ho ren". Iredale glimlachte. „Behoort U wel samen te werken met een verdach te Of geeft U mij juist meer arm slag?" „Er zijn bijna tweehonderd verdach ten", zei Haines. „Met de een of an der moet ik daarovef spreken. Heeft u enig idee?" Iredale-dacht na. „Al leen dat het tamelijk dwaas was zo iets te doen. In een krantengebóüw nog wel. Dat wijst er niet op, dat iemand in het bijzonder bedoeld was". „De dwaasheid om de dood van vier mensen te riskeren om één zekér te treffen moet zelfs in een kranten- gebouw ongewoon zijn". „Ja, natuurlijk, maar er is heel7wat van dat soort abnormaliteit, dat tot dergelijke dingen zou kunnen leidén. „Dat meent U toch niet in "ernst?" „Waarom niet? Men behoeft niet zo lang hier in Fleet Street te zoeken om enige lichte gevallen van groot heidswaanzin te ontdekken, weet U, en dat betreft dan alleen nog maar: enige mensen aan de top. Uwéét wellicht, dat heel wat van de mén sen, die bij eendagblad terechtko men, artiesten zijn op een tamelijk katterige wijze. Kerels, wier drang om scheppend werk te verrichten, niet bevredigd werd. Verscheidene van hen worden teleurgestelde ar tiesten. Zij voelen zich nutteloos en worden kregelig en afgunstig. De meeste krantenmensen boven de der tig zijn verbitterd over iets. De meerderheid van ons slaat aan het drinken of lanterfanten en beschou wen dat als een dagtaak, maar de werkelijk slechten onder hen kunnen volkomen de verkeerde weg opgaan" „Heeft U dit ooit meegemaakt?" „Ik heb ettelijke gevallen gezien, die net op het kantje af waren, zenuw instortingen en meer van die dingen. Het is geen gezond leven, weet U, er is teveel kunstmatige opwinding, te veel spanning en een te erge over drijving van onbelangrijke dingen. Ik heb iemand gekend, die totaal aan de drank is geraakt, enkel en alleen omdat hij niet de juiste onderkop voor een verhaal had kunnen beden ken. Er is geen maatgevoel en de atmosfeer is altijd zwaar geladen. Ik wil niet zeggen, dat een krantenge bouw een speciaal soort gekkenhuis is, maar het is een even aannemelijke plaats voor een werkelijk dwaze moord, als iedere andere mij bekende plek". „Nu dat is een interessante ziens wijze", zei Haines peinzend. „Een mogelijk uitgangspunt, vermoed ik, hoewel ik bang ben, dat we ons zul len moeten concentreren op ons da gelijks routinewerk". Hij glimlachte. „Als U dergelijke dingen op het re dactiebureau aanvoelde, zult U wel blij zijn geweest, dat U weg kon ko men naar een plek, waar het een beetje rustiger toegaat". Iredale glimlachte. „Ja, maar we ne men ons temperament met ons mee". Hij dacht aan zijn ruzie met Munro en wierp een achterdochtige blik naar de inspecteur, maar in diens grijze ogen viel geen arglist te lezen. „Niettemin, als je op je eentje bent, kun je zo nu en dan weer eens op adem komen. Ik zal blij zijn, wan neer ik me weer op een afstand van enige duizenden kilometers van Fleet Street zal bevinden. „Dat durf ik wedden", zei Halnes, terwijl hij van zijn stoel opstond. „Ik wil U niet ontmoedigen, mr. Ire dale, maar het kon toch nog wel eens een klein poosje duren eer dat ge beurt". HOOFDSTUK 15. Edgar Jessop had het uur van de avondmaaltijd rustig doorgebracht met in zijn eentje langs de rivier te slenteren en met even rustige tred was hij thans weer op weg naar hot redactiegebouw. De stille rust van de avond was in overeenstemming met zijn gemoedsgesteldheid, want hij voelde zich tevreden wegens het sla gen van de daad en de zekerheid dat Hind hem nooit meer dwars zou zit ten. Voör het ogenblik was zijn geest even kalm als de Theems zelf. De pogingen van de politie gaven hem, voor zover bekend, alle reden tot een soort verwaand gevoel van leedvermaak, juist zoals Haines had voorzien. Scotland Yard zat klaarblij kelijk totaal met de handen in het haar, want anders zou men niet de hele dag hebben doorgebracht met het systematisch uitkammen van de redactiestaf. Jessop zelf was heel kort ondervraagd door een van Ogil- „vies assistenten, maar de detective had spoedig alle belangstelling voor hem verloren, toen bleek, dat hij zich zelfs niet druk maakte over een alibi. Enige onschadelijke vragen over de positie die hij aan de krant bekleedde .alles zuivere formali teiten. Over zijn gezicht lag dan ook een kalme glimlach toen hij Fleet Street insloeg. Wat dachten ze met zulke maatregelen te bereiken? Nu moesten ze toch wel weten dat bij na niemand een alibi had. Hij was één uit de grote menigte en dat gaf een gevoel van veiligheid. De Voorzienigheid, zo meende hij, had blijk gegeven van een goed oor deel door juist Hind te treffen en een nog beter door hem als haar instrument uit te kiezen. Weinig mensen zouden op het idee van zulk een listig plan zijn gekomen, waarbij alle onderdelen zo perfect waren uit gewerkt. Het was alleen jammer, dat hij niet aan iedereen kon vertellen, hoe handig hij dat had gedaan zij zouden zich dan gerealiseerd hebben, hoezeer ze hem hadden onderschat. Het feit, dat het Hind was, die het slachtoffer werd, moest de politie volkomen op een dwaalspoor hebben gebracht. Per slot van rekening had hij nooit openlijk ruzie met Hind ge had; niemand had enig vermoeden, hoezeer hij die man verafschuwde. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 6