O MILJARDEN gaan door handen van de Nederlandse huisvrouw ifS* I NATIONALE VROUWENRAAD c nze "ozohmenpaglna Sun balm KLEDING voor a.s. MOEDERS FILIUS TEAKHOUT: sieM De De: w° 7)an ozêtiH) E" tot ozomw M VRIJDAG 10 OKTOBER 1958 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 17 FINANCIEREN IN HET GROOT Veel geld belandt bij de kruidenier (Van onze Haagse redacteur). In de miljoenenschemering, die de rijksbegroting voor 1959 dezer da gen voor ons heeft opgeroepen, rijst de Nederlandse minister van financiën, de heer Hofstra, op als een machtig man, die elke landge noot precies weet te vinden en hem zijn zakken omkeert om de guldens rinkelend in 's lands schatkist te laten glijden. Minister Hofstra is onverzadig baar in zijn behoefte aan geld voor het huishouden van de staat. Maar hy geeft het ook weer uit, met gul le hand. In dit opzicht heeft hij een concur rent, of eigenlijk een concurrente: de Nederlandse huisvrouw, als we in haar alle Nederlandse vrouwen, die voor zich of voor een gezin te zorgen hebben, mogen symbolise ren. Ook door de handen van de Nederlandse huisvrouw glippen de miljoenen, alsof het niet op kan. Als een goed financier zorgt zij voor de potjes voor de kleren voor de brandstof, voor het onderhoud van de woning en voor vervanging van wat versleten is, voor verschillende verze keringen, voor de vakantie en ont spanning, voor schoolgeld en voor be lasting. En voor de levensmiddelen! Dat is dus voor brood, voor zuivel, groenten, vlees en kruidenierswaren. Alleen aan kruidenierswaren be steedde zij in 1957 voor bijna twee miljard gulden, om precies te zijn, voor 1.964.000.000. Dat blijkt uit het jaarverslag van de federatie van or ganisaties van groothandelsbedrijven in kruidenierswaren. In 1956 bracht de Nederlandse huis vrouw al bijzonder veel geld naar de kruidenier. Vooral in het laatste deel van dat jaar en wel door zogenaamde hamsterinkopen. De gewelddadige on derdrukking door de Russen van de opstand der naar vrijheid hunkerende Hongaren en de spanning, die in het Nabije Oosten ontstaan was door Nassers nationalisatie van het Suez- kanaal bracht haar ertoe wat extra's in huis te nemen; slaolie, suiker, rijst en zo. Men wist immers niet wat er internationaal zou gaan gebeuren. Toch overtrof het totaal bij de kruideniers bestede bedrag in '57 dat van 1956. Dat behoeft natuur lijk niet te betekenen, dat er naar de hoeveelheid gerekend meer werd gekocht. In 1957 waren de prijzen van verschillende kruide nierswaren namelijk hoger dan het jaar daarvóór. Er bestaat geen ze kerheid over, welk jaar in dit op zicht de kroon spant. Wellicht kocht de Nederlandse huisvrouw, NEVEDA wol 1 'n klasse ll&K apart! b o rd u ur ka pr f j e sy c Spaar de vyikkels voor lor de kinderen Het ideale echtpaar ,®.en vrUgezellen congres in Italië, werd de aandacht van de bezoekers gevraagd voor „De m vrouw van onzo dromen" en H voor „De man, die zijn gewicht in goud waard is". De vrouw van onze dromen moest een H auto kunnen repareren, een H schilderij kunnen ophangen en een stekker uit elkaar kunnen halen en in elkaar kunnen zet- ten. De man, die zijn gewicht in goud waard is, moest een babu ls een schone luier aandoen, een knoop aan een jas kunnen zet- s ten en tal van eenvoudige huis- houdelijke werkjes kunnen ver- richten. Advertentie In één Uw han nac den gaaf en za m. hoewel zij meer geld besteedde in 1957 een iets mindere hoeveelheid kruidenierswaren dan in 1956. Ruim tweederde deel van het totale bedrag, dat bij de kruideniers in ons land in het laatje vloeide, kwam te recht bij de middenstandskruideniers. Bij deze categorie kocht de Neder landse huisvrouw in 1957 voor 1.487.500.000 aan waren. In de winkels van de grootfiliaalbe drijven besteedde zij voor 360 milj. en in de winkels van de verbruiks coöperaties voor 116.500.000. De Nederlandse huisvrouw moet over vele capaciteiten beschikken. Een daarvan in haar veelzijdige en moei lijke „beroep" is, dat zij het geld, dat zij in handen krijgt, zo voordelig en nuttig mogelijk besteedt. Miljarden gaan door haar vingers! Jakjes - Rokken en Pakjes in echte gezellige najaarsstoffen en kleuren. heeft het voor U. Scheldestraat 20-22 - Tel. 3996 „Raam na raam: bloemen" Een Engelse dame, met vakantie In Nederland, heeft zich verwonderd over onze „valletjes", de halve vitra ges die alleen de bovenkant van het raam bedekken. „De reden" schrijft ze in een brief aan een Engels da mesblad, „is, dat de Nederlanders graag hun bloemen en planten tonen aan iedere voorbijganger. Raam na raam staat vol met bloeiende plan ten en bloemen, een heerlijke aan blik!" De Engelse vrouwen gebruiken ook wel halve vitrages, maar ze hangen ze juist voor de onderkant van de ra men: ze geven hun huis, ook met muurtjes en hoge heggen, vaak een beslotenheid, die ons overdreven aan doet. Maar de dame van de brief in het da mesblad heeft een revolutionair idee: Misschien kunnen we de Nederlandse methode overnemen, en iedereen van onze bloemen laten meegenieten", stelt ze opgetogen voor. Waarbij we er haar dan toch op zouden willen wijzen, dat de valletjes wel veel licht aan de kamer ontnemen... ijk cu Scandinavische landen, waar de bouwkunst en de binnenhuisarchitectuur op een zeer hoog peil staan, hebben in Nederland meer dan in enig ander Europees land, een gretige markt gevonden voor hun meubelen. In een be trekkelijk korte tijd heeft deze interieurstijl eeh grote populariteit gekregen. Die stijl is eerlijk, sober en prak tisch. Wellicht zijn het deze eigenschappen, die de Nederlandse vrouio aantrekken. Maar de belangrijkste drijfveer is misschien wel het feit, dat de Ne- derlandse het Deense of Zweedse interieur ziet als een aantrekke lijke tussenvorm, een gulden-middenweg tussen het ouderwetse stoffige pluche en het ultra-moderne staal- of draadmeubilairdat klimaat en woningen hier zo zelden verdra gen! {e nog steeds toe nemende popula riteit van het Scandinavische meubel heeft intussen de weg geopend voor allerhan de sier- en gebruiks voorwerpen. Vazen, schalen, kommen, be kers, klokken, slacou- verts en botervlootjes kan men sinds enkele maanden in de „betere winkels" tentoonge steld zien; alle, evenals de meubelen, vervaar digd van teakhout. Het zullen echter nooit massa-artikelen wor den. Daarvoor zijn de vazen en zelfs de heel eenvoudige schaaltjes te kostbaar. Ze worden immers met de hand gemaakt. Bovendien kan men voor de ge bruiksvoorwerpen al leen de zeer kostbare kern van de teak-stam gébruiken, omdat dit hout niet krom trekt, wat bij de lagen dich ter onder schors wel kan voorkomen. Ten slotte: op het teakhout wordt 15 pet. weelde belasting geheven! Teakhout is een bik kelharde houtsoort, die tegen een stootje kan en voor grote gezinnen en werkende vrouwen dan ook ideaal is. Het vergt weinig onder houd i onderlijk overi gens, dat deze eeuw van de techniek de hand van de meester nodig is om de blokken hout uit te draaien en bij te schaven tot een simpel maar boeiend brokje schoonheid. Het hout vraagt niet meer. Het heeft genoeg aan zijn fraaie tekening van jaarringen, die bij het oliën nog beter tot haar recht komt. Natuurlijk zullen hou ten gebruiksvoorwer pen nooit de plaats in nemen van glas, aarde werk, of porselein. Zij behouden in de eerste plaats hun decoratieve functie. Maar voor een extra feestelijke dis mag de schaal gerust eens van het dressoir worden gehaald, om gevuld met sla of fruit een ereplaats op tafel in te nemen. bestaat jestig jaar Het oude park Zorgvliet in Den Haag was in de zomer van 1898 (om precies te zijn: van 9 juli tot 21 september), de plek waar een voor Ne derland historisch gebeuren plaats had. Daar werd namelijk de nationale tentoonstelling van vrouwenarbeid gehouden. Een tentoonstelling waar nu eens niet, zoals In het verleden, de fraaie produkten van nijvere vingers der „deftige dames" te pronk lagen, maar waar „de zwoegende vrouw", die stenen kruide, de vrouw in de fabriek met haar ontstellend geringe beloning, de atelierwerkster die voor een paar centen uren gebogen zat over priegelfijn naaiwerk, en de Drentse plaggenhut in al zijn ellende, afgebeeld waren. De tentoonstelling was voorbereid door meer dan vijfhonderd vrouwen uit alle hoeken van het land ter gelegenheid van de inhuldiging van koningin Wilhelmina. Toen op 21 september de poorten van het tentoonstellingsterrein wer den gesloten, beseften deze vrouwen dat zij niet meer uiteen wilden vallen in groepen en groepjes, maar, ieder met behoud van eigen inzichten en idealen, de samenwerking wilden voortzetten. Zo ontstond naar voor beeld van het buitenland de „Natio nale Vrouwenraad". Het ijzer werd gesmeed toen het heet was. Op 29 oktober had in het Gebouw voor Kunsten en Weten schappen te Utrecht de oprichtings vergadering plaats. Presidente werd mevrouw Marianne Kierck-van Ho gen dorp, de dochter van mevrouw Marianne Hogendorp-Hogendorp, die in 1847 reeds de vereniging Vrienden der Armen had gesticht, welke (hoe modern!) tot doel had de behoeftigen „te helpen om zichzelf te helpen". Er werd vaart achter het werk ge zet. Op 15 maart 1899 kwamen de statuten tot stand en toen hadden reeds 25 verenigingen zich aangeslo ten. Het doel van de Nationale Vrouwen raad werd aldus omschreven: „De Nationale Vrouwenraad, uitgaande van de mening, dat man en vrouw elkanders werk op elk gebied moeten aanvullen, zullen zij in waarheid het werk van de volkomen mens tot stand brengen, wenst de vrouwen van Nederland te organiseren en het werk van allen te verenigen, ten ein de aller streven met bewustheid te richten op de vorming der vrouw tot deze volledige samenwerking". Vele verenigingen die destijds deel uitmaakten van de Nationale Vrou wenraad zijn verdwenen. Daaronder waren er verscheidene die geen'Spe cifieke vrouwenorganisaties waren, maar verenigingen met één of meer vrouwelijke bestuursleden. Thans vinden vijftig vrouwenorganisaties elkaar in de Nationale Vrouwenraad. Hiertoe behoren ook de vrouwen groepen der politieke partijen. Ech ter ontbreken de r.-k. vrouwenver enigingen, die zich niet aansluiten bij een organisatie met internationale bindingen en de Ned. Christenvrou- wenbond. Deze organisaties hebben een overkoepelend contactorgaan ge vonden in het Nederlands Vrouwen comité, dat na de bevrijding in het daglicht kon treden na een onder grondse voorbereiding tijdens de Duitse bezetting. De N.V.R. is ook aangesloten bij dit Ned. vronwencomité. De In ternationale Vrouwenraad die In 1888 in Amerika tot stand kwam omvat thans 34 landen. Iedere Nationale Vrouwenraad geeft als het ware een afspiegeling van het nationale vrouwenleven in eigen land. Nieuwe tijden losten oude vraag stukken op en brachten tegelijkertijd nieuwe problemen met zich mee. De tegenwoordige presidente, mejuf frouw mr. E. ten Bruggencate, ver telt boeiend over die veranderde as pecten. De bundeling van krachten zochten in 1898 de vrouwen hoofdza kelijk om twee redenen: de sociale bewogenheid, die haar dwong haar krachten voor minder bedeelden in te spannen en de wens naar vrijheid voor de ontwikkeling van de vrouw, naar gelijke rechten als die voor de mannen golden. Langzaam maar zeker voltrekt zich de gelijkstelling van man en vrouw in het maatschappelijk leven. Nog eens, in 1948, zien we een tentoon stelling verrijzen, die het leven en werken van de vrouw in Nederland uitvoerig belicht en wel in de Hout- rusthallen in Den Haag. Prinses Juliana opende op 18 augus tus van dat {jaar de tentoonstelling en zei o.m.: „In de halve eeuw die achter ons ligt, heeft dit begrip (dat de begaafdheid onafhankelijk is van het geslacht waartoe men behoort) zich langzaam baan gebroken en het is nog steeds bezig, deze baan te ver breden en te verstevigen. In de toekomst moge het niet meer nodig zijn de rol van de vrouw apart te belichten, omdat dan eindelijk het geslacht bij de prestatie onbelangrijk wordt geacht. In deze vijftig jaar heeft eindelijk.de vrouw de moed ge had van haar voetstuk af te dalen en zelf aan 't werk te gaan op al die gebieden waar zij vroeger te goed of te teer voor heette". Nu zijn we weer tien jaar verder, tien jaar die inderdaad de lijn verder trokken. Nederland kent nu niet alleen vrouwelijke rech ters, notarissen en hoogleraren, maar ook een minister en een lid van de Raad van State. Deze veranderingen in het denken hebben zich ook voltrokken in de vrouwenorganisaties, samenwer kend in de Nationale Vrouwen raad. Het is niet meer de strijd die ge predikt wordt, maar de ontwikke ling en verdieping waarnaar ge zocht wordt. Tweemaal pee jaar komen de afge vaardigden van de aangesloten orga nisaties tezamen en mejuffrouw Ten Bryggencate zegt: „Het is opmerke lijk hoezeer bij discussies en debat ten de deskundigheid van de spreek sters uitkomt. Men liefhebbert niet meer, maar men studeert en door vorst de materie". De problemen van deze tijd (om er enkele te noemen: de belastingheffing van de ongehuw de en die van de werkende gehuwde vrouw, en het woningvraagstuk) zijn punten waar de Nationale Vrouwen raad zich evenzeer mee bezighoudt, maar boven alles is de N.V.R. de ontmoetingsplaats, waar verschillend georiënteerden voor elkaar nieuwe perspectieven kunnèn openen. Het diamanten jubileum zal op de zestigste verjaardag zelf, 20 oktober, gevierd worden op de plaats, waar de wieg van de Nationale Vrouwen raad heeft gestaan: het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht. Men verwacht er de presi dente van de Internationale Vrou wenraad, de Franpaise Marie Hélène le Faucheux, afgevaardigden van an dere Nationale Vrouwenraden, de Nederlandse vrouwelijke minister, het vrouwelijke lid van de Raad van State en de vrouwelijke Kamerleden. De presidente zal een historisch over zicht geven; namens de aangesloten verenigingen spreekt de presidente van de Ned. Vereniging van Huis vrouwen, mevrouw O. H. Keijser- Hardick, terwijl voorts een show van kostuums uit het openluchtmuseum te Arnhem gegeven wordt. en vriendelijke hand zond mij onlangs een brochure toe, die ik met bijzondere belangstelling heb gelezen, om ze vervolgens met klem onder uw aandacht en die van diverse besturen van vrouwenvereni gingen te brengen: „De arbeid van de gehuwde vrouw buiten haar ge zin". (Publikatie no. 13 van het Ned. Gesprekcentrum, Secr. Mathenesser- laan 446 b, Rotterdam). Er staan in dit rapport verscheidene conclusies waarvan de bespreking een gehele vergadering zou vullen. Bij één daarvan, op de allereerste bladzijde, heb ik een klein vraagte ken gezet: „Er bleken onder de leden géén aan hangers te zijn van het standpunt, dat in de twintiger jaren door som migen werd ingenomen, waarbij men de arbeid van de gehuwde vrouw on der meer zag als een middel om in het huwelijk economische onafhanke lijkheid te bereiken". Ik vraag mij af: zijn die werkende vrouwen zélf het met deze uitspraak eens? Nu stelt deze formulering de kwestie wel wat overdreven scherp. „Econo mische onafhankelijkheid" zal een betaalde baan, hoe goed gehonoreerd ook, toch meestal niet bewerkstelli gen. Maar menige gehuwde vrouw ziet het loon van haar arbeid buitenshuis wel degelijk als een middel om te be schikken over een aardig eigen zak duitje, dat haar vrijwaart voor alge hele financiële afhankelijkheid in haar huwelijk. isschien vindt menige vrouw in eerste instantie dit nu niet zo'n bijster groot winstpunt, en komt zij aandragen met de be proefde tegenwerping: och kóm in een goed huwelijk is er toch geen sprake van financiële afhankelijk heid. De man verdient het inkomen niet alleen voor zichzélf, maar voor zijn el»naar me\ alle. Een sportief en een gekleed ensemblesportief is Jacques Heims trois-pièces (links), waarvan rok en jas gemaakt zijn uit dezelfde pied-de-poule stof. De rok is volgens de heersende mode-opvattingen hoog opgeknipt. Gekleed is de japon van witte wollen stof (rechts) die op een deux-pièces lijkt, maar in werkelijkheid aan één stuk geknipt is. De japon heeft een rugsluiting, het motief van de halslijn keert in de mouw terug. Zolang wit ook voor de winter een modekleur blijft, kan deze jurk (van Lanvin Castillo) het gehele jaar gedragen worden! gezin, vrouwlief inbegrepen. En zij behoeft zeker niet het gevoel te heb ben op zijn zak te leven, want zij bewijst hem op haar beurt een me nigte diensten die hij als vrijgezel aan zijn hospita e.d. dik moest beta len. Akkoord: daar is geen speld tussen te krijgen. Alleen dekt dit betoog de hele situatie niet. Natuurlijk zal in elk huwelijk op goede kameraad schappelijke grondslag die man van zelfsprekend zijn vrouw niet kort houden of op elke uitgave kleinzielig beknibbelen. Hij wéét wat hij, allefen al in het zuiver materiële vlak, aan haar heeft. En heel vaak is het omgekeerd zo dat hij verdient maar zij de beurs houdt. Maar wat betekent, zelfs voor de vrouw die de beurs houdt, de inhoud daarvan? Loufer en alleen het huis houdbudget. Zij betaalt de steeds weerkerende gezinsuitgaven, tot en met de garderobe van de kostwinner als het moet. Maar zij zal, plichtsgetrouw als zij is, er niet aan denken een zakcentje voor haarzelf te reserveren. Nu is het alleen jammer dat zo'n toestand, hoe ideaal en vreed zaam ook, toch opeens zijn eigenaardige complicaties zal mee brengen. Er doet zich in ieder gezin wel eens een onvoorziene uitgave voor, waarin de man en kostwinner liever niet gekend wordt. Een moe der wil vader bij zijn jubileum ver rassen met een echt mooi horloge, maar de huishoudkas laat het niet toe, zodat zij gaat lenen bij haar werkende dochter. Een andere hoort van de specialist dat manlief er eigenlijk, wil hij niet overwerkt ra ken, eens een week of wat helemaal uit moet. Alles goed en wel, maar wie zal dat betalen, met een paar kinderen op dure studie? In deze en dergelijke gevallen komt er zelfs bij de meest ouderwetse en huiselijke huismoeder een gevoel van jaloezie op ten opzichte van de vrouw met een baan: Het moet toch maar een mooi ding zijn. om zélf over een inkomen, hoe bescheiden ook, te beschikken, en rustig te kun nen zeggen: Komt in orde, dat zal ik nu eens betalen. Maar als een eigen verdienste in het beste huwelijk al zoveel voor de vrouw kan betekenen hoeveel te meer klemt de nood zaak in de gevallen waarin het niet zo bijster botert. Hoeveel vrouwen, ook in deze moderne tijd, voelen zich niet muurvast gemanoeuvreerd in een situatie waarin manlief uiteindelijk het wapen van de economische over macht hanteert, in alle gradaties van vitten en beknibbelen op elke uitga ve tot een soort belachelijke curate le: de leveranciers kunnen bij mijn heer met hun rekeningen komen. Gelukkig zwenkt, als ik het goed be keken heb, de algemene vrouwelijke opinie juist om in de richting van: zelf verdienen is een stukje persoon lijke onafhankelijkheid waar een vrouw alleen maar beter van wordt. En het wordt zelfs zaak om ernstig te waarschuwen tegen de dreigende overdrijving in dezen bij de jonge vrouwengeneratie van vandaag. Ik heb al meer dan eens bij goed verdienende en royaal levende vrij gezellinnen de cynische opmerking beluisterd: Trouwen? Mij niet gezien. Kan ik alleen maar minder van wor den. Ja, ik zal daar voor half geld gaan werken Wie zo redeneert hqeft de gezonde behoefte aan zelfstandigheid al over dreven tot berekenende eigenbaat, en bezorgt zichzelf misschien wel een financieel onbekrompen, maar ge voelsmatig straatarm bestaan. En dat wreekt zich, hoe laai ook, zonder mankeren. Want geld kan" veel, maar niet alles. SA5KIA,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 9