KAPPIE en het geheim van de zeedraak Puzzel-rubriek FLE A Klaroen de wijze dwerg ROOD Er is geen rodor rood dan Flexa- rood! Sprankelend, maakt blij en houdt jaren lang op houtwerk en Voor briljante, fééstelijke kleuren: de beste verf voor het schilderfeest Vraag ka gratis botk/t 'Knap hei op ma kltur' aan FLEXA, postbus 2. Lridcn ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1958 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT. De „halr sprays", U weet wel, <le glansgevende of krulvasthoudende mid deltjes die ln een dun waasje op het haar gespoten worden, zouden wel eens schadelijk kunnen zijn voor de gezond heid, zo hebben Amerikaanse artsen ge schreven. Niet dat het haar er niet te gen kan, maar er zitten stoffen ln, zo als synthetische en natuurlijke harsen, die nadelig zijn voor de longen, als ze worden Ingeademd. Voorzichtig dus, bij het spuitend verfraaien van de haardos! In het jaarverslag van het Engelse „Royal Institute for the blind" wordt op gemerkt dat het aantal blinden ln Enge land sterk stijgt. In 1946 waren er 76.000 blinden ln Engeland. Wanneer de stij ging, die toen Intrad, ln hetzelfde tempo doorgaat, zullen ln 1973 140.000 blinden ln Engeland wonen. Gevorderde leeftijd tweederde van de thans geregistreerde blinden is 60 jaar of ouder is de be langrijkste factor in het verschijnsel dat mede voortspruit uit arbeidsongevallen en de zware eisen die de „moderne tijd" stelt. HOOG EN LAAG WATER nap uur meter nap x uur meter 28 september Vlissingen 2.12 2.29 14.18 2.24 8.26 1.80 20.55 2.19 Terneuzen 2.39 2.43 14.48 2.38 8.56 1.96 21.25 2.34 Hansweert 3.25 2.59 15.28 2.48 9.32 2.10 22.00 2.48 Zierikzee 3.38 1.55 15.44 1.40 9.05 1.41 21.28 1.71 Wemeldinge 3.57 1.81 16.11 1.67 9.27 1.66 21.41 2.00 nap nap nap n ap uur meter uur meter uur meter uur meter 29 september Vlissingen 2.43 2.31 14.49 2.32 8.57 1.84 21.26 2.17 Terneuzen 3.10 2.45 15.20 2.46 9.28 1.99 21.56 2.32 Hansweert 4.00 2.61 16.02 2.56 10.04 2.14 22.33 2.47 Zierikzee 4.12 1.59 16.17 1.46 9.32 1.42 21.58 1,70 Wemeldinge 4.31 1.96 16.43 1.72 9.55 1.67 22.13 1.99 45. Ofschoon Kapple dug nogal moeite had gehad om de schout-bij-dag over te ha len om hem te helpen, werd het helemaal anders, toen die enkele korte bevelen had uitgedeeld. Gelukkig bevon den de zeedraken van Norse Norge zich nog steeds in de zelfde ongelukkige positie, waardoor het de kloeke ma trozen weinig moeite kostte om de ene draak na de an dere met grote takels aan boord te hijsen. Daar wer den de grote muilen openge broken en Norse Norges me dewerkers er uit gehaald. Kappie echter wist, dat de Viking zelf zich nog op zijn eiland bevond en dat daar ook nog tal van brave zee lieden werden vastgehou den. „Het wordt ja tijd, dat we het drakennest zelf taan uitroeien", sprak hij tegen de comman- ant van de vloot, „de maat, de meester en Okki zullen zich wel afvragen, waar ik blijf!" Niet lang daarna lagen alle namaakmonsters in losse onderdelen over de dekken verspreid en toen stoomde men op naar het hoofdkwar tier van Norse Norge de Viking. Toen zij ech ter vlakbij waren, bemerkte Kappie een groot zeilschip van ongewone vorm, dat met bolle zeilen het eiland verliet. „Alle kniezebieters nog aan toe, we zijn net te laat!" riep hij de schout-bij-dag toe. „Daar gaat het drakenschip van Norse Norge er van door..." „Wij zijn rijke... rijke," zongen de dwergjes iede re avond rond hun vuur tjes in het bos. Ze had den besjes en kleine groe ne blaadjes, ze hadden een potje om die in te koken en ze hadden een zacht bedje van varens om in uit te rusten. Waarom zou je dan niet zingen van „wij zijn rij ke... rijke"? Maar op een avond ge beurde er iets onder het zingen. Klaroen stootte zijn vriendje Jeroen aan. „Luister eens," zei hij. Jeroen luisterde. „Het onweert in de verte," zei hij. Maar het was geen onweer. Het geluid werd steeds sterker, de. grond onder hun vuurtjes en potjes trilde. Een paar dwergjes hielden op met roeren en zingen. „Door zingen!", riep Klaroen, „er kan ons niets gebeu ren." Ze zongen, maar midden in hun liedje hoorden ze een spottend gelach, zó hard, dat sommige potjes ervan omvielen. Trillend van schrik keken de- dwergjes omhoog en daar zagen ze het ver schrikkelijke. Een reus, een geweldige reus, die zijn buik vasthield van het lachen. „Moet je dat horen!", riep hij, „ze zwoegen en ze werken, ze koken kleine besjes dan zingen ze nog van „rijke, rijke!" „Tuurltjk zijn wij rijk!", riepen de dwergjes in koor. „Haha," zei de reus, „ik kan wel zien dat jullie maar kleine hersentjes hebben. Als je verstandig bent, luister je naar iemand die gro ter en wijzer is dan jul lie. Ik zal je wel eens vertellen hoe ie een veel fijner leven kunt heb ben." „O ja?" vroegen dc dwergjes, nu toch wel een beetje nieuwsgierig. „Luister niet, luister niet!", riep Klaroen nog, maar ja, de dwergjes stonden al in een kring om de reus heen. Achter hen doofden de vuurtjes en brandden de lekkere bosbessenpapjes aan. „Weet je wat een fijn leven is?", vroeg de reus, „lang slapen, lekker lang slapen en dan heel lang zaam opstaan en eens f aan neuzen waar je wat e eten kunt vinden. Als ledereen aan het werk la, kun je gemakkelijk ge noeg hier en daar wat weghalen." „Maar... maar," begon nen een paar dwergjes. „Stil!", zei de reus, „ik ben nog niet uitgepraat. Als je dan je buik vol hebt, ga je erover naden ken hoe je aan een ge heime schat kunt komen. Er is er altijd wel er gens één en als hij er niet is, is het toch fijn om erover te denken. Van dat denken wordt je weer moe. Dan ga je dus weer slapen. Zo gaat je dag voorbij en niets geen gezeur van zwoegen en werken. Ik kan jullie zeggen dat het een heer lijk leven is!" De dwergjes waren er allemaal stil van. Zoals dc reus dat vertelde, klonk het prachtig. Tja, daar waren zij maar ar Winnaars werden deze week: de heer J. M. Schot, zaal 21, m.l. sanatorium „Zonnegloren" te Soest, 5; fam. Ja cobs, Molenwater te Breskens 2.50; de heer A. de Dreu, Zuidvlietstraat 120 te Goes: 2.50; mevrouw J. E. SchoutVerbeek, Zijpe 4 te Bruinis- se 2.50 en de heer P. C. H. van Oost, Berkenlaan 9 te Middelburg 2.50. Oplossing. Horizontaal: 1 gans, 5 ulk, 9 hooi, 11 vak, 13 e.k., 15 gestadig, 18 ral, 20 sip, 21 ene, 22 brok, 25 ad, 26 eiber, 28 mof, 30 t.g., 31 toe teren, 33 hes, 34 sterk, 35 re, 38 slee, 39 eva, 41 nok, 43 ein, 44 negenoog, 47 Si, 48 rit, 49 keur, 51 Oss, 52 klip. Verticaal: 2 ah, 3 nog, 4 soes, 6 L.V. A, 7 kade, 8 verbeteren, 10 Isis, 12 kina, 14 karig, 16 t.p., 17 gedenkenis, 19 lob, 23 keten, 24 poets, 27 ros, 28 M.T.S.. 29 frêle, 32 ereis, 36 ever, 37 look, 40 agio, 41 N.N., 42 koek, 45 ets,, 46 gul, 50 R.I. Horizontaal: 1 soort Inham; 5 wel penleidster; 10 windrichting; 11 meis jesnaam; 13 overweging; 16 verbin ding van zink met zwavel; 18 ge steente; 19 verdrietig; 21 van de; 22 15e maart bij de oude Romeinen; 24 meisjesnaam; 25 Europeaan; 26 witte edelsteen; 29 niet raak; 30 een wei nig; 32 op zijn verhaal komen; 36 deel van bakkerij; 38 bij; 39 Europ. hoofdstad; 41 kroost; 42 op de hoog te zijn; 44 voordat; 45 roofdier; 47 deel van breuk; 49 Europeaan; 50 viervoeter; 51 vragend vrnw; 52 min naar. Verticaal: 2 chemisch element, 3 tel woord (Eng.); 4 openhartig; 6 jong; hert; 7 plaats; 8 neerstrijken; 9 wa feltje; 12 gekeperde stof; 14 gelofte; 15 volksnaam voor de margriet; 16 besturen; 17 laagte; 20 gewicht; 23 bij elkaar; 25 hersteld; 27 schijn; 28 rivier; 31 katholiek; 32 lawaai; 33 aanw. vrnw; 34 een naam geven; 35 bruinrood; 37 langs; 40 honingdrank; 42 arbeid; 43 maatstaf; 46 ogenblik; 48 een en ander. Alle inzendingen moeten uiterlijk woensdagavond a.s. in ons bezit zijn, onder vermelding van het woord „Puzzelrubriek" en geadresseerd aan de P.Z.C., Walstraat 58 te Vlissin- gen. FLEXA o.a, VERKRIJGBAAR BIJ JO MAES, St.-Jacobsstraat 15 Vlissingen - Telefoon 2294 SCHILDERSBEDRIJF HEIJBOER, Balans 7 - Middelburg - Tel. 2336 F. R. UITTERHOEVE-DE BOECK, Burgemeester Lewestraat 10, Lewedorp - Telefoon 384 TOCH VIS Het is mooi weer en Flop heeft trek in vis. ,J£om ik ga er eens eentje voor het avondeten verschalken denkt hij en gaat op wcgt gewapend met hengel en vissnoer. Bij het beekje gekomen legt hij direct in. Spoedig daarna heeft hij beet: Het is een laars... Kort daarna haalt hij een schilderijlijst uit het water.» om even later een verroest fietswiel op te ha len... Wat een verschrikkingt" roept Flop uit, „is me dat hengelen!" ,J2en verschrik king V' klinkt een stem ach ter hem, Jk geef je een gulden voor die oude rom mel." Flop draait zich om en ziet een lorrenkoopman met een handkar staan. „Dat is goed", zegt hij. Met die gulden in zijn zak en de hengel weer over zijn schouder stapt Flop direct naar een viswinkelL „Als ik dan geen vis kan vangen, zal ik er maar een kopen... Goed bekeken héb ik deze vis toch uit het water ge haaid, want hij is betaald van de opbrengst van mijn vangst. En met die gedach te ging hij tevreden huis waarts... me stumperdjes bij. Al leen Klaroen zag boos van kwaadheid. „Luister niet... luister niet naar wat hij zegt!", riep hij, „het is niet waar. „Ha- ha... hoor hem!", lachte de reus; „jullie moeten het zelf weten. Blijf maar zwoegen en sjou wen hoor en vergeet dan vooral niet jullie lied van wij zijn rijke, rijke te zingen!" Weg was de reus met grote, bonkende stappen, die de grond in 't hele bos deden trillen. De dwerg jes zaten bij hun uitge bluste vuurtjes en over gekookte potjes en luis terden ernaar. „Kom!", riep Klaroen, „vuurtjes aanmaken! Potje koken en zingen!" Maar niemand deed het, ze dachten allemaal na over wat de reus gezegd had. Ontevreden en met een lege maag gingen ze naar bed en toen Kla roen de volgende morgen op zijn fluit blies, stond er niet één dwergje op. Ze draaiden zich alle maal nog eens om en droomden dat ze reuzen waren, die de heerlijkste hapjes wegpikten en ge heime schatten ontdek ten. Klaroen stond heel stil. Hij wachtte nog even, blies nog één keer op zijn fluit, keek nog eens om zich heen en verdween toen achter de struiken. Weg, ver weg van zijn ontevreden vriendjes. Die werden pas tegen de middag wakker, brommerig van Wat nu? Wat nu? Wat vreselijk! schrikt Hupje, het konijn, wat is het bos veranderd, wat lijkt de wereld klein! Ik. weet niet waar de bomen en waar de vogels zijn. Ik hoor ze wel bewegen achter een wit gordijn. Wat nu. Ik zal verdwalen, ik ken mijn bos niet meer. Zijn mooie lange oren gaan bibberend heen en weer. Maar kijk, daar komt een lichtje hoog uit de lucht vandaan, het schiet door dat gordijn heen en Hup er achteraan! En kijk eens, nog een straaltje! En nog één... vlug, vlug vlug. De zon doet wat hij doen kan, het hele bos komt terug: de bomen en de vogels, de varens op de grond. En middenin danst Hupje er opgelucht in rond; MIES BOUHUYS het lange slapen en on tevreden omdat van hun droom niets meer over was. En een honger dat ze hadden! Ze gingen op eten uit. Ze graaiden weg waar ze maar konden, bij vogels, van kleine konijnekinderen, van vriendjes, van elfjes, van iedereen. Na een half uur waren overal in het bos de verschrikkelijkste vechtpartijen aan de gang. Om eten, omdat een ander ze net voor was, omdat de één dacht dat de ander een gehei me schat had gevonden, enz. Het was vreselijk, 's Avonds werden er geen vuurtjes gestookt, geen potjes gekookt en ook geen liedjes gezon gen. Er werd gebromd, geknord en nog altijd ge vochten, nu weer om de zachtste plekjes in de varentjes. Het duurde twee hele dagen. Toen rammelde iedere dwerg van de hon ger, niemand had meer een heel jakje of broekje aan en niemand kon meer met een gerust hart door het bos lopen, want overal stoven boze vogels of konijnemoe ders, die bestolen waren, op hen af. Jeroen, de vriend van Klaroen, be greep dat er iets gebeu ren moest. Hij sneed een fluitje van riet en de vol gende morgen, toen de zon opging, blies hij daarop. Alle kabouters stoven te voorschijn want ze dachten dat Klaroen was teruggekomen. „Nee," zei Jeroen, die ze Kom, jongens en meisjes, we gaan een mooi schilderij maken. Zoeken jullie eens de volgende kleurpotloden bij elkaar: 1: lichtgeel (LG); 2: don kergeel (DG); 3: oranje (O); 4: rood (R); 5: donkerrood (DR); 6: groen (Gr.); 7: bruin (B). Slijp aan deze potloden een scherp puntje en kleur dan netjes volgens het onderstaande lijstje, de aangegeven vakjes ln de daarbij genoemde kleur. 3-0; 6-DG; 7-DR; 8-Gr; 9-B; 11-R; 12-LG; 13 en 15-DG; 16-Gr; 17-B; 20-Gr; 21-DR; 22-DG; 25-LG; 27 en 28 R; 30-LG; 31-R; 32-Gr; 34-DG; 35-0; 37-Gr; 38-DG; 40-LG; 41-Gr; 42-B; 43-DG; 45 en 46-R; 48-DG; 51-Gr; 52-LG; 54-R; 56, 57 en 58-DG; 59-0; 61-R; 62-Gr.; 64-LG; 66-DG; 67-B; 68-Gr; 69-LG; 71-DR; 73-0; 75-LG; 76 en 78 DG; 79-LC-; 80-DG; 81-R; 83-DG. OPLOSSING VORIGE WEEK: Neem de lucifers K, I en L weg en leg ze respectievelijk tussen C en H; A en B; E en J. opwachtte, „Ik ben het. Ik ga op zoek naar Kla roen. Wie mee wil, mag mee!" Er bleef er niet eentje thuis. Al hun ruzies en gemopper vergetend trokken ze door het bos en toen ze tegen donker een klein vuurtje zagen branden en bosbessensap roken, liepen de tranen over hun wangen. „Ik ben rijke... rijke," zong Klaroen in zijn eentje met zijn lage basstem. Het klonk een beetje treurig, omdat hij zo al leen was, maar opeens vielen van alle kanten de stemmetjes van zijn vriendjes in: „Wij zijn rijke, rijke... rijke..." Rond het kleine vuurtje dansten ze hand in hand en ze beloofden elkaar plechtig dat geen reus ter wereld, al heeft ie nog zo'n grote mond of nog zoveel praatjes ooit hun vuurtje meer kan doven en hun papje kan laten overkoken. „Want," zeggen ze met hun eigen wijze gezichtjes, „de grootste schat is om lek ker mee in je eigen potje te roeren en uit te rusten in ie eigen varenbed. ,.Zo is het", knikt dan Kla roen, die de wijste is. MIES BOUHUYS

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 11