Verkapt autobiografisch boek
over Franse artistenkolonie
„DAGBOEK" - gereed
De toneeltafel staat weer gedekt.
ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1958
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
9
GOD IN FRANKRIJK
Kroniek van een reis werd een
eerlijke en menselijke roman
WE HEEBEiST EEN ZWAK VOOR verkapte autobiografieën,
ze combineren de charme van het directe, levensechte met de
charme van de fantasie, van de wensdroom vooral. En daardoor ont
hullen zij ons vaak nog meer- over hun auteur dan wanneer deze zich
slechts aan de blote feiten gehouden zou hebben. Ab Vissers nieuw
ste werk, de roman „God in Frankrijk", die als ondertitel „Kroniek
van een reis" draagt, is zo'n gedeeltelijk-autobiografisch werk. De
hoofdpersoon, Johan Rutgers, reeds bekend uit „De buurt" en „De
vlag halfstok", valt tot op zekere hoogte te vereenzelvigen met de
schrijver, al zal niet alles wat Rutgers overkomt ook precies zo aan
Visser overkomen zijn.
Ab Visser, thans 45, die reeds 'n omvangrijk en veelzijdig oeuvre als
dichter en prozaïst achter zich heeft, zorgde met deze roman voor
een prettige verrassing. Zelden helaas, verschijnen er in ons land
boeken die van een werkelijke geestelijke volwassenheid getuigen;
boeken bovendien die zo mannelijk en tegelijk gevoelig, zakelijk en
tevens doorgewinterd romantisch zijn als dit „God in Frankrijk,"
De dikwijls gebruikte zinsnede
„deze roman is een zelfstandig
vervolg op..." is in dit geval
volkomen correct: wie hier voor het
eerst met Johan Rutgers geconfron
teerd wordt, mist het voorafgaande
niet omdat Rutgers ons hier direct,
op de eerste pagina al, als een spring
levend mens van vlees en bloed ver
schijnt hij „is" er en was er dus
voordien, of we al kennis met hem
maakten of niet.
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
Johan Rutgers is publicist. „Mijn roe
keloze wens om schrijver te worden
was in vervulling gegaan, al was de
roem waar ik op gehoopt had uitge
bleven. Er waren geen bewonderende
.vrouwen, die mij op straat aanhiel
den en mij smeekten even de hand
te mogen vasthouden, die in staat was
zulke meesterwerken te creëren. Ik
ontving zelden of nooit fanmail
kreeg evenveel goede als slechte kri
tieken, zodat, algebraïsch gesproken,
de uitkomst plus plus min, is nul
was niemand die ik sprak had
ooit een letter van mij gelezen".
Johan Rutgers lijdt aan de ziekte
van Bechterew, wat hem zeer veej
pijn bezorgt en half invalide
maakt. Met galgenhumor draagt
hij dit lijden waar geen kruid voor
gewassen is en dat hem onophou
delijk in innerlijk conflict brengt
met zichzelf, zijn lot en de buiten
wereld. Zijn mooie, verstandige
vrouw Jeannette is hem met hart
en ziel toegedaan. Rutgers ziet dus
kans, zij het met concessies, van
zijn pen te leven. Een rijke ken-
nes die in Cagnes aan de Rivièra
een huisje bezit, verhuurt dit voor
enkele wintermaanden aan de Rut-
gersen, en „God in Frankrijk" is
de kroniek van dit verblijf in deze
internationale artistenkolonie".
■jk b Visser, die veel gereisd heeft,
Z\ vooral in Zuid-Europa en Noord-
Afrika, kent Cagnes sur Mer
goed doordat hij daar zelf geruime
tijd heeft gewoond. Zijn beschrijving
van het plaatsje, de omgeving, en de
uitbeelding van de zoveelste-rangs
artisten met hun aanhang, dragen
dan ook een volkomen authentiek ka
rakter. Meedogenloos, gechargeerd
maar daardoor zeer duidelijk, stelt hij
dit halfzachte, vervelende wereldje
aan de kaak. Op dit moment vallen
de schrijver en Johan Rutgers wel
volkomen samen: de onbevangen ge
bleven jongen uit de noordelijke pro
vincie doorziet volkomen dit voze,
opgeschroefde en trieste bestaan
maar welk een afstand ligt er tussen
de kleine Jo en de Johan van nu.
„Geleidelijk aan kwam men tot het
inricht dat de een zijn roem te dan
ken had aan het feit dat hij een
achterneef van Freud was en de an
der, omdat hij met Errol Flynn een
apératief had gedronken in de Tou-
relle. Een derde had vlak naast Cha
gall gestaan bij de opening van een
tentoonstelling in Vence en de vierde
had eens een lift gekregen in de auto
van Somerset Maugham toen hij zich
toevallig in de buurt van Cap Ferrat
bevond. Het was een aparte kunst
zich op een dergelijk privilege met
goed gespeelde bescheidenheid te
laten voorstaan".
Johan en Jeannette wonen dus in
het huisje van Emmy Kooy, die
voor de rijkste en gierigste vrouw
van Cagnes doorgaat. Haar geld
spreekt tot de fantasie van al die
steeds op zwart zaad zittende kunste
naars, niet het minst tot die van Jo
han, die, wanneer Jeannette afwezig
is, wel pogingen in het werk stelt te
ontdekken of het geld niet ergens in
huis verstopt is. (Het anecdotische,
gechargeerde stuk met de politie
komt ons minder geslaagd voor).
DE ZOON van de Britse schrijver
sir Arthur Conan Doyle de gees
telijke vader van Sherlock Holmes
is van oordeel, dat Russische uitge
verijen hem een bedrag van twee
miljoen roebel schuldig zijn voor de
verkoop van verscheidene miljoenen
door zijn vader geschreven boeken,
waar geen auteursrechten voor zijn
betaald.. Hij bereidt een rechtsgeding
voor, dat bij de rechtbank in Moskou
zal dienen. Zijn advocaat is de Ame
rikaanse professor Eerman.
Door deze kroniek over -hun beleve
nissen met allerlei halfbakken kunste
naars (een hoogtepunt is de picnic bij
Inge Howard) is het verhaal van Tom
Towers en Lotte heengevlochten.
Towers is een Engelsman die de Rut-
gersen al in Den Haag kenden. Johan
mag hem wel, Jeannette heeft een
instinctieve antipathie tegen hem. 's
Mans bezigheden zijn vaag, maar hij
schijnt gefortuneerd te rijn. Ook Tom
Towers gaat naar Cagnes met een
Indisch meisje. Lotte, dat hij zegt
te willen trouwen. Doch in Cagnes
blijkt zijn geld op en ook Lotte is
niet zo rijk als hij vermoed en ge
hoopt had. Het paar lijdt er armoe.
Lotte is een oppervlakkig, erg mooi
wezentje, en Johan Rutgers wordt
reddeloos verliefd op haar. De rede
baat niet, hij zou ziel en zaligheid
Donderdagavond is zoals ge
meld in het City-theater te
Amsterdam de gala-première
gehouden van de film ,fDorp
aan de rivier". Na de voorstel
ling vond ér een huldiging
plaats van o.a. de hoofdrolspe
lers Mary Dressélhuys en Max
Croiset.
AB VISSER
kroniek van een reis
verkopen om een ogenblik bij haar
te zijn. Maar hij is verre van een Don
Juan. Lotte profiteert ervan, ontfut
selt hem rijn weinige geld, en treitert
hem verder alleen maar door met an
dere mannen te flirten. Jeannette
doet of zij niets merkt. Johan Rutgers
komt er toevallig achter dat Towers
een zwendelaar en een parasiet is,
getrouwd bovendien. Een laatste po
ging om Lotte te verleiden loopt op
een jammerlijke mislukking uit en de
teleurgestelde minnaar wordt thuis
volkomen normaal opgevangen door
zijn vrouw. Hun vakantie te Cagnes
is ten einde.
Het hele boek door, maar vooral in
de laatste pagina's, is het evenwicht
bewaard tussen gevoel voor humor en
tragiek, spot en liefde, drift en be
rusting, eigenzinnigheid en een haast
mystieke overgave. Be volwassen ge
worden Johan Rutgers is een figuur
waarmee men gaarne kennis maakt,
en deze kroniek van een reis is een
eerlijk, moedig, menselijk boek. Het
zou ons niets verbazen wanneer via
dit werk de voorafgaande delen, die
onvoldoende aandacht gekregen heb
ben tot nu toe, méé naar voren wer
den gebracht. Zij verdienen het.
Ab Visser: „God in Frankrijk".
A. A. M. Stols, 's-Gravenhage.
Een gesprek met
Millie Perkins
(Van een speciale verslaggever)
Een gloeiende Californisclie
zon verlamt elke activiteit
buiten de studio's van 20th.
Century JPox. Met een tempera
tuur van meer dan 32 graden
Celsius blijft in deze filmstad
van Beverly Hills iedereen bin
nen. In het koele restaurant
zitten een paar filmspelers, ca
meramensen en technici rustig
tezamen. Het is lunchtijd. Veel
wordt er niet gegeten. Film
sterren doen dat trouwens toch
niet. Bovendien worden de por
ties afgemeten opgediend. Voor
schrift van regisseur en produ
cer George Stevens sr., want
de spelers in de film „Het Dag
boek van Anne Frank" moeten
immers een episode uit de Am
sterdamse hongerwinter uit
beelden.
Er zit een frêle meisje bij, ze
zal hoogstens 90 pond wegen
en zeker niet groter zijn dan
1.65 meter, Milly Perkins is zo
juist met haar rode Sunbeam-
sportwagentje komen aanrij
den. Een paar „avenues" om,
als ontspanning na enkele uren
hard ploeteren onder schelle
lampen in het kleine Achter
huis, een getrouwe kopie van
het werkelijke grachtenhuis bij
de Westertoren.
Ik raak met haar in gesprek. Ze
luistert met aandacht, als ik haar
vertel over Nederland, over Am
sterdam, waar het meisje nog
nooit geweest is. Millie Perkins,
fotomodel voor bekende Ameri
kaanse modebladen, 19 jaar oud,
is geen „sex-girl". Zij heeft niet
de allures van een filmster in op
komst, zij spreekt niet als een ac
trice. Millie heeft mij een stevige
hand gegeven bij de kennisma
king. Een prettige lach verschijnt
soms op naar expressief gezicht.
Haar naar is donkerbruin, bij
zwart af, de ogen vol en groot,
van een diepblauwe kleur. De huid
is wit. De handen zijn keurig ver
zorgd. Make-up kent zij niet.
Haar stem is rustig, met het ver-
legene van een jong meisje. Millie
is geen klassieke schoonheid,
maar zij is charmant, leuk om te
zien. Een wat mysterieus waas
omgeeft haar: haar voorouders ko
men uit Frankrijk, Oostenrijk en
Ierland. Ze is eenvoudig gekleed,
een bloes, een rokje.
Als ik haar vraag iets van
haar ervaringen te vertellen,
over de eèrsfe film, waarin
zij zo'n belangrijke rol vervult,
antwoordt Millie openhartig: „Met
tegenzin ben ik eraan begonnen.
Ik wist niets af van de filmtech
niek. Maar JJncle George, de man,
die mij een half jaar heeft geleid
en bijgestaan in de eerste moei
lijkheden, schijnt nogal tevreden
over me te zijn. Veel heb ik met
George Stevens gepraat. En ook
met Otto Frank, de vader van
Anne, toen er met de opnamen ge
start werd. Ik heb „Het Dagboek"
vele malen gelezen. Ik weet nu,
hoe Anne Frank die jaren in de
onderduikperiode heeft geleefd.
Hoe ze was, hoe ze reageerde. Er
is geen persoonsbeschrijving van
haar nodig, geen gewichtige woor
den hoeven te worden gebruikt
om haar eigenschappen te laten
uitkomen. Je kunt alles zelf halen
uit haar belevenissen, in het dag
boek opgetekend. Anne was leven
dig en impulsief. Ze zag het on
derduiken als een spannend avon
tuur, maar was zich niettemin in
tuïtief bewust van de gevaren. Ze
heeft geweten wat honger is en
ze heeft dè mensen, met wie ze
gedwongen was samen te leven,
Tij 1
I Mi
gezien met al hun kleinzielige ei
genschappen. Toch heeft ze de an
deren ook bewonderd om hun
moed en het nooit verminderde
vertrouwen, dat het eens anders
zou worden".
Hier mengt George Stevens zich
in het gesprek. Bewonderend kijkt
Millie naar die reus, die breed
geschouderde man met een gelaat,
waarop een diep-warme menselijk
heid zich afspiegelt. Uncle George
is de man, voor wie filmster en
debutant respect hebben. Hij kent
de knepen van het filmvak door
en door, heeft zelf jarenlang met
de camera gewerkt, heeft in de
naoorlogse periode de regie en de
leiding gf*"""
grote filn
ij hebt veel weg van Anne,
Millie", zegt hij glimlachend.
„Ik wil je niet vleien, trou
wens, dat heb ik in dat half jaar
dat je hier bent, nog nooit gedaan.
Maar je hebt iets van dat naïeve,
dat onbevangene van het Amster
damse Joodse meisje. Naarmate
het werk vorderde, voelde ik, dat
je je helemaal vereenzelvigde met
Anne. Je-was gekozen uit meer
dan 10.000 kandidaatjes, Je ging
de verantwoordelijkheid voelen.
Je wilde niet falen. Je hebt ook
niet gefaald, dat kan ik je wel
zeggen, nu de film wat de opna
men betreft, klaar is".
Kom je naar Amsterdam, voor de
première? vroeg ik aan Millie.
Het meisje kijkt George Stevens
aan. Ze zou wel heel erg graag
willen, maar er is eigenlijk tot nu
toe geen gelegenheid geweest om
erover te praten. MiÏÏie wil het
Achterhuis bezoeken, diezelfde
trap opgaan, welke Anne zo vaak
is opgeklommen. Ze wil de grach
ten zien en de Westertoren horen.
Millie wil kennis maken met de
Nederlanders, met de velen, die
hun leven hebben gewaagd voor
de hulp aan Joden. Zij wil temid
den van die Hollanders zitten, als
in een bioscooptheater van Am
sterdam de eerste voorstelling
gaat.
Wij hebben niet te beslissen,
Millie", zegt George Ste
vens. „De directie van de
maatschappij moet dat doen. Maar
ikzelf zou ook graag erbij willen
zijn en als dat kan, zal ik je mee-
MILLIE PERKINS
peinzend over het dagboek
nemen. Op die eerste avond zullen
we pas merken, of de film goed is.
Want de Amsterdammers, meer
dan wie ook ter wereld, zijn tot
oordelen bevoegd. Het zou begrij
pelijk zijn als zij de emoties van
de oorlogsjaren diep zullen herbe
leven. De Hollanders, daarvan ben
ik vast overtuigd, zullen anders op
de film reageren dan wij Ameri
kanen, of de Japanners, of de
Zuid-Amerikanen. Toch moet „Het
Dagboek" ook voor andere volken
veel te zeggen hebben, want het is
een symbool van moed en ver
draagzaamheid en van ongeloof
lijk vertrouwen in het goede van
de mens. Anne heeft altijd gewei
gerd te geloven, dat de wereld
slecht is".
Millie Perkins vertelt dan dat zij
naar huis gaat, naar de ouderlijke
woning, ergens in de staat New
York, precies aan de andere kant
van de Verenigde Staten. Ze zal
haar werk als fotomodel weer op
nemen. „Als de modebladen mij
tenminste nog willen hebben",
merkt ze lachend op.
Of het bij één film zal blijven?
Ze weet het nog niet. Ze heeft er
eigenlijk nog nooit ernstig over
nagedacht. En als ze opstaat, mij
stevig de hand drukt en eerlijk
openhartig verklaart, dat zij het
gesprek met de Hollandse journa
list erg prettig heeft gevonden,
kijk ik vragend naar George Ste
vens. Die, als Millie weg is, zegt:
„Zij heeft alle eigenschappen om
een grote filmster te worden. Zon
der enige twijfel. Maar ik heb er
inderdaad nog nooit met haar over
gepraat in die maanden. We heb
ben alleen maar hard gewerkt".
Een overvloed
voor vrijwel
alle smaken
(Van onze toneelmedewerker).
Het nieuwe toneeljaar is begonnen, en als
de gezelschappen zich kunnen houden aan
de spijskaarten, die zo hebben opge
maakt, belooft de toneeltafel een overvloed
voor alle smaken. Er is niet veel veranderd
in de samenstelling van de groepen. Twee
zijn er verdwenen, Zuidelijk Toneel en Nieuw
Nederlands, en één kwam daarvoor terug, En
semble. Dat laatstgenoemde artistiek een
dochteronderneming is van Theater in Arn
hem, lijkt goede beloften in te houden voor
zowel de cultuurspreiding als het artistiek ni
veau.
Zeven gezelschappen treden nu aan. De grote
westelijke drie: Nederlandse Comedie, Haagse
Comedie en Rotterdams Toneel. Dan de sprei-
dingsgroepen: Theater in Arnhem, Ensemble
in Eindhoven, en Puck in Amsterdam. Ten
slotte de „halfwas" die afgelopen seizoen on
der leiding van Erik Vos bewezen heeft artis
tiek heel wat meer dan halfwas te zijn: Arena,
gevestigd in Den Haag, en die het jeugdtoneel
op hoog niveau beoefent door heel het land.
Waarbij „jeugd" dan ruim wordt genomen,
met kinderstukken zoals het voortreffelijke
„Plaaggeesten", „Dansende ezeltje", of „Hoe
ra voor Zon en Regen", naast jeugdige ver
toningen van volwassen werken als „Krelis
Louwen", „School voor Vrouwen", en binnen
kort „De Koopman van Venetië."
Die Koopman zal er overigens één worden
van de twee, die komend seizoen tegelijk op
onze planken komen: ook de Haagse Comedie
zal dit werk van Shakespeare brengen. Ver
dere Shakespeares beloven Theater met „De
Storm" en „Midzomernachtsdroom", beiden
blijvertjes van afgelopen seizoen, en Ensemble
dat „De getemde feeks" zal uitvoeren. De Ne
derlandse Comedie houdt „Richard H" op het
repertoire, en daarmee komt 's werelds groot
ste toneelschrijver in de komende winter met
vijf stukken aan Nederlandse trek. Molière
komt er bekaaider af: Puck brengt „De Vrek",
en het Rotterdams Toneel binnenkort „De
Misanthroop". Andere „klassieke" werken
zijn „Danton's Dood" van Büchner bij de Ne
derlandse Comedie, „Freule Julie" van Stund-
berg, eveneens bij de Nederlandse Comedie,
„Mercadet" van Balzac bij de Rotterdammers,
Ibsen's „Volksvijand" bij Ensemble, en in het
luchtige twee Goldoni's, „Het Koffiehuis" bij
Theater, en „Het slimme weeuwtje" bij En
semble.
Over Nederlandse werken weten de gezel-
schaps-folders nog niet zo verheugend veel te
vertellen. De Nederlandse Comedie zal uiter
aard Vondel weer eren met de „Gijsbrecht", en
daarnaast ook met „Adam in Ballingschap",
terwijl de Rotterdammers de „Warenar" van
Hooft op hun programma hebben. Moderne
Nederlandse werken, waarvan elk gezelschap
er volgens de bedoeling van Minister Cals ei
genlijk twee per jaar moet uitbrengen, staan
schaars vermeld. Rotterdam kondigt een nieuw
stuk aan van Hugo Clans, Theater zal een
.bekroond werk van Jan Staal uitbrengen, en
de Nederlandse Comedie een eveneens be
kroond werk van Cecs Nooteboomhet gaat
nog steeds niet van harte met die eigentijdse
eigenheimers bij ons Nederlands toneel.
Op buitenlands gebied is men meer bij, en
belangrijke successen uit andere landen
komen dan ook op de meeste repertoires
voor. De Haagse Comedie is al, en bijzonder
succesvol, begonnen met „De Humorist" van
Osborne, en kondigt twee werken aan van de
in ons land nog vrijwel onbekende Max Frisch,
alsmede een nieuw werk van de dichter Eliot,
„Family Reunion." De Nederlandse Comedie
lijkt in deze afdeling een beetje zwak uit de
bus te komen, met eigenlijk alleen „Look Ho
meward, Angel", als interessant modern werk.
Rotterdam brengt „Wozzek" in ons land, en
Ensemble een Canadees succes alsmede een
oude O'Neill. Ook Theater brengt O'Neill, en
wel diens grandioze „The leeman Cometh",
gecompleteerd met een nieuwe Tenessee Wil
liams („Orfeus daalt af") en een nieuwe Inge
(„Het donker boven aan de trap"). Misschien
brengt Theater ook het wonderlijke Russische
stuk „Klop", waarover zoveel te doen is ge
weest en buiten Rusland omdat het zulk een
scherpe kritiek inhield op de heersende toe
stand.
Verdere namen noemen heeft weinig zin. De
praktijk van de opvoeringen zal moeten be
wijzen wat belangrijk wordt, en wat vergeten
mag worden. Zeven gezelschappen zullen weer
tesamen een kleine drieduizend voorstellingen
verzorgen, en het gemiddeld niveau belooft be
hoorlijk te worden.
Waarbij de „provincie" dan de gerechtvaardig
de wens mag uitspreken, dat grote produkties
van belangrijke stukken niet vanwege de ver
voerskosten uitsluitend in Randstad Holland te
zien zullen zijn. De cultuur worde niet slechts
geografisch, doch ook artistiek gespreid.
C. Nicolai.
Culturele
Cavalcade
DE KUNSTSCHILDER Kees Verwey
uit Haarlem heeft van de minister
van o., k. en w. opdracht gekregen
een getekend portret te maken van
de voordrachtskunstenares Georgette
Hagedoorn. Het portret zal eigendom
worden van het rijk. In overleg met
mevrouw Hagedoorn zal er een pas
sende bestemming aan worden ge
geven.
HET JUBILEUMCONCERT, dat op
l-'t oktober in het Haagse gébouxo
voor kunsten en wetenschappen zal
worden gegeven door het Residentie
orkest onder leiding van Willem van
Otterloo, zal een besloten karakter
dragen. Het- zal worden bijgewoond
door genodigden en leden van de Ver
eniging van Vrienden van het Resi
dentie-orkest. Zoals békend, vieren
Van Otterloo en de concertmeesters
Theo Olof en Herman Krebbers hun
zilveren jubileum.
EEN SCHILDERIJ van -J. C. A.
Goedhart uit Rijswijk zal door de Ne
derlandse Vereniging van Zeeschil
ders aan koningin Elisabeth worden
aangeboden. Het is door een jury
uitgekozen uit een vijftal werken, die
in maart j.l. gemaakt zijn bij de aan
komst vdn de Britse vorstin met het
koninklijk jacht „Britannia" voor
IJmuiden en in de haven van Am
sterdam.
HET NEDERLANDS BALLET, on
der artistieke leiding van mevrouw
Sonia Gaskell, zal op 29 september in
de Koninklijke Schouwburg te Den
Haag, de première brengen van het
ballet ,JJes Forains" op muziek van
Henry Sauguet, choreografie Chris
tian Foye.
HET BRABANTS orkest onder lei
ding van Hein Jordans zal in het ko
mende seizoen weer nieuwe werken
van hedendaagse Nederlandse com
ponisten uitvoeren, evenals oudere
werken van bekende componisten, die
echter voor het repertoire van het
orkest en voor het Zuid-Nederlandse
muziekleven nog nieuw zijn. Als gast-
dirigent zal o.a. Bernard Haitink op
treden. De jeugdige Hongaarse vio
list György Pouk is als tweede eerste
concertmeester aangesteld.