Minister Staf acht vermindering
defensie-inspanning onmogelijk
PROF. HORRINGS MENING OVER
OPLOSSING ZUIVELPROBLEEM
'mt
b-i Z
Is
fv
Mm
mBiiiHiHMI
-•C 4
Kr dg|
4
po
i\m ilSïfiH
EEN TERUGBLIK OVER ZESTIG
JAREN VOLKSOPLEIDING
,D0RP AAN DE RIVIERFILM VAN KARAKTER
EN GEHALTE
1 lilUPIM
VRIJDAG 19 SEPTEMBER 1958
PROVING! ALE ZEEUWSE COURANT
3
Nog geen rapport over
duur eerste oefening
(Van onze parlementaire redacteur)
Da internationale politieke verhoudingen bieden, naar het oordeel van
minister Staf, nog allerminst zodanige perspectieven, dat enige verminde
ring van de defensie-inspanning gerechtvaardigd zou kunnen worden ge
acht. De totale defensie-uitgaven voor 1959 zijn vastgesteld op 1525 mil
joen gulden.
Hierbij komen nog verschillende verhogingen, zoals bijdrage van de Ned.
Antillen, invoer van brandstof en als gevolg van pensioen- en salarismaat
regelen, waardoor men tenslotte komt op een bedrag van 1.658.969.700.
Van dit bedrag komt ƒ360.609.000 ten goede aan de Kon. Marine, Dit
wordt medegedeeld in de nota ter algemene inleiding van de memoires
van toelichting op de begrotingen van oorlog en marine.
Het hoofddoel van de verdedigings
inspanning is het voorkomen van een
oorlog door opbouw van een verde
digingsapparaat, dat afschrikwek
kend werkt op iedere neiging tot
agTessie. Naarmate nieuwe wapens
de mogelijkheden tot wederzijdse ver
nietiging vergroten, neemt de kans
op een algemene vernietigingsoorlog
ar en moet meer rekening worden ge
houden met pogingen van de tegen
stander om door andere conflictsvor-
men zijn doel te bereiken.
Ten aanzien van de landstrijdkrach
ten zegt de minister, dat voor de cen
trale sector van Europa rond dertig
divisies nodig zijn. De zeestrijdkrach
ten van de NAVO-landen dienen zo
spoedig mogelijk met raketten te
worden bewapend en de kwetsbaar
heid van de NAVO-luchtstrijdkrach-
ten voor vijandelijke aanvallen dient
te worden verminderd.
Daar Nederland voorshands over te
weinig vliegvelden beschikt kan ons
land niet voldoen aan de door de ge
allieerde opperbevelhebber in Europa
gestelde spreidingseisen.
Aangezien de Amerikaanse regering
thans voor haar bondgenoten de mo-
felijkheid opende de beschikking
e krijgen over een operationeel doel
treffende en niet te kostbare vlieg-
tuigraket, welke bovendien op prak
tisch elk vliegtuig kan worden aan-
Meer vrijheid voor
Oostduitse arisen
Het „politburo" van de Oostduitse
communistische partij is bereid de
artsen in Oost-Duitsland een grotere
mate van persoonlijke vrijheid toe te
staan, wanneer daarmee voorkomen
wordt dat nog meer artsen naar het
westen uitwijken. Het grote aantal
medici dat de laatste maanden naar
West-Duitsland is gevlucht heeft een
doelmatig functioneren van de medi
sche verzorging in gevaar gebracht.
De „bureaucratie" van het ministerie
van gezondheid heeft de artsen onze
ker gemaakt en is voor een groot
deel de oorzaak van veler vlucht.
richtlijnen die de partij heeft uitge
geven voor de socialisering van alle
activiteiten in Oost-Duitsland zijn
blijkbaar verkeerd begrepen, aldus 't
politburo. dat met voor ogen het
feit dat 813 artsen. 115 apothekers,
2390 onderwijzers, 200 professoren en
ongeveer 200 studenten sinds begin
1958 naar het westen zijn gevlucht
bepaalde dat Oostduitse medici vrij
naar het westen mogen reizen, hun
kinderen naar de scholen of universi
teiten mogen sturen die zij zelf de
voorkeur geven, en zelf niet inge
schakeld hoeven te worden bij poli
tieke activiteiten.
gebracht, wordt overwogen om de
vliegtuigen van de Kon. Luchtmacht
bestemd voor de luchtverdediging,
hiermede uit te rusten. Te verwach
ten is, dat eind 1958, begin 1960 een
aanvang zal worden gemaakt met
het formeren van vier operationele
Nik-squadrons, welke daarna ter be
schikking zullen worden gesteld van
de geallieerde opperbevelhebber in
Europa.
Momenteel kan nog niet worden ge
zegd, aldus minister Staf, wanneer
het 'rapport zal verschijnen van de
commissie, die een onderzoek instelt
over het zo belangrijke vraagstuk
van de duur der eerste oefening voor
dienstplichtigen.
De minister vestigt er de aandacht
op, dat dit vraagstuk opnieuw een
actualiteit heeft gekregen door het
besluit van de Belgische regering om,
na het werven van voldoende vrijwil
lig dienend personeel, daar te lande
de duur van de eerste oefening voor
dienstplichtigen tot 12 maanden te
beperken.
De minister Is echter van oordeel,
dat hierbij met twee punten in het
bijzonder rekening dient te worden
gehouden. Ten eerste beschikt het
Belgische leger over een veel groter
aantal beroepspersoueel dan het Ne
derlandse, hetgeen een zeer belang
rijke factor in het probleem is. En
ten tweede bestaan in België blijk
baar goede verwachtingen met be
trekking tot de mogelijkheid een
groot aantal vrijwilligers te werven,
zij het niet zonder het toekennen van
hoge premies.
Beperking van de
Prof. dr. J. Horring, directeur van
het landbouw economisch instituut, Is
van mening, dat de oplossing van het
zulvelprobleem in ons land het best
kan worden verkregen door een beper
king van de melkprijsgarantie. Die
garantie zou alleen moeten worden
gegeven over een basiskwantum van
80 tot 85 procent van de gemiddelde
produktie over de laatste drie jaar.
Prof. Horring verdedigt dit standpunt
in een pre-advies aan het Nederlands
landhuishondkundig congres voor zijn
bijeenkomst op 16 oktober a.s.
De gemiddelde inkomensgarantie
voor de rundveehouderij moet wor
den gehandhaafd, zo meent prof. dr.
Horring. Tegelijkertijd moeten de
De Duitse bondsposterijen zullen vier
zegels uitgeven met een toeslag ten
bate van charitatieve doelen te
vergelijken met onze zomerzegels. De
serie heeft als motto: Helpers der
mensheid en bestaat uit vier zegels:
Friedrich Wilhelm Raiffeisen, een
boenmeisje, een druivenplukster en
een boer.
Inkrimping van de
landbouwvoorlichtingsdienst
Minister Vondeling Bedrijfsleven
kan gedeelte van taak overnemen
Minister Vondeling acht de tijd ge
komen dat een beperking van het
overheids-landbouwvoorlichtingsappa-
raat mogelijk is geworden, zo merkt
hij in de toelichting op de begroting
1959 op. Hij spreekt daarbij echter
tevens de hoop uit, dat er vormen
zullen worden gevonden, waarbij het
bedrijfsleven een gedeelte van deze
taak kan overnemen.
De behoefte aan voorlichting blijft
immers onverminderd bestaan en aan
gezien een goede voorlichting de be-
drijfsuitkomsten rechtstreeks gunstig
beïnvloedt, is er z.i. aanleiding en mo
gelijkheid voor het bedrijfsleven aan
dit werk in financieel opzicht bij te
dragen. Dit zou bijv. kunnen geschie
den door mee te werken aan de aan
stelling van assistenten, die in het ka
der van de landbouwvoorlichtings
dienst worden ingeschakeld bij
voorlichting. In overleg met de L
delijke Landbouwvoorlichtingsraad
zal moeten worden gezocht naar een
vorm, waarin een en ander verwezen
lijkt zou kunnen worden. In de beg
ting 1959 diende het aantal besef
bare assistenten van de voorlichtings
dienst reeds te worden teruggebracht.
HElfïR DER MiNSCHHElT
WOfftFAHRISMAm
DEUTSCHE BUNDESPOST
l i - a?s
■gg^a; M EI Jïirra
Mill
- f 1
J 'L Jrtfl
.I.-...-.,/;-
producenten geconfronteerd worden
met de reële prijsverhoudingen van
uitvoer van melk en invoer van
krachtvoer en die van de alternatieve
produkten, vlees en akkerbouwgewas
sen.
Naar zijn mening kan dit op 2 manie
ren gebeuren n.l.:
1. door de garantieprijs alleen te
laten gelden voor een basiskwantum
op elk individueel bedrijf. De meer
geproduceerde melk levert dan niet
meer op dan wat de industriemelk bij
uitvoer opbrengt. Dit basiskwantum
moet niet meer bedragen dan 80 a 85
procent van de gemiddelde produktie
van de laatste drie jaren.
2. Door een combinatie van: kunst
matige verhoging van de krachtvoer-
prijs, gunstiger vleesprijs, aantrekke
lijke prijzen voor akkerbouwproduk-
ten en het bevorderen van het scheu
ren van grasland.
Beide stelsels hebben bezwaren. Prof.
Horring meent echter, dat econo
misch rationeel melkbeleid alleen te
verenigen is met een politiek van in
komensgaranties, als men voor het va
riabele deel van de melkproduktie de
privaat-economische rentabiliteit on
geveer in overeenstemlng brengt met
de nationaal economische rentabili
teit.
De keuze van de weg daartoe ligt in
het vlak van de technisch-administra-
tieve uitvoerbaarheid.
Afgezien daarvan geeft prof. Horring
de voorkeur aan het stelsel van een
gegarandeerd basiskwantum per be
drijf.
Fractie-voorzitter K.V.P.
Maastricht verzocht
ambt neer te leggen
Leden van de Katholieke Volkspartij
te Maastricht hebben gisteravond een
algemene vergadering van deze sta-
tenkieskring gehouden, waarop de
kwestie rond de wethoudersverkie
zingen te Maastricht ter sprake
kwam, waarover in organisatiekrin
gen beroering is geweest. De bespre
kingen op de vergadering omvatten
alle moeilijkheden welke zich rond
om deze aangelegenheid hebben voor
gedaan.
Aan de voorzitter van de K.V.P.-
fractle is gevraagd zijn ambt of zijn
lidmaatschap van de raad neer te leg
gen.
Aan het slot van de vergadering is
met grote stemmenmeerderheid een
motie aanvaard waarin de ledenver-
gaderingrote bezorgdheid uitspreekt
over de verdeeldheid welke aan de
dag is getreden in de gemeenteraads
verkiezing van de wethouders. In de
motie wordt verder verklaard, dat
de K.V.P. zich geheel distancieert van
het gevoerde fractiebeleid en dat zij
ten zeerste het uit verschillende pu-
blikaties bekend geworden beleid van
de voorzitter van de K.VJ? .-fractie, de
heer J. Ensinck, afkeurt.
De motie verzoekt aan de voorzitter
van de K.V.P.-fractie om ter ver
mindering van het gevaar van nieu
we conflicten en ter geruststelling
van vele K.V.P.-kiezers en K.V.P.-le-
den zijn voorzittersfunctie neer te
leggen, zodat de raadsfractie kan
overgaan tot de keuze van een nieu
we voorzitter.
In hoger beroep zes weken
(in plaats van een jaar)
voor schietende stroper
Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch
heeft J. A. uit Oostelbeers veroor
deeld tot zes weken gevangenisstraf
met aftrek en verbeurdverklaring van
zijn jachtgeweer. Hij stond op 3 sep
tember voor het hof in hoger beroep
terecht, nadat hij door de rechtbank
te Breda tot een jaar jeugdgevange
nis was veroordeeld wegens poging
tot zware mishandeling van twee po
litiemannen en wegens mishandeling
van een politiehond.
Voor het hof eiste de procureur-ge
neraal, mr. De Vries, tegen A. tien
maanden gevangenisstraf, nadat deze
acht maanden in voorarrest had
doorgebracht. Conform het verzoek
van de verdediger, mr. B. Drlon, werd
hij toen onmiddellijk na de zitting op
vrije voeten gesteld.
Verdachte was op 7 september van
het vorige jaar met zijn broer aan
het stropen, toen hij door twee agen
ten werd betrapt. Zij lieten de hond
op hem los. Op verzoek van zijn
broer had verdachte toen enige scho
ten geslost, waarvan een schamp
schot de hond in de flank getroffen
heeft. Dit werd door verdachte vol
mondig erkend, doch hij hield stellig
vol alleen op de hond te hebben wil
len schieten.
De procureur-generaal verklaarde
toen in zijn requisitoir geen'poging
tot doodslag of zelfs tot ernstige
mishandeling aanwezig te achten.
Wel achtte hij bedreiging en mishan
deling van de hond bewezen. Mr.
Drion achtte ook de bedreiging niet
aanwezig.
Bij een ontploffing in ccn munitie
fabriek in de Turkse stad Kirkale
zijn vijf arbeiders omgekomen en ze
ven gewond.
0 In Rlo de Janeiro is een tentoonstel
ling van zestig tekeningen en aquarellen
van Nederlandse kinderen geopend.
NA DE TROONREDE
Aankondiging van
onderwijsplannen bleef uit
Wie van 1898 tot zeg 1914 bij het la
ger onderwijs werkzaam was, maakte
een tijd mee, dat in de scholen de ar
beid met toewijding werd verricht,
maar onder ongunstige uiterlijke om
standigheden.
De localiteiten, waarin geleerd werd,
de materiële voorzieningen van het
onderwijs, de salarissen, ze lieten al
len te wensen over.
De opleiding tot onderwijzer was In
het algemeen gebrekkig, vond meest
plaats op normaalscholen; daarnaast
bestond particuliere vorming door
hoofden van scholen en onderwijzers,
begerig naar wat bijverdienste.
De goede uitzondering was een klein
getal rijks- en gemeente-kweekscho
len elk met een staf van bekwame
onderwijzers; de naam leraar
was destijds te voornaam voor
hen. Zij konden strenge eisen van toe
lating stellen door te kiezen uit een
overvloed van kandidaten. Het was
daardoor mogelijk, dat jaarlijks onder
de geslaagden voor de zgn. hulpacte
een honderdvijftig tot tweehonderd
goed onderlegde jonge onderwijzers
waren, die de goede naam van ons
onderwijs hoog hielden. Velen van
hen zetten na het behalen van de
hoofdakte en bijakten als hoofden van
scholen 'n gevestigde reputatie voort.
Anderen verwierven middelbare be
voegdheden, deden academische exa
mens, gingen dan naar het HJ3.S.- of
het gymnasiale onderwijs over. En
kelen stegen hoger om sieraad te wor
den aan universiteit of technische ho
geschool.
Bedenkingen
Toch kon het optimisme, dat
bij de eeuwwisseling algemeen
aanwezig was, door een klein
getal vooruitziende onderwijsman
nen voor ons schoolwezen niet ge
deeld worden. Ondanks het goede
en vooral de toewijding van wie
het onderwijs dienden, waren er
ernstige bedenkingen. Van de drie
takken bestond eensdeels geen of
onoldoende aansluiting van het la
ger onderwijs en middelbaar on
derwijs, anderdeels van het voor
bereidend hoger onderwijs en dat
op universiteit en technische ho
geschool. Veel geestelijke waar
den gingen daardoor verloren.
Weinigen zagen dit beter in dan
prof. J. H. Gunning Wz. (1859
1951), dr. D. Bos (1862—1916),
prof. dr, Th. Kohnstamm (1875
1951).
Nu gaat het over dr. D. Bos.
In 1898 verscheen van zijn hand
de publikatie onze Volksopleiding,
196 blz. Het boekwerk omvatte een
plan voor onderwijsvernieuwing
dat nog steeds de moeite van het
De leden van de afdeling Walcheren
van de internationale vereniging
Phüatelicabereidden zich voor op
de in december komende postzegel-
tentoonstélling in Middelburg. Door
ruiling en aankopen brengen zij
zoals gisteravond tijdens een bijeen
komst van de afdeling in restaurant
,JDe Eendracht" te Middelburg hun
verzamelingen op „tentoonstellingsni
veau"
(Foto P.Z.C.)
kennisnemen waard is.
Als leraar bij het middelbaar en
gymnasiaal onderwijs tevens school
opziener kende hij door de onder
vinding en eigen aanschouwing ons
onderwijs in volle omvang.
Toen hij in 1901 voor de Vrijzinnig
Democratische partij werd gekozen
als lid van de Tweede Kamer voor
het district Winschoten verwierf
hij zich terstond als onderwijsdes
kundige naam en groot gezag. In
1913 triomfeerde de linkse coalitie
nog eenmaal aan de stembus, waarna
dr. Bos werd belast met de vorming
van een parlementair kabinet. Hij
wenste een samengaan met de S.D.
A.P., maar slaagde niet omdat
Troelstra weigerde daarin een mi
nistersportefeuille te aanvaarden. Dr.
Bos trad terug; een kabinet-Cort van
der Linden volgde.
De voorstandei's van de openbare
school hebben destijds deze gang
van zaken diep betreurd in de over
tuiging, dat de kans op een waar
lijk vooruitziende onderwijs-hervor-
ming in grootse stijl verloren was
gegaan. In 1916 overleed dr. Bos. De
eerste portefeuille van een Neder
lands minister van onderwijs viel in
1918 ten deel aan dr. J. Th. de Vis
ser. Na hem, ook steeds mannen van
rechts, volgden anderen, maar geen
met de bekwaamheid en bestuurs
kracht om opnieuw een gedachte
van vernieuwing tot werkelijkheid te
brengen. Hun hamen kent men niet
meer.
Nog eenmaal trad een man van for
maat naar voren. Dr. G. Bolkestein
(18711955), als onderwijzer begon
nen, kenner van het middelbaar on
derwijs door ervaring en brede be
langstelling als weinigen, een man,
die toonde de vereiste visie te heb
ben voor een taak, die onderwijl in
de hoogste mate urgent begon te
worden, verkreeg in 1939 de minis
ters-portefeuille van onderwijs.
Het mocht opnieuw niet zijn.
De Tweede Wereldoorlog brak uit en
in de jaren na 1945 kreeg het ma
terieel herstel van het uitgeplunder
de Nederland voorrang boven alles.
In de achtereenvolgende na-oorlog-
se kabinetten kwamen ministers van
onderwijs aan de lopende band: van
1945 tot 1952 vier in zeven jaren; 'n
evenknie van dr. Bolkestein kwam
niet onder hen voor.
Van 1952 af is de hoop gevestigd op
mr. J. M. L. Th. Cals. Aan het kleu
ter-onderwijs is zijn naam verbon
den, maar voor het grote werk wordt
op zijn daden gewacht. De tijd dringt
de parlementaire periode 1956-1960
loopt ten einde. Het werd verwacht,
dat de jongste troonrede de komende
onderwijsplannen zou aankondigen.
Het gebeurde niet.
Zal mr. Cals dan toch als een moder
ne Pallas Athena in volle wapenrus
ting plotseling naar voren treden?
Het zou kunnen; of het vast staat?
J. Brander.
(Van een onzer
redacteuren)
We hebben gisteravond
in het Citytheater te
Amsterdam de première
beleefd van de nieuwste
Nederlandse speelfilm.
Wat meer zegt: van een
film, die goed mag wor
den genoemd. Een rol
prent, waarin nu niet
eens in de eerste plaats
is gezocht naar 'n groot
ste gemiddelde. De film
„Dorp aan de rivier" na
melijk naar het gelijk
namige boek van Anton
Coolen is een rolprent
van karakter en gehalte.
Het is een hachelijke on
derneming de stof voor
een film fee putten uit. 'n
bestaand boek. De ver
filming van Coolens
werk was dubbel hache
lijk, omdat het eigenlijk
veel meer de sfeer be
schrijft, waarin bepaalde
gebeurtenissen zich ont
wikkelen dan de feiten
zelf. Dialoog komt er bij
na niet in voor. Dat stel
de de verfilmers voor
een zware taak. Met na
me de Vlaamse schrijver
Hugo Claus, die het sce
nario moest samenstel
len en praktisch alle
dialoog uit niets moest
opbouwen. Hij was
spaarzaam met woorden,
wat hij de figuren te
zeggen gaf werd er des
te sterker door.
Fons Rademakers, die
de regie voorde, benut
te het scenario voor
treffelijk. Een film,
die misschien wat
traag en fragmenta
risch werd, maar die
vooral om sfeer en in
gehouden dramatische
kracht uitstekend
werd.
Men zou kunnen zeg
gen, dat hier niet het
epos van mensen werd
gegeven, maar dat van
een klein dorp ergens
aan de Maas. Een
dorp, dat deze rol met
stille ingetogenheid op
zich heeft genomen.
De spelers tenslotte.
Max Croiset maakte van
de hoofdfiguur, de stug
ge, streng-rechtvaardige
en o, zo gevoelige dorps
dokter Tjerk van Taeke
een man in wien men
geloven kon. Een van de
zeer goedo creaties uit
zijn carrière en een van
de beste Nederlandse
filmfiguren van de laat
ste jaren. Mary Dressel-
huijs toonde zich ge
knipt voor de rol van de
lieve, zorgzame, alles be
grijpende vrouw. Om
hen heen waren Bernard
Droog als de knecht Wil
lem en verder Jan Teu-
lings. Jan Retel en Hans
Kaart als dorpsfiguren.
Jurriaan Andriessen
schreef de muziek bij
deze film. Hij gebruik
te een zeer simpel mo
tiefje, dat in de verschil
lende scenes, gevarieerd
al naar gelang de sfeer,
terugkeerde. Het werd
voortreffelijke muziek.
Over het geheel een
film, waarop Nederland
trots kan zijn.
Chef lichtte bedrijf voor
f24.000 op
De politie te Rotterdam heeft aange
houden de 28-jarige afdelingschef C.
D. uit Rotterdam. Het is gebleken
dat de man, die een vertrouwenspo
sitie bekleedde bij het sclieepsrepa-
ratiebedrijf de N.V. J. H. K., zijn
werkgever in de laatste vier jaren
voor een bedrag van f 24.000 heeft
opgelicht. Van het gela is niets meer
over. Het werd opgemaakt aan ca
fébezoek, enz.
Verdachte mocht zelfstandig voor de
N.V. inkopen doen en dit leidde tot
allerlei boekhoudkundige manipula
ties. Drie jaar geleden begon hij met
oplichtingen voor kleine bedragen,
maar toen alles goed ging werd hij
steeds driester. Toen deze manipula
ties veelvuldiger voorkwamen kwam
het bedrog uit.
Van en oóoz
Vlissingse H.B.S.-leraar
schreef een toneelspel
Als deel zes in de serie „Van Gor-
cum's Nieuw Dilettantentoneel" ver
scheen bij de Kon. Van Gorcum
Comp. N.V. te Assen het toneelspel
„Don Quichot op de bruiloft van Ka-
macho" door J. C. Verkerk, Ieraar
Nederlands aan de r.h.b.s. te Vlissin-
gen.
De schrijver noemt het in een onder
titel „een spel in twee bedrijven, zeer
vrij bewerkt naar Pieter Langendijk".
Die vrije bewerking om maar met
de deur in huis te vallen is be
paald een succes geworden. Verkerk
maakte van deze kluchtige historie
een vlot, geestig en in weldadig zui
ver Nederlands gesteld toneelstuk,
dat ongetwijfeld uitstekend speelbaar
is en dan met name voor amateur- en
scholierentoneelverenigingen. De figu
ren, die hij ten tonele voert, leven en
spreken stuk voor stuk 'n voor ieder
hunner karakteristieke (soepel rij
mende) taal. Een fascinerende intri
gue bezit dit op een aloud klucht-the
ma gebaseerd stuk uiteraard niet.
maar dat zal ook niemand verwach
ten en bovendien laat Verkerk zijn
„Sanche" nog eens tot zijn heer Qui
chot zeggen: „Ze mag niet van d'r
pa, da's zo in elk stuk. Kom heer.
bestijg uw ros, vertrek naar andere
streken, je moet je neus nooit in een
anders zaken steken". „Ze" is de
huwbare jongedochter, die van d'r
pa niet met een kale edelman mag
trouwen het toch doet en de rijke
boer, aanvankelijk kandidaat heeft
het nakijken. Ziedaar, de intrigue in
een notedop van „Don Quichot op de
bruiloft van Kamacho", „zoals ïn ie
der stuk" om met Sanche te spre
ken, maar lang niet ieder stuk bezit
de souplesse in taal en opzet, dia
Verkerk zijn spel wist te geven.