BEGROTINGSTEKORT 1318 MILJOEN /n REGERING WIL 1275 MILJOEN LENEN Tijdelijke zullen belastingverhogingen worden vi verlengd Economisch leven herstelt zich Regering niet pessimistisch STREVEN NAAR AFSCHAFFING VAN CONSUMENTENSUBSIDIES WOENSDAG 17 SEPTEMBER 1958 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT (Van onze parlementaire redacteur) De rijksbegroting voor het dienstjaar 1959 slnit met een tekort van 1318 miljoen gulden. In feite rekening gehouden met bijkomende factoren is het tekort zelfs 1597 miljoen. De regering hoopt het tekort voor het grootste deel te overbruggen door de verlenging van eni ge tijdelijke belastingverhogingen: 110 miljoen; door voorinschrijving bij de pensioenfondsen: 425 miljoen; door te lenen van het grootboek woningverbetering: 50 miljoen en door te lenen op de open kapitaalmarkt: 800 miljoen. Voorts zal grote zuinigheid noodzakelijk zijn. De begroting als geheel toont een nogal somber beeld. Het tekort is groter dan in tal van jaren het geval is geweest. Daarbij mag echter niet uit het oog verloren worden, zo schrijft de mi nister van financiën, de heer Hofstra, dat een groot deel van de uitgaven en inkomsten in wet telijke bepalingen is vastgelegd, dat enkele bij zondere gebeurtenissen de ontwikkeling in Indonesië en de instorting van de zuivelmarkt zware lasten op ons land leggen en dat de werk gelegenheid hoge bedragen zal eisen. Voor het ogenblik acht de bewindsman het tekort nog toelaatbaar. Op langere termijn is echter de grootst mogelijke voorzichtigheid geboden. De regering is voornemens voor te stellen: Verlenging van de op 1 januari 1959 vervallende tijdelijke verhoging van het bijzonder invoerrecht op benzine en van de motorrijtuigenbelasting voor o.m. dieselauto's. Verlenging van de op 1 augustus 1959 vervallende tijdelijke verhoging van de omzetbelasting voor een aantal artikelen, welke verhogingen op 1 augustus 1957 en 10 februari 1958 zijn ingevoerd. Verlenging van de tijdelijke verhoging van de vennootschaps belasting van 41 tot 43 procent en van 44 tot 47 procent tot 1 januari 1961. Verlenging van de tijdelijke verhoging der vermogensbelas ting tot 1 januari 1962, doch deze tijdelijke verhoging zou toch al doorlopen over 1959, zodat de verlenging op de begro ting van 1959 geen invloed heeft. plichtingen door Indonesië en de instorting van de internationale Zuivelmarkt. De budgetaire conse quenties hiervan belopen voor 1959 ongeveer 500 miljoen gulden. Minister Hofstra getuigt ie. De oorzaken, die van een zekér optimisme, tot hogere staatsuitgaven hebben geleid, zijn naar zijn mening na melijk voor een deel van tijdelijke aard. Daarom meent hij, dat de toeneming van het begrotings tekort voor .1959 gemakkelijker kan worden aanvaard dan een toé* neming uit permanente en struc turele oorzaken. Op de inkomstenkant van zijn bere kening heeft minister Hofstra een bedrag van 7430 miljoen genoteerd en op de uitgavenkant 8748 miljoen, waarvan 7136 miljoen aan lopende uitgaven met inbegrip van het na delig saldo van het Landbouw Egali satiefonds van 567 miljoen en 1612 miljoen aan kapitaalsuitgaven, dat zijn de uitgaven voor grote werken. Het officiële tekort is, zoals gezegd 1318 miljoen. Dat het nadelig saldo, indien men rekening houdt met bij komende posten, oploopt tot 1597 mil joen is toe te schrijven aan de vol gende factoren: defensie-uitgaven uit hoofde van in vorige jaren niet opge nomen gelden tot een bedrag van 31 miljoen, civiele uitgaven uit hoofde van in vorige jaren niet opgenomen gelden: 50 miljoen en lasten, die zul len voortvloeien uit wettelijke rege lingen, die op het tijdstip van de in diening der begroting nog niet tot stand zijn gekomen (sanering alge meen burgerlijk pensioenfonds en spoorwegpensioenfonds): 198 miljoen. Houdt men rekening met de baten, die zullen voortvloeien uit de verlen ging van de tijdelijke belastingverho gingen (110 miljoen), dan resulteert dus een begrotingstekort van 1487 miljoen gulden. Oorzaken van hoog uitgavenpeil De regering beijvert zich in de miljoenennota, die al deze niet bijster verkwikkende cijfers ont hult, verscheidene oorzaken aan te wijzen voor het hoge uitgavenpeil en het daarmede samenhangende grote tekort. Twee ervan, die ook reeds in 1958 de schatkist voor ernstige problemen stelden, zijn van externe aard de verdere verzaking van zijn financiële ver- Andere krachten, die tot verho ging van de uitgaven hebben bij gedragen zijn maatregelen tot be strijding van de werkloosheid, de grote toevloed van leerlingen en studenten naar het voortgezet en het hoger onderwijs, de belangrijk toenemende afkoopsommen inge volge de financieringsregelingen 19471948 voor de particuliere nieuwbouw en andere huursubsi dies. Bovendien neemt het rijk ook in 1959 de volledige financiering van de woningwetbouw voor zijn rekening. Voor dit doel is een be drag van 670 miljoen in de begro ting opgenomen, tegen 540 mil joen in de oorspronkelijke begro ting voor 1958. Bouw 80.000 woningen De financiering van de woningwet- bouw drukt wel heel sterk haar stem- tel op het uitgavenpeil van de rijks- icgroting. Het bouwprogramma zal weer, evenals in 1958, 80.000 wonin- Vervolg op pag. 12) S.E.R. geeft advies over subsidies (Van onze parlementaire redacteur) De regering heeft dinsdag aan de So ciaal Economische Raad advies ge vraagd over het al of niet afschaf fen van de consumentensubsidies op de melk en op de huren. Met betrek king tot de melk heeft de regering op enige spoed bij het geven van ad vies aangedrongen. Op de begroting van het Landbouw- Egalisatiefonds voor 1959, die een te kort vertoont van 567.1 miljoen gul den, heeft de regering een bedrag van 110 miljoen aangebracht als con sumentensubsidie voor de melk. Vlug ge afschaffing van de subsidie op de consumentenmelk zou dus een voor deel betekenen voor de rijksbegro ting 1959. De consument zou echter bij intrekking van de subsidie 6 h 7 cent meer moeten betalen voor een liter melk. Er kan niet worden verwacht, dat deze prijsverhoging een loonronde met zich mee zou brengen. Niet al leen gaat de Miljoenennota uit van een onveranderd loonpeil, maar bo vendien hééft de Sociaal Economische Raad zich al in zijn nota over de be stedingsbeperking principieel op het standpunt gesteld, dat afschaffing van de consumentensubsidies niet tot een automatische loonsverhoging mag leiden. Verder is afschaffing van de sub sidie op melk gemakkelijker door te voeren dan opheffing van de huursubsidies. Bij het laatste zijn zoveel problemen op te lossen, on der anderen het vraagstuk van de compensatie, dat een eventueel be sluit tot verhoging van de huren toch niet eerder dan op 1 januari 1960 in werking zou kunnen tre den. De regering deelt mede, dat over de begrenzing van de aan het agrarische bedrijfsleven via prijs garanties verleende steun, overleg plaatsvindt met de organisaties der betrokken groepen uit de landbouw. Daarnaast overweegt de regering een afschaffing van de consumentensubsidie op melk. Middelen en uitgaven van de staat Miljoenen en nog eens miljoe nen draaien over de drukpers. Het is geen krant in een mil joenenoplaag, noch wordt er liier geld gedrukt. Neen, het is de miljoenennota die over de persen van de staatsdrukkerij vliegt. Er zijn heel wat exem plaren nodigvoor de leden van de regering, voor de Ka merleden, voor de pers, voor het particuliere bedrijfsleven, dat er belang in stelt, voor ar chieven, voor dit en voor dat. De drukker, die zo nauwlettend kijkt of het letterbeeld wel goed helder op het papier komt, heeft een vertrouwens- positie. Hij heeff vroegtijdig weet van een der geheimste regeringsstukken van het jaar. Geheim tot aan prinsjesdag. Daarna een stuk waar nog maanden over gesproken zal worden. (Foto exclusief P.Z.C.) REGERINGSBELEID VOOR 1959 Snelle „inhaal" van woningtekort (Van onze parlementaire redacteur) In de miljoenennota heeft de minister van financiën niet alleen een over zicht gegeven van wat ons de staats huishouding in 1959 gaat kosten en welke middelen ons dat jaar ten dien ste staan, hij heeft er ook enkele innten in opgesomd betreffende het teleid, dat de regering zich voorstelt in 1959 te voeren: De grote last, die tengevolge van de prijssubsidies op het budget van de staat drukt, vermindert naar hij meedeelt de ruimte, die voor andere onderwerpen van staatszorg beschik baar is en maakt handhaving van ho ge belastingtarieven onvermijdelijk. De regering beraadt zich op de mid delen om het tekort van het Land bouw Egalisatie Fonds terug te bren gen. Het standpunt van de regering ten aanzien van de consumentensub sidies blijft, dat algemeen gebruikte goederen en diensten normaliter uit het inkomen moeten worden bekos tigd en dat zij niet uit belastinggel den moeten worden gesubsidieerd. Het ligt in het voornemen het ge hele complex van vraagstukken over de prijssubsidies waaronder het probleem van de huren nader te bezien. Ten'aanzien van het consu- mentensubsïdie op melk zal de rege ring vóór 1 januari 1959 haar stand punt bepalen. De regering rekent het tot haar primaire taak ervoor te waken, dat net interne en externe niet monetaire opnieuw wordt ver- ^llllllllllllllllllllllllllllllillllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll^ H Minister-président Drees is een ernstig man, zeker als het gaat §g om mïljoenencijfers. Onze eni- ge vrouwelijke minister, dr. M. H A. M. Klompé wijst hem hier H naar het schijnt met een grap- M je op de betrekkelijkheid van alle miljoenen. s Maar minister Drees blijft ern- stig, evenals minister J. G. Suurhoff van sociale zaken en H volksgezondheid en minister mr. J. M. L. Th. Cals van O. II K. en W. (geheel rechts H (Foto exclusief P.Z.C.) BESTEDINGSBEPERKING HAD GUNSTIGE INVLOED Weer overschot op betalingsbalans (Van onze parlementaire redacteur) De eerste zes maanden van 1958 zullen naar verwachting een overschot van 650 miljoen op de betalingsbalans opleveren, zo vermeldt de Miljoenennota. De ze gunstige ontwikkeling is ten dele een gevolg van een reële verbetering in de verhouding tussen middelen en bestedingen, anderdeels van veranderingen in de voorradengedurende het laatste kwartaal van 1957 na men de voorraden niet meer toe, en aangenomen kan worden, dat in de eerste helft van 1958 inte- ring plaats vond. De betalingsbalans is een goede graadmeter voor de veranderingen, lie zich in de maatschappelijke wel stand van een land voltrekken. Van daar, dat de bewegingen altijd nauw gezet door de regering gevolgd wor den en dat zij ernaar streeft een zo gunstig mogelijke betalingsbalans te verkrijgen: dat wil zeggen het to taal van de vorderingen op het bui tenland het totaal van de schulden aan het buitenland te doen overtref fen. Wanneer de produktie in Nederland weer stijgt, zullen de voorraden even eens toenemen, met het gevolg, dat het overschot op de betalingsbalans ten dele weer verloren gaat. We moe ten de aanschaffing van grondstof- fenvoorraden aan het buitenland be talen en de voorraden afgewerkte produkten wachten nog op buiten landse kopers en dus op betaling. Aangezien de voorraadvorming jaar lijks gemiddeld 500 a 600 miljoen be draagt en onder normale conjunctu rele omstandigheden tevens een over schot op de betalingsbalans van on geveer 500 miljoen nodig is, moet voor beide doeleinden tezamen een miljard gulden per jaar normaal wor den geacht. Het jaar 1957 is belangrijk onder de ze norm gebleven; 1958 zal er naar verwachting aan voldoen. Uit de stijging van de uitvoer in 1958 tegen de wereldconjunctuur in blijkt de invloed, die is uitge gaan van de ruimte, die als gevolg van de bestedingsbeperking in het produktie-apparaat is ontstaan. Tevens heeft de bestedingsbeper king geleid tot een daling van de invoer. Er wordt verwacht, dat verschillende bestedingscategorieën in 1959 licht zullen stijgen, met name de consump tieve bestedingen van de particuliere sector en van de overheid. Ook de investeringen van de lagere publiekrechtelijke lichamen en van hun bedrijven zullen waarschijnlijk toenemen. De woningproduktïe zal in 1959 vermoedelijk 'ongeveer op het peil van 1958 liggen. Besparing 20 pet. noodzakelijk Minister Hofstra is van oordeel, dat een besparïngspeil overeenkomende met ongeveer 20 procent van het na tionale inkomen nodig is om aan on ze omvangrijke structurele kapiaal- behoeften te voldoen. Op allerlei gebieden wachten ons land nog zware taken. De minister wijst op de industrialisatie en de heroriën tering op de Euromarkt, op de kern energie, op de steeds groeiende be dragen, die het hoger onderwijs aan investeringen vergt, op de noodzaak de verkeersvoorzieningen wegen, tunnels, enz. op peil te brengen en te houden; op de Deltawerken; op de bij voortduring grote bedragen vergende woningbouw, meer en meer in samenhang met de noodzaak van krotopruiming en op de tendentie om steeds meer uitbreiding te geven aan allerlei vormen van internatio nale hulp, die slechts uit nationale besparingen kan worden verleend. Hij acht het gerechtvaardigd een be roep op de kapitaalmarkt te doen voor uitgaven die de kracht van onze nationale economie ten goede komen Overigens vindt hij, dat ons land er, op de lange duur beschouwd, niet aan kan ontkomen althans een deel van de overheidsinvesteringen uit eigen besparingen te financieren. evenwicht stoord. In samenhang hiermede zal aan het probleem van de hoogte der na tionale besparingen bijzondere aan dacht worden besteed. Het verschaffen van voldoende werkgelegenheid voor de groeiende bevolking zal bij voortduring de aan dacht van de regering behouden. Als middel tot verbetering van werkgele genheid ziet zij in de eerste plaats de vergroting van de uitvoer en, ter ver ruiming van de werkgelegenheid op korte termijn, het treffen van ge richte maatregelen, zoals de uitvoe ring van aanvullende werken. De noodzaak tot handhaving van het mo netaire evenwicht stelt evenwel gren zen aan de omvang van de maatrege len tot bestrijding van de werkloos heid. De regering streeft naar een snelle inhaal van het woningtekort. Tenein de de financiering van de woningwet- bouw te verzekeren is in de begroting 1959 een bedrag van 670 miljoen op genomen voor woningwetvoorschot ten. Daarnaast blijft de begroting be last met subsidies in de vorm van ex ploitatiebijdragen voor woningnet woningen en met premies a fonds perdu ten behoeve van de woning bouw door particulieren. DE WONINGEN QIEW'iTCKORT KOM EK I9<5 '<6 tij '48'19'50 -51 W IOftOTwiii9Pn

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 5