e^TKBEHDE'S JNIEUW BOOD* Het gerucht: machtig wapen in handen van Cairo en Moskou Vraag geen verf.vraag RIP O LIN PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer nooit zo nieuw als nu! ondergang de Canopus PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1958 v Advertentie) .literfi.es f 6.7Ö, Vj literfles f 3.55 (exclusief glas) IRAK KOMPAS ZONDER POOL ro en Moskou. Het antwoord van de nieuwe regering- op het gerucht, is voorlopig nog maar een keihar de persbreidel en lachwekkende tegenspraak in stroeve officiële verklaringen. Het zij gegeven, dat het kompas van Irak voor zijn nerveus zoekende naaid een goede pool vindt. Antwoord van nieuwe regering is een keiharde persbreidel (Van onze speciale verslaggever Guy Fortgensl. Bagdad. Irak De Irakezen houden van het gerucht. Het zweeft door Bagdad op de Föhnwarme wind, slipt een raam binnen, kringelt over een terrasje met lome krantenlezers 1,1 d.e ?ageJl van ',le Irake*f revolutie wervelt even door een groepje arme tobbers, die fcerooshrdèlXf^"raJloea%V£^Z maïskolven staan te kauwen. Het gerucht begint als eenBeiroet (zie opschrift, koffer). De in- zucht: na een uur is het een gloeiende woestijnwind, die d<t2tiT££j8JSXl£'£2 Z', povere zielen tot razermj brengt. - plotseling waardeloos vrachtgoed ge- worden versch'Jnsel in Bagdad Foto excl. R.D.P. I Vicky -Bagdad heeft my zeven uur gedwongen verblijf op een politiebureau be zorgd. Op de dag van aankomst raakten grote tanks van het olie depot in Bagdad in brand. Een steekvlam; daarna een vette rook wolk, die drie dagen lang een gro te slagschaduw over Bagdad spreidde. Het vffts een enorme brand. Mijn hotelkamer, op kilo meters afstand, werd er zachtrose door verlicht. Volgens gerucht zou een Engelse employé de brand hebben gesticht. Toen ik 's morgens rond acht uur uitging was er nog niets aan de hand. Drie uur later was de hoofd stad van Irak volslagen onveilig voor vreemdelingen. Toen ik een agent naar een taxi standplaats vroeg, nam hij mij dringend bij de arm. Op het bu- reuau werd het allemaal duidelijk. Er waren diverse vreemdelingen gemolesteerd, omdat een Brit de ♦tanks in brand gestoken had Daar zaten we, voor eigen veilig heid in verzekerde bewaring, met een inspecteur van politie als vriendelijke gastheer: een Ameri kaanse vrouw (door huwelijk een Iraqi), een Amerikaan, een Frans man en een Nederlander. Kwart over zes 's avonds werden we in een stationcar, waarin ter bevei liging ook zes militairen zaten, naar huis gebracht. Zo machtig en extravagant is het gerucht in Irak. Er hadden diezelf de dag nog veel meer geruchten opgeld: een handlanger van ko ning Hoessein had de brand ge sticht; een ander gerucht meldde dat Nasser er achter zat; volgens weer een ander heette het. dat Is raël er de hand in had. Het-mooi ste gerucht was, dat de geest van koning Feisal wraak had geno- De avond na de verzekerde bewa ring kwam een groepje van vier ambtenaren van het ministerie van voorlichting een verklaring over de brand voorlezen. Het heette dat brandweer en militairen het vuur onder controle hadden (tien minu ten geleden had ik van het hotel dak af de vlammen nog ten hemel zien laaien en dat er van Britse sabotage niets, maar dan ook niets, was gebleken. Het on derzoek duurde voort. Die vier ambtenaren een hun ner was de censor stonden con tinu ter beschikking van de tien tallen persvertegenwoordigers. We noemden ze de „persverpleeg- sters", een ploegje achterdochtige jongens, dat uren nodig had voor het censureren van een gewoon familietelegram, omdat men de woorden niet begreep en men er niet naar durfde vragen. Over de oliebrand mocht nauwelijks iets de wereld in. In het plaatselijk dagblad „Iraq Times" verscheen eerst na twee dagen-lakoniek een tienregelig berichtje, dat er brand was Fotograferen is in Irak vrijwel een onzedelijke handeling. Het gerucht is een wapen ten dienste van dp intriganten uit Caï- Stemmen uit de Kerken (Slot van pag. 3) liaar stem te verheffen tegen deze gang van zaken. Doch dit niet alleen. De kerken proberen door middel van de kerkelijke tucht uitspattingen te gen te gaan. Velen werden als lid van de kerk afgesneden wegens drank zucht en het overtreden van het 7e gebod. Maar ook dit helpt niet, zodat er grote groepen buiten de kerk ko men te leven. Ze behoren er nog wel bij, maar toch eigenlijk ook weer niet. Bovendien is het leven met meer vrouwen voor hen van ouder op ouder een gewoon verschijnsel geweest. Aan de problemen van Afrika wordt tegenwoordig van politieke zijde nog al wat aandacht besteed. Men moet het ook wel doen, want men weet dat, waar ongezonde verhoudingen zijn, een volk open komt te liggen voor communistische ideeën en dat er dan tegenwoordig gemakkelijk wapens verkrijgbaar zijn voor een anti-kolo niale revolutie. Wie hiervan meer wil weten, kunnen we aanraden het boek van de Amerikaanse diplomaat Ches ter Bowles te lezen. Er is een verta ling van zijn boek verschenen bij het Boekencentrum onder de titel; „Afri ka's uitdaging aan Amerika". Deze Bowles is niet minder dan ambassa deur van dc Verenigde Staten in India geweest, waar hij van nabij heeft meegemaakt de overgang van kolonie tot een vrije staat. Amerika kan, vol gens hem, de belangstelling voor Afrika niet meer beperken „tot de aankomst van de eerstvolgende kobalt, columbiet of uraniet". Volgens hem is ongeveer 'n achtste deel van de Afrikaanse bevolking christen. Wat Afrika aan onderwijs heeft, is voor namelijk het werk van de christelijke zending. „Er is bijna geen Afrikaan se leider ten zuiden van de Sahara aan te wijzen die niet op een christe lijke school is geweest". De belang stelling die men tegenwoordig heeft in persoonlijke vrijheid en zelfbe stuur, „vindt zijn grond in het chris telijk geloof". Volgens hem moet Amerika zich stellen achter het ver langen naar zelfbestuur en nog veel meer zendelingen naar Afrika stu ren. In het laatste nummer van het zen dingsblad der Nederlands Hervormde Kerk staat een artikel dat is overge nomen uit de berichten van de Duitse Rijnse Zending. Deze overname zal wél mede geschied zijn omdat, sinds het onlangs genomen besluit, de Raad voor de Zending en daarmee de Ned. Herv. Kerk, betrokken zal worden bij de zending in Afrika. In dit artikel worden de moeilijkheden van de zen ding in dit werelddeel ten voeten uit getekend. De arbeidsverhoudingen worden ge noemd met hun verderfelijke gevol gen en „Jammer genoeg ook de voor beelden van de christelijke Europea nen". Hoe moet in deze nood worden geholpen „Een betere levensstand aard helpt niet, die lijdt eerder tot verder afglijden", en dan wordt het woord van een Afrikaanse onderling aangehaald, hoe alleen God door Zijn Geest mensen uit zulke diepten kan trekken. De schrijver van dit artikel doet dan een beroep op de zendende kerken er voor te zorgen dat alle krachten worden ingespannen voor de opleiding van inheemse predikan ten en er waakzaam voor te zijn dat er een „predikantenstand" blijft, die zich wat opleiding en salariëring be treft, niet achtergesteld behoeft te gevoelen bij onderwijzers en leraars die in gouvernementsdienst werken, „Mogen wij in het vaderland deze nieuwe omstandigheden (nl. van Afri ka) goed begrijpen en voor ons deel meehelpen". H. 942. Het was niet alleen Val Marian, die zich zorgen maakte. Ook dictator Zorin had zo zijn beslommerin gen en zijn rechterhand, de nobele Volta, moest het ontgelden. In de allereerste plaats verweet Zorin hem de spelen bedorven te heb ben. De aardman had moe ten sterven en de gelegen heid daarvoor was onge bruikt voorbijgegaan. Erger nog, Storm had zich door zijn optreden in de arena een populariteit verdorven, die Zorin tei'dege dwars zat en hem veël schade kon be rokkenen.- ,YDe kerel lijkt onkwetsbaar", sprak de dic tator. „Maar ergens zal hij een zwakke plek 'hebben. Het Is gèen kunst om liem om zeep'te helpen, maar ik wil hem van het voétstuk stoten, waarop het volk hem heeft vérheven. Hij moet openlijk verne derd worden". Volta dacht een ogenblik na en opperde toen: „Waarom onderwerpen wij hem niet aan een brëinte'st? Als bewoner van een andere planeet zal hij wellicht niet die hersen- controle hebben, Waarover de meesten onzer beschikken!" Zorin kneep de ogen half toe en knikte. Aldus werd piloot Storm uit de kerker gehaald en naar het hol van de leeuw gevoerd', e dictator ontving hem smalend. „Aha! Daar hebben wij onze gespierde barbaar!" FElilLLBTO) FD01.4M) l'KISSöV 35 Een buigzame staaldraad werd uit gerold en was op een vadem afstand achter hem in het water gekletst. Hij had zich er op geworpen en hem met beide handen gegrepen. Dadelijk was hij. toen de Virginia over bakboord slingerde, uit het water getrokken en tegen de romp gedrukt. Zijn handen hadden losgelaten. Ondergedompeld had de stroom hem naar het midden van het schip gestuwd en instinctma tig had hij de armen uitgestoken en hadden zijn vingers, zich aan een lijn vastgeklampt. Daar was hij met ge sloten ogen blijven hdngen en had getracht de dodelijke duizeligheid die hij ondervond te overwinnen en zich de moed in te blazen. Hij had de ogen weer geopend om dichterbij de twee mannen op te merken die weer hadden getracht hem te redden en die dezelfde staaldraad langs de romp binnen zijn bereik lieten glijden. Hij had de fout begaan de stalen draad te laten schieten. En alles was weer van voren af aan begonnen: een slingering over bakboord, het vreemde gevoel van uit de muil van het monster te worden getrokken, weer de plons, de kilte van het wa ter. de druk ervan om het hoofd, het gekraak aan de- slapen en het zoe men van een zeeschip in de oren. Hij voelde een neiging tot overgeven. Het was afgelopen! had hij gedacht. Het spel was gespeeld en verloren. Hij had niet de kracht .meer om zijn mond dicht te doen en zijn adem in te houden terwijl de golven over hem heen liepen. Hij kreeg water binnen, aldoor meer. Wat. hinderde het ten slotte; het water luidde de doodsklok in zijn oren. Godde had de ogen geopend en het hoofd opgeheven. De warreling had hem weer enige meters verzet' en naar het achterschip .dicht bij de kampanje gevoerd. De beide mannen' waren hem gevolgd en een'van hen had met een breed gebaar weer de verzwaarde staaldraad uitgeworpen. „Wat geeft het?" had hij bij zichzelf herhaald. „Ik ben verloren!" En mis schien juist omdat hij geen hoop meer had, had hij zich niet gehaast. Langzaam, zorgvuldig, had hij de buigzame staaldraad om zijn rech terarm gewonden, beginnend bij de schouder, onder de oksels door, met vijf windingen om de arm en nog een om de pols. Daarop had hij zijn vin gers om de draad geklemd en die ten slotte nog met de linkerhand gegre pen. Na tweemaal tegen de romp te zijn gedrukt, had hij zich op het achter dek van de Virginia bevonden, tol lend als een dronken man. „De scheepspapieren zijn in de stuur hut bliivcn liggen, op de kaartentafel, waar ik ze aan Bertrand heb laten zien". Joseph Godde had bijna een ver standsverbijstering gekregen. De pa pieren waren plotseling van buiten gewoon veel belang voor hem gewor den. Die te lezen, te herlezen, aan de hand ervan de koers van de Cano pus in de storm te volgen, er ver geefs het ernstige incident in te zoe ken dat het motief zou zijn om te weigeren hulp te gaan bieden aan de Marco Polo, er de dringende oproe pen van de Italiaan iri aan te treffen, er dc zekerheid uit te putteti dat de Cflnopiis vóór de andere schepen bij hem zouden kunnen zijn, dat alles zou hem in staat hebben gesteld be ter opgewassen te zijn tegen de over weldigende twijfelals ze eens gelijk hadden! En zij die hem zouden toevoegen: Je* had niet het recht daartoe, zouden hem verwijten ze niet te hebben meegenomen. Hij zou met lege han den, zonder bewijsmateriaal voor zijn beschuldigers komen te staan. Maar Bertrand? Er was zulk een kloof tussen het ogenblik dat Godde, boven komend, de eerste officier met naar hem uitgestoken armen had op gemerkt en het tegenwoordige ogen blik, dat de redding van die officier hem onmogelijk scheen. Hij zag in, dat er tijdens zijn strijd om de Virgi nia te bereiken, om niet te verdrin ken toen hij zich aan de romp vast klampte. in zijn „opvissen" na twee vergeefse pogingen op het ogenblik toen alles verloren scheen een won der gebeurd was. Was Bertrand door dezelfde kansen begunstigd geweest? Godde was er niet in geslaagd zich daarvan te overtuigen en toen hij, ondersteund door Saladini en Ganteaume, op het dek gekomen was. had hij geen kracht genoeg gehad de Canopus te zien zinken. Toch was Bertrand er op dat ogenblik, dood of levend, ver dronken of aan het eind van een lijn, afdrijvend of misschien al aan dek. Godde had de smaak van de zee in de mond en het bruisen van het wa ter ln de oren. „Als hij omgekomen is, hen ik de enige geredde van de brug", had hij gedacht. Hij meende dat alle inzittenden van de eerste reddingboot, die hij onder het bevel van de derde officier had gesteld, verpletterd waren. In beslag geno men door het zoeken naar een me thode, hoe ze een tweede sloep met minder gevaar konden strijken, had noch Godde, noch Bertrand opge merkt dat een levende, bevrijd uit de wrakstukken, met de golven was meegevoerd en tegen het boord van een der schepen was geworpen. En als iemand van de Canopus bemerkt had, dat de mannen van de Virginia een drenkeling uit het water haalden, hoe zou hij dan hebben kunnen we ten dat het nu juist Jean Duf or was! „Ik moet weten of Bertrand gered is". Zonder zich om de gescheurde spieren te bekommeren, maar krim pend van de pijn, die zijn bezorgde geest negeerde, liet Godde zich, na dat hij rechtop in zijn kooi was gaan zitten, op de vloer glijden. Toen hij zag wat hem in zijn kooi tot nu ver borgen was geweest, wist hij dat hij zich in de hut van de loods bevond, precies onder de kaartenkamer, en daarmee door een binnentrap bevon den. Goed, hij zou roepen. De een of an der, Vox misschien, zou dadelijk ver schijnen. Hij sloeg, zo goed hij kon, een jas die op de rustbank lag, over de schouders en stapte op blote voeten over de drempel. In de kaartenkamer sprak Iemand, wiens stem (hoewel enigs zins verdraaid door het gordijn boven aan de trap) hem tegelijk békend en vreemd voorkwam. Hij had die stem kortgeleden gehoord, maar ze hield geen verband met het gebeurde. Was dat de stem van iemand van de Ca nopus, van iemand, die, als hij, aan de verdrinking ontsnapt was? Neen, het was niet de stem van Bertrand. De eerste woorden die hij verstond... „Afrikaanse kust... malaria", waren in zijn geest verbonden met een treu rige scène in de voorafgaande uren. Maar welke Er waren er zo vele ge weest! Maar opeens doemde voor zijn freest een gezicht op, jong, manne- ijk, driftig, met vurige blik. In het halfduister van de kaartenkamer op de Canopus tekende het nu voor al tijd gedoofde lamplicht handen die beefden, een verwarde haardos, een breed, gewond voorhoofd en enigszins dikke lippen, die het overrompelende bericht brachten: „Ik heb Rouveyre met gebroken ruggegraat op hét dek gevonden, hij is doorf', „Niet mogelijk! (Hij zocht even naar de naam) Dufor! Hij was in de eerste reddingboot. Ik dacht..." Met moeite hees Godde zich op de eerste trede, toen op de tweede. Hij. zette eerst de ene en dan de andere voet tegen de kant en steunde'op de linker schouder en hand, maar door de gecombineerde bewegingen van, rollen en stampen stootte" hij zijn ge wonde .echter schouder tegen het ijzeren schot. Een andere stem, een die enige uren geleden het vergiftigende gezegde: A Wordt vervolgd)^,.' Oostberlijnse politie deed inval in Steinstiicken De Amerikaanse bevelhebber ln West-Berlijn, generaal-majoor Ham- lett, heeft donderdag krachtig gepro testeerd bij de Russische comman dant in Oost-Berlijn, generaal Zacha- row, tegen een scheiding van West- berlijus. grondgebied door leden van de Oostduitse politie. Volgens generaal Hamlett is een Oostduitse politiepatrouille de West- berlijnse enclave Steinstücken bin nengetrokken om een gedeserteerde Fiolitieman te grijpen. Voordat de po- itie de enclave binnendrong, was het gebied geheel omsingeld door onge veer 800 Oostduitse politiemannen, aldus het protest van generaal Ham lett. Minister Strauss acht jazz nuttig voor leger De Westduitse minister van defensie, Strauss, heeft de Duitse jazz-fede- ratie desgevraagd doen weten dat hij „de elementen die in de jazz hun uitdrukking vinden positief acht en dat zij door de bindende kracht die de mensen ervan ondergaan in hoge mate aan het streven van de West duitse „Bundeswehr" tegemoet ko men. Daarbij dacht de minister vooral aan de zuivere jazz. In to talitaire staten wordt de jazz als vij andelijk gevoeld ook wegens zijn individuele muzikaliteit, zijn vreug de aan het improviseren, aldus Strauss, die meedeelde graag een jazz-legerkapel in het leven te wil- Prinses Margaret, die Colonel in Chief is van de Canadese Hooglan ders, gefotografeerd bij de inspectie van het regiment highland Licht Infantry" in Ontario. De prinses droeg bij deze gelegenheid een nieuw vaandel over aan het regi ment. Rechts van haar de comman dant van de H.L.J., majoor W. D. Gerrard. Advertentie Een

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 8