R0LFILM
N.I.V.E. hield een enquête naar
de oogst uit de ideeënbussen
1
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
OU
NIVEA
spray
PRINSES FAZILET TREURT
OM HAAR VERLOOFDE
's werelds
beste
vakantiefoto's
met „zQheffekt'
E
E
E
De ondergang
van de Canopus
VRIJDAG 25 JULI 1958
PROV1N01 ALB ZEEUWSE COURANT.
15
ÉÉN DENKBEELD KAN 3 MILLE OPBRENGEN
Geen opzienbarende uitvindingen,
maar kleine verbeteringen
(Van een^nzer redacteuren).
Als U op een goede dag tegen uw vrouw zou zeggen: „Weet je wat, voort
aan vertel je me maar aan het eind van de maand, hoeveel je hebt uitge
geven. Dan kunnen we dat in één keer verrekenendan zou die goe
de dag in een bijzonder onplezierige avond eindigen.
Maar toen een paar jaar geleden een comptabele bij de Rijkspolitie
te Groningen adviseerde „reisdeclaraties tot een bepaald bedrag te
doen verzamelen, alvorens deze in de dienen" kreeg hij vijfentwintig gul
den. Want het was ten eerste een idee en ten tweede werd er veel admi
nistratief werk door bespaard. Immers de overheid en vele bedrijven ge
ven een niet onaantrekkelijke premie voor al of niet in bussen gedepo
neerde ideeën. Die ideeën moeten dan origineel zijn, ze moeten in de
meeste gevallen arbeids- of geldbesparing opleveren en ze moeten uit
voerbaar zijn.
Dertig procent bruikbaar
Zoals bijvoorbeeld dat van de direc
teur van de rijkswerkplaats voor
vakontwikkeling te Haarlem, die een
rekenliniaal ontwierp met twee schui
ven, bestemd voor het registreren van
de resultaten van de aan de cursis
ten verstrekte werkopdrachten
voor deze vinding, die zeer veel werk
bespaart, met twee honderd gulden
werd beloond.
Of dat van twee personeelsleden
van de Oranje-Nassaumijnen, die
tweehonderd gulden in de wacht
sleepten met de constructie van
een „prima bevestiging voor de
uittrekbare stijl van een Gusto
omdrukcilinder".
En wat zou U tenslotte zeggen van
de arbeider bij Staatsbosbeheer, die
een beloning van vijftig gulden kreeg
voor een idee ter verbetering van de
hout- en loonadministratie en daarbij
zelfs een commissie-met-een-profes
sor-er-in in vindingrijkheid overtrof?
Willemsvaart wordt door
nieuw kanaal vervangen.
De gemeenteraad van Zwolle heeft
besloten tot het aangaan van een
overeenkomst met het rijk voor het
graven van een nieuw kanaal, ge
schikt voor schepen van 2000 ton,
tussen IJsel en Zwarte Water, ter
vervanging van de Willemsvaart. De
onderhandelingen hierover hebben on
geveer vijf jaar in beslag genomen.
LEZERS SCHRIJVEN
Het moet gezegd.
Onder dit motto stond in uw zater
dagnummer een stukje van T. over
de Vrije-veren-actie.
„Het moet gezegd" dat wanneer een
volksdeel "maar lang en hard genoeg
schreeuwt, het wel altijd de meeste
volksvertegenwoordigers en de plaat
selijke pers achter zich krijgt. Want
nietwaar, zoveel kiezers mag je maar
niet teleurstellen en voor zoveel stem
men doe je heel wat, zelfs tegen be
ter weten in. En T. concludeert dan
maar zonder meer, dat alleen „egoïs
ten" zich niet scharen achter deze
actie!
Als ik het goed begrepen heb, ging
het toch in de eerste plaats om vrije,
of althans geen duurdere veren over
de Westerschelde. En vindt T. het
dan billijk dat alleen de gebruikers
van de Westerscheldeveren worden
geholpen en de gebruikers van de
vele andere veren in den lande hoog
veergeld moeten betalen en boven
dien nog mogen dokken in de vorm
van belasting om de tekorten van
de Westerscheldeveren te dekken?
Slechts „egocentrische mensen" kun
nen dit toejuichen!
Neen T., bekijk dit nu eens niet als
Zeeuw maar als Nederlander. Dan
zult ge moeten erkennen dat slechts
de leuze vrije of althans zo goedkoop
mogelijke veren voor het gehele land
juist is.
Zie naar de verbindingen van de
Waddeneilanden en naar de vele an
dere veerverbindingen, die over het
algemeen zeer onvoldoende en erg
duur zijn en niet kunnen tippen aan
de veren over de Westerschelde. Wat
moeten die eilandbewoners, die bo
vendien geen bevriend achterland
hebben om op terug te vallen, den
ken van uw zeer eenzijdige actie?
Overigens voor de Zeeuwen niets dan
goeds, al geloof ik niet in achteruit
stelling van onze provincie.
Vlissingen, H.
Het is allemaal niet zo spectaculair
en soms ook een beetje onbegrijpe
lijk, voor wie er niet middenin zit.
Het zijn ook geen vindingen, die via
een ideeënbus de buitenwereld berei
ken en daar een sensatie verwekken.
Maar het zijn dan toch allemaal klei
ne, praktische oplossingen en ver
beteringen, die mensen in de praktijk
van hun werk van iedere dag uitden
ken. En dan heel vaak ideeën, die de
moëite van het uitvoeren en van het
belonen waard zijn gebleken.
Het N.I.V.E. Nederlands Insti
tuut voor Efficiency dat steeds
heeft geijverd voor de ideeënbus,
heeft in het begin van dit jaar
een enquête ingesteld naar de re
sultaten van ideeënbussen. Het is
gebleken, dat het aantal organisa
ties, instellingen en bedrijven, dat
een ideeënbus met en zonder
bus heeft ingesteld, ongeveer
300 bedraagt. Al die ideeënbussen
produceerden in 1957 meer dan
30.000 verbeteringsvoorstellen,
waarvan ruim dertig procent
bruikbaar was. Het gemiddelde
bedrag, dat in 1957 per aanvaard
voorstel werd uitbetaald, bedroeg
38.In 1955 was dat nog maar
27.—.
Uit de enquête is voorts gebleken,
dat grotere bedrijven hogere belonin
gen geven, maar dat aan de andere
kant kleinere bedrijven eerder ge
neigd zijn een idee te belonen. De be
loningen liepen uiteen van een rijks
daalder tot drieduizend gulden. En
daarnaast heeft driekwart der ge-
enquêteerde bedrijven ook aanmoedi
gingspremies van 2.50 en 5.in
gesteld.
Overigens is gebleken, dat gemiddeld
twintig procent van het personeel
in de geënquêteerde bedrijven met
ideeën uit de bus of in de bus
kwam. Het hoogste aantal werd ge
noteerd in een bedrijf met 160 man
personeel, dat in 1957 1364 ideeën
ontving, waarvan 89,6 bruikbaar
was. Meer dus, dan het algemeen ge
middelde.
Mooi bruin
worden zonder
inwrijven
Die elegante spuitbus is zo
handig! Eén druk op de knop
en... pssst, de huid is be
schermd door een o-zo-dun
laagje weldadige olie. Nu
kunt U zelf Uw rug doen.
Ideaal, ook voor de kinde
ren - ze houden niet van
inwrijven. Nivea spray, reuze
zuinig!
normal* bus f 530
grote bus f 8.30
Liefhebbers van het zeilen, op
de leant en op het waterkwa-
men woensdag op de Kaag
ff ruimschoots aan hun trek, ge- ff
tuige deze opname van de re- =g
H genboogklasse in de strijd.
H Links de „Bruiser" van de heer s
iJ. de Wilde, die in deze klas f|
winnaar werd.
minimum
Lloyds beperkt dekking
van oorlogsrisico's.
De algemene scheepsverzekering bij
Lloyds in Londen dekt niet meer het
oorlogsrisico voor schepen, die ha
vens in de Perzische Golf, in Syrië,
Israël en de Golf van Akaba aan
doen. De reders van dergelijke sche
pen zullen voor dekking van het oor
logsrisico aparte verzekeringscon
tracten moeten afsluiten. Lloyds
heeft deze maatregel de vorige week
reeds genomen voor schepen die naar
havens in Libanon en Irak varen.
KERKNIEUWS
NED. HERV. KERK.
Beroepen te Oosterwolde (Gld.) W.
Vroegindewey te Bleiswijk; te Nieuw
Vennep J. van Winterswijk te Wie-
ringermeer.
Aangenomen naar Joure (tweede
predikantsplaats) F. Venema, vica
ris' aldaar.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal te Kornhorn G. Bilkes te
Amsterdam zuid en M. Vlietstra te
Eemdijk.
OLIE EN MISDAAD
Moord in koelen bloede.
Het meest schokkende met betrek
king tot de moord op koning FeisaI
is de reactie van de wereld. Naar het
schijnt zijn de mensen onmenselijk.
Zij bekommeren zich naar het schijnt
alleen maar om olie en niet om mis
daden.
Dit zei prins Mohammed, de vader
van prinses Fazilet toen wij hem ont
moetten in een modern apartement
aan de Place de la Porte de Passy
te Parijs. Tijdens deze ontmoeting
sliep de 16-jarige prinses, die was
voorbestemd om koning FeisaI te hu
wen, in een aangrenzende kamer.
„Wat met de koning en de koninklij
ke familie gebeurde was ernstiger
dan hetgeen aan de tsaar overkwam.
Toen was er tenminste een omwen
teling. Hier ging het alleen om moord
in koelen bloede", aldus de prins.
„Er zou niet een van hen (de Jraak-
se revolutionairen) in leven blijven,
indien ik wat te vertellen had. Ik
kende de familie van de koning reeds
jaren voordat hij om de hand van
Fazilet vroeg. Het waren beminne
lijke mensen", aldus de prins, die de
Egyptische nationaliteit heeft. Zijn
930. Een gebrul van op
winding klonk van de tribu
nes toen de witharige
vreemdeling op de rug van
de sathor sprong.
Men genoot een
schouwspel, zoals dit nim
mer in ae arena van Granol
vertoond was en juichte de
man Van een andere planeet
luide toe. Tot groot mis
noegen van dictator Zorin!
Tevergeefs trachtte de ver
zwakte sauriër het verme
tele menswezen van zijn
nek te schudden. Met ver
bluffende kracht trof het
zwaard keer op keer de on
beschermde kop en hals van
de Sathor, die hulpeloos en
sissend en grauwend rond-
wankelde. Al zijn verslap
pende krachten samenbun
delend, wierp het beest zich
wild tegen de muur van de arena. De schok
deed Arend zijn houvast verliezen en hij
stortte omlaag... vóór de poten van de sa
thor! Een teleurgesteld gemompel weerklonk.
Zou de dappere vreemdeling dan op het laat-
ste moment nog door het reuzëndier vermor
zeld worden? Marc was naar voren gespron-
gen om in één beweging zijn speer te slinge
ren en zijn gevallen makker weg te slepen.
Het was evenwel niet meer nodig, want die
laatste krachtsinspanning bleek de sathor
noodlottig geweest te zijn. Hij kon niet meer
overeind komen en stervend zakte de kolos
neer langs de harde muur...!
r Advertenties
vrouw is een kleindochter van de
laatste Turkse sultan.
„Naar het uiterlijk is zij (de prin
ses) kalm. Maar van binnen is zij
geheel overstuur", zei de prins. „Fa
zilet hoorde het nieuws over de radio.
Ze heeft er niet over gesproken met
mij. Ze zei, dat haar reactie op het
nieuws dezelfde was geweest als van
elk ander meisje dat verneemt van
de dood van haar verloofde".
Fazilet zal haar studies te zijner
tijd voortzetten. Op het ogenblik
heeft zij nog geen plannen om
Parijs te verlaten. Volgens haar
vader zal zij na van de schok te
zijn bekomen naar een „afgele-
gen oord" gaan om er een vakan
tie door te brengen.
„Ik had het gevoel dat er iets op til
was in Irak. Ik dacht echter, dat
het Westen er in zou slagen de toe
stand te stabiliseren met medewer
king van Noeri es Said. Ik meende
ook, dat het Iraakse leger in staat
was de toestand te beheersen".
231
EVEN NADENKEN
TT
1
1111
JJ_
Horizontaal: 1. wijze van handelen,
3. brengt een bruid mee ten huwelijk,
4. dienst rijksbelastingen, 5. kleine
dolk, 6. bep. wollen winterkloding,
7. nietig, 8. bep. eiergerecht, 9. vroeg-
bloeiend bolgewas, 10. bep. struisvo
gel, 11. flink snurken, 12. spijl. 13.
daarna.
Verticaal: 2. Russisch maken.
FEUILLETON
„Ik heb nog geen drie kwartior
geslapen," zei hij bij zichzelf.
Even ging hij in de grote armstoel
verzitten. Ja, hij voélde zich een
beetje geradbraakt, maar heel hel
der, de geest rustig zonder koortsig
heid, gereed om te werken, om beslis
singen te nemen.
„God geve, dat ik er lange tijd
Seen meer te nemen zal hebben,"
acht hij.
Vox keck om zich heen; voor hem
de kaarten, de tafels, het boek, het
kopje, de suikerpot, de koffiekan,
links de vierkante doos van de baro
meter die met een paar bretels („Wil
je wel geloven, Older, dat mijn vrouw
me heeft gevraagd dat „vieze ding"
weg te nemen. Vieze ding oen paar
oude bretels van Laurent." „Je bent
een afgestampte sentimentalist," had
de dokter lachend geantwoord) aan
de zoldering opgehangen; rechts de
opening die van do kaartenkamer
naar de stuurhut leidde, soms door
•*n gordijn afgesloten, dan weer
zichtbaar, al naar de bewegingen van
het schip. „Wat is dat?" Hij zag de
onbekende silhouet van een lange
man, vrij zwaar, gekleed in een zwar
te oliejas, dlo gebukt met de ellebo
gen op de kaartentafel van de offi
cier van do wacht geleund stond. Het
licht tekende het profiel van een jong
gezicht, lung, met diepliggende ogen,
een breed, enigszins afwijkend voor
hoofd en een krachtige kin. De han
den, groot, droog met dikke pezen,
beefden enigszins; het nogal kortge
knipte haar dat, misschien in de na
bijheid van de lamp, een roodachtige
glans had, zag er dicht geplant en
weerspannig uit.
Welk persoon, die niet tot de equi
page van de Virginia behoorde, had
zich veroorloofd voet te zetten op de
brug, de stuurhut binnen te dringen
en de scheepspapieren kaarten en
geschriften te raadplegen, waarop
de tragediën van de voorbije nachten
waren opgetekend? Waarom hadden
noch Réval, noch de uitkijken, nóch
de roerganger hem niet teruggehou
den?
Tenzij dit de derde officier van de
Canopus was, die Dufor, die gewei
gerd had een slaapmiddel in te ne
men, die, zoals Older had beweerd,
aan boord rondliep en die Vox zonder
hem op zijn rondgang door het sclüp
te zoeken, graag wilde ontmoeten.
„Wie zou hier durven komen, als
het niet een zeeman was, de zeeman
die we als eerste uit het water heb
ben gehaald?" dacht Vox, de blik ge
vestigd houdend op de man die nog
steeds verdiept was in de kaart en
tussen wiens schraal, maar zeer man
nelijk tegen het licht afgetekende
profiel en liet vertrokken gezicht,
met de kijker in hot water opge
merkt, liij enige gelijkenis trachtte
te vinden.
Hij stond op en ging naar de man
toe, die zich op het geluid oprichtte
en zich naar hem omdraaide.
„Jij bent de derde officier van de
Canopus?" vroeg Vox.
„Dat was ik, kapitein. Mijn naam
is Jean Dufor. Neem het mij niet
kwalijk," voegde hij er bij. „Ik beef.
dat is van de koorts, van de malaria."
„Jij was degeen die de eerste red
dingboot commandeerde... Waarom
ben je niet naar koot gogaan? Waar
om heb je een kalmeringsmiddel ge
weigerd?"
„Neen, neen, kapitein, ik zou niet
kunnen blijven liggen. Ik wil geen
slaapmiddel. Ik was van de Afrikaan
se kust gekomen en toen die kou van
da Noordatlantische Oceaan— Ik
was daarvóór al midden in een aan
val."
Zijn gemakkelijk spreken, verze
kerd, zonder schroom en zonder in
beelding, stond Vox wel aan, evenals
liet evenwicht, de rust (niettegen
staande de rillingen) waarvan de
donkere, wijd uiteenstaande ogen
tuigden.
I ,,Hoe lang heb je je eerste rang
al?"
„Sedert verleden jaar, kapitein."
„Hoe oud ben je?"
„Zesentwintig jaar."
„Wat zocht je op de kaart?"
De zeeman keek half om naar de
zeekaart. „U weet dat lk de enige
Seredde ben van de eerste boot. Ja,
c keek..."
Iemand zou zich verwonderd heb
ben als hij gezien had hoe de koele
Vox deze groot knaap bij zijn linker
schouder greep, hem in de rede viel
en meetroonde.
„Kom mee naar de kaartenkamer.
Heb je wat gegeten?"
„Ik weet niet wat, maar ik heb het
niet binnen gehouden".
„Mathieu!" riep Vox tegen een ma
troos, wiens silhouet hij op twee pas
van hem af in de stuurhut zag staan.
„Maak jij zelf wat koffie en breng die
dan hier, met een paar glazen".
„Ga op de divan zitten; ga er op lig
gen als je wilt en vertel me eens hoe
je op de Canopus bent gekomen", ver
volgde Vox, die zelf ln zijn leunstoel
plaats nam en een pijp stopte. Mis
schien had deza jongeman er behoefte
aan te praten en hijzelf wilde weten
wat er op het verloren gegane schip
was voorgevallen.
„Dat is heel eenvoudig", begon Dufor.
„In Napels was ik van de Rigel geko
men en na zes maanden varen tussen
Dakar en de zuidelijke nederzettin
gen. Ziek malaria was verschei
dene weken in een ziekenhuis in Na
pels geweest en was op het punt te
repatriëren. De consul heeft me toen
gevraagd met de Canopus mee te
gaan, die 's middags zou varen".
..Heb je dat dadehjk aangenomen?"
„Zeker, de Canopus! Er was een ge
weldige reclame voor gemaakt. Ik zou
bij de Intercontinentale komen en
misschien zouden ze mij daar hou
den".
„Je wist wat er gebeurd was? Je wist
dat de kapitein, Derieu, van boord was
gegaan?
,,Toen ik in de messroom bekende dat
ik de naam Derieu niet kende, werd ik
uitgelachen".
Met zijn twee plunjezakken, zijn va»
lies, sextant en zeekijker was Dufor
even na het middaguur aan boord van
de Canopus gekomen, die om zes uur
zou vertrekken. Matrozen hadden zijn
bullen voor hem gedragen en hem
door de zenuwachtig dringende, zich
in alle richtingen bewegende, huilen
de, zingende menigte passagiers, die
elkander raadgevingen toeriepen en
met de drommen op de kade afscheids
woorden wisselden, naar het hoofddek
gebracht.
„Aan boord van de Canopus lagen dc
officiershutten aan dezelfde gang als
die van de kapitein, achter de kaar
tenkamer".
Hij had zijn uniform aangetrokken en
zich bij Joseph Godde gemeld, die hij
in de kaartenkamer had aangetrof
fen. „Jean Dufor, kapiteinsdiploma
grote vaart. Ik ben door de consul ge
zonden".
„Goed, meld je bij meneer Rouveyrc,
de oudste tweede officier. Hij zal je
op de hoogte brengen".
Wat Vox, behalve het verhaal van de
jonge officier wilde weten, was het
gedrag van zijn oud-collega, van
de zeeman, die juist onder de kaarten
kamer in 'n kooi lag en die zijn schip
verloren had. Aan deze uit het water
geredde, eerlijke, flinke jongeman
kon hij alles vragen, zo kwam het
hem voor.
„Wat was je indruk van kapitein.
Godde?"
Dufor scheen verrast en Vox vulde
aan: „Als men iemand voor het eerst
ziet, vooral als het een man is met wie
men moet omgaan, onder wiens beve
len men moet werken, dan heeft men
dadelijk, snel een oordeel".
„Op mijn vraag had kapitein Godde
zich nauwelijks omgedraaid. Ik had
maar even zijn gezicht gezien. Ik wist
niet dat hij pas twee uu.- kapitein was
en dan onder die omstandigheden. Ja,
ik dacht dat hij een man was die...
hoe zal ik het zeggen... gekweld
werd".
„Ja ongetwijfeld..."
(Wordt vervolgd)