KAPPIE en het geheim van Kattekopl
NIEUWS UIT DE KERKEN
F® E»
r J® F k~~i
JC
EVEN NADENKEN
1
Waar zijn onze schepen?
De kleine zebra
ZATERDAG 19 JULI 1958
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT.
15
Praktische opleiding
van predikanten aan V.U.
In verband met een wens, uitgespro
ken door de synode der gereformeer
de kerken in Nederland, hebben di
recteuren van de Vrije Universiteit
te Amsterdam besloten met ingang
van de cursus 1958-1959 een aan
vang te maken met de uitvoering van
Elannen voor een meer op de prak-
jk gerichte aanvullende opleiding
van aanstaande predikanten.
Voorlopig zal de praktische opleiding
jij - I
Horizontaal. 1. waardevol tapijt; 4.
bep. tropisch gewas; 7. laatstleden,
afk.; 8. ondergronds zoogdiertje;
10 elem. afk.; 11. daag; 13. frats;
15. sneeuwhui; 17. voegwoord; 18.
riv. in Drente; 19. plaats; 21. be
schaafde vrouw; 23. niets; 25. hoge
akker; 27. kloosterzuster; 28. dienst
willig, afk.; 29. deel v. h. gebit; 30.
spelonk.
Verticaal. 1. zode; 2. lengtemaat; S.
tenger; 4. bep. grondsoort; 5. op
bergruimte; 6. opgeld boven vaste
waarde; 9. is overleden (Lat. afk.);
11. laten zien; 12. gelijk, glad; 14.
opstootje; 16. schaapje; 19. schik,
plezier; 20. jong meisje; 21. voor
werp; 22. peulvrucht; 24. uitroep; 26.
elem., afk.; 28. muzieknoot.
lilWiJMl-JlJMHid
▼UIUH01STB
EUB07HÜA0
□AiiinnmïdAO
BntasiiiaHaia
zich beperken tot: een aantal meer
systematisch gerichte oefeningen
voor de studenten waardoor zij enige
vaardigheid moeten opdoen om hun
studie van exegese en dogmatiek enz.
vruchtbaar te maken voor hun latere
ambtelijke werk in prediking, cate
chese en pastoraat, en een aantal
oefeningen, die hen in aanraking
brengen met praktische kerkelijke
kwesties en hun leren zich te bewe
gen in het bredere kerkelijke leven,
Directeuren hebben ds. S. J. Popma
te Amsterdam voor de cursus 1958-
1959 benoemd tot docent in de theo
logische faculteit, met als opdracht
de regeling van de lessen en de oefe
ningen al onderdeel van deze prak
tische opleiding.
INTREDE VAN DS. DE HAAN ALS
PREDIKANT VOOR BUITEN
GEWONE WERKZAAMHEDEN.
Ds. A. de Haan, die zondag j.l. af
scheid nam van de hervormde ge
meente te Hansweert, zal zondag 20
juli a.s. te Abcoude door zijn vader
ds. P. de Haan, emeritus predikant,
te Driebergen worden bevestigd als
predikant voor buitengewone werk
zaamheden en wel speciaal als eerste
secretaris van het Jeugdwerk van de
Nederlandse Zendingsraad.
In die zelfde dienst, die des avonds
om 7 uur gehouden wordt, zal ds. De
Haan ook als zodanig zijn intrede
doen.
Ds. De Haan is bijna twee jaar se
cretaris van het jeugdwerk van de
Ned. Chr. Studentenvereniging (N.C.
S.V.) geweest, terwijl hij nadien van
1951 tot 1956 deel uitmaakte van de
World Assembly of Youth, in welke
kwaliteit ds. De Haan meermalen
conferenties bijwoonde in Europa,
Amerika, Azië en Afrika.
In 1952 werd ds. De Haan, die 33
jaar is, aan de gemeente Hansweert
verbonden.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen te Vlisslngen: kand. W.
Steenbergen te Apeldoorn.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Amsterdam-C.: C. He
geman te Genemuiden.
De Amerikaanse politie heeft maan
dag in New Jersey de 61-Jarige Victor
Genovese aangehouden, die bekend staat
ala „koning van de banden" en die er
van verdacht wordt de leider te zi)n
van de gevreesde Mafia-organisatie, die
de Amerikaanse onderwereld beheerst.
Gelijk met hem is in Manhattan Vincent
Gigante gearresteerd, die onlangs is vrij
gesproken van medeplichtigheid aan de
moord op de gangster Frank Costello.
Genovese en Gigante worden verdacht
van handel in verdovende middelen.
73. Toen Kappie na een
tijdje terugkeerde op de
plek, waar hij zijn expe
ditieleden had achtergela
ten, trof hij daar slechts
wat vertrapt struikgewas
aan. Van de maat, de beide
opgravers en het bèeld Kat-
tekopl geen spoor. De eni
ge sporen, die Kappie zag,
waren die van een menigte
blote voeten.
„Deksel nog aan toe! Alle
kniezebieters..." bracht hij
uit. „Die drie moeten ja
zijn overvallen en ontvoerd!
Daar heb je het nou... Er
zaten dus tóch indianen
in de buurt!"
Ongerust volgde hij de
voetsporen, die hem al spoe
dig tot aan de rand van
een ondiepe kloof brachten,
waaruit een opgewonden
geroezemoes klonk. En toen
Kappie zich over de rand boog, zag hij tot zijn
grote schrik zijn drie expeditieleden aan pa
len gebonden staan, terwijl de Plattekopls
kennelijk alles in gereedheid brachten voor
een groot feest. Maar Kappie zag meer. Hij
ontdekte het beeld van Kattekopl, dat zich
vlak onder hem, op een hoogte bevond en ook
zag hij de gemaskerde gestalte van een medi
cijnman, die onhandig tussen het bedrijvige
gedoe van de wilden danste. „Bliksiekater!"
mompelde hij. „Ik laat me kielhalen als die
vent in dat rare pakje ja Jeminee niet is! Wat
is die overgehaalde prutsgeneraal wel van
plan? Dat moet ik proberen te weten te ko
men!" En omzichtig daalde hij af naar de
plek, waar het beeld van Kattekopl hem een
mooie schuilplaats bood...
Aagtedijk 16 v. Tang# n. Dar es Salaam.
Aalsdijk 17 v. Belawan n. Singapore.
Abbekerk 15 te Port Said.
Alamak 16 110 mijl z.t.o. Recife.
Alcor 17 v. Montevideo n. Santos,
Alcyone p. 16 Madeira.
Aldabi 17 te Santos.
Alhena 16 te Hamburg.
Almdijk 16 te Rotterdam.
Alphacca 17 te Vittoria.
Amerskerk 17 te Rotterdam.
Andijk 16 50 mijl n.o. Bermuda.
Annenkerk 13 te Hamburg.
Arendskerk 12 te Melbourne.
Arnedijk 15 te Houston.
Astrid Naess 15 250 mijl n.o. Curacao.
Bawean p. 16 Dondra Head-
Bantam 13 v. Singapore n. Djakarta.
Bengalen 18 te Abadan.
Boissevaln 17 v. Kobe n. Okinawa, verw.
20 te Okinawa.
Calamares 18 te Porto Cortes.
Corillo 16 v. Charleston n. Baltimore.
Caltex Delft 16 v. Botany Bay naar
Bahrein.
Camitia 17 te Londen."
Cleodora 17 te Geelong.
Dordrecht verw. 19 te Kaapstad.
Amsterdam 18 200 mijl n. Belem.
Nederland 17 te Suez.
Groote Beer p. 16 Landsend.
Heemskerk 17 te Suez.
Helicon 16 te Baltimore.
Holendrecht 16 v. Rotterdam naar Bal-
timore.
Hoogkerk 17 v. Bangkok n. Hongkong.
Hulst 15 te Antwerpen.
Ivoorkust 19 te Hamburg.
Japara 16 te Bangkok.
Kabylia 18 te Tepta Cardon.
Kallnga 17 270 mijl w. Cochin.
Kalydon 16 320 mijl z. Santos.
Kennemerland 16 180 mijl n.n.w. Las
Palmas.
Kermia 17 v. Hamble n. Isle of Grain.
Kloosterdijk 18 te Antwerpen.
Korenia 16 v. Gefle n. Rotterdam.
Korovina 16 v. Montevideo n. Curacao.
Kreeft 16 35 mijl o. Start Point.
Kryptos 16 300 mijl n.o. Valentia
Kylix p. 17 Azoren.
Lekkerkerk 16 165 mijl z.o. Port Sudan
Leopoldskerk 16 v. Hamburg n. Rotter
dam.
Lindekerk 15 v. Suez n. Basrah.
Lissekerk 15 v. Londen n. Port Said.
Loenerkerk 17 v. Abadan n. Rotterdam.
Lijnbaan 16 v. Llvorno n. Safi.
Maasdam 16 140 mijl n.o. Valentia.
Maashaven 15 te Hamburg.
Maetsuycker 16 170 mijl n.w. Shark Bay.
Marietje Bohmer p. 16 Wight.
Marnelloyd 17 v. Singapore naar Cristo
bal.
Meliskerk 17 te Genua.
Molenkerk 15 te Durban.
Muiderkerk 16 te Antwerpen.
Musllloyd 17 te Rotterdam.
Mijdrecht p. 17 Malorca.
Naess Commander 16 550 mijl n.o. Aden.
Naess Llon 17 dw. v. Miami
Naess Tlger 16 te Las Palmas.
Noordzee 18 v. New York naar Algiers.
Oldekerk 15 te Hamburg.
Omala 16 v. Belim n. Curacao.
Ommenkerk 16 te Hamburg.
Ouwerkerk 15 v. Aden n. Rotterdam.
Plato 19 te IJmuiden.
Reyniersz. 13 te Chalna.
Ridderkerk 16 v. Chittagong naar Cal
cutta.
Rijndam 16 690 mijl z.o. Kaap Race.
Ridderkerk 17 te Calcutta.
Sarpedon 18 te Mobile.
Schouten 16 200 mijl n.o. Kp. Padaran
Senegalkust 16 anker te Porto Anboim.
Sliedrecht 16 te Mena al Ahmadi.
Soestdijk 18 te Morehead City.
Sommelsdijk 17 te Rotterdam.
Statendam 17 v. Queensferry n. Sout
hampton.
Stad Arnhem 16 70 mijl n. Aland.
Stad Rotterdam 17 100 mijl n. Kp. Finl-
sterre.
Straat Malaklta 14 te Singapore.
Telamon 15 v. Amsterdam n. Paramaribo.
Tjimentang 17 te Singapore.
Tjinegara 16 670 mijl o. Rio Grande.
Tibia 18 v. Bahrein na Mombasa
Van Heemskerk 14 te Kobe.
Van RIebeeck 17 rede v. Muscat.
Van Spilbergen 12 v. Rotterdam n. Mom
basa.
Van Spilbergen 16 35 mijl w. Gibraltar.
Vasum 16 v. Port Said n. Montreal.
Vivipara 17 te Mena al Ahmadi.
Willem Ruys 17 van Vllssingen n. Casa
blanca.
Zaankerk 17 te DjlboutL
Zeeland 18 te Boston.
1
HOOG EN LAAG WATER
20 juli.
Vlissingen
4.11
2.27
16.25
2.36
10.26
1.91
Terneuzen
4.40
2.42
16.57
2.52
10.57
2.07
Hansweert
5.25
2.51
17.34
2.58
11.32
2.21
Zierikzee
5.36
1.69
17.50
1.51
11.03
1.41
Wemeldinge
5.59
1.94
18,18
1.76
11.26
1.66
21 juli.
Vlissingen
4.53
2.27
17.09
2.28
11.08
1.91
Terneuzen
5.23
2.43
17.42
2.44
11.41
2.07
Hansweert
6.04
2.52
18.15
2.52
0.13
2.67
Zierikzee
6.14
1.69
18.26
1.50
11.42
1.34
Wemeldinge
6.39
1.94
18.59
1.73
12.10
1.59
23.07 2.37
23.40 2.53
23.31 1.79
23.56 2.08
Misschien was de kleine
zebra wel het allerliefste
diertje van het hele cir
cus. En misschien werd
hij daarom ook zo ver
wend. Door zijn moeder
natuurlijk, door de ande
re dieren want zelfs
de leeuw hield zijn grote
muil als de kleine zebra
sliep en zelfs het ondeu
gende aapje plaagde hem
niet: door de mensen na
tuurlijk ook dö op
passers die de lekkerste
hapjes voof hem be
waarden en ook door de
kinderen die een kijkje
kwamen nemen in de
stallen van het circus.
„Wat ia ie mooi, wat is
ie lief. Ik wou dat ik
thuis zo'n zebraatje had.
Ik vind hem het aller
mooiste dier van het cir
cusIets anders
hoorde de kleine zebra
nooit. En daardoor
kwam het misschien dat
de kleine zebra dacht
dat alles wat hij wenste
gebeuren zou.
Als hij bijvoorbeeld te
gen het paard, zijn grote
vriend zei: „paard, geef
me jouw klontje", dan
gaf het paard hem zijn
klontje en als hij aan de
hand van de stalknecht
snuffelde, net zo lang tot
die begreep dat de kleine
zebra een wandelingetje
wilde maken, dan mocht
ie een wandelingetje ma
ken. En zo werd het
kleine zebraatje een heel
verwend diertje. Als
's morgen» het eerste
licht door de staldeur
naar binnenviel dan be
gon de kleine zebra al te
wensen wat hij nu van
daag eens zou willen. En
alles wat hij wilde ge
beurde, net zo lang tot
hij op het laatst niet
meer wist wat hij wen
sen moest. Hij was
's morgens wakker ge
worden, keek naar de
zonnestraaltjes die door
het bovenraampje van
de deur vielen èn wist
het niet meer. Hij dacht
heel lang. wel een half
uur en keek onafgebro
ken naar de deur. En
toen opeens wist hij het:
de deur. Hij wou gaan
kijken wat er achter die
deur was! Meteen sprak
hij die wens hardop uit,
maar hè, anders vochten
de dieren in de stal bijna
wie zijn wens zou ver
vullen, maar dit keer:
niks hoor. De paarden
stampten met hun hoe
ven, de olifanten trom
petterden boos, de leeu
wen wiegden hun kop
pen heen en weer en de
tijger siste boos van nee.
De kleine zebra vroeg
verbaasd aan zijn moe
der: „Waarom? Waar-
beurd. Wat was er nou
gewoner dan achter een
deur gaan kijken? Hij
zou toch meteen weer
terugkomen? En als hij
niet wist hoè, zou hij
aan een ander vragen of
die hem terugbracht.
Maar toen hij probeerde
om bij de deur te komen,
begonnen alle dieren zo'n
verschrikkelijk lawaai te
maken, dat de stalknech
ten hard kwamen aanlo
pen en met stevige hand
twee balen hooi tegelijk
naar binnen; hij kon dus
niet zien wat er in de
stal gebeurde. En dat
was de kans voor het ze
braatje. Onder die twee
balen hooi door trippel
de hij naar buiten en
zette het op een lopen
toen hij hoorde hoe ach
ter hem alle dieren be
gonnen te loeien en brul
len; want zij hadden het
wel gezien. Hij rende,
rende zonder te weten
waar hij liep en hij hield
pas stil toen hij het ge
schreeuw van de dieren
de stalknechts niet
meer hoorde. De kleine
zebra keek om zich
heen: wat was het mooi
buiten. Zo ver hij kon
zien prachtig groen land
vol gele bloemen en mid
denin dat land paarden.
Niet zo mooi als zijn
vrienden, de paarden in
de stal, maar het wéren
paarden, dat stond vast.
Nu hij wist wat er ach
ter te deur was zou hij
ze meteen vragen om
hem terug te brengen
naar zijn moeder. Hij
stapte erheen.
Maar wat was dat?
zetten het op een lopen
toen ze hem zagen.
Waarom Nog nooit had
om mag ik niet kijken
wat er achter de deur
is? U zult me toch wel
laten gaan, hè?".
Ziln moeder waa ge
schrokken van zijn
vraag dat ze eerst niet
eens had kunnen ant
woorden, maar nu zei ze
met een stem, die het
kleine zebraatje hele
maal niet van haar ken-
„luister kind. Ga
nooit, nóóit achter die
deur. Als je dat doet is
het met je afgelopen.
Dan zie je al je grote
vrienden uit de stal nooit
meer terug".
Het kleine zebraatje
stond paf. Wat was dat?
Een wens van bent die
niet vervuld word? Dat.
was hem nog nooit ge
bet zebraatje terug
brachten bij zijn moeder.
Toen werd de kleine ze
bra boos; hij trapte met
zijn hoefjes, hij nam
geen klontjes meer ^an
en hij draaide zijn kop
af als de kinderen iets
vriendelijks tegen hem
zeiden. En zelfs tegen
zijn moeder en zijn gro
te vrienden was hij hele
maal niet aardig meer.
Iedereen werd er somber
van en alle vrolijkheid
verdween uit de stal.
Maar nog altijd droomde
het zebraatje over wat
achter die deur was cn
op een goeie dag toen do
stalknechten hooi naar
binnen moosten slepen
kreeg hij zijn kans. Eén
van de knechten droeg
iemand het op een lopen
Yezct voor de kleine ze-
•ra. „Wacht toch, wacht
toch!" riep hij, maar de
paarden hielden niet stil
voor ze een brede sloot
en een hek tussen zich
en het zebraatje hadden.
„Wat moet je?" vroeg
één van de grootsten,
„Ik ben de kleine zebra",
zei hij, „ik wil vragen of
jullie me even terug wil
len brengen naar de stal
van het circus".
„Welja", zei het grote
paard, „welja. Dacht je
dat wij zo'n gek beest
»ls jij gingen thuisbren
gen?".
„Een gek bepst?" zei de
kloine zobra, „ik ben he
lemaal geen gek beest.
Ik hen een lief klein ze
braatje. Dat zegt ieder
een".
„Wij zijn iedereen niet"
zei het paard „en wij
hebben onze benen veel
te nodig voor onszelf en
de mensen".
„Goed, dan zoek ik wei
iemand anders", zei de
kleine zebra; „maar geef
me dan even een klontje,
want ik heb honger".
Alle paarden barstten ln
lachen uit. „Een klont
je? Dat krijgen we al
leen op zondag en dacht
je dat we dat aan zo'n
raar streepjespaard zou
den geven Ga nou
gauw!". Ze werden echt
boos, toen de zebra ook
nog vroeg of ze hem
misschien aan wat gras
konden helpen. „Hoor je
dat, hij is zelfs te lui om
zijn eigen gras af te bij
ten!".
joegen hem weg. Er
overal waar de kleine
zebra kwam ging het
hem hetzelfde. Ze lach
ten hem uit als hij iets
wenste en ze joegen hem
weg als hij om eten
vroeg. Toen hij geen
raad meer wist zocht hij
het bij de mensen, maar
daar ging het hem ook
niet beter. De man, die
hij achterna liep, zoals
vroeger de stalknecht,
probeerde hem voor een
karretje te spannen als
of hij eep ponnle was.
Maar de kleine zebra
had nooit geleerd om een
karretje te trekken. De
man joeg hem weg.
De kleine zebra wiat niet
meer wat hij beginnen
moest. Hij begon te be
grijpen dat zijn leventje
in de sta! een heerlijk le
ven was geweest. Ieder
een was daar aardig, het
eten werd je zo maar
voor je neus geduwd en
niemand zei dat je lui of
lelijk was. Hoe kon hij
ooit zijn stal terugvin
den? Hij zocht en zocht;
zijn hoefjes versleten
van het lopen, zijn vel
hing als een te wijd jas
je om hem heen, zó ma
ger was hij geworden en
zijn mooie zwart-witte
strepen waren haast niet
meer te zien, zó vuil was
hij geworden van het
zjwerven. Hij waagde het
niét meer ónYbij ménsen
of dieren in de buurt te
komen. Toen het op een
dag weer eens vreselijk
regende, kroop hij in een
hok, waarvan hij de deur
zag openstaan. Als ze
hem daar nu maar met
rust lieten! Maar nee,
toen hij een poosje in
het hok zat, gooide
iemand de deur dicht.
Hij stampte met zijn
hoeven. hij probeerde
met zijn neus om de
deur weer open te schui
ven. Niets. En toen be
gon het- lawaai. Zijn hok
rolde weg; het leek of er
aan de andere kant nóg
een hok tegenaan gesto
ten werd; buiten was ge
schreeuw en gestommel
van grote kisten. En
toenging zijn deur
weer open: een reusach
tige kist werd in het
hok van de kleine zebra
geschoven. De ogen van
de kleine zebra, die zich
bang tegen een muur
had gedrukt, werden
héél groot: hij kende die
kist. Het was een hok,
het mooiste hok van dc
wereld: daarin woonde
zijn moeder wanneer het
circus op reis ging. En
kijk eens: daar kwamen
ook de grote vrienden:
de paarden, de olifanten,
dc getraliede hokken van
de leeuwen en tijgers.
De kleine zebra danste
er omheen en ook om de
stalknechten, die de die
ren één voor één in de
goederenwagen brachten,
want dat was het hok
natuurlijk. Eerst her
kenden zijn grote vrien
den hem niet eens, maar
toen hij zijn zachte neusi
KINDERPUZZEL.
Wie is een goede spoorzoeker? Die moet dan maar eens vertellen waar al
deze afdrukken in die zandweg van zijn!
tegen ze aandrukte toen
wisten ze het. Hij vertel
de ze hoe vreselijk alles
achter de deur was ge
weest en dat hij had be
grepen hoe heerlijk zijn
leventje was, voor hij
was weggelopen. „Nu
loop ik nooit meer weg.
Altijd blijf ik bij jullie",
zei hij en daar was
iedereen blij om. Tjoek,
tjoek, begon de trein te
rijden en de reis van het
circus begon en niemand
kan zó blij geweest zijn
als de kleine zebra dat
hij meemocht. En ver
wennen? Dat doet hij nu
de anderen; als een klein
knechtje in een gestreept
pak draaft hij voor zijn
vrienden heen en weer.
als er niets te doen
vertelt hij verhalen.
Verhalen over zijn grote
avontuur achter de deur,
want daar komt hij nooit
over uitverteld. Nooit!
MIES BOUHUYS.
IK DROOM...
Ik droomik droomik droom..
ik droom boven een optelsom,
bij taal, bij schrijven, lezen,
de anderen slaan een bladzij om,
ik niet, ik droom maar door,
al leest de juffrouw prachtig voor.
Ik droomik droomik droom..
Waarvan? Waarvan? Waarvan?
Ik zie mijn schooltas zonder werk;
ik zie de school verlaten,
zó stil, zó stil, als in een kerk,
waar niemand durft te praten.
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet,
alleen in dromen, echt ia 't niet.
Ik droomik droom..,,., ik droom...,,.
van lopen door een groot groen land,
van zwemmen in de zee,
van liggen op het witte strand,
van fietsen met een boterham mee.
Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet
't Wordt heel gauw waar, maar nu nog niet.
MIES BOUHUYS.
FLOP BIJ DE NEGERS.
Flop loopt ln de wildernis
en plotseling duiken er toei
drie negers uit de struiken
op. Ze grijpen hem U/ild
schreeuwend vast. „Help!"
roept Flop, laat me los! Ik
heb niets met jullie te ma
ken!"
Maar de negers lachen en
slepen Flop aan zijn been
over de grond. ,Èa-ha!"
roepen ze, „maar wij gaan
wel wat van jou maken....!"
Flop schreeuwt jnoord en
brand, maar er komt nie
mand om hem te helpen en
hij ziet de toekomst zeer
duister in
De negers binden Flop ruw
aan een grote paal en dan
dansen «6 er zingend om
heenZe auiooien daarbij
met grote messen en lange
speren. Het angstzweet
breekt Flop aan alle kanten
uit. Een van de negers pakt
een klein trommeltje en
gaat daar met zijn handen
héél snel op trommelen....
Flop opent de ogen. Hij ligt
op zijn bed, terwijl het la
ken stevig om hem heen ge
rold is. Aan zijn voeteneind
ligt een dik boek. Verhalen
uit de Afrikaanse wilder
nis" heet het. Flop slaakt
een diepe zucht van verlich
ting. Gelukkigzucht. Iiii,
„gélukkig lig ik in mijn
eigen bed