Eisenhower: Teken van bezorgdheid Kamerleden maakten excursie naar Zeeuwse deltawerken Tekst van zijn verklaring AMERIKAANSE MARINIERS GELAND IN LIBANON WOENSDAG 16 JULI-1958 PROVINCIALE ZBEÜW8E COURANT. Geen oorlogsdaad „In antwoord op het beroep van de Libanese regering, aldus luidt de tekst van Eisenhowers mededeling over de landing van meer dan 5000 parachutisten in Libanon, hebben de Verenigde Staten een contingent van hun strijdkrachten naar Liba non gezonden om Amerikaanse le vens te beschermen en door hun aanwezigheid aldaar de Libanese regering aan te moedigen bij de verdediging van de Libanese soeve reiniteit en integriteit. Deze strijd krachten zijn niet gezonden bij wij ze van oorlogsdaad, zij zullen blijk geven van de bezorgdheid van de verenigde Staten voor de onafhan kelijkheid en integriteit van Liba non, die wij van vitale betekenis achten voor het nationaal belang en de wereldvrede. Onze bezorgdheid zal ook getoond worden door eco nomische bijstand. Wij zullen han delen in overeenstemming met de ze gewettigde bezorgdheid". „De Verenigde Staten zijn ervan over tuigd dat de Verenigde Naties maatregelen kunnen en moeten ne men die geschikt zijn om de onaf hankelijkheid en integriteit van Li banon te verzekeren. Het is echter duidelijk dat er, in het licht van de tragische en schokkende gebeurte nissen die dicht in de buurt plaats vinden, meer nodig zal zijn dan de ploeg van V.N.-waarnemers die zich thans in Libanon bevinden. Daarom zullen de Verenigde Sta ten in de Verenigde Naties die maatregelen steunen, die geschikt lijken om de nieuwe toestand het hoofd te bieden en die het mogelijk zullen maken dat de strijdkrachten van de Verenigde Staten dadelijk worden teruggetrokken. Libanon is een kleine vredelievende staat waarmee de Verenigde Staten van ouds de meest vriendschappe lijke betrekkingen onderhouden. Er zijn in Libanon ongeveer 2500 Ame rikanen en wij kunnen, gezien onze historische betrekkingen en de be ginselen van de Verenigde Naties, niet werkeloos toezien wanneer Li banon vraagt om een blijk van onze bezorgdheid en mogelijk niet in staat is de binnenlandse orde te handhaven en zichzelf te verdedigen tegen niet-rechtstreekse agressie, alaus het besluit van Eisenhowers mededeling. President Eisenhower heeft zicht bij zijn besluit om Amerikaanse troepen naar Libanon te zenden, SYR/E gebaseerd op het recht van col lectieve zelfverdediging dat het V.N.-handvest erkent. Hij doelde daarmee kennelijk op artikel 51 van het Handvest, dat bepaalt: „Geen enkele bepaling van het onderhavige handvest maakt in breuk op het natuurlijke recht op wettige individuele en collec tieve zelfverdediging in geval 'n V.N.-lid het slachtoffer wordt van een gewapende aanval, tot dat de Veiligheidsraad de nodige maatregelen heeft genomen om de internationale vrede en veilig heid in stand te houden. De maatregelen die door de leden bij het uitoefenen van dit recht op wettige zelfverdediging wor den genomen, dienen onmiddel lijk ter kennis van de Veilig heidsraad te worden gebracht. Zij doen geen afbreuk aan de bevoegdheid en de plicht van de raad om op elk ogenblik op ge schikt geachte wijze op te tre den om de internationale vrede en veiligheid in stand te houden of te herstellen". Beroepsregeling wet economische mededinging (Van onze parlementaire redacteur) Tijdens de behandeling van het ont werp van wet houdende een rege ling betreffende beroep tegen be schikkingen krachtens de wet eco nomische mededinging dinsdag in de Eerste Kamer, kwam er van verschil lende zijden kritiek los over de sa menstelling van de kamer voor me dedingingszaken. Zo meende de anti-revolutionaire hoogleraar Hellema, dat door de wij ze van samenstelling van deze kamer nog eens een extra specialisatie werd ingevoerd, terwijl mr. dr. Witteman (k.v.p.) betwijfelde of er in feite niet een afzonderlijk orgaan komt voor het beroep in mededingingszaken, ge zien de Kroon uit de gewone en plaatsvervangende leden van het col lege van beroep voor het bedrijfs leven de gewone en plaatsvervangen de leden van de kamer aanwijst. De heer Cammelbeeck (p.v.d.a.) ont wikkelde gelijke bezwaren en deelde mede, dat het van het antwoord van de minister zou afhangen of hij en zijn politieke vrienden voor het wets ontwerp zouden stemmen. Minister Samkalden bleek in zijn be antwoording niet ver af te staan van de mening door de senatoren ont wikkeld. De bewindsman zegde de heer Witteman toe, dat slechts één plaatsvervangend lid tot gewoon lid van de kamer voor mededingingsza ken zal worden benoemd. Na korte re- en dupliek werd het wetsontwerp zonder hoofdelijke stemming nomen. (Slot van pag. 1) Britse troepen naar Aden Gezien de toestand in het Midden- Oosten, aldus een verklaring van het Britse ministerie van defensie, heeft de regering besloten zekere voor zorgsmaatregelen te nemen. Deze om vatten het alarmeren van een infan teriebrigade in Engeland en van de brigade parachutisten en de eerste gardebrigade in Cyprus, en het over brengen van versterkingen van Ke nia naar Aden en van Aden naar de Perzische Golf. Uit voorzorg worden bepaalde bewegingen door vlooteen- heden in de Middellandse Zee en de Perzische Golf uitgevoerd. Berichten, dat Amerikaanse, Britse of Turkse parachutisten in Jordanië zouden zijn geland, werden in Lon den en Washington tegengesproken. Ambassades in Bagdad Het Britse ministerie van buiten landse zaken heeft in de nacht van maandag op dinsdag bekendgemaakt, dat één der functionarissen van de Britse ambassade te Bagdad, kolonel Graham, bij de aanval op het am bassadegebouw dodelijk door een ko gel is getroffen. Aangenomen wordt, dat kolonel Graham het enige slachtoffer onder het Britse personeel is. De „Pan American World Airways" in Londen heeft een bericht uit Tehe ran ontvangen, waarin gezegd wordt dat de Amerikaanse ambassade in Bagdad naar het schijnt door militai ren omringd is. De revolutionaire regering van Irak Is hiertoe naar men aanneemt, overgegaan om de ambassade te be schermen en tevens te verhinderen dat ambassadepersoneel het gebouw verlaat. Zakenlieden gedood? In Bagdad zijn maandag, volgens onbevestigde berichten, twee Ameri kaanse zakenlieden dooi- een menigte gedood. Dit is meegedeeld door de woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken, Lincoln White. De menigte zou een groep van tien Europeanen hebben aangevallen, onder wie deze twee Amerikanen. Een derde Amerikaan zou na een pak slaag hebben kunnen ontkomen. In een telegram, dat gistermorgen op het ministerie van buitenlandse za ken is ontvangen van het Nederland se gezantschap te Irak, wordt mee gedeeld, dat, voor zover bekend, on der de Nederlandse kolonie in Irak tijdens de omwenteling aldaar geen slachtoffers zijn gevallen. =Dinsdagmiddag hebben HM. de =Koningin en Z.K.H. de Prins y Mpresident Ben Zwi van Israël ^een lunch aangeboden op Huis =Ten Bosch in Den Haag. =Foto: Na de lunch onderhielden WH.M. de Koningin, mevr. Zwi, H Z.K.H. de Prins en presidente Ben Zwi zich een ogenblik in n =de tuin. Onderzoek De Amerikaanse senaatscommissie voor buitenlandse betrekkingen heeft aan minister Foster Dulles gevraagd een verklaring te komen afleggen over de ontwikkeling in het Midden oosten, „zodra hem dat gelegen komt". Tevens sprak de commissie zich uit voor een diepgaand onderzoek van de Amerikaanse buitenlandse politiek en vooral die aangaande het Midden- Oosten. De commissie verzocht de senaat 300.000 dollar voor dit onder zoek beschikbaar te stellen. De democratische senator Fulbright, die reeds geruime tijd op dit onder zoek aandringt, verklaarde maandag in de senaat, dat de Amerikaanse po litiek in het Midden-Oosten mislukt is en dat het ministerie van buiten landse zaken px-obeert een onderzoek af te wimpelen. De Britse regering heeft na enig aandringen een Labourverzoek inge willigd om vandaag een- debat over de kwestie te laten houden. Minister Staf acht artikel beledigend De minister voor defensie heeft be sloten dat alle julinummers van het christelijk cultureel maandblad „Op den Uitkijk", die zijn ontvangen op de door de diensten voor geestelijke verzorging en welzijnszorg van alle onderdelen der krijgsmacht genomen abonnementen, moeten worden inge trokken. De minister acht een in dit julinum- mer voorkomend artikel „In de on derste ronding van een noodlottige spiraal" van ds. Okke Jager beledi gend voor de krijgsmacht en gezags- en moreel ondermijnend. Al eerder had de marineleiding be sloten de door de dienst ontwikkeling sport en ontspanning van de marine verzonden exemplaren te doen terug nemen, omdat het artikel voor de krijgsmacht als geheel en voor de marine in het bijzonder beledigend werdgeacht. Gevangenis geëist na verduisteringsreis door Afrikaanse landen Een jaar gevangenisstraf met af trek van voorarrest eiste de officier van justitie te Utrecht gistermorgen tegen de 28-jarige radiotechnicus H. J. H. uit Driebergen-Rijsenburg, die gisteren terechtstond wegens duistering van een auto en van een bedrag van 2100 ten nadele van zijn werkgever Van W. Huwelijksmoeilijkheden waren de oorzaak van een trip naar Afrika, die hij in augustus van het vorig jaar ondernam met medeneming van een zo goed als nieuwe auto ter waarde van 6000. Hij had deze enige maanden tevoren in huurkoop ge kocht. Tevens had hij een bedrag van ongeveer ƒ2100 aan geïnde gel den van klanten van zijn werkgever meegenomen. Een en ander maakte hij op zijn trip door Afrika op, even als een bedrag van 2500, dat hij had verkregen door verkoop van zijn wa gen. Tenslotte werd hij in Zuid-Afri- ka door de politie aangehouden en op transport naar zijn vaderland ge steld. De verdedigster, mejuffrouw mr Bieknese, bepleitte clementie. De rechtbank zal op 29 juli vonnis wijzen. „TEMPO MAG NIET WORDEN VERMINDERD" Ook minister Algera bij dit bezoek aanwezig De leden van de Deltacommissie uit de Tweede Kamer hebben gisteren een bezoek gebracht aan enkele Zeeuwse Deltawerken. Het gezelschap werd te Goes begroet in de stationsrestauratie door de secretaris-generaal van verkeer en waterstaat, mr. A. EL C. Gieben, waarna het hoofd van de Deltadienst, prof. ir. P. Ph. Jansen, een uiteenzetting gaf over de werkzaamheden in het kader van het Drie-Eilandenplan. Prof. Jansen wees er daarin met nadruk op, dat voorwaarde voor het welslagen van deze werken is, dat het tijdschema kan worden gehandhaafd. Afremming zou dus zeer nadelig werken. Later op de dag gaf de waarnemend voor zitter van de Kamercommissie, de heer F. den Hartog, over deze zaak eveneens zijn visie. „Het is inderdaad van het grootste belang, dat deze werken zonder intermezzi worden uitgevoerd,'' zei de heer Den Hartog. „En daarom moet het tempo van nu worden volgehouden, want zou men de uitvoering over een langere periode gaan „uitsmeren", dan zouden de risico's naar evenredigheid toenemen. Laten wij niet vergeten, dat liet hier geenszins gaat om werken voor onze generatie alléén, maar om pro jecten, die ook volgende geslachten veiligheid moeten geven. Daarom moet de uitvoering in de kortst mogelijke tijd tot stand worden gebracht." Overigens konden de Kamerleden zich ervan overtuigen, dat het tempo op dit ogenblik bijzonder vlot is. Met hot Rijkswaterstaatsvaartuïg „Direc teur-Generaal Harmsen" werd naar •het Veerse Gat gevaren, waar met name het in aanbouw zijnde dijkvak op de plaat van Onrust werd bezich tigd. Zij werden hier voorgelicht door prof. Jansen, ir. H. A. C. M. Dibbits, hoofd van de Deltadienst-Zuid en ir. N. Biezeveld. Het enorm zandlichaam van de ze afsluitdam maakt reeds nu een imponerende indruk. Zoals bekend ligt het in de bedoeling om dit ge deelte nog dit jaar gereed te krij gen. Inmiddels is men reeds be- gonnen met het gelijkmaken van de bodem in de stroomgeul, opdat de bodembescherming hier goed kan worden aangebracht. Dit aan brengen zal in 1959 zijn beslag krijgen, waarna het jaar daarop het dijkvak in de stroomgeul zal worden gebouwd met uitzondering van het sluitgat. Het gat is reeds nu aangegeven met enkele tonnen. Het zal in de winter 1960-'61 open blijven, waarna in 1961 de sluiting met caissons volgt. Gisteren bezocht de commissie voor de Deltazaken uit de Tioeede Kamer een aantal Deltawerken in Zeeland. Vooraf gaf het hoofd van de Delta dienst, prof. ir. P. Ph. Jansen in de stationsrestauratie te Goes een uit eenzetting van de situatie. fFoto P.Z.C.) Tevoren was het gezelschap naai de bouwput van de sluis bij Kats ge varen. Ook hier werd de stand van het werk uitvoerig in ogenschouw genomen. In Katse Yeer had ook de minister van verkeer en waterstaat, mr. J. Algera, zich bij het gezel schap gevoegd. Later tijdens een gezamenlijke maaltijd in de Camp- veerse toren zinspeelde de minis ter er in een toespraakje op. dat hij wat later was gekomen: ,,Ik hoop niet, dat tijdens mijn afwezigheid moties tegen mij zijn aangeno men..." zei hij. De minister zette vervolgens nog uiteen welk een groot belang hij hechtte aan excursies van Kamerle den naar de Deltawerken. Daarom was hij verheugd, dat zovele leden aan de uitnodiging gevolg hadden gegeven ondanks het feit, dat de Ka mer reeds op reces was gegaan. ZWAKKE PLAATS In de morgenuren bezocht het ge zelschap de verbetering van een zwakke plaats in de zeewering van de polder „De Breede Watering be westen Yerseke" onder Biezelinge. Ter plaatse was namelijk bijzonder goed het verschil te zien tussen de hoogte van de zeewering vroeger en de zgn. „Deltahoogte". Hier gaven de hoofdingenieur-directeur van de i-ijkswaterstaat in de directie Zee land, ir. J. H. van de Burgt, en het hoofd van het arrondissement Goes, ir. F. J. Sprenger, een toelichting. Ir. Van de Burgt had tevoren in de stationswachtkamer een uiteenzet ting gegeven over de verbetering van de zwakke plaatsen in Zeeland er daarbij o.m. opgemerkt, dat de con centratie van polders ook met het oog op deze verbeteringswerkzaam heden een belangrijke aangelegen heid is. Het gezelschap Kamerleden bestond uit mej. mr. J. J. Th. ten Broecke Hoekstra en mej. mr. A. P. Schilt- huis en de heren W. P. G. Assmann, J. Bommer, C. Borst, ir. C. N. van Dis, mr. F. G..van Dijk, H. van Eijs- den, H. Gortzak, F. den Hartog, mr. N. H. L. van den Heuvel, dr. ir. G. J. van Meel, D. F. van der Mei, C. F. van der Peijl, J. de Ruiter, mr. A. J. Schouwenaar, A. C. Verhoef en drs. Th. J. Westerhout. Voorts was aanwezig de griffier der Kamer, mr. A. F. Schepel alsmede mr. P. A. H. I. Kuipers van de griffie. De minister werd vergezeld door de secretaris-ge neraal, mr. Gieben en het hoofd van de afdeling Voorlichting, de heer G. C. H. van Oosterhout, die de alge mene leiding van de excursie had. Bij J. Muusses, Purmerend, is een boekje uitgekomen van P. Lantinga, „Riet en rotan". De schrijver heett zich in Noordwolde, de bakermat van de Nederlandse rietvlechtkunst, grondig op de hoogte gesteld van de verschillende technieken. De bekende theebladen en mandjes staan in het boekje, maar ook heel originele fruitschalen en bloemen- hangers. Het Wereldgebeuren Landingen President Dwight D. Eisenhower zal in deze dagen weieens te- rugdenken aan de opdrachten, die hij in de Tweede Wereldoorlog uitvoerde. Eind juni 1942 vertrok hij naar Londen als generaal-majoor be last met de leiding van „The Euro pean Theatre of Operations dat was ingesteld v om de Amerikaanse biidrage tot een invasie op het Euro pese vasteland te organiseren. Ook de geallieerde landingen in Noord-; Afrika bereidde hij voor. Zelf kon hij het plan op zijn degelijkheid beproe ven toen hij werd aangewezen als opperbevelhebber bij deze operaties in het eind van 1942. Dank zij de deskundige en bezielende leiding die Eisenhower aan de troepen gaf, viel er eind mei 1943 geen Duitse soldaat meer in Noord-Afrika te bekennen, behalve dan in de krijgsgevangenen kampen. Landingen op Sicilië en m Italië volgden. Eisenhower zette de kroon op het werk ter verdrijving van de nationaal-socialistische onder drukker met de voorbereiding en uit voering van de invasie der geallieer de troepen in West-Europa, waar voor Normandië uitgekozen werd. Zegevierend, toegejuicht door bevrij de volkeren, stootte Eisenhower met zijn troepen door tot midden in Hit- Iers rijkt Gisteren heeft Eisenhower, nu als president der Verenigde Staten, officieel meegedeeld dat meer dan vijfduizend Amerikaanse mari niers in Libanon aan land zijn ge gaan, In dit geval werden geen ver liezen geleden; hier mankeerde dan ook de felle en technisch op zo hoog peil staande tegenweer die de Duit sers indertijd aan de geallieerde in vasielegers boden. De .situatie ligt dan ook heel anders. Degenen die althans officeel en over een groot deel van het land in Libanon de macht in handen hebben, zijn eerder geneigd te juichen dan om de handen te wringen. Andere opvattingen heer sen bij de rebellen die grote delen van het land onveilig maken, zo zelfs dat de regering van president Sja- moen in de eigen gebouwen niet ge heel gerust kan zijn. Maar de macht van die rebellen is niet van zulk een aard, dat zij tegen de Amerikaanse landingstroepen iets konden onderne men. De Amerikaanse mariniers land den op dringend verzoek van president Sjamoen, die Eisenho wer had gevraagd om legering van Amerikaanse strijdkrachten in zijn land „om dé veiligheid daar te helpen bewaren en als bewijs van de be zorgdheid der Verenigde Staten voor de onschendbaarheid en onafhanke lijkheid van de Libanon". In het dilemma tussen steun aan beproefde vrienden van het Wes ten en de nieuwe krachten die zich nu zo stormachtig (en bloedig) ontwikkelen, hebben öc Verenigde Staten nu een beslissing genomen. Die beslissing valt uit in het voor deel van degenen, die de Eisenhower- leer hadden aanvard als een garan tie van hulp in de strijd tegen drei gende ondermijning. De Amerikanen hadden daarbij duidelijk gesteld, al leen bij communistische ondermij ning in actie te zullen komen. Klaar blijkelijk huldigt men bij de landin gen van nu de opvatting, dat onder mijning, ook wanneer die b.v. door Nassers Verenigde Arabische Repu bliek wordt gestimuleerd, indirect de Russen ten goede komt en het gevaar inhoudt van afsluiting der westelijke hulpbronnen. Wat zal in het Midden-Oosten de uitwerking van de Ameri kaanse landingen kunnen zijn? Vroeger kon men constateren, dat alleen al het verschijnen van de Amerikaanse Zesde Vloot in het oos telijk bekken der Middellandse Zee ertoe leidde, dat partijen in een con flict inbonden. Dat die Zesde Vloot mariniers heeft afgezet en het dit maal dus niet bij dreigementen heeft gelaten, zal ongetwijfeld een nog die pere indruk maken. Na de onge twijfeld door de Egyptische president Nasser mee-voorbereide staats greep in Irak leek het erop, of dege nen die zich in andere Arabische landen tegen acties van Nassers vrienden verzetten, de moed wel kon den opgeven. Misschien brengt het grootscheepse Amerikaanse weder woord het omgekeerde teweeg: dat de regeringsgetrouwen in Libanon en Jordanië en degenen die zich in Irak tegen het nieuwe regime verzetten, juist een hart onder de riem gesto ken wordt. Intussen mag men hopen, dat feitelijke oorlogshandelingen achterwege blijven.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 5