O
De „mannequins" anno 1889 waren
hoekige strenge dames...
f
nze
"Dzouwenpatjina
Maar zó eenvoudig is het niet
VRIJDAG 6 JUNI 1958
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
21
OUDE DAMESBLADEN LEREN ONS:
Zomerse dagen, zomerse kleding! Het
strandensemble van onderstaande
illustratie bestaat uit een japon met
schouderbanden die met twee grote
8-symetrisch geplaatste knopen sluit
over een strandpakje, dat gevormd
wordt door shorts en „bustier". De
zomerse accessoires die ernaast
staan afgebeeld, spreken voor zich
zelf en elk van hen kan te pas komen
tijdens de vakantie: de grote zonne
hoed evengoed als het elegante naald
parapluutje!
Maar haar kapsels zijn wéér modern
„WAS UW HAAR NIET" is de raad, gegeven door een vrouw,
die in de laatste 16 jaar aan het hoofd van een grote Amerikaan
se kapperszaak heeft gestaan. Zij zegt: „Ik geloof dat de meeste
vrouwen heur haar bederven door het vele wassen met warm en
koud water"
Dat we deze regels uit een stevig verouderde spelling hebben
moeten overzetten in de onze, is wel duidelijk. Ze komen dan ook
uit „De Vrouwen-Wereld", mode-gids en dameslectuur anno
1889. „De schedel moet met een fijne kam worden gereinigd en
dan moet het haar volledig geborsteld", zo staat er verder te
lezen onder het opschrift „Raadgevingen voor de gezondheid"
„en met volledig bedoelen we, dat een vol uur nodig is voor
dat borstelen".
Waar haalden de dames van 1889 de tijd vandaan? Die vraag
wordt nog nijpender als we zien, hoe ongelooflijk veel priegelige
haak- en borduurwerkjes er in zo'n blad van bijna zeventig jaar
geleden staan, en hoe tijdrovend en ingewikkeld de patronen er
uitzien voor dag-, gezelschaps-, middag- en baltoilletten.
kopieerd in die dagen, maar een
rustige, uitvoerige beschrijving
van wat er wel eens kon gaan ver
anderen in het nieuwe seizoen. En
die veranderingen scholen dan
voornamelijk in een wat kortere
of wat langere pellerine, met meer
jonge 1
verklaart weer veel. Want het
Jonge meisje moet, volgens de daarin
gegeven adviezen, wel leren koken,
groente inmaken, wassen en kousen
stoppen, maar dat is minder om het
zelf te doen later, dan om met kennis
van zaken te kunnen toezien op het
werk der dienstboden. „Volgens mijn
mening doet men verstandig de dienst
boden beleefd aan te spreken", staat
er fijntjes bij, maar ook: „Met onder
handelingen late men zich niet in, als
het meisje antwoorden mocht"
De tijd, waarin „De Vrouwen-Weréld"
verscheen, was de tijd waarin de
vrouw begon op te komen voor meer
maatschappelijke rechten. Merkwaar
dig genoeg vinden we daarvan maar
heel weinig terug in dit blad.
En wat las de abonnee op „De Vrou
wenwereld" van 1889 meer? Op de
wereldtentoonstelling in Parijs was
een nieuw korset getoond, „in de vorm
van een onderlijfje met een blouse,
waarin de borst rust", en waarbij de
kracht van-het korset nu eens niet was
gezocht in ingeregen tailles, maar in
verbrede schouders! Geen wonder, dat
de dames op de modeplaten van toen
er allemaal wat hoekig bijstaan, als
was hun met strenge stem óp-de-
plaats-rust bevolen.
Maar vergeleken bij de plaatsruimte,
die er aan de mode werd ingeruimd,
vallen dergelijke emanpicatieteke-
nen helemaal in het niet. Als men die
twaalf gebundelde nummers van het
blad vlug doorbladert ontrolt zich, als
een film, een schier onafzienbare rij
van dames. In laken, kant, zijden, wol
en satijn, maar in onze ogen toch al
lemaal zo'n beetje hetzelfde.
Geen „nieuwe lijn", met veel moei
te in Parijs te zien gekregen en ge-
of minder stroken, een draperietjf
meer of minder op de rok, een
strikje hier of daar} Stoffig in twee
betekenissen was die mode wel, en
vaak ook heel charmant met die
ingesnoerde tailles, al duiken er
hier en daar al berichten in het
blad op over ernstige galklachten
en, zonder overdrijving, verbogen
ribbekasten!
Vreemder dan de kledij eigenlijk, zijn
de gezichten en de houdingen van de
modellen. Zij zijn noch geraffineerd,
noch fris, noch handig of intelligent en
zij waren dan ook helemaal geen
mannequin. Eindeloze reeksen vrou
wenfiguren staan er in het blad, maar
ze hebben allemaal hetzelfde gezicht:
een beetle dom en vreselijk braaf. De
hoeden, klein en hoog of groot en
breedgerand, zijn druk versierd met
bloemen, strikken, veren of zelfs hele
vogels. Het kapsel komt er regelma-
tig-krullend onderuit. De ogen zijn
iets omschaduwd, meestal half gelo
ken, de neusjes recht, de mondjes ze-
dig-klein, maar gevuld. Het merk
waardigste is, dat ze niets dóen, deze
vrouwen. Op onze foto's anno 1958
springen ze rond in nieuwe step-ins,
verven haar mond in twee modekleu
ren, draaien een pirouette om de wijd
te van haar zomerrok te tonen, spe
len het preutse of het brutale meisje.
In 1889 speelden ze niets en deden ze
niets, ze stonden gewoon in de korset
ten en in jurken, die zonder haar mis-
•V». 23.
mri oTitrtrek. -'.w No. V».
Den 0J> ts#f
eaohestire, t>t> 4* bai*
ofbefcWrt*
i* op e-
inleg*-!
ien naar k«t **•-
«nakkclijb
Ofias&ci-
Deze hoekige stijve dame etaleerde de mode in het jaar 1889:
een heel verschil met onze tijd waarin de mode-illustraties
staan er maar tamelijk beteuterd bij en ook zij vormen een
seherpe tegenstelling met de jeugd die ons tegenwoordig on
bekommerd en vrijmoedig aankijkt vanaf de modefoto's,
waarin actie en levendigheid onontbeerlijke elementen zijn.
schien ook wel overeind gebleven wa
ren
De kinderen staan 'er al even beteu
terd bij.
Er is eigenlijk maar één zaak in het
blad van 1889, die nu weer modern is„
en dat is het kapsel. Het lijkt ouder
wets op het eerste gezicht, maar wat
toen mode was in de rijke salons, vin
den we nu terug boven truien en spij
kerbroeken, en ra dié combinatie moe
ten een heleboel mensen er echt nog
aan wennen: gevlochten of gekrulde
paardestaarten, los neerhangend of
opgestoken tot op de kruin, en voor
hoofd en slapen versierd met- losse
franje.
Tekort aan kinderkleding
in Sowjet-Unie
De Prawda, het officiële orgaan van
de communistische partij in Rusland,
leverde vorige maand kritiek op de
kwaliteit en de hoeveelheid van de
voorradige kinderkleding. De winkels
hebben weinig keuze, zegt het blad,
de verscheidenheid in kleuren en ma
ten is beperkt, de kwaliteit niet goed.
Aan belangrijke kledingstukken als
laarsjes en schoenen heeft men tekort.
De Moskouse radio voegde nog aan
de klachten uit de krant toe, dat de
leiders van plaatselijke industrieën én
de ambtenaren van het Ministerie van
Handel zich blijkbaar met de kinder
kleding niet bezighielden.
(Van onze redactrice)
Bewaar niet alles gooi weg
wat weg kan!" Deze stoutmoe
dige uitroep kon U enkele we
ken geleden zwart-op-wit op deze
pagina lezen, gevolgd door een aan
tal vriendelijke suggesties om tijdens
de schoonmaaktijd eens, zij het mis
schien met bloedend hart, flink wat
rommel weg te gooien. Het is zo
fijn als de oude boel de deur uit is
en het is toch zo eenvoudig om eens
grondig schoon schip te maken
Maar bij nader inzien is dat toch zo
eenvoudig niet. Dat merkt men als
men tenslotte zelf weliswaar rijke
lijk laat en met lood in de schoenen
eens aan zo'n deugdelijke schoon
maak- en opruimperiode begint. Men
merkt het ook wanneer men voor
zichtig eens polshoogte neemt bij
vriendinnen en mede-huisvrouwen:
het weggooien van oude spulletjes is
voor vele vrouicen een ontzaglijke op
gave, in het bijzonder wanneer het
om kleding gaat. Dan wordt het een
soort examen, ieder jaar weer, en elk
jaar is voor velen de uitslag opnieuw
dezelfde: gezakt!
Er bestaat een aantal standaard-
mopjes over mannen die zo ab
normaal gehecht zouden zijn
aan hun oude spullen, dat ze grote
scènes maken en zelfs met echtschei
ding dreigen, wanneer ze merken dat
hun vrouw die oudé trui, die alpino
met dat handige leren binnenrandje
of die super-gemakkelijke sportschoe
nen vanwege de graad van versleten
heid aan de voddenboer heeft meege
geven. Zulke mannen bestaan onge
twijfeld, maar als ze in zo overdreven
mate aan die trui, dat petje of die-
schoenen gehecht zijnis dat meestal
uit praktische overwegingen.- Niet.
omdat ze zo verslingerd waren aan
het uiterlijk of de kwaliteit van de
omstreden spullenmaar omdat trui,
petje en schoenen „zo gemakkelijk
zaten".
Voor vrouwen is het comfort van de
omstreden kleding maar zelden de
aanleiding tot oneindig lang bewaren.
Zijn ze in het bezit van kinderen, dan
is het parool nogal eens: „bewaren
om voor het kroost te vermaken",
met heb/risico overigens dat het mo
derne kroost de neus ophaalt voor
dergelijke „antieke afdankertjes".
Maar de doorslaggevende reden is
vaak dat vele vrouwen niet in de
eerste plaats kleren bewaren, maar
herinneringen. Ze zitten op haar
knieën voor de kisthutkoffer of
doos, waarin de oude spullen in een
wolk van anti-motpoeder te ruste zijn
gelegd en laten het een hart vol twij
fel de kleding door haar handen gaan.
Het witte bloesje dat de echtgenoot
eens van een zakentrip naar
Frankrijk heeft meegebracht
twee maten te klein, omdat hij geen
benul had van het Franse maten-
systeem.
Mdqr hif hêeft .ongetwijfeld niet af
schuw, zich voor 'hét kopen ervan in
een groot. Parijs warenhuis gewaagd
en- zo'n cadeautje gooit men toch miet
weg. Een nylon-sjaal, in een afgrij
selijk zuurstokkenstreepje maar
het zat in het eerste pakketje dat
goede vrienden na de bevrijding uit
Amerika stuurden, toen wij hier in
'Europa nog nauwelijks wisten wat
nylon was. Zo'n symbolisch kleding
stukje dóét men evenmin weg, al is
het nog zo'n monstert jee Een kap
manteltje, tot de draad versleten,
maar het ia gemaakt .uit de rok van
de trouwjapon van indertijd en zoiets
wordt door maar weinig vrouwen
naar de voddenmand verwezen. En
dit japonnetje, en dat luxueuze brok
je ondergoed
Zo gaat het dan nog even door en
het einde is meestal dat een
miniem stapeltje kleding in de
voddenzak terecht komt, terwijl de
rest, rveer teruggaat in kist, doos of
koffer.. Zorgzaaam gevlijd in een
verse wolk anti-motpoeder gaat dat
bosje herinneringen weer een jaartje
(of vele jaartjes!) mee. En omdat
herinneringen in aantal plegen te
groeien naarmate we ouder worden,
komen er vermoedelijk steeds meer
kisten, dozen of koffers, waarvan de
eigenaressen ieder jaar zelfs bij de
grootste Grote Schoonmaak zul
len zakken voor het ,,gooi-es-wat-
weg"-examen.
zakdoeken
Om nooit te vergeten
Echt jong
door Uw haar
als U het één keer thuis zeil
gewassen heeft met
POLYCOLOR
Kleurshampoo
Tintgevende haarwassing met
POLYCOLOR jaagt de eerste
grijze haartjes (zonder verven!)
op de vlucht.
't Is verbluffend eenvoudig!
o
POLY
COLOR/!**
lube voor 2
wassingen f 1.95
Bij alle drogisten en parfu
meriezaken
Italiaans middagmaaltje
Gaat U met vakantie helemaal naar
Italië? Dan moet U bij wijze van
voorpretje vast eens Ministrone
eten. Gaat U integendeel naar .Gar
deren, Valkenburg of Gaasterland,
eet het dan alleen maar om de leu
ke naam, of omdat U eens iets an
ders wilt dan anders. Ministrone is
een soort dikke groentesoep, waar
men best zijn maal mee kan doen.
Eerst de ingrediënten. Dat zijn: 1%
ons doorregen spek, 1 grote ui, 1,pit
je knoflook (mag ook wel een half
pitje zijn als U het te erg vindt!), 2
preien (gesneden), een handjevol
groene of witte kool als die er is, 1
ons gekookte groene erwten, wat
stukjes wortel, een ons macaroni of
rijst, 1% liter bouillon, 3 eetlepels
tomatenpuree en wat kruiden, b.v.
thijm en basilicum, en wat peterse
lie.
U snijdt het spek in dobbelsteentjes
en bakt het uit. Ui, knoflook en prei
fruit U in wat olie en daar gaan de
groenten (variatie naar eigen keuze
mogelijk) en de rijst of macaroni bij.
Het geheel zachtjes laten sudderen in
de bouillon met de tomatenpuree met
daarin los of in een zakje dat er la
ter uit kan, de kruiden. De peterselie
gaat erover als het potje gaar is. En
als U er dan ook nog Parmesaanse
kaas bij doet, bent U zo mogelijk
Italiaanser dan de Italianen.
Lucien Lelong overleden.
Lucien Lelong, de Franse haute cou-
ture-ontwerper en vervaardiger van
parfums, is dezer dagen op zijn
kasteel te Courbois overleden. Le
long had zich sedert enige jaren uit
de mode-wereld teruggetrokken om
dat de kosten te hoog opliepen. Hij
was van de eersten na de oorlog,
die het werk om die reden moesten
stopzetten. Lelong is 69 jaar gewor
den.
Zijn vader was kleermaker; hijzelf
opende zijn modehuis in 1918. In
1937 was hij zo bekend, dat hij tot
voorzitter werd gekozen van de
Franse vereniging van mode-ontwer
pers en in 1945 benoemde deze vere
niging hem tot ere-voorzitter voor
het leven.
~öan ozouw
C tot OZOUH)
Vrouwen, zo zegt de taaie overle
vering, zijn slechte verliezers in
alle opzichten. Zij kunnen niet
tegen het flauwste spoortje van kri
tiek en een doodgewone welverdiende
aanmerking jaagt ze onmiddellijk in
de aanval...
Ik moet hieraan denken toen ik on
langs een tweede briet las van een
lezeres, die haar uitbrander wel bij
zonder kloek en sportief slikte, tot eer
van haarzelf en haar hele gesmade
sekse. En het mooie'was nog wel, dat
ik zelf, zij het met de nodige voor
zichtigheid, haar die uitbrander had
toegediend.
Het geval is te aardig om niet te ver
tellen, en waar ik daartoe haar gulle
toestemming heb, zal Ik U er van la
ten meegenieten. Temeer omdat haar
moeilijkheid (alstublieft geen „Pro
bleem", daarvan hebben we er al veel
te veel) meer voorkomt dan men zou
denken.
Of is het U nooit opgevallen, dat
in bijna iedere vereniging het
een stuk of wat leden zijn die
als motor fungeren? Die altijd maar
weer geestdrift en doorzettingsver
mogen voor de goede zaak opbren
gen. en telkens met nieuwe ideeën
en verrassingen voor de dag komen?
Nu behoorde mijn briefschrijfster,
naar U begrijpen zult, tot het actieve
handje vol en zij had zich in dat
roerig element van op touw zetten
en organiseren zo lekker gevoeld als
een visje in het water. Het was haar
lust en haar leven; zij kon, naar zij
mij schreef, het nu eenmaal niet la
ten voor het een of ander het initia
tief te nemen en de hele vereniging
daarvoor warm te maken.
De laatste tijd was er voor haar de
aardigheid lelijk afgegaan. Zij had
een opmerking opgevangen, niet voor
haar oren bedoeld, maar daarom wel
hair persoon kapittelend: Dat je al
tijd mensen had die zichzelf graag
lioorden, die zich op de voorgrond
drongen en alle aandacht opeisten.
En die hatelijke kleinering van wat
zij toch zo go'id en onbaatzuchtig be
doeld had. die kritiek, op wat voor
haar 'n levensbehoefte was, had haar
wel zeer gegriefd. Wilde ik haar nu
eens vertellen wat zij moest doen?
Zich deze opmerking voor gezegd
houden en zich terugtrekken uit al
J'
"V
/-.uistez naaz uw oijanh
haar activiteiten? Maar zij deed het
toch zo graag, zij kon het niet mis
sen...
Geef op zoiets nu maar eens een
raak en eerlijk antwoord, waar
mee de vraagster in elk geval
haar voordeel kan doen. Is dat eigen
lijk voor een buitenstaander wel mo
gelijk? Ik heb, na lang .n'adénked,
het naar beste weten geprobèerd en
ziehier wat ik haar ongeveer gera
den heb:
Het is om te beginnen, altijd ver
standig om te luisteren naar wat uw
vijand over U te zeggen heeft. Een
opmerking als zij beluisterde is
daarom zo waardevol, omdat ze in
ieder geval onverdacht eerlijk is. En
hoe vaak durft iemand dat in ons
gezicht te zijn?
Zij moest dus een ogenblik alle ge
prikkeldheid afschudden, en proberen
zichzelf met de kritische ogen van
die ander te zien. Had deze misschien
een tikkeltje gelijk? Stond zij, met
alle goede en ijverige bedoelingen,
toch óók niet graag in het middel
punt, was zij misschien wel erg ge
charmeerd van een applausje
Zo ja, dan was het misschien tijd tot
een voorzichtig retireren, voordat die
kritiek op haar optreden al te duide
lijk voelbaar werd. Niet, dat een
sprankje ijdelheid en vooral gevoel
van eigenwaarde misstonden bij een
bepaalde begaafdheid, op welk ge
bied ook. Niets is zo'n pijnlijk
schouwspel als de begaafde die van
pure verlegenheid zijn talent niet tot
bloei laat komen.
Maar die kleine ijdelheid en dat ge
voel van iets te kunnen, moesten ge
volg blijven en geen oorzaak worden.
En waar mijn vraagster op haar ter
rein, naar ik aannam, ook iets bezat
dat men met een artistieke begaafd
heid zou kunnen vergelijken, was het,
gehoord die hatelijke opmerking, de
hoogste tijd zich hierop te bezinnen:
Doe ik dit of dat nu uit pure geest
driftige belangeloosheid of uit ver
zotheid om in het middelpunt te
staan
En in dat laatste geval was het
werkelijk wijzer om zich eens
onopvallend terug te trekken en
de zelfbeheersing op te brengen te
wachten tot men haar om haar advies
haar medewerking, haar optreden
vroeg. Want dén zou zij zeker weten
dat men haar niet missen kon, en
dat de zure kritiek niet de algemene
opinie vertolkte.
Het duurde aardig wat tijd, eer haar
antwoord kwam op deze dat geef
ik dadelijk toe wel heel openhar
tige raad. Maar het was dan ook
een antwoord dat mijn hart deugd
deed en mij de aanhef van deze ko
lom in de pen gaf: Zij had het, zij
het met moeite, geslikt, want ik was
er niet zo héél erg naast geweesj.
En in het vervolg hoopte zij er naar
te handelen al zou haar dat niet
meevallen.
Vertel mij nooit meer, dat vrouwen
geen goede verliezers zijn. Dit was
in elk geval een beste: en ik weet ze
ker dat zij er daardoor op de duur
glansrijk bij winnen zal.
SASKIA.
Eugenia Andaya ln Labac bij Manilla,
50 jaar oud, heeft haar vroedvrouwdiplo
ma behaald. Ze deed het werk al sinds
haar achttiende jaar, zoals duizenden
vrouwen op de Felippljnen, die het van
haar moeder of grootmoeder leerden. Ze
werken nauwgezet, maar vaak zonder
kennis van moderne, hygiënische metho
den. De regering heeft nu. samen met de
Wereld Gezondheidsorganisatie en het
kinderfonds van de Verenigde N'attes,
cursussen voor da vroedvrouwen inge
steld,