B PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer LUYCKS OBELISK STEMMEN UIT DE KERKEN EVEN NADENKEN ZATERDAG 31 MEI 1958 PROVINCIALE ZEEUW BE O OU RANT. 13 (Slot van pag. 3) het tentoonstellingspavlljoen van de H. Stoel, vinden we het machtige beeld van de Franse beeldhouwer Ro din: De Denker. Dat is de mens, die alle dingen heeft uitgedacht die er in deze wereld door mensenhanden gemaakt zijn. En daarna laat men ons zien wat de mens met al zijn denken en vindingen van deze we reld gemaakt heeft. We lopen voor bij grote foto's van prikkeldraad met wat daarachter ligt, van verwoestin gen door die menselijke vindingen, van ellende in achterbuurten en vluchtelingenkampen en ga zo maar voort. „Deus creavit"; „God heeft geschapen" en dan de vraag: wat heeft de meng ervan gemaakt? In het protestantse paviljoen vinden we dezelfde gedachtengang. Daar be- Horizontaal: 1. soort hondje; 4. boel; 7. weer aanzwellend (afk. muziek); 8. gehoororgaan; 9. lengtemaat, afk.; 10. groente; 11. voegwoord; 12. bege rig naar; 13. heden; 14. geheel de Uwe, afk.; 16. deel v. e. mast; 17. slaghout; 19. getijde; 21. daar; 22. eerw. heer, afk.; 23. ongeveer, afk.; 25. Europ. betalingsunie, afk.; 26. Reg. Infanterie, afk.; 27. heldendicht; 28. gebak. Verticaal: 1. haal; 2. vandaan; 3. het zij zo!; 4. stuk; 5. kleintje; 6. voor-: ganger in moskee; 13. dichtbij; 15. in; 16. snelheidswedstrijd; 17. opening; 18. list, kunstgreep; 20. Franse kaas; 24. Amsterdams peil, afk.; 26. gods dienst. gint men de rondleiding bij een "irachtige zonnebloem als teken van letgeen God gegeven heeft. „God zag dat het alles goed was". En daarna zien we eveneens in foto's wat de mens van Gods gaven ge maakt heeft. De wereld Jaagt steeds voort als een locomotief die mensen niet meer in bedwang hebben. Waar gaat het heen? We zien een oorlogs kerkhof en een beeld van het ver woeste Hirosjima door de atoombom. Op deze tentoonstelling willen de in zendingen van de kerken een harte- kreet zijn dat we er alleen met de techniek niet komen. Verschil Na dit gelijke begin komt in de pa viljoens van de kerken het verschil In het protestantse worden we weer verwezen naar de Bijbel. In het rooms-katholleke heeft men veel meer te vertonen. Daar vinden we een wand, beschilderd met vele be roemde, wonderdoende Onze Lieve Vrouwen, zoals die van Halle en Hanswijck en daar vinden we heilige plaatsen waaronder een model van de opperzaal waar Jezus met zijn discipelen het laatste avondmaal heeft gevierd. De ontwerper koos voor de opperzaal de Gothische stijl. Verder is er in de r.-k. tentoonstel lingsruimte een rijke verzameling te vinden van christelijke schilder- en beeldhouwkunst, die de moeite waard is te gaan bezien. Ook dit artikel willen we eindigen met Israël. Natuurlijk zien we hier allerlei van de opbouw van de staat Israël in de 10 jaar van haar be staan. Een volk zonder land en een land zonder volk hebben elkaar ge vonden. Maar we komen hier met meer in aanraking, n.l. met de eeu wen oude geschiedenis vanaf Abra ham en David, zoals we die kennen uit de Bijbel. De opbouw van Israël wordt gezien in het licht van teksten uit Bijbel. „Zo zegt de Here Here: Ik zal U vergaderen uit de volken en U bijeen brengen uit de landen waar in gij verstrooid zijt, en Ik zal U het land Israël geven". Ez. 11 17. Het meest interessante in dit pavil joen is wel een van die oude perka ment rollen die dateren van vóór het begin van onze jaartelling en die bij de Dode Zee gevonden zi)n. Hier ligt dan de commentaar op een gedeelte van het boek Habakuk. En tevens 888. Piloot Storm had met grote aandacht geluisterd naar het bloemrijke relaas van Val Marian. Die goede man goochelde met tijd en afstand alsof het niets was en eerlijk gezegd schemerde het Arend 'n beetje voor de ogen. Hij kuchte eens en sprak: „Maar nu weet ik nog steeds niet waarom ik als barbaar van Thallar- na hierheen gebracht werd". Val Marian glim lachte. „Geduld, beste jon gen. Daar was ik juist aan toe! Wel, zoals ik al zei, hadden de techniek en we tenschap van de Titanen een gevoelige knauw gekregen en er gingen eeuwen en eeuwen overheen eer zij weer aan geregelde ruimte vaarten konden denken. Wat jou 't meest zal inte resseren is, dat bij het eerste bezoek aan Thallarna menselijke wezens gesignaleerd wer den. Weliswaar nog geen bijzonder fraaie exemplaren, zij waren zwaar behaard en leef den in holen en grotten, maar hun aanwezig heid bewees, dat ook deze planeet goede mo- gelijkheden bood voor de Titanen. Op het vruchtbare eiland Atlantis werd een kolonie gevestigd. Er scheen echter weinig zegen op ons werk te rusten, want op -zekere dag werd het gehele eiland door de wateren van Atland verzwolgen. Nadien bestond er weinig animo meer voor hernieuwde kolonisatie. Toch werd de planeet geregeld door verkenningspatrouil les bezocht, omdat wij op de hoogte wilden blijven van het doen en laten van de Aard-be woners. Ongetwijfeld zal de aanblik van onze schotels dikwijls, schrik en verwarring ge sticht hebben". zien we er kruiken als waarin deze rollen door de eeuwen heen bewaard zijn gebleven. Oud en nieuw is hier dooreen, alles tezamen gebonden door bijbelteksten. We zien hier sieraden die vrouwen "ragen hebben ten tijde van Abra- ii, die door de opgravingen te voorschijn zijn gekomen en voorts ~>rodukten van het huidige kunstam- >acht in Israël. Het zijn de sieraden van de dochter Sions, waarmede God hen versiert, naar het woord van de profeet. In een bioscoopzaaltje kan men een reis maken door het tegen woordige Israël, wat aan te bevelen is. We komen hier in dit paviljoen voor de vraag te staan van het bijbelse teken van Israël in deze wereld. Wat daar aan de oostzijde van de Middel landse Zee geschiedt, is dat de ver vulling van het woord van de oode profetie? We zijn zo geneigd de be loften van God aan Israël te vergees telijken. Is het goed alleen maar deze éne kant te zien Zo brengt deze af deling van de staat Israël ons we derom terug tot het Woord van God, dat stand houdt tot in eeuwigheid. H. NATUURAZIJN j\;\ SINDS\ 60/JAAR ONMISKENBAAR AAN DE TOP Persbureaus Pia en Indonesia Raya gesloten De militaire autoriteiten in Djakarta hebben opdracht gegeven tot sluiting voor onbepaalde tijd, van het Indo nesische onafhankelijke persbureau ,Pia". Dit is de tweede maal in één jaar tijd, dat Pia zijn nieuwsdiensten moet staken. Het sluitingsbevel kwam, nadat Pia woensdag een foutief bericht had ge publiceerd, dat Indonesië Mig-jetja gers van de Sowjet-Unie zou hebben gekocht. Donderdag bracht het pers bureau een rectificatie, waarin werd medegedeeld, dat de woensdag gede monstreerde Mig-toestellen van Tsjechoslowakije waren gekocht. Ook het onafhankelijke dagblad „In donesia Raya" in Djakarta mag voor onbepaalde tijd, eveneens met ingang van gister, niet verschijnen. 0 Het luchtverkeer over de Verenigde Staten zal geleld worden via drie boven elkaar gelegen corridors van 65 km breedte. Met behulp van controlestations op de grond zal er voor worden gezorgd dat er tussen de vliegtuigen een hoogte verschil van minstens driehonderd meter en een afstand van tien minuten vliegen wordt bewaard. De maatregel is geno men met het oog op de talrijke botsin gen in ,de lucht van de laatste tijd. de zakdoek voor hem of haarl 1KB HOOG EN LAAG WATER 1 juni. Vlissingen 0.59 2.22 13.24 2.38 7.31 2.14 19.53 2.18 Terneuzen 1.28 2.37 13.58 2.53 8.05 2.30 20.28 2.34 Hansweert 2.16 2.46 14.46 2.62 8.39 2.44 21.01 2.48 Zierikzee 2.28 1.54 14.56 1.71 8.03 1.66 20.28 1.54 Wemeldinge 2.50 1.79 15.20 1.97 8.23 1.94 20.48 1.82 2 juni. Vlissingen 1.49 2.29 14.10 2.47 8.17 2.15 20.46 2.26 Terneuzen 2.19 2.43 14.45 2.61 8.52 2.31 21.21 2.42 Hansweert 3.08 2.51 15.34 2.69 9.28 2.45 21.53 2.56 Zierikzee 3.20 1.59 15.44 1.66 8.48 1.64 21.16 1.62 Wemeldinge 3.41 1£6 16.09 1.92 9.14 1.92 21.40 1.90 v30v\aervoqe\ Er was eens een prins, die van tijd tot tijd wel eens vergeten wilde dat hij een prins was. Dan zwierf hij in oude kleren door de bossen, zeilde over zeeën en beklom de bergen. Onderweg praat te hij met de mensen die hij tegenkwam en omdat hij zijn ogen en oren dan goed open had was hij al heel jong héél wijs. Op een dag, toen hij weer eens door een bos zwierf hoorde hij plotse ling geritsel en gepiep tussen de takken en toen hij ging kijken zag hij dat een grote vogel in een klem was gevlogen. De prins probeerde om de vogel te bevrijden, maar dat begreep het ge vangen dier niet meteen; ze dacht dat er nóg ie mand kwam die naar kwaad wou doen en ze pikte hem in zijn hand. Maar de prins hield vol en hij wist de vogel te bevrijden. Voor ze weg vloog keek ze hem heel even aan en toen pas zag de prins wat een vreemde blauwe ogen die vogel had. Maar voor hij daar verder over na kon denken was ze ver dwenen. De prins reisde verder, maar waar hij ook kwam, overal moest hij denken aan de ogen van die blauwe vogel. Als hij door de bossen zwierf keek hij omhoog en zocht tussen de takken naar de vreemde vogel. Als hij op zee was en vogels zag overgaan keek hij of zij het niet was en als hij bergen be klom moest hij tot de hoogste top gaan om te zien of ze daar misschien niet woonde. Maar hij zag haar nergens en ook vond hij op de hele we reld geen vogel die op haar leek. Nooit. De vader van de prins schudde zijn hoofd, tel kens als hij zijn zoon uit het paleis zag wegtrek ken. Hij hield niet van zijn zwerftochten en toen de prins na een hele lan ge reis weer eens terug keerde, liet de koning hem roepen. „Je bent nu wijs ge noeg", zei hij, „ik weet dat je veel geleerd hebt van de landen die je hebt gezien en van de mensen die je hebt gesproken. Je bent wijs genoeg om ko ning te zijn. Maar eerst moet je een prinses vin den die even wijs is als jij en die samen met jou kan regeren." „Waar vind ik zo'n prin ses?", vroeg de prins, want hij had met veel, met heel veel mensen gesproken, maar heel weinig met prinsen en prinsessen. Zijn vader, de oude koning, wist dat wel en hij had op die vraag van de prins ge wacht. „Ik ken zo'n prin- zei hij, „je moet nu dadelijk op reis gaan naar haar vaders paleis. Ze wacht op je." Het was allemaal een beetje onverwacht, vond de prins, maar toch was hij erg benieuwd om de prinses, die, zoals zijn vader zei erg wijs en erg lief was, te ontmoeten. Hij ging meteen weer op reis. Onderweg bedacht hij dat hij een geschenk voor de prinses moest meebrengen en daarom plukte hij bloemen en vlocht daar een kroon tje van. P*odc bessen en beukenootjes hechtte hij er als diamanten in. De wachters voor het pa leis van de prinses sta ken hun trompet toen ze de prins zagen aanko men, want al dagenlang was er op zijn komst ge wacht. De prinses zelf stond op het bordes van het paleis toen de prins door de poort binnen kwam, Ze lachte heel hard toen de prins een diepe buiging voor haar maakte en het kroon tje uit de bossen aan haar voetèn legde, bent een grappenma ker", zei ze en ze schop te het kroontje weg zo dat het in de vijver voor het paleis belandde. prins keek haar schrokken aan. Ze lachte nog altijd. „U maakt een goed begin, zei ze, „ik houd van grappen." „Maar het was geen grap", zei de prins met een strak gezicht. Nu lachte de prinses nog meer. „Kunt U nooit iets anders dan de men sen aan het lachen ma ken?", vroeg ze, „kom laat U me eens zien wat voor geschenken U voor me heeft meegebracht", zei ze, als die mooi zijn, trouw ik beslist met U." „Dat", zei de prins en hij wees op de bloemen kroon die wegdreef in de vijver. „Dat had ik mee gebracht." „Zozei de prinses, zoen ze lachte niet meer. Maar ze stuurde de prins niet weg. O, nee, want al viel het dan tegen dat hij geen grote cadeaus meebracht, vro lijk en mooi vond ze hem wel. Haar ouders, de ko ning en de koningin wa ren ook heel vriendelijk voor hem en bij de maal tijd zei de koning: „Prins we weten waarvoor U gekomen bent en we vin den het goed. Als de prinses ook wil mag ze met U meegaan naar uw land om samen met U te regeren." De prins die heel stil tus sen de koning en konin gin inzat vroeg of hij met zijn besluit tot de volgende dag mocht wachten. Hij wist zelf niet goed waarom, maar iets in hem zei dat hij niet zo maar ja mocht zeggen. Toen het avond was wandelde hij heel alleen door de paleistuin om na te denken en plot seling hoorde hij een ge luid dat hij al eens eer der had gehoord. Hij liep snel door een laantje le plek waar het vandaan kwam en daar zag hij een grote kooi en in die kooi zat de vreemde vogel, de vogel die hij had bevrijd uit de klem. De prins schrok. Wie had die prachtige vogel, die zo bang voor mensen was en in de gro te bossen thuishoorde daar opgesloten Hij probeerde om de kooi open te maken, maar het lukte hem niet. Hij rende terug naar het paleis en vroeg de prinses te spre ken. „Hoogheid", zei hij, „ze hebben me verteld dat U lief en wijs was. Als U dat werkelijk bent moet U die vreemde vo gel in uw tuin loslaten. Anders kan ik niet met U trouwen." De prinses kreeg een kleur van boosheid. „Hoe durft U", zei ze. „ik die vogel loslaten? Ik denk er niet over." „Dan kan ik niet met U trouwen", zei de prins en hij liep met grote stap pen weg. Maar bij de poort werd hij tegenge houden door de wach ters, want de prinses was zó boos dat ze bevel had ALS JE LUI BENT, MOET JE SLIM ZIJN! „Het is mooi xoeer, Floy", zegt Vader op ze kere dag, „natuurlijk mag jij gaan zwemmen, als je dat fijn vindt." Flop is blij dat hij van zijn vader mag gaan, want een verfrissing met dat warme xoeer kan hij xoel hebben. „Maar", zegt Vader, „Je MOET naar het zwembad gaan, want daar is toezicht, begre pen! f" Flop is nu eenmaal on deugend. „Ach, toezicht", moppert hij. Jn de beek achter ons huis heb ik geen toezicht nodig en bovendien is het niet zo ver lopen." Hij pakt een handdoek en gaat de achterdeur uit. Achter 't huis stroomt de beek. Koel, helder water, heer lijk! Flop gaat even druk in de xoeer. Hij neemt een grote plank, die hij een eind over de beek steekt. Dan komt hij, even latei- met een geweldige kei, die eigenlijk veel te zwaar is, aanrollen. „Zie zo, nu heb ik een fijne duikplank. Nu kan ik me heerlijk amuseren Flop legt de handdoek klaar en gaat op de plank. Langzaam loopt hij naar het einde. Het water kabbelt lokkend onder hem. De zon staat fel te branden. Oh, wat is het heet! Flop ver- heugt zich al op een heerlijke duik, als plot seling de plank kantelt. „Wat is dett!" roept Flop. De grote steen geeft het antxooord. Ze was toch niet zxoaar genoeg. Als Flop uit het water klau tert, doet zijn rug hem pijn. ,J3ah, was ik toch maar naar het zwembad gegaan!" Nieuwe kinderpuzzel: Dit zijn vijf heren die ergens mee be zig zijn. Als je goed kijkt zie je dat een muziekinstrument bespelen, alleende muziekinstrumenten zélf zie je niet! Welke instrumenten bespelen ze? Oplossing vorige week: A. Italië; de scheve toren van Pisa. 8. Frankrijk; de Eiffeltoren in Parijs. C. Engeland; de Big Ben in Londen. D. Amerika; het Vrijheidsbeeld in de haven van New York. E. Denemarken; de zeemeermin in de haven van Kopenhagen. F. Egypte; de sphinx bij de pyramide van Cheops. gegeven om hem op te sluiten. En opsluiten vond ze nog niet erg ge- genoeg. De prins kreeg een zwaar blok aan zijn been en ze liet hem als de allerarmste houthak ker in 't bos van haar va der werken. De prins zei geen woord; hij wachtte alleen op zijn kans. En die kwam. Op een goeie dag moest hij één van de bomen dicht bij de kooi van de vreemde vo gel omhakken. Met het zware blok aan zijn been sleepte hij zich, toen nie mand keek naar de kooi toe en hakte een paar spijlen door met zijn bijl, Zijn hart klopte, want hij wist dat er nu geen straf zwaar genoeg voor hem zou zijn. De vogel keek hem met hem met haar vreemde blauwe ogen aan. „Driemaal is scheepsrecht", zei plotseling, „driemaal heeft U geprobeerd me te redden. Nu is het mijn beurt." Zc spreidde haar vlerken wijd uit; het leek of ze groeiden en groeiden. Ze werd zó groot dat een man als de prins gemak kelijk op haar rug kon gaan zitten,; zelfs al had hij dat blok aan zijn been. Ze vloog met hem over het paleis weg, ze cirkelde boven het bos en daalde op een plek waar witte daken door het' groen staken. En zo gauw ze hem had neer gezet veranderde ze in een prinses, een lieve prinses met grote blauwe! ogen. „Driemaal moest iemand mij proberen te redden", zei ze, „voor mijn toverkracht ver broken was. Kom, prins Ze ging hem voor in het witte paleis dat jaren lang op haar terugkomst had gewacht. In alle ka mers stonden bloemen en de vogels mochten er vrij in en uit vlie gen. „Nu ga ik iets voor U doen", zei de prinses, „zegt U mij maar wat uw liefste wens is." Daar hoefde de prins niet lang over na te den ken. Trouwen met deze prinses, met de wonder vogel die wijs en lief ge noeg was om samen met hem te regeren, dat wil de hij. En zo gebeurde het. De prins nam de prinses mee naar zijn land, samen volgden ze zijn vader op en samen regeerden ze voortaan 't land. Heel lang en heel gelukkig. Sen (njtje 'k Zou best een bijtje willen zijn, een heel gewoon bruin bijtje dan woonde ik in een boterbloem, in het zachte groene weitje. Als 't donker werd ging mijn huisje dicht, maar zo gauw de dag begon vloog ik mijn boterbloemetje uit om te dansen in de zon. Dan vloog ik naar het rozenperk en koos een roos voor ontbijt. Ik babbelde wat met de vlinders daar. want ik had alle tijd. Daarna ging ik naar de mensen toe, ik zoemde wat om ze rond, ik zoemde: kom jongens, word ook een bij maar niemand die dat verstond. O, als ik toch eens een bijtje was. een bruine bij, stel je voor, dan speelde en danste en zoemde ik de hele zomer door.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 9