Begin Franse crisis: samenzwering
grootgrondbezitters in Algerije
Bespreking over ruimtelijke
ontwikkeling van Nederland
DEBUTANTEN-BAL ZAL IN
VERSAILLES WORDEN GEHOUDEN
Itti ROUPIJK
ZATERDAG SI MEI 1958
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT.
11
DE GROTE CHANTAGE
Massa mocht opstand niet bedwingen
en nam daarom leiding over
(Van onze Parijse correspondent Jan Brusse)
Een paar maanden geleden kwamen ergens in Algiers een
paar Fransen bij elkaar, die per persoon meer landerijen be
zitten dan een Nederlandse provincie groot is. Ze hadden ge
hoord dat er in Parijs sprake van was om eventueel te trach
ten een einde te maken aan de oorlog in Algiers. Dat vinden
zij een schande. Zij konden geen woorden vinden voor het
verraad van de ministers die er niet voor terugdeinsden om
als het moest ook eens met de tegenstanders te gaan praten.
Stel je voor. Ja, stel je voor dat die Mohammedanen hierdoor
iets van onafhankelijkheid zouden krijgen. Wat moest er
dan van de groot-grondbezitters terechkomen? En zo kwa
men zij er toe om een duister plan te smeden. Ze legden ge
zamenlijk een eed af, dat zij met al de hen ten dienste staande
middelen ervoor zouden zorgen dat Algiers niet, nooit en
nimmer maar een schijn van onafhankelijkheid zou krijgen.
Nu zou je kunnen lachen om
dit kleine groepje samen
zweerders. Het waren er in
den beginne misschien niet
meer dan twaalf. Maar zij
hadden enorm veel lange ar
men en enorm'veel geld, zo
dat hun stem machtiger was
dan die van een miljoen Mo
hammedanen bij elkaar.
Een van hen was monsieur De
Cherigny, eigenaar van het
grootste blad in Algei-ije
,,1'Echo d'Alger" (De Echo van
Algiers). De uiterst rechtse
ideeën van deze heer hebben
reeds verschillende wankele
legeringen in Parijs doen val
len. Een koloniale seigneur, die
tijdens de oorlog 1940-1945
zwaar voor Pétain was en net
zo zwaar tegen De Gaulle.
Toen, op die dertiende mei,
vroeg president Coty aan de
christen-democraat Pflimlin te
trachten de regering te vormen
En Pflimlin had vroeger wel
eens gezegd, dat er nu toch
echt eens een einde moest ko
men aan de oorlog in Algiers.
De kleine groep kwam onmid
dellijk bijeen. „Dit nooit", zei
den ze, „alles beter dan Pflim
lin". En zij besloten grote ma
nifestaties te organiseren in de
straten van Algiers tegen
Pflimlin. Dat was niet moeilijk
In dit overzeese gebied wonen
veel Franse heethoofden die
echt niet kunnen en willen be
grijpen dat de Algerijnen zich
zelf zouden willen regeren.
Bovendien rekende de heer De
Cherigny op het keurkorps van
de parachutisten. Dit is een apart
legertje in het Franse leger. Het
ls beter bewapend, beter getraind,
beter gekleed dan welke andere
troepen ook. Daar staat tegenover
dat zij ook al het vuile werk moe
ten opknappen: zodra het ergens
in de bergen verkeerd ging, stuur
de men de para's. En je kon bijna
zeggen dat de werkelijke gevech
ten uitsluitend geleverd werden
door deze knapen die met een
doodsverachting leerden uit hun
vliegtuigen te springen.
Ja. bewonderenswaardige sol
daten. Maar van een meer
menselijke kant bekeken ook
wel heel erg rauwe vechters
bazen. En langzamerhand
zwaar over het paard getild
door al de lof die men hun
toezwaaide, meenden zij al
gauw dat zij de werkelijke
macht in Algerije in handen
hadden. Kranten als „Le Mon
de" en „l'Expresse" hebben er
reeds maanden geleden op ge
wezen hoe gevaarlijk het was
dat deze elitetroepen optraden
alsof zij de heren en meesters
waren in dit gedeelte in Frank
rijk.
Massu „de grote man
Op die dertiende mei werd de
machine van De Cherigny en de
zijnen dus in werknig gesteld.
Straatmanifestaties dienden als
druk op het parlement om
Pflimlin niet te kiezen. Nu liep
dat even harder van stapel dan de
heren voorzien hadden. De beto
ging ontaardde in een halve re
volutie. Duizenden jeugdige mani
festanten stroomden voor het gou
vernementsgebouw samen en be
gonnen het te bestormen. Slechts
eén macht had hen kunnen tegen
houden: dat waren de parachutis
ten. Hun chef, generaal Massu,
belde onmiddellijk naar premier
Gaillard, die de lopende zaken af
handelde en vroeg hem: moet ik
schieten? Gaillard dacht een mi
nuut lang na. zei: nee en hing de
haak weer op. Wat moest Massu
doen? Als zijn parachutisten niet
mochten schieten, konden zij niets
tegen deze menigte doen. Ook
hij dacht een minuut na en toen
besloot hij: om bloedvergieten te
voorkomen zal ik dan maar de lei
ding nemen van deze opstand. Een
paar uur later was hij de onbe
twiste meester van het in opstand
gekomen Algerije. Over De Che
rigny werd niet gesproken. Massu
was de grote man. En later ook
Salan, die notabene de vertegen
woordiger van Parijs was.
Plimliri werd toch in de Kamer
door Parijs geïnvesteerd. De Che
rigny kookte var, woede en be
greep dat er nu iets moest gebeu
ren. Pas toen heeft deze Pétainist
ernstig aan De Gaulle gedacht,
die gerespecteerde generaal, die al
ongeveer tien jaar in een klein
dorpje zat te mokken, omdat de
Kolitieke partijen in Frankrijk
em niet lustten. Als De Gaulle
niet bestaan had, zouden De Che
rigny en de zijnen hem op dat
moment hebben moeten maken.
Zij besloten de generaal naar vo
ren te schuiven als grote tegen
speler van Pflimlin.
Daarvoor hebben zij, zoals nu is
gebleken, geen toestemming ge
vraagd aan De Gaulle zelf. Ze heb
ben gewoon zijn naam ge- en mis
bruikt. Zijn naam die tot de ver
beelding van het volk spreekt.
Zijn naam als schild waarachter
zijn hun reactionaire plannen kon
den verbergen.
Nu bleek dat de opstand in Algiers
niet voldoende was om Parijs te
doen buigen, verzonnen zij iets
anders. Dat was chantage met de
burgeroorlog. Chantage waar Pa
rijs wél voor is geweken. Zij lie
ten doorschemeren dat zij hun
troepen niet meer in bedwang had
den. Dat was eerst alleen maar
chantage. Want de parachutisten
deden natuurijk precies wat Mas
su zei. Maar door die gedachte
rond te strooien werden ook an
dere afdelingen van het leger on
rustig. Zij begonnen samen met
hun officieren te schreeuwen. Als
De Gaulle nu niet gauw komt
dan
In deze spannende uren, toen
iedereen begon te geloven: Er
zijn maar twee mogelijkheden. De
Gaulle of de revolutie van het le
ger, heeft De Gaulle een ernstige
fout gemaakt. Wanneer hij toen
gezegd had wat hij pas gisteren
Vechtersbazen over zijn lippen heeft kunnen krij
gen, namelijk, dat hij alleen maar
door de volksvertegenwoordiging
en via de grondwettelijke wegen
geïnvesteerd wilde worden en dat
hij bovendien niets te maken had
met die opstandige generaals, die
maar uit zijn naam spraken zon
der hem dat gevraagd te hebben,
dan was deze chantage met een
paar para's die „wel eens bij Pa
rijs konden landen" niet mogelijk
geweest.
Wel wat vreemd
Maar nu begon iedereen over bur
geroorlog te spreken, ofschoon er
op straat helemaal niets gebeurde.
Zelfs De Gaulle heeft toegegeven
dat hij geen vat meer had op de
ontwikkeing en dat hij bang was
voor de reacties van het leger dat
hem op iets als een troon wilde
zetten. Veel tegenstanders van De
Gaulle zijn op dat moment door de
knieën gegaan. Ze zijn gezwicht
voor de dreiging van een burger
oorlog. Van een revolutie, die ge
heel georganiseerd is door aat
groepje groot-grondbezitters in
Algiers. Een revolutie, waarvan
de mensen op straat niets wilden
weten.
Zo zal De Gaulle eerste minister
van Frankrijk worden. Dat was
vroeg of laat toch wel gebeurd.
Maar nu heeft hij zijn macht te
danken, voornamelijk aan dat sto
ken van die samenzweerders en
het daaropvolgende gesclireeuw
van de generaals. Tel daarbij op
de angst van de meeste politieke
leiders in Parijs en het uitblijven
van iedere verwachte volksreactie
en je begrijpt dat de generaal
toch ietwat vreemd op de stoel
van de minister-president is gaan
zitten.
Sterke schouders nodig
In de komende weken zal blijken
in hoeverre het die kringen, die
hem tegen zijn wil uit zijn klui
zenaarsbestaan hebben gejaagd,
zal lukken om invloed te blijven
uitoefenen op De Gaulle. De ge
neraal is sterk, onafhankelijk en
zelfbewust genoeg, om zich van
dit gevaarlijke juk te ontdoen.
Veel Franse kranten waarschu
wen hem voor zijn compromitte
rende bewonderaars, die nu reeds
beginnen te beweren dat De Gaulle
hun hulp zal moeten betalen door
het uitvoeren van hun uiterst
rechtse politiek. Het is te hopen
dat dit mislukt. Frankrijk heeft
na deze bange dagen behoefte aan
een sterke figuur die een realisti
sche politiek voert, daarbij steu
nend op een zo mogelijk eensge
zind volk.
De Gaulle is vele jaren lang een
eenzame man geweest. Hij is dus
niet gebonden aan een partij en
heeft geen verplichtingen aan wat
voor vrienden dan ook. Hij is dus
in staat om zijn medewerkers te
kiezen naar gelang van him kun
digheid en niet naar gelang van
hun politieke belangrijkheid. Dit
nieuwe Gaullistische tijdperk zou
dan het begin kunnen zijn van
een Franse wedergeboorte waar
heel Europa wel bij kan varen.
Het wonderlijke is, dat dit in deze
democratische republiek alleen
van hem zal afhangen. Welk een
duizelingwekkende macht in de
hand van één man. Het moeten
sterke schouders zijn die een der
gelijke weelde kunnen dragen.
Rotterdam kan ruim
13 miljoen lenen
en W. van Rotterdam delen de
raad mee van de N.V. Bank voor Ne
derlandse Gemeenten te 's-Gravenha-
ge een aanbieding te heben ontvan
gen tot het verstrekken van een geld
lening ad 13.178.000.welk bedrag
is bestemd voor de definitieve finan
ciering van onderhanden zijnde of
reeds voltooide kapitaalswerken. De
koers ervan bedraagt 100 pet., de
looptijd is dertig jaar en de rente oe-
draagt 5 pet., halfjaarlijks te volroeu.
De aflossing moet in twintig gelijke
jaartermijnen geschieden. B. en W.
stellen voor de lening te aanvaarden.
Vermist jongetje uit
Hoorn gevonden
De 4-jarige Hans Dieter Heinz uil
Hoorn, die sedert zaterdagmorgen
half negen spoorloos was, is gisteren
In het water bij de sluis tussen de
binnen en buitenhaven aldaar drijven
de aangetroffen. Het stoffelijk over
schot Is naar het gemeentelijk zieken
huis overgebracht.
Geen nieuwe stimulansen
voor particuliere bouw
Minister ir. H. B. J. Witte verklaar
de, dat voorshands geen nieuwe sti
mulansen aan de particuliere bouw
nijverheid behoeven te worden gege
ven. De dalende marktrente veroor
zaakt grotere activiteit in de wo
ningbouwsector. De versterkte finan
ciële mogelijkheden brachten een
versterkte activiteit, die ertoe geleid
heeft, dat verleden maand het quo
tum voor aanvragen voor premie-
bouw is bereikt.
Aan verdere faciliteiten lijkt hem
thans geen behoefte te bestaan. Mi
nister Witte zeide dit tijdens een di
ner in „Treslong" te Hillegom, hem
en een aantal persvertegenwoordigers
aangeboden door de vereniging van
Nederlandse kalkzandsteenproducen-
ten en de „Vereniging Nederlands
Fabrikaat". In een beschouwing over
de taak van het toeleveringsbedrijf
in de bouwindustrie zeide minister
Witte onder meer, dat deze industrie
in grote mate medewerkt tot het ver
beteren van de bouwactiviteit. In on
geveer 500 betonfabrieken, 250 steen
fabrieken en honderden timmerfa
brieken en andere bedrijven werken
omstreeks 200.000 mensen met een
jaarlijkse produktie met een gewicht
van ongeveer zeven miljoen ton en
een waarde van ruim twee miljard
gulden ofwel ruim de helft van de
waarde van de op bouwwerken no-
je materialen. Daarbij komt nog
:e miljoen ton materialen uit het
buitenland.
Bij K.B. Is benoemd tot lid van de
Raad van de Waterstaat mr. M." P. L.
Steenberghe, oud-minister van econo
mische zaken, te Oirle.
Vereniging bescherming van
dieren telt 80.000 leden
Het jaarverslag 1957 van de Ne-
derlandsche Vereeniging tot Bescher
ming van Dieren maakt onder meer
melding dat nieuwe afdelingen der
vereniging zijn opgericht te Bols-
ward, Edam, Scherpenzeel, Wouden
berg, Renswoude, Helmond, Oss en
Smilde.
Met dankbaarheid wordt gewag
gemaakt van het feit, dat de kerken
steeds meer oog krijgen voor het be
lang van dierenbescherming. Ook
toont het jaarverslag zich zeer erken
telijk voer de hulp, die de dierenbe
scherming van de zijde van de pers
en de politie ontvangt.
De werkgroep onderwijs en dieren
bescherming richtte zich in 1957 drie-
maai tot de scholen, waarbij onder
meer duizenden wandolaten en bro
chures en honderdduizenden kleur
platen werden verkocht.
Op allerlei terreinen werd door de
vereniging veel werk verzet en vele
protesten werden ingediend tegen
slechte behandeling van dieren. De
vereniging telt op het ogenblik 80.000
leden.
4 B. en W. van Amsterdam hebben de
Essayprijs 1957 van de gemeente Amster
dam, groot f 2000,—, toegekend aan Paul
Rodenko voor zijn Essaybundel „Tussen
de regels".
(Advertentie)
ONDER VOORTDURENDE CONTROL!
AMERIKAANSENHELEMAAL IN 'T WIT
op de maatschappelijke posities der
aanvraagsters. De jonge Amerikaan-
sen, die als „burgermeisjes" slechte
kansen maakten, om toegelaten te
worden tot het illustere gezelschap,
hebben zich in vele gevallen niette
min een plaatsje veroverd door papa
een forse dollarcheque te laten uit
schrijven ten name van een liefda
dige instelling, waarvan een der co
mitéleden presidente of bescherm
vrouwe is
Na het bal op de slotterrassen van
Versailles, met vuurwerk en feest
verlichting, waar de jonge dames in
hun witte en kleurige baljaponnen
door jongemannen uit Europese adel
lijke kringen ten dans geleid worden,
zal het hele gezelschap op de Franse
nationale feestdag, de veertiende juli,
een uitstapje naar Parijs maken.
En geheel in de geest van de
grote koningin van Versailles, Ma
rie Antoinette, zullen de debutan
tes zich niet afwenden van „het
gewone volk" cn meedoen aan het
bal musette, dat ieder jaar gehou
den wordt op het paleis, waar eens
de Bastille stond. Het is goed, dat
de Bastille niet twee keer afbran
den kon
Inplaats van koningin comité
van hertoginnen.
(Van een speciale correspondent.)
De afschaffing van het traditione
le voorstellen van de debutantes aan
het Engelse hof is een diepe teleur
stelling geweest voor de internatio
nale zogenaamde „betere kringen".
Men heeft daarom over nieuwe moge
lijkheden gepiekerd en hieruit is het
plan voor een festijn geboren, dat
aan schittering zeker niet zal ach
terstaan bij het Londense hofbal. In-
plaats van aan het hof van St. James
zullen de erfdochters van rijke fa
milies aan weerszijden van de oceaan
thans worden voorgesteld aan een
denkbeeldig hof te Versailles. Op 12
juli zal in het slot te Versailles een
schitterend debutantenbal plaatsvin
den, dat een volledig Europees-Ame
rikaanse aangelegenheid wordt.
Honderdtwintig jonge Amerikaan
se rijke meisjes komen op 11 juli met
speciale vliegtuigen te Parijs aan.
Hun eerste gang zal zijn naar de mo
dehuizen van Jacques Heim en Lan-
vin-Castillo, waar thans reeds vol
ijverig aan hun baljaponnen ge
werkt wordt. De maten van de jonge
dames werden de couturiers tijdig
toegezonden. Alle Amerikaanse meis
jes dragen witte, de Europese meisjes
gekleurde baljaponnen.
Op de plaats van de Engelse ko
ningin zal een comité zitten, waar
voor de debutantes haar revérence
maken kunnen. In het presidium
komt men de hertogin van Maillé te
gen, de hertogin van Brissac en en
kele andere illustere namen uit de
hoge Franse adel. Deze dames hebben
de intekenlijsten grondig onderzocht
Boven Japan zijn drie Amerikaanse
straaljagers verongelukt. Twee toestel
len kwamen bij de kust van Midden-Ja
pan met elkaar in botsing, waarna zij ln
zee stortten. De piloot van een der toe
stellen ls verdwenen, de andere kon zich
met zijn parachute redden. Een derde
toestel stortte neer bij Tajirl. De piloot
kwam om het leven.
JAARVERGADERING MAATSCHAPPIJ NIJVERHEID EN HANDEL
Ir. Thijsse, ir. Tromp en mr. Gaarlandt
brachten preadviezen uit
De ruimtelijke ontwikkeling van Nederland in een nieuw Europa
zal het onderwerp zijn van bespreking in de 175ste jaarvergade
ring van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en
Handel, die op 12 juni in het Concertgebouw te Amsterdam
wordt gehouden. Hierover zijn drie pre-adviezen opgesteld en
wel door prof. ir. Jac. P. Thijsse, algemeen adviseur van de rijks
dienst voor het nationale plan, ir. Th. P. Tromp, lid van de raad
van bestuur van de N.V. Philips gloeilampenfabrieken te Eind
hoven en R. H. Gaarlandt, burgemeester van Emmen.
Prof. Thijsse behandelt het aspect
van de ruimtelijke ordening. In in
ternationaal verband vervult ons
land de functie van haven-agglome
ratie aan de Rijnmond voor de acti
viteiten, die bovenstrooms tot uitvoe
ring worden gebracht. De ontwikke
ling van de met deze havenfunctie
verbonden industriële activiteiten
moet zo min mogelijk worden belem
merd en hiervoor moet de noodzake
lijke ruimte worden gereserveerd.
Dit zal kunnen gebeuren door het
opofferen van andere belangen
als van landbouw, natuurbescher
ming en recreatie. Daartoe zal
men moeten voorkomen, dat dit
landsgedeelte overbevolkt wordt.
De omvang van de activiteiten bil
de havenmonden kan leiden tot
een verdeling daarvan over ver
scheidene plaatsen.
Aan de ontwikkeling van vele activi
teiten, die niet essentieel in het wes
ten moeten worden ondergebracht,
zal men moeten trachten een aan
trekkelijke plaats in het overige deel
van Nederland aan te bieden.
Derhalve zal in overig Nederland een
aantal kernen voor verdere ontwik
keling moeten worden voorbestemd.
De ontwikkeling van deze kernen zal
vermoedelijk voor enige provincies
geen uitgebreide stimulering ver
eisen. Dit geldt vermoedelijk echter
wel ten aanzien van de drie noorde
lijke provincies. De stimulering zal
moeten bestaan uit de verbetering
van het industriële klimaat, waarbij
de verbindingen een grote rol spelen.
Daartoe zal men een verhoging van
het sociale en culturele niveau voor
het slagen van de gewenste spreiding
der activiteiten over ons land als on
ontbeerlijk moeten beschouwen.
De resultaten van de stimulering voor
de decentralisatie van werkgelegen
heid zullen sterk afhankelijk zijn van
't regeringsbeleid. In even grote ma
te zullen deze resultaten afhangen
van de weerklank, die dit beleid zal
opwekken bij het bedrijfsleven en
andere Instanties.
Ir. Tromp behandelt het bedrijfs-eco-
nomisch aspect. Hij zegt, dat de ver
wachtingen voor ons land in dit op
zicht niet alleen worden bepaald door
factoren van nationale aard maar
evenzeer door internationale externe
factoren, t.w. het energievraagstuk,
de sterke expansie van het indus
triële speurwerk, de geografische
spreiding van de basisindustrieën in
West-Europa, de specialisatie van
Westeuropese industrietakken, de in
vloed van de automatisering, de
structurele wijziging o.a. in Neder
land van een agrarische Euromarkt.
De enorme toeneming van de bevol
king is een van de belangrijkste fac
toren, die de huidige industriële pro
blematiek beheersen. Een ander niet
minder belangrijk aspect is de verde
ling van de beroepsbevolking over de
verschillende categorieën. De Neder
landse industrie staat voor de abso
lute noodzaak tot sterke uitbreiding,
om een belangrijk deel van de bevol
kingstoeneming te kunnen opvangen.
Om hiertoe in staat te zijn zal zij
haar afzetgebieden in het buitenland
moeten vergroten. Dit wordt in hoge
mate bemoeilijkt door de steeds he
viger wordende concurrentie.
De voordelen van industriespreiding
zijn evident. Indien men trekt naar
éen streek, waar men met open ar
men wordt ontvangen, omdat als het
ware op werkgelegenheid wordt ge
wacht, dan is meteen al een gunstig
klimaat voor een dergelijke vesti
ging aanwezig.
Abrupte verstoring van het religieu
ze, culturele en sociale karakter van
een streek is echter funest. Het is
absoluut noodzakelijk, zich zoveeel
mogelijk aan te passen bij de heer
sende lokale opvattingen.
Mr. Gaarlandt behandelt enkele as
pecten van streekontwikkeling. Hij
stelt de vraag: wat heeft „overig
Dan en eeet
Arti-Beeld-Encyclopediën
Er zijn vier nieuwe deeltjes versche
nen van de Arti-Beeld-Encyclopedie;
twee deeltjes over opera door René
Frank, één over de muziekgeschiede
nis door J. H. W. Kool en één uitga
ve over sterrenkunde door F. W. Mi-
chels. Deze vaak slecht geschre
ven boekjes hebben door hun dik
wijls verwarrende voorlichting, be
paald geen goede naam in ons land.
Opera I (geschiedenis) en II
(wezen en praktijk) geven een glo
baal overzicht van deze tak van
kunst. Muziekgeschiedenis 1 (vanaf
de oudheid tot 1800) maakt de lezer
wat wegwijs in de duistere eerste fa
sen van de muziek en het boekje over
sterrenkunde bevat voor iemand met
interesse voor techniek of de „hogere
sferen", maar met niet teveel kennis
van de sterren, verscheidene wetens
waardigheden. Overigens moet men
niet echt op de Arti-beeldboekjes ver
trouwen: daarvoor geven auteurs en
samenstellers teveel de indruk, dat zij
héést hebben gehad.
Grote heiligen
Uitgeverij Ploegsma te Amsterdam
deed de tweede druk verschijnen van
Walter Nigg's „Grote Heiligen". Het
is een opvallend boek, opvallend daar
om omdat het geschreven werd door
een protestant theoloog. Het heiligen
leven beschouwt hij niet te behoren
tot de exclusieve sfeer van één kerk,
doch tot de gehele christenheid. Toen
destijds de eerste druk verscheen,
kreeg het boek grote bijval zowel van
r.-k. als van protestantse zijde. En
dat is te begrijpen, want Walter Nigg
weet op een voorname, niettemin in
dringende wijze te verhalen van het
leven van een negental waarlijk vro
men. Voor de protestant met name is
deze lectuur belangrijk omdat hierin
het heiligenleven wordt geschetst op
een wijze, die voor hem niet alleen
geheel aanvaardbaar is, maar die bo
vendien een voor hem delicate aange
legenheid in een nieuw licht stelt.
Marianne Philips verzorgde de verta
ling.
NEERLANDS VORSTENHUIS EN
DE GROOTE KERK TE BREDA
De redevoering, die mr. F. A. Hol
leman. president-kerkvoogd, op 9 ju
ni 1956 ter gelegenheid van de weder-
ingebruikneming der nagenoeg ge
heel gerestaureerde Groote Kerk te
Breda hield, is onlangs in druk ver
schenen bij de N.V. W. J. Thieme
Cie te Zutphen. De belangwekkende
historische bijzonderheden over
„Neerlands vorstenhuis en de Groote
kerk te Breda", die mr. Holleman in
zijn toespraak verwerkte, verdienen
ongetwijfeld de belangstelling ook
van velen die bij deze, door prin
ses Wilhelmina bijgewoonde, samen
komst niet aanwezig waren. De rede
zelf beslaat negen pagina's: 24 an
dere zijn gewijd aan „Aantekenin
gen" vól wetenswaardigheden. Bo
vendien bevat dit boekje enkele illus
traties en een korte literatuuropgave.
Nederland", dus de streken buiten
het westen des lands, de industrie te
bieden, wat zijn de vestigingsbezwa-
ren, hoe en door wie kunnen die wor
den weggenomen of gecompenseerd.
Hij antwoordt: overig Nederland
heeft de industrie te bieden: een ruim
arbeidsaanbod en vooral een bevol
king, die kan en wil werken in de
industrie. Vervolgens een woon- en
vestigingsklimaat, dat nu al door ve
len aantrekkelijk is en nog perspec
tieven biedt.
Als vestigingsbezwaren noemt het
pre-advies: de verbindingen, de
huisvesting en de leefbaarheid.
Een betere spreiding van de be
volking vraagt een vooruitziende
woningpolitiek. Het gaat niet al
leen om het werken en wonen,
maar ook om de vrije tijd. Het
gaat ook om de nabijheid en de
behoorlijke bereikbaarheid van
een werkelijk grote stad.
Tenslotte bespreekt het pre-advles
de conipensatieleveringcn en de ver
anderingen, die in een plattelandsge
meente ontstaan wanneer de indus
trie zich in haar midden vestigt.