Begin Franse crisis: samenzwering grootgrondbezitters in Algerije Bespreking over ruimtelijke ontwikkeling van Nederland DEBUTANTEN-BAL ZAL IN VERSAILLES WORDEN GEHOUDEN Itti ROUPIJK ZATERDAG SI MEI 1958 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT. 11 DE GROTE CHANTAGE Massa mocht opstand niet bedwingen en nam daarom leiding over (Van onze Parijse correspondent Jan Brusse) Een paar maanden geleden kwamen ergens in Algiers een paar Fransen bij elkaar, die per persoon meer landerijen be zitten dan een Nederlandse provincie groot is. Ze hadden ge hoord dat er in Parijs sprake van was om eventueel te trach ten een einde te maken aan de oorlog in Algiers. Dat vinden zij een schande. Zij konden geen woorden vinden voor het verraad van de ministers die er niet voor terugdeinsden om als het moest ook eens met de tegenstanders te gaan praten. Stel je voor. Ja, stel je voor dat die Mohammedanen hierdoor iets van onafhankelijkheid zouden krijgen. Wat moest er dan van de groot-grondbezitters terechkomen? En zo kwa men zij er toe om een duister plan te smeden. Ze legden ge zamenlijk een eed af, dat zij met al de hen ten dienste staande middelen ervoor zouden zorgen dat Algiers niet, nooit en nimmer maar een schijn van onafhankelijkheid zou krijgen. Nu zou je kunnen lachen om dit kleine groepje samen zweerders. Het waren er in den beginne misschien niet meer dan twaalf. Maar zij hadden enorm veel lange ar men en enorm'veel geld, zo dat hun stem machtiger was dan die van een miljoen Mo hammedanen bij elkaar. Een van hen was monsieur De Cherigny, eigenaar van het grootste blad in Algei-ije ,,1'Echo d'Alger" (De Echo van Algiers). De uiterst rechtse ideeën van deze heer hebben reeds verschillende wankele legeringen in Parijs doen val len. Een koloniale seigneur, die tijdens de oorlog 1940-1945 zwaar voor Pétain was en net zo zwaar tegen De Gaulle. Toen, op die dertiende mei, vroeg president Coty aan de christen-democraat Pflimlin te trachten de regering te vormen En Pflimlin had vroeger wel eens gezegd, dat er nu toch echt eens een einde moest ko men aan de oorlog in Algiers. De kleine groep kwam onmid dellijk bijeen. „Dit nooit", zei den ze, „alles beter dan Pflim lin". En zij besloten grote ma nifestaties te organiseren in de straten van Algiers tegen Pflimlin. Dat was niet moeilijk In dit overzeese gebied wonen veel Franse heethoofden die echt niet kunnen en willen be grijpen dat de Algerijnen zich zelf zouden willen regeren. Bovendien rekende de heer De Cherigny op het keurkorps van de parachutisten. Dit is een apart legertje in het Franse leger. Het ls beter bewapend, beter getraind, beter gekleed dan welke andere troepen ook. Daar staat tegenover dat zij ook al het vuile werk moe ten opknappen: zodra het ergens in de bergen verkeerd ging, stuur de men de para's. En je kon bijna zeggen dat de werkelijke gevech ten uitsluitend geleverd werden door deze knapen die met een doodsverachting leerden uit hun vliegtuigen te springen. Ja. bewonderenswaardige sol daten. Maar van een meer menselijke kant bekeken ook wel heel erg rauwe vechters bazen. En langzamerhand zwaar over het paard getild door al de lof die men hun toezwaaide, meenden zij al gauw dat zij de werkelijke macht in Algerije in handen hadden. Kranten als „Le Mon de" en „l'Expresse" hebben er reeds maanden geleden op ge wezen hoe gevaarlijk het was dat deze elitetroepen optraden alsof zij de heren en meesters waren in dit gedeelte in Frank rijk. Massu „de grote man Op die dertiende mei werd de machine van De Cherigny en de zijnen dus in werknig gesteld. Straatmanifestaties dienden als druk op het parlement om Pflimlin niet te kiezen. Nu liep dat even harder van stapel dan de heren voorzien hadden. De beto ging ontaardde in een halve re volutie. Duizenden jeugdige mani festanten stroomden voor het gou vernementsgebouw samen en be gonnen het te bestormen. Slechts eén macht had hen kunnen tegen houden: dat waren de parachutis ten. Hun chef, generaal Massu, belde onmiddellijk naar premier Gaillard, die de lopende zaken af handelde en vroeg hem: moet ik schieten? Gaillard dacht een mi nuut lang na. zei: nee en hing de haak weer op. Wat moest Massu doen? Als zijn parachutisten niet mochten schieten, konden zij niets tegen deze menigte doen. Ook hij dacht een minuut na en toen besloot hij: om bloedvergieten te voorkomen zal ik dan maar de lei ding nemen van deze opstand. Een paar uur later was hij de onbe twiste meester van het in opstand gekomen Algerije. Over De Che rigny werd niet gesproken. Massu was de grote man. En later ook Salan, die notabene de vertegen woordiger van Parijs was. Plimliri werd toch in de Kamer door Parijs geïnvesteerd. De Che rigny kookte var, woede en be greep dat er nu iets moest gebeu ren. Pas toen heeft deze Pétainist ernstig aan De Gaulle gedacht, die gerespecteerde generaal, die al ongeveer tien jaar in een klein dorpje zat te mokken, omdat de Kolitieke partijen in Frankrijk em niet lustten. Als De Gaulle niet bestaan had, zouden De Che rigny en de zijnen hem op dat moment hebben moeten maken. Zij besloten de generaal naar vo ren te schuiven als grote tegen speler van Pflimlin. Daarvoor hebben zij, zoals nu is gebleken, geen toestemming ge vraagd aan De Gaulle zelf. Ze heb ben gewoon zijn naam ge- en mis bruikt. Zijn naam die tot de ver beelding van het volk spreekt. Zijn naam als schild waarachter zijn hun reactionaire plannen kon den verbergen. Nu bleek dat de opstand in Algiers niet voldoende was om Parijs te doen buigen, verzonnen zij iets anders. Dat was chantage met de burgeroorlog. Chantage waar Pa rijs wél voor is geweken. Zij lie ten doorschemeren dat zij hun troepen niet meer in bedwang had den. Dat was eerst alleen maar chantage. Want de parachutisten deden natuurijk precies wat Mas su zei. Maar door die gedachte rond te strooien werden ook an dere afdelingen van het leger on rustig. Zij begonnen samen met hun officieren te schreeuwen. Als De Gaulle nu niet gauw komt dan In deze spannende uren, toen iedereen begon te geloven: Er zijn maar twee mogelijkheden. De Gaulle of de revolutie van het le ger, heeft De Gaulle een ernstige fout gemaakt. Wanneer hij toen gezegd had wat hij pas gisteren Vechtersbazen over zijn lippen heeft kunnen krij gen, namelijk, dat hij alleen maar door de volksvertegenwoordiging en via de grondwettelijke wegen geïnvesteerd wilde worden en dat hij bovendien niets te maken had met die opstandige generaals, die maar uit zijn naam spraken zon der hem dat gevraagd te hebben, dan was deze chantage met een paar para's die „wel eens bij Pa rijs konden landen" niet mogelijk geweest. Wel wat vreemd Maar nu begon iedereen over bur geroorlog te spreken, ofschoon er op straat helemaal niets gebeurde. Zelfs De Gaulle heeft toegegeven dat hij geen vat meer had op de ontwikkeing en dat hij bang was voor de reacties van het leger dat hem op iets als een troon wilde zetten. Veel tegenstanders van De Gaulle zijn op dat moment door de knieën gegaan. Ze zijn gezwicht voor de dreiging van een burger oorlog. Van een revolutie, die ge heel georganiseerd is door aat groepje groot-grondbezitters in Algiers. Een revolutie, waarvan de mensen op straat niets wilden weten. Zo zal De Gaulle eerste minister van Frankrijk worden. Dat was vroeg of laat toch wel gebeurd. Maar nu heeft hij zijn macht te danken, voornamelijk aan dat sto ken van die samenzweerders en het daaropvolgende gesclireeuw van de generaals. Tel daarbij op de angst van de meeste politieke leiders in Parijs en het uitblijven van iedere verwachte volksreactie en je begrijpt dat de generaal toch ietwat vreemd op de stoel van de minister-president is gaan zitten. Sterke schouders nodig In de komende weken zal blijken in hoeverre het die kringen, die hem tegen zijn wil uit zijn klui zenaarsbestaan hebben gejaagd, zal lukken om invloed te blijven uitoefenen op De Gaulle. De ge neraal is sterk, onafhankelijk en zelfbewust genoeg, om zich van dit gevaarlijke juk te ontdoen. Veel Franse kranten waarschu wen hem voor zijn compromitte rende bewonderaars, die nu reeds beginnen te beweren dat De Gaulle hun hulp zal moeten betalen door het uitvoeren van hun uiterst rechtse politiek. Het is te hopen dat dit mislukt. Frankrijk heeft na deze bange dagen behoefte aan een sterke figuur die een realisti sche politiek voert, daarbij steu nend op een zo mogelijk eensge zind volk. De Gaulle is vele jaren lang een eenzame man geweest. Hij is dus niet gebonden aan een partij en heeft geen verplichtingen aan wat voor vrienden dan ook. Hij is dus in staat om zijn medewerkers te kiezen naar gelang van him kun digheid en niet naar gelang van hun politieke belangrijkheid. Dit nieuwe Gaullistische tijdperk zou dan het begin kunnen zijn van een Franse wedergeboorte waar heel Europa wel bij kan varen. Het wonderlijke is, dat dit in deze democratische republiek alleen van hem zal afhangen. Welk een duizelingwekkende macht in de hand van één man. Het moeten sterke schouders zijn die een der gelijke weelde kunnen dragen. Rotterdam kan ruim 13 miljoen lenen en W. van Rotterdam delen de raad mee van de N.V. Bank voor Ne derlandse Gemeenten te 's-Gravenha- ge een aanbieding te heben ontvan gen tot het verstrekken van een geld lening ad 13.178.000.welk bedrag is bestemd voor de definitieve finan ciering van onderhanden zijnde of reeds voltooide kapitaalswerken. De koers ervan bedraagt 100 pet., de looptijd is dertig jaar en de rente oe- draagt 5 pet., halfjaarlijks te volroeu. De aflossing moet in twintig gelijke jaartermijnen geschieden. B. en W. stellen voor de lening te aanvaarden. Vermist jongetje uit Hoorn gevonden De 4-jarige Hans Dieter Heinz uil Hoorn, die sedert zaterdagmorgen half negen spoorloos was, is gisteren In het water bij de sluis tussen de binnen en buitenhaven aldaar drijven de aangetroffen. Het stoffelijk over schot Is naar het gemeentelijk zieken huis overgebracht. Geen nieuwe stimulansen voor particuliere bouw Minister ir. H. B. J. Witte verklaar de, dat voorshands geen nieuwe sti mulansen aan de particuliere bouw nijverheid behoeven te worden gege ven. De dalende marktrente veroor zaakt grotere activiteit in de wo ningbouwsector. De versterkte finan ciële mogelijkheden brachten een versterkte activiteit, die ertoe geleid heeft, dat verleden maand het quo tum voor aanvragen voor premie- bouw is bereikt. Aan verdere faciliteiten lijkt hem thans geen behoefte te bestaan. Mi nister Witte zeide dit tijdens een di ner in „Treslong" te Hillegom, hem en een aantal persvertegenwoordigers aangeboden door de vereniging van Nederlandse kalkzandsteenproducen- ten en de „Vereniging Nederlands Fabrikaat". In een beschouwing over de taak van het toeleveringsbedrijf in de bouwindustrie zeide minister Witte onder meer, dat deze industrie in grote mate medewerkt tot het ver beteren van de bouwactiviteit. In on geveer 500 betonfabrieken, 250 steen fabrieken en honderden timmerfa brieken en andere bedrijven werken omstreeks 200.000 mensen met een jaarlijkse produktie met een gewicht van ongeveer zeven miljoen ton en een waarde van ruim twee miljard gulden ofwel ruim de helft van de waarde van de op bouwwerken no- je materialen. Daarbij komt nog :e miljoen ton materialen uit het buitenland. Bij K.B. Is benoemd tot lid van de Raad van de Waterstaat mr. M." P. L. Steenberghe, oud-minister van econo mische zaken, te Oirle. Vereniging bescherming van dieren telt 80.000 leden Het jaarverslag 1957 van de Ne- derlandsche Vereeniging tot Bescher ming van Dieren maakt onder meer melding dat nieuwe afdelingen der vereniging zijn opgericht te Bols- ward, Edam, Scherpenzeel, Wouden berg, Renswoude, Helmond, Oss en Smilde. Met dankbaarheid wordt gewag gemaakt van het feit, dat de kerken steeds meer oog krijgen voor het be lang van dierenbescherming. Ook toont het jaarverslag zich zeer erken telijk voer de hulp, die de dierenbe scherming van de zijde van de pers en de politie ontvangt. De werkgroep onderwijs en dieren bescherming richtte zich in 1957 drie- maai tot de scholen, waarbij onder meer duizenden wandolaten en bro chures en honderdduizenden kleur platen werden verkocht. Op allerlei terreinen werd door de vereniging veel werk verzet en vele protesten werden ingediend tegen slechte behandeling van dieren. De vereniging telt op het ogenblik 80.000 leden. 4 B. en W. van Amsterdam hebben de Essayprijs 1957 van de gemeente Amster dam, groot f 2000,—, toegekend aan Paul Rodenko voor zijn Essaybundel „Tussen de regels". (Advertentie) ONDER VOORTDURENDE CONTROL! AMERIKAANSENHELEMAAL IN 'T WIT op de maatschappelijke posities der aanvraagsters. De jonge Amerikaan- sen, die als „burgermeisjes" slechte kansen maakten, om toegelaten te worden tot het illustere gezelschap, hebben zich in vele gevallen niette min een plaatsje veroverd door papa een forse dollarcheque te laten uit schrijven ten name van een liefda dige instelling, waarvan een der co mitéleden presidente of bescherm vrouwe is Na het bal op de slotterrassen van Versailles, met vuurwerk en feest verlichting, waar de jonge dames in hun witte en kleurige baljaponnen door jongemannen uit Europese adel lijke kringen ten dans geleid worden, zal het hele gezelschap op de Franse nationale feestdag, de veertiende juli, een uitstapje naar Parijs maken. En geheel in de geest van de grote koningin van Versailles, Ma rie Antoinette, zullen de debutan tes zich niet afwenden van „het gewone volk" cn meedoen aan het bal musette, dat ieder jaar gehou den wordt op het paleis, waar eens de Bastille stond. Het is goed, dat de Bastille niet twee keer afbran den kon Inplaats van koningin comité van hertoginnen. (Van een speciale correspondent.) De afschaffing van het traditione le voorstellen van de debutantes aan het Engelse hof is een diepe teleur stelling geweest voor de internatio nale zogenaamde „betere kringen". Men heeft daarom over nieuwe moge lijkheden gepiekerd en hieruit is het plan voor een festijn geboren, dat aan schittering zeker niet zal ach terstaan bij het Londense hofbal. In- plaats van aan het hof van St. James zullen de erfdochters van rijke fa milies aan weerszijden van de oceaan thans worden voorgesteld aan een denkbeeldig hof te Versailles. Op 12 juli zal in het slot te Versailles een schitterend debutantenbal plaatsvin den, dat een volledig Europees-Ame rikaanse aangelegenheid wordt. Honderdtwintig jonge Amerikaan se rijke meisjes komen op 11 juli met speciale vliegtuigen te Parijs aan. Hun eerste gang zal zijn naar de mo dehuizen van Jacques Heim en Lan- vin-Castillo, waar thans reeds vol ijverig aan hun baljaponnen ge werkt wordt. De maten van de jonge dames werden de couturiers tijdig toegezonden. Alle Amerikaanse meis jes dragen witte, de Europese meisjes gekleurde baljaponnen. Op de plaats van de Engelse ko ningin zal een comité zitten, waar voor de debutantes haar revérence maken kunnen. In het presidium komt men de hertogin van Maillé te gen, de hertogin van Brissac en en kele andere illustere namen uit de hoge Franse adel. Deze dames hebben de intekenlijsten grondig onderzocht Boven Japan zijn drie Amerikaanse straaljagers verongelukt. Twee toestel len kwamen bij de kust van Midden-Ja pan met elkaar in botsing, waarna zij ln zee stortten. De piloot van een der toe stellen ls verdwenen, de andere kon zich met zijn parachute redden. Een derde toestel stortte neer bij Tajirl. De piloot kwam om het leven. JAARVERGADERING MAATSCHAPPIJ NIJVERHEID EN HANDEL Ir. Thijsse, ir. Tromp en mr. Gaarlandt brachten preadviezen uit De ruimtelijke ontwikkeling van Nederland in een nieuw Europa zal het onderwerp zijn van bespreking in de 175ste jaarvergade ring van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel, die op 12 juni in het Concertgebouw te Amsterdam wordt gehouden. Hierover zijn drie pre-adviezen opgesteld en wel door prof. ir. Jac. P. Thijsse, algemeen adviseur van de rijks dienst voor het nationale plan, ir. Th. P. Tromp, lid van de raad van bestuur van de N.V. Philips gloeilampenfabrieken te Eind hoven en R. H. Gaarlandt, burgemeester van Emmen. Prof. Thijsse behandelt het aspect van de ruimtelijke ordening. In in ternationaal verband vervult ons land de functie van haven-agglome ratie aan de Rijnmond voor de acti viteiten, die bovenstrooms tot uitvoe ring worden gebracht. De ontwikke ling van de met deze havenfunctie verbonden industriële activiteiten moet zo min mogelijk worden belem merd en hiervoor moet de noodzake lijke ruimte worden gereserveerd. Dit zal kunnen gebeuren door het opofferen van andere belangen als van landbouw, natuurbescher ming en recreatie. Daartoe zal men moeten voorkomen, dat dit landsgedeelte overbevolkt wordt. De omvang van de activiteiten bil de havenmonden kan leiden tot een verdeling daarvan over ver scheidene plaatsen. Aan de ontwikkeling van vele activi teiten, die niet essentieel in het wes ten moeten worden ondergebracht, zal men moeten trachten een aan trekkelijke plaats in het overige deel van Nederland aan te bieden. Derhalve zal in overig Nederland een aantal kernen voor verdere ontwik keling moeten worden voorbestemd. De ontwikkeling van deze kernen zal vermoedelijk voor enige provincies geen uitgebreide stimulering ver eisen. Dit geldt vermoedelijk echter wel ten aanzien van de drie noorde lijke provincies. De stimulering zal moeten bestaan uit de verbetering van het industriële klimaat, waarbij de verbindingen een grote rol spelen. Daartoe zal men een verhoging van het sociale en culturele niveau voor het slagen van de gewenste spreiding der activiteiten over ons land als on ontbeerlijk moeten beschouwen. De resultaten van de stimulering voor de decentralisatie van werkgelegen heid zullen sterk afhankelijk zijn van 't regeringsbeleid. In even grote ma te zullen deze resultaten afhangen van de weerklank, die dit beleid zal opwekken bij het bedrijfsleven en andere Instanties. Ir. Tromp behandelt het bedrijfs-eco- nomisch aspect. Hij zegt, dat de ver wachtingen voor ons land in dit op zicht niet alleen worden bepaald door factoren van nationale aard maar evenzeer door internationale externe factoren, t.w. het energievraagstuk, de sterke expansie van het indus triële speurwerk, de geografische spreiding van de basisindustrieën in West-Europa, de specialisatie van Westeuropese industrietakken, de in vloed van de automatisering, de structurele wijziging o.a. in Neder land van een agrarische Euromarkt. De enorme toeneming van de bevol king is een van de belangrijkste fac toren, die de huidige industriële pro blematiek beheersen. Een ander niet minder belangrijk aspect is de verde ling van de beroepsbevolking over de verschillende categorieën. De Neder landse industrie staat voor de abso lute noodzaak tot sterke uitbreiding, om een belangrijk deel van de bevol kingstoeneming te kunnen opvangen. Om hiertoe in staat te zijn zal zij haar afzetgebieden in het buitenland moeten vergroten. Dit wordt in hoge mate bemoeilijkt door de steeds he viger wordende concurrentie. De voordelen van industriespreiding zijn evident. Indien men trekt naar éen streek, waar men met open ar men wordt ontvangen, omdat als het ware op werkgelegenheid wordt ge wacht, dan is meteen al een gunstig klimaat voor een dergelijke vesti ging aanwezig. Abrupte verstoring van het religieu ze, culturele en sociale karakter van een streek is echter funest. Het is absoluut noodzakelijk, zich zoveeel mogelijk aan te passen bij de heer sende lokale opvattingen. Mr. Gaarlandt behandelt enkele as pecten van streekontwikkeling. Hij stelt de vraag: wat heeft „overig Dan en eeet Arti-Beeld-Encyclopediën Er zijn vier nieuwe deeltjes versche nen van de Arti-Beeld-Encyclopedie; twee deeltjes over opera door René Frank, één over de muziekgeschiede nis door J. H. W. Kool en één uitga ve over sterrenkunde door F. W. Mi- chels. Deze vaak slecht geschre ven boekjes hebben door hun dik wijls verwarrende voorlichting, be paald geen goede naam in ons land. Opera I (geschiedenis) en II (wezen en praktijk) geven een glo baal overzicht van deze tak van kunst. Muziekgeschiedenis 1 (vanaf de oudheid tot 1800) maakt de lezer wat wegwijs in de duistere eerste fa sen van de muziek en het boekje over sterrenkunde bevat voor iemand met interesse voor techniek of de „hogere sferen", maar met niet teveel kennis van de sterren, verscheidene wetens waardigheden. Overigens moet men niet echt op de Arti-beeldboekjes ver trouwen: daarvoor geven auteurs en samenstellers teveel de indruk, dat zij héést hebben gehad. Grote heiligen Uitgeverij Ploegsma te Amsterdam deed de tweede druk verschijnen van Walter Nigg's „Grote Heiligen". Het is een opvallend boek, opvallend daar om omdat het geschreven werd door een protestant theoloog. Het heiligen leven beschouwt hij niet te behoren tot de exclusieve sfeer van één kerk, doch tot de gehele christenheid. Toen destijds de eerste druk verscheen, kreeg het boek grote bijval zowel van r.-k. als van protestantse zijde. En dat is te begrijpen, want Walter Nigg weet op een voorname, niettemin in dringende wijze te verhalen van het leven van een negental waarlijk vro men. Voor de protestant met name is deze lectuur belangrijk omdat hierin het heiligenleven wordt geschetst op een wijze, die voor hem niet alleen geheel aanvaardbaar is, maar die bo vendien een voor hem delicate aange legenheid in een nieuw licht stelt. Marianne Philips verzorgde de verta ling. NEERLANDS VORSTENHUIS EN DE GROOTE KERK TE BREDA De redevoering, die mr. F. A. Hol leman. president-kerkvoogd, op 9 ju ni 1956 ter gelegenheid van de weder- ingebruikneming der nagenoeg ge heel gerestaureerde Groote Kerk te Breda hield, is onlangs in druk ver schenen bij de N.V. W. J. Thieme Cie te Zutphen. De belangwekkende historische bijzonderheden over „Neerlands vorstenhuis en de Groote kerk te Breda", die mr. Holleman in zijn toespraak verwerkte, verdienen ongetwijfeld de belangstelling ook van velen die bij deze, door prin ses Wilhelmina bijgewoonde, samen komst niet aanwezig waren. De rede zelf beslaat negen pagina's: 24 an dere zijn gewijd aan „Aantekenin gen" vól wetenswaardigheden. Bo vendien bevat dit boekje enkele illus traties en een korte literatuuropgave. Nederland", dus de streken buiten het westen des lands, de industrie te bieden, wat zijn de vestigingsbezwa- ren, hoe en door wie kunnen die wor den weggenomen of gecompenseerd. Hij antwoordt: overig Nederland heeft de industrie te bieden: een ruim arbeidsaanbod en vooral een bevol king, die kan en wil werken in de industrie. Vervolgens een woon- en vestigingsklimaat, dat nu al door ve len aantrekkelijk is en nog perspec tieven biedt. Als vestigingsbezwaren noemt het pre-advies: de verbindingen, de huisvesting en de leefbaarheid. Een betere spreiding van de be volking vraagt een vooruitziende woningpolitiek. Het gaat niet al leen om het werken en wonen, maar ook om de vrije tijd. Het gaat ook om de nabijheid en de behoorlijke bereikbaarheid van een werkelijk grote stad. Tenslotte bespreekt het pre-advles de conipensatieleveringcn en de ver anderingen, die in een plattelandsge meente ontstaan wanneer de indus trie zich in haar midden vestigt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 7