Een avontuurlijke roman uit
het hoge noorden
G. Th. Rietveld (70), vernieuwen en zoeken
W1M KAN op Lei witte doeL
„De wraak van Juho Vesainen"
De
JiAi and -pesf\vai Mi jaar vrij rwsf
D'
Wï
ZATERDAG 24 MEI 1958
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT.
9
EEN BOEK VAN SANTERI IVALO
Wie graag een avontuurlijk boek uit verre streken of uit een ver ven
leden leest (en die mensen zijn er nogal wat) kan zich voor een
daalder „De wraak van Juho Vesainen" aanschaffen. Hij komt dan
in beide opzichten aan zijn trek.
De Finse auteur Santeri Ivalo, die van geboorte Herman Aleksander Ing-
man heette (hij verfinste later zijn geslachtsnaam) leefde van 18661987
en wordt met Juhani Aho tot de eerste Finse prozaschrijvers van bete
kenis beschouwd. Ivalo was de zoon van een predikant uit een verlaten,
eenzame streek in Fins Lapland. Te Helsinki studeerde hij geschiedenis;
na het behalen van zijn doctorsgraad is hij. evenals Aho, in de journa
listiek gegaan. Het was o.a. geruime tijd hoofdredacteur van een dagblad.
Behalve zijn journalistieke arbeid schreef hij een groot aantal boeken,
vooral romans, novellen en essays. Veel van zijn creatieve werk is ge
baseerd op de Finse geschiedenis, speciaal op de verhoudingen in de 16e
en 17e eeuw. Zijn eerste roman, „Juho Vesainen", die in 1894 verscheen,
wordt op dit gebied algemeen als zijn beste werk beschouwd, al verwier
ven ook „Pietari Sarkiiathi" en „De Koning in Finland" (het laatste over
Gustaaf Wasa) buiten de grenzen bekendheid.
Met een vertaling van „Juho Vesainen" introduceren dr. R. K. Broersma
Luomajoki en Sj. Broersma deze Finse auteur thans bij het Nederlandse
publiek.
li
De wraak van Juho Vesainen" is
in menig opzicht een prettig
boek om te lezen. Het is geen
letterkundig meesterwerk, maar het
is nergens banaal. Het pakt door zijn
eenvoud, natuurlijkheid en haast kin
derlijke oprechtheid. De handeling is
geplaatst tegen het einde van de zes
tiende eeuw in de haast ontoeganke
lijke gewesten in het hoge noorden.
Daar, in Ostrobotnia woont een dun-
gezaaide bevolking in afzondering;
op zichzelf aangewezen wat het hele
bestaan betreft, en nauwelijks in de
macht van het Zweedse rijk waar
toe deze landstreken behoren. Tegen
het einde van de zestiende eeuw was
deze bevolking van oorspronkelijk
vissers, jagers en handelaars, min of
meer sedentair geworden: er hadden
zich kleine nederzettingen en kerspe-
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
len gevormd, en het boerenbedrijf
was nu de hoofdbron van bestaan.
Doch het oude rusteloze bloed ver
loochende zich niet, en telkens trok
ken de mannen er nog op uit om
schattingen op te leggen aan de meer
dociele Lappen, ofwel ze raakten in
conflict met naburige stammen
over allerlei bestaande, toegeëigende
of vermeende rechten. Het was ge-
bi-uikelijk deze conflicten onderling
uit te vechten; de regering in Stock
holm bemoeide zich daar niet mee.
Santeri Ivalo plaatst zijn verhaal
in de tijd van kentering: de oudere
mannen hebben nog onverdund
krijgersbloed in de aderen, maar
bij de jongeren 'zijn er al velen die
door hèt kalmere, bezadigdere boe
renleven zo werden beïnvloed dat
ze niet veel meer voelen voor oor
logvoering. Ook de geestelijkheid
tracht gewelddaden zoveel mogelijk
te voorkomen. Als het verhaal be
gint, voert de jonge boer, Juho
Vesainen, juist zijn bruid in een
vrolijke, rijke sledestoet naar zijn
dorp en zijn nieuwgebouwde hoeve.
Maar wanneer zij het dorp naderen,
zien ze hoe overal dichte rookwol
ken opstijgen. Het blijkt dat man
nen uit 't Witte Zee-gebied, Viena-
Kareliërs, een rooftocht onderno
men hadden, alles plunderend en
vernielend in de streek. Vesainens
nieuwe huis is een prooi der vlam
men geworden; hij vindt zijn vader
stervende aan een diepe borstwond
en zijn zuster blijkt ontvoerd door
de vijandelijke aanvoerder, Ahma
genaamd. „Ach mijn zoonmijn
zoonneem wraak" fluistert de
oude Vesainen hem stervend toe, en
die wraak wordt nu Juho's taak,
waarvoor hij alles verlaat, ook zijn
jonge vrouw en later hun zoontje.
Uitvoerig schildert de schrijver hoe
Juho tracht een aantal mannen
op de been te brengen om ccn
tegenaanval te gaan doen in de dor
pen langs de Witte Zee. Hij stuit op
veel tegenstand: de geestelijkheid
predikt vrede, waarschuwt dat haat
nieuwe haat zal wekken, wraak weer
wraak oproepen zal, bloed naar meer
bloed zal dorsten. Onder de jongeren,
waartoe Juho behoort, voelen er niet
velen voor, hun haardsteden te ver
laten om zich in het ongewisse avon
tuur te storten. Maar Juho Vesainen
zet door, en vindt tenslotte de nodige
steun, vooral als zijn invloedrijke
jonge vriend Hannu Krankka na veel
aandringen toezegt, mee te zullen
gaan. Zij organiseren een meedogen
loze vergeldingstocht, maar krijgen
zelf ook zware slagen te incasseren.
Tenslotte wordt deze plaatselijke
strijd gesteund door de regeringen
van de respectievelijke belanghebben
de rijken: Zweden, Noorwegen en
Rusland, en Juho Vesainen wordt
door Zweden als aanvoerder be
schouwd.
De schrijver is er goed in geslaagd,
de primitieve aard vèn deze mensen
uit te beelden. Zij zijn in staat tot
daden van grote moed en volharding,
tot liefde en vriendschap, maar ook
tot excessen van wreedheid. Tegelijk
gruwelijk én overtuigend is b.v. de
scène waar een vrouw door een stel
lachende plunderaars telkens, als was
het een spel, tegengehouden wordt
wanneer ze haar kind uit haar bran
dende hut wil redden. De hoofdman
van de vijanden gaat dan naar bin
nen, haalt het kind, vraagt of dit is
wat de vrouw verlangt, en werpt het
kind pas in haar schoot wanneer hij
het doodgeslagen heeft. En toch is
deze Ahma de lezer eigenlijk niet on
sympathiek, en de echte held van het
verhaal. Juho Vesainen, treedt even
wreed en meedogenloos op in zijn
brandende wraaklust. Tussen dit re
laas van strijd, roof, plundering en
brandstichting door lopen een paar
lichtere draden van liefde en ontlui
kende hartstochten. Mooi is Helina
Vesainen, Juho's zuster, getekend. Een
r jong, onafhankelijk njeisje, dat
verward is geraakt in de liefde voor
haar ontvoerder en vijand Ahma en
de genegenheid voor haar verloofde,
Julio's vriend Hannu Krankka. Deze
laatste is ook een goede creatie. Hij
?en wat fijnbesnaarder, genuan
ceerder figuur dan de hoofdpersoon,
en het is te begrijpen dat Ivalo hem
later nog eens in een vervolg op dit
werk ten tonele heeft willen voeren.
De roman eindigt dramatisch en vol
gens de voorspellingen van de geeste
lijkheid: wie het zwaard trekt zal
door het.zwaard vergaan. Beide boe-
renhelden, Juho en Ahma, vinden ge
lijktijdig een gewelddadige dood.
grote historische kennis van
Santeri Ivalo is overal te mer
ken, zonder dat hij overigens
hinderlijk wordt geëtaleerd. De ver
talers hebben dan ook ongetwijfeld
gelijk als ze beweren dat een op
authentieke bronnen gebaseerd ver
haal als het onderhavige ook waarde
heeft uit een oogpunt van algemene
beschavingsgeschiedenis.
De vertaling lijkt ons wat stijfjes.
En ook al kennen we geen woord
Fins. toch weten we haast zeker dat
we de „fuut" die „op de toppen van
de hoge bergen bij tijd en wijle zijn
zwaarmoedig gezang laat horen" op
rekening van het echtpaar Broersma
moeten zetten. Ook weten we niet
wat wat de „hechtvangst" is, tenzij
hier een Duitse snoek parten heeft
gespeeld. Verder treffen de natuur
stemmingen in dit werk juist door
hun sobere eenvoud.
Hoewel, zoals gezegd, zeker geen
meesterwerk, is „De wraak van Ju
ho Vesainen" een boek dat alleszins
onze aandacht verdient.
De wraak van Juho Vesainen
S. Ivalo:
Zwarte Beertjes 114,
A. W. Bruna Zoon, Utrecht.
e voorbespreking voor het elf
de Holland Festival is weer
begonnen. Tussen 15 juni en
15 juli zullen dit jaar 117 uitvoe
ringen plaatsvinden. Behalve Am
sterdam en Den Haag (waar het
Holland Festival de zaak graag
geconcentreerd zou zien), delen
toch nog dertien andere plaatsen
in het Festival mee (omdat het
ministerie ook op dit gebied de
cultuurspreiding hoog houdt). Het
is een „rustig" Festival, dit jaar.
Deels door de bestedingsbeperking,
die de subsidie van het Holland
Festival heeft doen dalen met
100.000 (Amsterdam en Den
Haag gegeven beiden 'n halve ton
minder)deels door het Wereld
festival in Brussel, dat er zeer tij
dig voor gezorgd heeft de hoogte
punten uit het kunstleven te con
tracteren met de uitdrukkelijke
voorwaarde, dat er niet binnen zes
weken vóór of n& het optreden in
Brussel andere voorstellingen in
Europese landen gegeven zouden
worden.
Typische uitschieters oatbreken
in het Holland Festival, al blijft
er genoeg te genieten.
Bij de opera ontbreekt de schit
tering van ensembles zoals dat
van de Scala de Milano, dat
twee keer achtereen zulk een
hoogtepunt werd. De Nederlandse
Opera treedt aan met oude beken
den als „De Barbier van Sevilla",
en „Un Ballonin Maschera", ter
wijl het als nieuws de nagelaten
opera van Sem Dresden brengt,
„Frangois Villon". Daarnaast
brengt, voor liefhebbers interes
sant, een eigen Festival-opera
(Van onze speciale verslaggever)
In september zal Polygoon Profilti
beginnen met de opnamen van een
speelfilm, waarin Wim Kan de hoofd
rol zal spelen. Kees Brusse zal regis
seren; Kees Stip schreef het scenario
en maakte ook het draaiboek.
„Het is een scenario, dat Wim Kan
als het ware op het lijf is geschre
ven", vertelde ons Kees Stip, de 44-
jarige dichter (Trijntje Flop)-sehrij-
KEES STIP
ver. die eigenlijk leraar classicus
had willen worden, maar na zijn
voorlichtend werk in de militaire
dienst naar de filmerij afzwenkte en
voorts talentvol wat ging liefhebberen
in poëzie en proza.
„Het wordt een film. die vooral die
zijde van de artiest Wim Kan naar vo
ren wil brengen, waarin hij zijn pu
bliek confronteert met de holheid van
figuren, die zich zelf als zo gewichtig
beschouwen, dat men neiging heeft de
geloven, dat ze het ook inderdaad zijn.
Dit-op zichzelf is natuurlijk niet vol
doende. De lach, die Wim Kan ont
ketent, ontleent zijn kracht daaraan,
dat hij ons plotseling brengt tot het
besef van onze eigen zwakte. Die
zwakte wordt overal een gevaar, waar
we de dingen kritiekloos aanvaarden.
Het is deze mentaliteit van de mas
sa, die de dictatoren aan het bewind
heeft gebracht. Maar niet tegen dit
gevaar waarschuwt de film. want dat
gevaar is in Nederland nooit reëel ge
weest. Ergens in de film zegt Kan:
„De dictatoren hebben bij ons geen
kans, omdat we de balkons aan de
achterkant bouwen......"
Nee, de film waarschuwt tegen een
ander gevaar, waaraan de moder
ne mens en ook de nuchtere Ne
derlander niet ontkomt. Het is het
gevaar van de suggestie van het
moderne publieileitsmiddelen. De
eindeloos herhaalde woord van de
gewoonte om te eten, te drinken, te
dragen, te geloven, kortom te doen
wat de krant, radio, film en te
levisie ons als logisch suggereren,
Is bezig ons zozeer tot een tweede
natuur te worden, dat we dreigen
de onnatuurlijkheid ervan niet lan
ger te beseffen.
„Het is niet het woord van de dic
tator, dat ons regeert, maar de pen
van de toverleerling „copywriter". En
wee ons, wanneer hij uit de hand loopt
en wanneer het nuchtere verstand,
dat hem moet bezweren, met hem op
de loop gaat. Het is deze waarschu
wing. die in de film meeklinkt als
ernstige grondtoon van de lach, die
men overigens tn ruime mate beoogt
te verwekken", aldus Kees Stip.
monodrama „Erwartung
gen door de beeldschone Hilda Bi-
larzyck en de korte opera „Von
Heute auf Morgen".
Een gast met verrassingen kan de
Deutscher Oper am Rhein blijken,
die niet alleen Strauss ten gehore
brengt (Ariadne auf Naxos, vorig
jaar een hoogtepunt in Wenen),
maar ook Janacek's „Die Sache
Makropoulos", die zelden beluis
terd kan worden. Een andere
Duitssprekende gast met verras
singen is het Wiener Burgtheater,
dat „Das Konzert" van Herman
Bahr opvoert, met een luisterrijke
bezetting waarin oude bekenden
voorkomen als Attila Hörbiger,
Inge Konradi en Hermann Thimig.
Het Burgtheater zal het enige bui
tenlandse gezelschap zijn, dat een
vijftal voorstellingen buiten de
Festival-centra zal verzorgen.
Op Balletgebied gaat de grootste
interesse uit naar het Staatsballet
uit Belgrado, dat onder andere de
complete (Russische) versie
brengt van „Romea en Julia", als
mede „Het Pepernoten Hart" (Ba-
ranovic) en het befaamde „De
wonderbare Mandarijn" (Bartok).
Daarnaast zal het grandioze Ame
rican Ballet Theatre een tweede
hoogtepunt vormen, terwijl ons
eigen Nederlands Ballet een inte
ressant programma uitbrengt, dat
met name ook op reis zal gaan
buiten de Festival-centra.
Op toneelgebied komt één der
schoonste ensembles, die de huidi-
ge wereld te bieden heeft: het
Théatre National Populaire van
de „toneeltovenaar" Jean Villar.
De opvoering van Molière's
„Etourdi" heeft in Parijs groot
succes geboekt, maar interessan
ter nog lijkt de opvoering te wor
den van één van Pirandello's
sterkste stukken, „Henri IV", dat
enkele jaren geleden, met Ko van
Dijk in de titelrol, een hoogtepunt
werd van het Nederlands toneelle
ven. Daarnaast brengen de Neder
landse toneelgroepen weer een ge
zamenlijke prestatie. Dit jaar is
dat een eeuwenoud stuk uit India,
„Sakuntala", onder regie van La-
seur.
het komende Hol-
belooft het optreden
van „toneeltovenaar" Jean Vilar
te worden, die de titelrol zal spe
len in ,flenry IV",
De concerten zijn in dit elfde
Festival drastisch beperkt, en
worden vrijwel uitsluitend
verzorgd door Nederlandse en
sembles. Slechts één gast komt,
voor één concert, maar dat is dan
ook een ster: het Philadelphia Or
chestra, onder Eugène Ormandy.
Bij de kamermuziek is eveneens
één gast: het Hongaars strijk
kwartet. dat een uniek program
ma van Bartok-composities ten ge
hore zal brengen. Dat de Festival
leiding de bezuiniging juist in de
muziek-sector heeft gezocht, is
vooral op grond van de kaartver
koop in vorige jaren. Het blijkt,
dat na een rijk muziekseizoen de
zomerse interesse voor concerten
gering is.
Al met al een programma van
hoog gehalte, wat lof verdient om
dat het bijzonder moeilijk is met
kleine beurs niveau te behouden,
elf jaar lang. We zijn verwend ge
raakt in die tijd, en vinden zo'n
Villar of Ballet Theatre amper
meer „uitschieters". Anderzijds
moeten we hopen, dat de Festival
leiding attent zal blijven op onbe
kende schoonheden, zoals het in
vorig jaar het Piccolo Teatro in
troduceerde, dat achteraf het hoog
tepunt van heel hét Festival bleek.
En als er verder nog een wens ge
uit mag worden: Iaat men dan
serieuzer „cultuur spreiden" dan
men dit jaar doet, nu slechts het
Burgtheater, de Nederlandse To
neelmanifestatie, en het Neder
lands Ballet op reis bijken te gaan.
Laatstgenoemde twee zouden ook
uit zich zelf wel de provincie"
opgezocht hebben. Waar de pro
vincie interesse in heeft, zijn juist
die buitenlanders, die alleen tijdens
een Holland Festival in ons land
plegen te komen. Middelburg
krijgt het Nederlands Kameror
kest en het Hongaars Strijkkwar
tet op bezoek.
C. Nicolai.
(Van onze redacteur
beeldende kunsten)
Sprekend over de Nederlandse
architect G. Th. Rietveld,
die zeventig jaar wordt, is
spreken over een periode vol gis
ting der ideeën een tijd van
zoeken en tasten, van verwerping
van stijlnabootsing en van stre
ven naar een nieuwe, eigen visie
op het probleem van het bouwen.
En niet alleen van het bouwen:
wie het werk van Rietveld kent,
weet, dat voor hem het inwendige
van het gebouwde, ja de aankle
ding van tenminste even veel be
lang is als de uiterlijke gedaante.
Want Rietveld is geen man, die
alleen mooie gevels bouwt. Zijn
modernisme is geen schijn het
is het wezen van zijn bouwkunst,
omdat deze uitgaat van de mens
en zijn levensgewoonten, van zijn
verlangen om zichzelf te kunnen
zijn, van zijn behoefte aan con
tact met groen en bloemen, aan
ruimte.
Zijn leven lang heeft Rietveld de
ruimte gezocht. Toen hij eenmaal
had afgeleerd, wat hij gedurende
zijn opleiding aan stijlimitatie had
moeten verwerken, toen hij er
eenmaal van doordrongen was, dat
zuiverheid van maat en construc
tie bij het bouwen en bij de ver
vaardiging van meubels belangrij
ker waren dan welke ornamentiek
ook, heeft hij zich consequent aan
zijn nieuwe opvattingen gehou
den en deze stelselmatig uitge
werkt. Men moet daarbij minder
denken aan een weiafgewogen
stelsel van theoretische opvattin
gen dan wel aan een empirisch
zoeken een springen van het
ene probeersel naar het andere
met geen andere bedoeling dan om
een inval tot het uiterste te be
proeven. Hij ziet dat zelf zo. Van
daar, dat hij nu met een glim
lach kan voorbijlopen aan stoel-
constructies, die in onze musea
voor moderne kunst met roerende
zorg worden gekoesterd.
Hij is bij een jonge doctorandus
die een proefschrift over
hem schrijft te rade gegaan
om materaal bijeen te zamelen
voor een tentoonstelling, die het
Centraal Museum te Utrecht tot
10 augustus aan zijn leven en
werk wijdt. Zelf had hij maar
betrekkelijk weinig meer en
waar hij de rest moest vinden,
wist hij maar nauwelijks.......
Hoe weinig hem overigens ook het
verleden interesseert, het belang
van wat hem in zijn leven is we
dervaren, beseft hij wel degelijk.
Hij is diep doordrongen van de
stimulans, die het over verfijnde
werk van zijn stadgenoot architect
Klaarhamer voor hem is geweest.
Veel ook heeft hij te danken ge
had aan het contact met collega's
als Oud, Van Ec3teren, Van Ra-
vesteyn, met de abstracte schilders
Van Doesburg en Mondriaan. Deze
Een landhuis, dat Rietveld in Den
Dolder bouxode. De grote ramen
verraden, hoe hier bexvxist is ge
streefd naar een vex-band txissen
de woxiing en de omringende na
tuur, het breed overstekende plat-
tedak houdt de al te felle zomer
zon uit de kamers. De geleding
van de bouwmassa maakt de inde
ling van het huis ook naar buiten
duidelijk en accentueert dc woon-
ruixnte, in de visie van de archi
tect het belangrijkste deel van het
huis. De zware schoorsteexi werkt
als een verticale in dit. spel van
overxoegend horizontale lijnen
een gelukkig moment in dit geheel
kunstenaars die verenigd waren
rondom het belangrijke tijdschrift
De Stijl, hebben een zeer levende
groep gevormd, wier zoeken voor
de hedendaagse Nederlandse archi
tectuur van veel belang is geweest.
Maar De Stijl was een periode,
evenals de nieuwe zakelijkheid en
het functionalisme.
G. TH. RIETVELD.
Tit uit deze perioden resul
teert is het besef, dat een
bouwwerk in het leven van
mens en gemeenschap een bepaal
de functie heeft en dat deze het
uitgangspunt van de vormgeving
dient te zijn. Dat sluit overigens
een zekere speelsheid niet uit.
Want wanneer Rietveld van iets
een afkeer heeft, dan is het wel
van dogmatiek. Daarom heeft hij
graag landhuizen gebouwd. Want
zij gaven hem de mogelijkheid om
te experimenteren, om een pro
bleem eens van de andere kant
aan te pakken en nieuwe ervarin
gen op te doen. Veel plezier heeft
hij ook beleefd aan het werken
voor tentoonstellingen. Met name
in paviljoens heeft hij vaak de
spontaniteit van de eerste inval
kunnen bewaren wat bij een
groter bouwwerk, waarbij vaak
een veel langer en moeilijker weg
ligt tussen idee en uitvoering, lang
niet altijd mogelijk is. Vandaar
bijvoorbeeld, dat het paviljoen
voor de jongste tentoonstelling
van beeldhouwkunst op Sonsbeek
zulk een verrukkelijk bouwsel
werd. Het moest helaas verdwij
nen
En waarom zou een architect
niet eens dromen van het ideale
huis, de ideale stad Le Cor-
busier doet het en men prijst
hem er om. Rietveld heeft 't bij
tijd en wijle ook gedaan zijn
droom is zeker niet minder
boeiend. De realisatie van zijn
eerste droom was een woonhuis
in Utrecht, dat een periode van
stormachtige vernieuwing in
luidde. Het is nog mooi. Zijn
jongste visioen, uitgewerkt sa
men met de leerlingen van het
hoogste leerjaar der akademie
voor bouwkunst te Amsterdam,
is een heel stadsplan voor een
wijk in Utrecht, een prachtig
staal van moderne stedebouw
dat men een eerlijke kans zou
willen geven. Het doet even
aan soortgelijke plannen van
Le Corbusier denken, maar het
is minder abstract architectuur,
Hollandser en nuchterder zo
men wil, wat meer afgestemd
op onze eigen mogelijkheden.
Maar toch zijn ook hier de
ruimte en het groen, het leven
en de ontspanning primair.
Utrecht eert een groot man.
Hoe groot hij is, dringt lang
zamerhand door. Gezien zijn
vitaliteit mag men hopen, dat hij
nog eens in zijn leven een project
te realiseren zal krijgen, dat met
zijn betekenis in overeenstemming
is. Men zou hem onmogelijk waar
diger kunnen eren.