DEN HAAG ZET ZEELAND HEL WAAR BLIJFT DE ZO DRINGEND NODIGE SPOORLIJN? ft Een nieuwe tijd heeft zich aangekondigd, een tijd waarin de machine dé grote rol speelt. Er worden spoorlijnen aangelegd, waarop stoomlocomotieven rijden, die lange rijen wagens trekken van de ene stad naar de andere. In de werkplaatsen, waar vroeger alleen de handen het produkt afleverden, worden nu stoomketels opgesteld, waardoor de machines gaan draaien zonder dat de mens eraan te pas komt. Maar in het Koninkrijk der Nederlanden gaat deze ontwikkeling nog niet naar wens. Er zijn nog weinig spoorwegen: Zeeland heeft er nog geen, om een voorbeeld te noe men. En dat is onbegrijpelijk, want de ont wikkelingskansen liggen hier voor het grij pen. En daarom zeggen de Zeeuwen van 1858 hoofdschuddend tot elkaar: TjADDEN WE MAAR een spoorweg!" klonk de zware stem van koopman Van de Boogaarde driftig door het kleine kantoorvertrek, „een spoorweg zou ons eindelijk eens een flinke duw vooruitgeven. Maar de regering in Den Haag heeft blijk baar andere dingen aan het hoofd en stelt er prijs op om alleen het centrum te hel pen en de randgewesten maar te laten zit ten. Terwijl wij toch óók belasting betalen! Terwijl wij toch óók recht hebben op een aandeel in de ontwikkeling van ons land. Maar néén, de heren zijn blind voor het duidelijke feit, dat een grote en flinke ha venstad Vlissingen en dat wordt het zeker met een spoorwegverbinding! een nationaal belang is." Verontwaardigd gooide meneer Van de Boogaarde de krant, waarin hij had zitten lezen op tafel. Zijn compagnon Van Riet, die tegenover hem zat, pakte het blad en vouwde het bedachtzaam op. „Er is inder daad nog veel te wensen in deze tijd van vooruitgang," zei hij. „Het schijnt, dat je gelijk hebt, beste Van de Boogaarde, want het antwoord onlangs van de minister op de interpellatie van Thorbecke in de Kamer over de spoorwegen was allerminst hoop gevend voor Zeeland. Ondanks het betoog van onze Van Deinse, dat het hier niet om een provinciaal belang gaat, maar om een rijkszaak van de hoogste orde. Misschien dat het nieuwe kabinet de zaak wat beter aanpakt. In elk geval zit er nu een man aan binnenlandse zaken, die de Zeeuwse belangen door en door kent: Tets van Goudriaan heeft "hier als commissaris des konings goed werk geleverd." Hij stond op, greep jas en hoed en zei: „Tot ziens col lega, ik heb nog enige boodschappen in de stad te doen Van de Boogaarde bromde iets, dat op „tot ziens" leek en rom melde in de paperassen voor Hem. De spoorwegkwestie liet hem niet los, want hij was een ondernemend man, die de kansen wilde benutten, welke deze tijd van nieuwe technieken schier dagelijks bracht. Hij zou zijn zwager in Rotterdam schrijven, besloot hij plot seling. Die deed nogal eens uit de hoogte als het over Zeeland en de Zeeuwse kansen in de toekomst ging. Ja, hij zou hem eens schrij ven er waren nog wat familiezaken te regelen en dan kon hij gelijk zijn hart eens luchten over allerlei dingen, die hem dwars zaten. Hij was toch benieuwd, hoe men daarginds over de regerings- politiek dacht. Enkele minuten later kraste de pen over het blanke papier: „Waarde zwager Cornelis, lieve zuster en kinderen voor jou. Dan kun-je weer-es le zen hoe het in je vaderland daar ginds gaat..." Zijn vrouw glimlachte. „Ach ja, Willem loopt wel eens hard vkn stapel, maar hij bedoelt het niet zo kwaad. Heb jij de kranten al gelezen?" „Vluchtig. Toevallig lag er een boven, waarin het provinciaal ver slag over vorig jaar stond. En het viel me op, dat Zeeland nog altijd „leegloopt". Er zijn in 1857 ruim driehonderd mensen meer vertrok ken dan er zich hebben gevestigd. Op honderddrieënzestigduizend zielen is dat nog héél wat. Welis waar is de bevolking met ruim zeshonderd zielen toegenomen, maar dat is uitsluitend te danken aan het hoge geboortecijfer. Bijna driehonderdzestig Zeeuwen trok ken naar Noord-Amerika zeg, je zou er bijna ook over gaan den ken..." Maria Haverling, geboren Van de Boogaarde bleek zich echter niet te interesseren voor bevol kingsbespiegelingen van haar echtgenoot. Wél bekeek ze die avond nauwkeurig de familie advertenties en las ze, dat Goes wéér geen gasverlichting kreeg. De aanbesteding was namelijk mislukt, zodat er voorlopig olie zou blijven. En in Zierikzee, waar haar zuster woonde, bleek het vijf de Zeeuwse muziekfeest een groot succes te zijn geworden. Er waren werken van niemand minder dan van Handel en ook van Beethoven en Mendelssohn uitgevoerd door en koor van honderdzestig leden en een orkest van zestig man. Een week later was in Zierikzee de grote landbouwtentoonstelling ge houden en in het Middelburgse Bagijnhof was de armlastige we- Willem van de Boogaarde hield ervan om in zijn brieven met de deur in huis te vallen en enig sarcasme was hem niet vreemd. „Het zal je verheugen," zo schreef .hij zijn zwager, en hij stelde zich diens gezicht al voor bij het lezen van de brief, „het zal je verheugen, dat ik ondanks de erfenis van wij len schoonpapa toch niet op de lijst voorkom van de twee-en-vijf tig hoogstaangeslagenen in 's rijksbelastingen, die onlangs weer in de Middelburger stond afge drukt. De Jonge van Ellemeet uit Oostkappel stond bovenaan met ruim tweeëntwintighonderd gul den grondbelasting en ruim zes honderd personele belasting. Num mer twee-en-vijftig is dit keer de waterstaatsingenieur Abraham Caland uit Westkappel, die bijna zeshonderd gulden grondbelasting betaalt en bijna tweehonderd per sonele. De naam Caland is je waarschijnlijk niet onbekend, want zijn zoon Pieter heeft on langs een plan opgesteld om jullie veelgeprezen Rotterdam weer een open verbinding met de zee te ge ven, een nieuwe waterweg." Ik begrijp overigens niets van dat plandie Caland moest als Zeeuw toch beter weten. We hebben hier immers Vlissingen, dat aan open water ligt en dat spijts alle vertogen die men el ders hoort alle mogelijkheden heeft om Neerlands belangrijkste zeehaven te worden. Maar dan zal men voor een verbinding met het achterland moeten zorgen, dan zal er hier een ijzeren weg dienen te komen. Maar zoals ik juist nog tot mijn compagnon Van Riet zei: in Holland gaan ze van het stand punt uit, dat nationaal belang het Hollandse belang is. Dan komt er geruime tijd niets, helemaal niets, en pas dan mogen wij met ons verbrokkelde Zeeland aankomen. Maar zo wordt de eenheid van ons land toch allerminst bevorderd, dat zul je toch wel moeten toege ven. En men hoeft ons Zeeuwen allerminst te verwijten, dat we niet ondernemend genoeg zouden zijn, want onlangs tijdens een ver gadering in Middelburg over de spoorwegkwestie lag binnen korte tijd niet minder dan acht ton op tafel! Enfin, je zult wel gehoord hebben, dat er opnieuw een con cessie is aangevraagd voor een spoorbaan, ditmaal door een Zeeuws-Brabants-Utrechtse com binatie, die naar verluidt onze lijn als eerste op haar programma heeft staan." Thorbeckeinterpellatie over spoorwegen. ZEELAND LOOPT LEEG £R IS EEN brief gekomen van je broer Willem", zei de Rotterdamse advocaat Haverling tot zijn vrouw, „een brief van Willem: hij draaft weer door. Als ik het goed begrijp, dan is de aanslag dit jaar van Orsini op de Franse keizer Napoleon 111 helemaal niet belangrijk, evenmin als de oorlogsdreiging tussen Frankrijk en Oostenrijk, maar wél het mislukken van de aanleg der Zeeuwse spoorlijn. En dat kwaad hebben wij allemaal op ons ge weten... Enfin, ik zal hem wel eens terugschrijven. Hij heeft in ieder geval een pak Middelburgse Couranten meegestuurd, blijkbaar TIJDGENOTEN IN 1858 In het jaar, waarin het eerste eeuwfeest van de Middelburgse Courant werd gevierd, waren de lezers tijdgenoten o.a. van: ARTHUR SCHOPENHAUER 70 jaar (17881860) Vermaard Duits filosoof, van wie vooral zijn hoofdwerk „Die Welt als Wille und Vorstellung" grote invloed heeft uitgeoefend. J. R. THORBECKE 60 jaar (17981872) Liberaal staatsman, die als geeste lijke vader van de grondwet van 1848 wordt be schouwd. Als minister heeft hij o.m. kieswet, provinciale wet en gemeentewet op zijn naam staan. FERDINAND DE LESSEPS53 jaar (18051894) Frans diplomaat, onder wiens leiding het Suezkanaal werd gegraven. FRANS LISZT 47 jaar (18111886) Beroemd pianovirtuoos en compo nist van een uitgebreid oeuvre. RICHAR WAGNER 45 jaar (18131883) Duits toondichter, die de grond-' legger werd van een nieuwe Duitse*operatraditie, waarvan Bayreuth het middelpunt werd. KARL MARX 40 jaar (18181883) Grondlegger van het georganiseerd socialisme, gaf in 1848 met Engels het Commu nistisch Manifest uit, schrijver van „Das Kapital". E. DOUWES DEKKER 38 jaar (18201887) Nederlands bestuursambtenaar in Nederlands-Indië en belangrijk schrijver, publi ceerde als Multatuli zijn opzienbarende boek „Max Havelaar". DR. A. KUYPER 21 jaar (18371920) Theoloog en A.R.-staatsman, die als geleerde, politicus en journalist bijna vijftig jaar lang een dominerende figuur was in het Neder landse maatschappelijk leven. FRANCOIS AUGUSTE RENE RENOIR 18 jaar (18401917) Beroemd impressionistisch beeld houwer, die als vernieuwer van de beeldhouw kunst wordt beschouwd. Tot zijn vele befaamde werken behoort o.a. „De Denker". VINCENT VAN GOGH 5 jaar (18531890) Groot Nederlands schilder, die be slissende Invloed heeft uitgeoefend op de beelden de kunst van zijn tijd en lange tijd daarna. CORNELIS LELY 4 jaar (18541929) Ingenieur en staatsman, door wiens energieke arbeid de Zuiderzeewerken tot stand kwamen. II. P. BERLAGE 2 jaar (18561934) Nederlands architect van grote al lure, vernieuwer van de bouwkunst. Bouwer onder meer van de Amsterdamse koopmansbeurs. duwe Maij-Ousse, achtentachtig jaar oud, in behoeftige omstandig heden overleden. Maar men ont dekte, dat ze een aardig sommetje in staatspapieren had belegd. Dat was bijna precies zo'n verhaal als van die Hardenbergse schaapher der, die onlangs drieënzeventig jaar oud en ongehuwd overleed, maar ondanks zijn armoe nog 12.000 had weten over te spa ren... ZIEKE SOLDATEN Advocaat Haverling las de kranten ook niet aandacht, want hij moest immers stof hebben om zijn zwager van repliek te dienen. Repliek op een manier, die de goede Willem in het gindse Zeeland wel zou liggen. in de Middelburgse Cou rant tref ik een protest aan van een brandmeester," zo schreef de Rotterdamse jurist In zijn duidelijke handschrift, „die kwaad is op de Vereniging tot afschaffing van sterke drank, omdat zij betoogd heeft, dat de Middelburgse brandweer drank misbruik zou hebben gepleegd bij het blussen van brand. Dat is niet waar, zo betoogt de brandmeester. Hij heeft mis schien wel gelijk, maar vergeet niet, er wordt geen koe bont ge noemd, of er is wel een vlekje aan. Het lijkt me nogal een wild land, daar bij jullie. En onge zond ook. Want de militairen van het achtste regiment, tot voor kort gelegerd in Middel burg, zijn in Leeuwarden ziek geworden. Dat zou van de dag marsen en het vervoer boven deks op stoomboten tijdens guur weer gekomen zijn, schrijft jul lie krant, maar ik weet het zo net niet." NOG GEEN VIERHONDERD „Maar thans in ernst: je bezwa ren voor zover het de spoorweg- politiek onzer regering betreft, deel ik. Ik vraag me af, wanneer in ons land die geest van zelfge noegzaamheid, die men helaas al om bemerkt, eens zal verdwijnen. Onlangs las ik, dat hier nog geen vierhonderd stoommachienen in bedrijf zijn. Terwijl het buitenland ons daarin ver voor is. Ik ben bang, dat we op menig gebied in de toekomst zo ver achter zullen komen, dat internationaal naar onze mening niet meer zal worden gevraagd. De troonrede van onze koning bij de opening der Kamers ademde ook die geest van hoe-ge- noeglijk-rolt-het-leven, om met de brave Poot te spreken. „De rust, door vrede en veiligheid geschon ken, doet onder 's Hemels zegen de meeste bronnen van volksbe staan mildelijk vloeien," zo zei Zijne Majesteit. Het was verheu gend, dat de Kamer in haar adres van antwoord zinspeelde op de achterstand bij de spoorwegen. Tussen haakjes: die bronnen mogen dan mildelijk vloeien, toch ontbreekt er nog al het een en ander. Bij het opruimen van een kast kwam ik vorige week een oud nummer van de Econo mist tegen met een opstel van een zekere Lalleman. Wat deze man zegt over de kinderarbeid in de zomer van 5 uur 's mor gens tot 8 uur 's avonds en in de winter van 's morgens 6 tot 's avonds 7 uur doet toch wel de vraag rijzen of de bronnen wel op de juiste wijze worden geëxploiteerd. Stel je onze kin deren eens voor!" „Ik las overigens, dat tijdens de jaarvergadering van de landbouw- maatschappij in jullie gewest de voorzitter heeft betoogd, dat de kennis van landbouw en veeteelt nog ver ten achter is. Ook daar dus gezapigheid. Blijkbaar sust men zich met de hoge prijzen en de onverwachte opbloei van de meekrap. Men zou er wellicht be ter aan doen eens verder te kijken. Aan de andere kant is de onwil wel een beetje te begrijpen Ten minste, de schapenhouder in Ouwerkerk, die luizen bij zijn die ren bestreed met een nieuw En gels middel en een groot deel van zijn veestapel daaraan zag ster ven, zal wel genezen zijn van zijn nieuwlichterij. Dat is juist het moeilijke van deze tijd: er gaat geen dag voorbij of er komt een nieuwe uitvinding, waarvan nie mand precies weet wat uiteinde lijk de consequenties zijn. Toch blijf ik er bij, dat er in ons land héél wat lieden moeten worden wakker geschud". „Gelukkig, dat er op sommige gebieden andere inzichten begin nen door te breken. Op mijn ter rein is dat bijvoorbeeld langzaam te merken: je hebt misschien ge lezen, dat de minister van justitie er verstoord over was, dat nog al tijd processen-verbaal worden op gemaakt terzake van volstrekt on benullige vergrijpen, zoals tegen kinderen, die een handje vol gras plukken voor hun konijntjes. Een confrère liet me een Zwolse cou rant zien, waarin verslag werd ge daan van een strafzaak tegen nota bene een landbouwer, die had ge floten op de openbare weg..." „Nog wel gelukgewenst met de tentoonstelling voor nijverheid in Middelburg. Men sprak er hier zelfs over, omdat de expositie heel goed was. Er is veel bezoek ge weest, naar ik heb begrepen. Zul ke activiteiten doen Zeelands naam goed, do kranten schrijven erover DE EERDIENST VAN 'T GENIE? I s door deze brieven het beeld I zo langzamerhand niet duide lijk? En zijt ge het niet met ons eens, dat Zeelands kansen niet worden benut door onze lands regering? Anders zou men ons toch niet in de isolatie laten, dan zou men toch wel zorgen dat de spoorwegverbinding eindelijk tot stand kwam. Maar eerlijkheids halve dient hier ook te worden geméld, dat er ook onder ons zijn, die met angst en tegenzin al het nieuwe aanschouwen. De grootva der van een onzer vrienden waar schuwde ons vorige week als een profeet uit het Oude Testament tegen de onheilen van de moderne techniek en hij zegde daarbij het bekende vers van da Costa: „Zie hier uw goden: kunst en kracht en industrie! En voorts: geen eer dienst meer dan de eerdienst van 't, Genie". Hij sprak van „jokdier- banden, geworpen om de hals der vrijen" en van „gruwel, dien uw vorderingen baren". Maar wat wil men? De Maat schappij van Nijverheid heeft nu al weer verscheidene jaren gele den geklaagd, dat de „heilloze stel ling dat tot het opzetten van een industriële onderneming weinig meer nodig is dan een klein kapi taal, een geringe arbeidzaamheid en een oude meesterknecht, onze nijverheid in de grond heeft ge boord." Wij zullen vooruit moeten! En als de overheid ons het gereed schap geeft, dan zal Zeeland zich zijn rechtmatige plaats in de Ne derlandse huishouding niet laten ontgaan

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 4