EEN RIJK GESCHAKEERD BEELD w ie het algemene peil van de provin ciale pers hier te lande vergelijkt met dat in andere staten, beseft dat onze bladen, ook de provinciale kranten, hun burger plicht verstaan. £cu juW cum jCucior o\ emerqol van een instelling geeft steeds aanleiding tot een terugblik, tot een beschouwing van ontstaan en groei, maar meer nog tot bezinning, tot overdenking van de plaats in de gemeen schap waarin zij wortelt, en van de diensten welke zij aan die gemeen schap bewijst. Tot zulk een beschouwing en zulk een overdenking bestaat dubbele aanleiding, wanneer een krant jubileert, want zij is een van de krachtigste bindmiddelen in de gemeenschap welke zij dient. Heeft de lezer wel altijd het juiste be sef van de betekenis die zijn lijfblad voor hem bezit Waarschijnlijk niet. De mens raakt nu eenmaal gewend aan de dingen waarmede hij dagelijks verkeert en gaat deze beschouwen als de gewoonste zaak van de wereld. Voor de burger van een relatief hoog ontwikkeld land, waar dus geen analfabetisme meer voorkomt, is de krant zulk een gewone zaak van de we reld geworden. Zij valt elke dag op een vast tijdstip in zijn bus, zij wordt, al naar de lezer meer of minder tijd beschikbaar heeft, meer of minder grondig gelezen. Maar, wanneer er zich bijzondere omstan digheden voordoen die de regelmatige be zorging in de war sturen, dan voelt de lezer ineens het gemis het is alsof het bezoek van een trouwe vriend, op wie men zo vast meende te kunnen rekenen, uitblijft; men voelt zich onthand, omdat men zijn mededelingen over het wel en wee van de dag moet ontberen. X) e maatschappelijke taak van de pers kan moeilijk in betekenis worden over schat. Dringt het wel tot ieder onzer door, dat wij hetgeen in stad en land, in de we reld voorvalt, vrijwel uitsluitend uit de krant kennen Zeker, er zijn in de mo derne tijd nieuwe communicatiemiddelen opgekomen. Radio en televisie kunnen ons dikwijls sneller en directer dan de krant op de hoogte brengen van de gebeurte nissen welke ons interesseren, maar wan neer we de dingen nog eens rustig en meer in bijzonderheden willen vernemen, dan grijpen we naar de krant, die we even terzijde kunnen leggen om haar weer op te nemen op het ogenblik dat ons het bes te uitkomst. De ervaringen in landen met wijd verbreide en in vrijwel elk gezin ont vangen televisie-uitzendingen, zoals de Verenigde Staten, leren dat het lezen van kranten eerder toeneemt dan vermin dert hét levende beeld wekt een belang stelling welke men verder wil bevredigen, nadat het beeld van het scherm is ver dwenen. Ik durf daarom stellen, dat de dagbladpers nog steeds het belangrijkste communicatiemiddel in de maatschappij is en dit ook kan blijven, wanneer de journalistieke leiders hun taak verstaan en met hun organen de klaarblijkelijke behoefte aan meer gevarieerde en gede tailleerde voorlichting bevredigen. Ër is geen enkele aanleiding om te menen dat dit in Nederland anders zou zijn dan el ders ter wereld. Het nieuws en zijn achtergronden. "Se voorMAAMiste iaali van een dagblad is en blijft de nieuws voorziening. De krant brengt ons, elke dag opnieuw, op de hoogte van de ac tuele gebeurtenissen en ontwikkelingen. Dit is in de eerste plaats het „grote" nieuws, maar daarnaast ook een hele reeks van kleine, schijnbaar niet zo be langrijke feiten. Het zijn juist deze laatste feiten en feitjes, welke voor het geestes oog van de krantelezer een min of meer volledig beeld van zijn samenleving waar van hij deel uitmaakt, doen oprijzen. Ieder heeft behoefte aan zulk een kennis, welke plaats hij of zij ik zou de leze ressen niet gaarne vergeten in de maatschappij ook inneemt. Deze behoefte spruit in de eerste plaats voort uit een gezonde nieuws-gierigheid, uit een alge mene belangstelling, maar meer nog wordt zij gevoed door de voor ieder mens bestaande noodzaak, zijn plaats in de maatschappij bij voortduring aan de ver anderde omstandigheden aan te passen, waartoe men die omstandigheden ook dient te kennen. Door haar nieuwsvoor ziening is de krant de mens daarbij be hulpzaam en geeft zij ieder, ook al leest hij zijn dagblad in de veilige beslotenheid van de huiskamer, het gevoel in een on zichtbaar contact met de buitenwereld te staan. Jiangs allerlei wegen wordt het nieuws aan de krant toegevoerd. Onder hoge druk wordt, elke dag opnieuw, door de redactie gekozen, getoetst en bewerkt, alsmede verwerkt in prettig, gemakkelijk leesbare vorm, wat publikabel is en wat gepubliceerd moet worden. Maar deze vakkundige presentatie van het nieuws is niet voldoende. In onze steeds ingewik kelder wordende samenleving, die zich tot de gehele wereld verwijd heeft, is de betekenis van de nieuwe feiten zelfs voor de belangstellende lezer dikwijls niet aanstonds duidelijk. De achtergrond van nieuwe ontwikkelingen moet in het licht worden gepladtst. Plaats en taak van de provinciale krant kunnen in betekenis moeilijk worden overschat door prof. mr'. dr. M. Rooij. Professor Rooy werd op 17 april 1906 te Rotterdam geboren. Hij studeerde rechtswetenschappen te Leiden en economie aan de Rot- terdamse Handelshogeschool. Ge durende twee jaren oefende hij de advocatenpraktijk uit te Rotter dam. In 19 sk werd hij benoemd tot-redacteur bij de Nieuwe RotterdamseCourant en in 1936 werd hij secretaris van de hoofd redactie en wnd. hoofdredacteur. Gedurende de oorlog onderbrak hij zijn journalistieke arbeid, om tenslotte in 191/5 op te treden als hoofdredacteur van de N. R. Ct. ■Vorig jaar légde de heer Rooy zijn journalistieke functie neer in verband met zijn benoeming tot hoogleraar aan de Amsterdamse Universiteit. Hij is ere-voorzitter van de Ne derlandse Journalistenkring. sing van de brandende vraagstukken van de tyd gezocht wil zien. Ook in dit op zicht heeft het dagblad een zekere taak te vervullen. Het zal, al naar zijn karak ter min of meer uitgesproken leiding ge ven aan de vorming van de publieke opi nie over de vragen van de dag. Dit is de commentariërende functie van de krant. Wanneer grote belangen op het spel staan, kan de krant met haar oordeel de lezers wakker schudden, actie voeren om de bevoegde overheidsorganen tot een bepaalde besluitvorming te brengen. In dit verband moet er de aandacht op worden gevestigd, dat ook in Nederland tal van mensen niet een krant van hun eigen levensbeschouwing of politieke overtuiging lezen; ze geven aan een an dere krant de voorkeur, omdat ze deze beter vinden beantwoorden aan hun voor lichtingsbehoeften, speciaal ten aanzien van regionale feiten. Ik meen dat dit een gelukkige omstandigheid is, want ieder, hij moge nog zo sterk in zijn politieke of levensovertuiging staan, wordt in het da gelijkse leven gesteld tegenover anders denkenden met wie hij of zij moet samen werken. Dan is het m. i. goed, wanneer men uit de krant reeds van afwijkende inzichten heeft kunnen kennis nemen. Het spreekt vanzelf, dat zulk een andere krant dan moet vermijden andersdenken den in hun diepste gevoelens te kwetsen, doch zulk een gedragslijn is niet anders dan het betrachten van de verdraagzaam heid, welke, bij alle verschil van dieper inzicht, een historisch kenmerk is van ons volk. Aldus kan de krant er ook toe bijdragen om bij zijn lezers het bewust zijn te versterken van de diepste grond slagen van ons staatsbestel. Een rijk geschakeerd perswezen. £CM vam t{e grondslagen van onze democratie is de vrijheid van drukpers, onder de gelding waaryan zich in volle vrijheid een, naar journalistiek karakter en gebied van verspreiding rijk geschakeerd, perswezen heeft kunnen ontwikkelen. Zo is een samenleving ont staan van bladen met verspreiding over het gehele land en van kranten die in een bepaald gewest worden gelezen, in edele geestelijke wedijver met en naast elkaar. De taak van de landelyke pers verschilt in zoverre van die der provinciale bladen, dat de eerste in bepaalde rubrieken alge mener en soms dieper gaand moet infor meren dan de andere kranten. Maar in één opzicht stemmen de landelijke bladen met de regionale overeen, n.l. dat zij in de stad van hun verschijning en de naas te omstreken als lokaal blad optreden en de nodige informatie uit deze stad en dit gebied moeten verschaffen. Met de aanwijzing van deze plicht raak ik in het hart van de taak van de krant in het algemeen, maar van de provinciale krant in het bijzonder. Zij is voortgeko men uit en heeft wortel geschoten in een bepaald gebiedzij verschijnt in een cen trum van dit gebied, waarin verbindings lijnen van allerlei aard samenkomen en van waaruit bepaalde krachten uitstra len. IVXen denke alleen .reeds aan de markt- functie, waaruit zoveel provinciale plaat sen zijn ontstaan (Middelburg, Goes, Zie- rikzee ook in de moderne tijd wor^t deze taak nog ten dele vervuld. In zulk een centrum bevinden zich meestal in stanties van bestuurlijke aard, waarmee de burger van stad, eiland of gewest op gezette tijden te maken heeft. Daar zijn de scholen voor hogere vorming of beroepsopleiding, de ziekenhuizen en andere gezondheidsinstellingen, culturele centra en grotere sportvelden. Daar ook zjjn beoefenaren van vrije beroepen ge vestigd, van wier diensten en bijstand de man of vrouw uit de plaats zelf of van het platteland gebruik wil maken. In zo'n centrum komt men soms om een „uitje" te hebben in een van vermaaksinrichtin- gen. Aldus voltrekt zich het maatschappelijke verkeer tussen stad en gewest in voort durende wisselwerking, ook en vooral in geestelijk opzicht. Want het is de geest die het levenwekkende element is. Dat hij dit kan zijn in de samenleving, is in be langrijke mate te danken aan de provin ciale krant. De provinciale krant heeft haar eigen gezicht. Om /vet alqc meen onderscheiden de Nederlandse kranten zich van bladen in zoveel andere landen, dat elk hunner een „eigen gezicht", en een „eigen karakter" heeft. Dit geldt in het bijzonder de provinciale pers. In Ne- defland komt de gewestelijke schakering dus ook in de dagbladen tot uitdrukking. Naar vorm en inhoud draagt onze pro vinciale krant bij tot de bevestiging en versterking van de regionale eigenaardig heden, welke de bouwstenen zijn van het gevarieerde Nederlandse volkskarakter. Dit komt in de eerste plaats tot uiting in de regionale nieuwsvoorziening, in het be pleiten van de grote gewestelijke belan gen. Zo wordt een dagelijkse dienst aan de regionale gemeenschap bewezen, waardoor zij zichzelf beter leert kennen zich aan anderen doet kennen in al haar facetten en eigenaardigheden. Daarnaast worden de grote nationale belangen aller minst vergeten. Bovendien is de eigen nieuwsvoorziening vooral uit het buitenland nog verdiept en verbeterd, doordat provinciale dagbladen met verschillende verspreidingsgebieden de reeds eerder bestaande samenwerking hebben versterkt en na 1945 er systema- 1 tisch toe zijn overgegaan, eigen corres pondenten in buitenlandse hoofdsteden aan te stellen. Daarmee erkenden de provinciale bladen het grote belang van ons volk orti ïiiet alleen van de gebeurtenissen in eigen land op de hoogte te zijn, maar ook om het venster op de buitenwereld zo wijd mogelijk geopend te krijgen. Wil Neder land zijn rol in de internationale ontwik keling spelen, dan moet deze gedragen worden door de brede lagen van ons volk, ook buiten de Randstad Holland; men denke slechts aan de voltooiing van de Economische Unie met België en Luxem burg, van zo groot belang voor Zeeland, alsmede aan de Gemeenschappelijke Europese markt. En daartoe moet ook de provinciale krant de burgers van het ge west door nieuws- en kennisverspreiding in belangrijke mate laten bijdragen. Zo biedt een beschouwing van de provin ciale pers een rijk geschakeerd beeld. Doch hoeveel aanleiding een jubileum ook biedt om even terug te blikken, voor Zeeland en een in deze provincie verschij nend dagblad bestaat vóór alles de nood zaak in de toekomst te kijken. De uitvoe ring van het Deltaplan zal het aardrijks kundige èn maatschappelijke aangezicht van het gewest ingrijpend wijzigen. Zijn bevolking zal in menig opzicht uit een isolement worden verlost en in nauwer contact met de rest van Nederland tre den. Dit zal aanpassing van allerlei aard vereisen. Meer dan ooit zullen de Zeeu wen daarom voorlichting behoeven, op dat dit proces van aanpassing en veran dering zich zo goed mogelijk kan voltrek ken. Dit perspectief opent nieuwe mogelijkhe den voor een provinciale krant als de thans jubilerende. Aangezien ze, als een van de oudste Nederlandse persorganen, zich in het verleden telkens heeft ver jongd, bestaat de gegronde hoop dat zij hiertoe ook in de naaste toekomst in staat zal blijken, vervuld als zij is van de zin van de Zeeuwse wapenspreuk Over de vraag, wélke krant zich de oudste van Neder land mag noemen, verschillen de historici van mening. De Leeuwarder Courant is de enige krant in Nederland, die meer dan twee honderd jaar bestaat en die nog al tijd onder dezelfde naam verschijnt. De Oprechte Haarlemse Courant is veel ouder, maar zij werd samengevoegd met het veel jongere Haarlems Dagblad. Hierofi.br een reproduktie van de twee bladen, die zich tezamen met de Provinciale Zeeuwse Courant, de oud ste kranten van Nederland mogen noemen. LEEUWARDER (J COÜ RAN T Nieuw .oorMrl no Sovjct-Unic Op 17 april b- m umbaji'vj^.rCrf Reeds anderhalve eéuw geleden zag de Nederlandse dichter Bilderdijk al heel scherp: „In het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal". De nieuwe fei ten, of zij nu een Suez-crisis betreffen dan wel de totstandkoming van een algemene ouderdomsverzekering, moeten in histo risch perspectief worden geplaatst. Bo vendien blijken' bepaalde feiten een sterke samenhang met andere feiten of ontwik kelingen in het heden te vertonen. Ieder weet nu wel, dat de geleide loonpolitiek, de prijsbeheersing, het landbouwbeleid niet op zich zelf beschouwd kunnen wor den, doch in verband moeten worden ge bracht met het beloop van de betalings balans met het buitenland, met het be leid ten aanzien van huren en pachten, met het beleid inzake de rijksbegroting, met de belastingpolitiek. Het blootleggen van deze historische samenhangen, van deze actuele verbanden, behoort alsmede tot de taak van het dagblad, dat de fei ten dus moet verklaren, moet „interpre- eren". Het spreekt wel vanzelf, dat de journalisten, die deze taken bij wijze van beroep vervullen, een behoorlijke mate van vakbekwaamheid moeten bezitten. Slechts dan zijn ze in staat hun voor lichtende functie op de juiste wijze te ver vullen. I /och ook bij deze zakelijke verklaring der feiten kan het nog niet blyven. De mens wil niet alleen de feiten kennen en deze verklaard zien, hij wil er ook over oordelen. Als staatsburger of -burgeres moet men op gezette tijden medebeslissen over de richting waarin men een oplos-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 2