IN SIR A AU SLAGZINNEN m KRANT CM AIVIITINVIS WIHIL WAST WITTER WOHIL WAST NOG WITTER WAHIL WAST HET WITST e? van de \/aN BoLjTE;NS (§40 Vfi ssmqsche Courant Ook voor U is de P.Z.C. een onmisbare schakel AVA GARDN STEWAR GRANGEI DAVID NIV! 1 VVV^AA/*\VVV^\^^^\V*V\Vv^VNVw\\\\\^^^^^^VW^^VV\V*^A*'; f)E SCHELLE KLAROENSTOOT van de reclame is sinds jaar en dag heer en meester in de advertentie-kolommen van de dagbladen. De superlatieven strijden een stugge strijd, een pakkende slagzin is goud waard. Letterlijk. Aan dagbladreclame wor den dagelijks miljoenen besteed en dagbladreclame brengt ook dagelijks miljoenen op. Het medium „advertentie" speelde al vrij spoedig een hoofdrol in de reclame en het kreeg een auditorium, dat zich bij benadering niet schatten laat. De mannen van het advertentiewezen werden zich dat grote gehoor bewust en beseften, dat de aan de advertentie toebedachte hoofdrol goed gespeeld moest worden, wilde men zijn publiek blijven boeien. Zo kwam de regie in handen van vakmensen. Van tekst schrijvers en tekenaars van advertentie- en reclamebureaus. Reclame werd een wetenschap. De psychologie kwam er aan te pas. (j Al heel vroeg. Zelfs toen reclame nog lang geen wetenschap was be seften vele zakenlieden al, dat het er om ging het publiek te boeien. Een listige visboer uit 1881 speculeerde in de „Middelburgse Courantvan 1 augustus 1881 onverbloemd op de ty pisch menselijke eigenschap „nieuws gierigheid", toen hij in forse letters annonceerde Hiörtaéciii m&akt U« «iidérsjctocJccjide het ge- eerde .publiek vkii b snttil ihiïg en «sm STREfi JKX bekend, (!at bij wedermis is gear-' rivct'X'i wet puik beste m*ier daiu*ehe- iGËiiOÖKÏË hopnrteweder ÜEd»1 .quasi en een grooter. vira i te mógen &<&ié0jï, ais de vorige jaren. Hij puike u litcit. liegen etvieie prijzen. cundplaiiis op de van nuds: bekende plaats hoek Lange Helften Jlarfef. den dag van lO tot 1 uur ook op dezelfde plaats veri: fiï'.'baar. UEd. Ihenstr. T'iienasr, A. LU KOU, j L voorbeen \V. KNAPI'.j Een. kinderlijk trucje? Best mogelijk, maar r'e mensheid nam het, „slikte het" om het populair te zeggen en voor alles: de mensheid las het. En daar was het die visboer in 1881 al om begonnen. In die dagen kon de adverteerder nog wel met zo'n kinderlijk trucje volstaan. De kranten waren nog klein, het aantal advertenties nog vrij gering en de re clame bescheiden van opzet. In de he dendaagse kranten zou de „reclame stunt" van onze negentiende eeuwse vis boer alleen maar ridicuul afsteken bij de spitse vormen van toegepaste reclame- psychologie, die nu schering en inslag zijn. Een mooi voorbeeld is wel de serie „Zie uw been, zoals anderen het zien" De geestelijke vader van deze ad vertentie-serie moet wel een groot vrouwenkenner zijn; hij bespeelt een beetje de spreekwoordelijke ijdelheid van onze Eva's hij laat ze een mooi stukje textiel zien, maar boven alles roept hij de dames waarschu wend toe „Denk er om, zó zien an deren U En die anderen dat zijn wij, de mannen („Die leuke luitenant uit de Hubbelebubstraatdat is de (in feite dus één van de eerste tekst schrijvers!) kon mooi dienen als tekst bij deze „blikvanger". - ce SM A K RM3KS t - l GÊSRU.'K de VöQR D££l,l OST£ baas van de echtgenoot („Dat vrouwtje van Kasplant ziet er toch altijd keurig uit") en dat zijn de sexegenoten („Dat schepsel van Doorsnee moet nou niet denken, dat zij zich alleen goed kleedt") Ja, ja zie uw been, zoals ande ren het zien. Reclame moet een fascinerend vak zijn. In de kousen-advertentie speelt het plaatje een grote rol. Zonder de illustra tie zou die annonce haar doel volkomen voorbij schieten en dat is tegenwoordig met heel veel advertenties het geval. Het plaatje foto of tekening is de blikvanger bij uitstek en dat besef brak: in het begin van deze eeuw al spoedig baan. Zodra de clichétechniek een redelijk peil heeft bereikt, propageren de adver tentie-bureaus het gebruik van illustra ties. „Te annonceeren zonder gepaste illustraties is als Hamlet met den per soon van Hamlet er uit gelaten", roept de Amsterdamse Max R. Nunes klassiek uit en men illustreert. Hoe' Wel, naar onze begrippen een tikkeltje krampachtig. Men „deed maar wat", r.e hooi en te gras. Als er maar een plaatje bij stond; al werd dat er zo nodig dan ook met de haren bijgesleept. Een citaat uit 'n werk van de popu laire volksschrijver Justus van Maurik ie Uw been zoals anderen hel rnaliste, die een krant vertegenwoordig, ben vi iledcn- Kousen waren mijn grootste zorg.^Ml Waarmee overigens niets gezegd wil zijn van de nog steeds adverterende fir ma Van Houten, want die toonde zich al bijzonder progressief en behoorde toen tertijd tot de eersten, die de onschatbare waarde van een goede advertentie-cam pagne inzagen en er voor die tijd een uit stekend gebruik van maakten. Zó was dus de reclame doorgedron gen, compleet met illustratie. De kranten in de achttiende en in een groot deel van de negentiende eeuw ken den echter nog maar weinig of geen re clame. Men adverteerde over het alge meen uitsluitend om zijn medemensen mededelingen te doen. De notaris annonceerde bekendmakin gen over erfenissen en openbare verko pingen, de overheid maakte gebruik van de dagbladkolommen en de „mevrouwen" zochten er „meiden" in...: „Met Mei be- noodigd bij Mevrouw de Weduwe van Teijlingen, eene derde Meid, ervaren in het Naaien en het opdoen der fijne Wasch". (Middelburgsche Courant van 2 januari 1868). De stoombootdiensten in Zeeland zijn altijd een goede klant geweest. Talloos zijn de in alle jaargangen altijd weer terugkerende advertenties over uren van aankomst en vertrek van de provinciale boten. Wat dat betreft kon men in die dagen en zeker niet wanneer men nog al eens op reis moest de krant ook al niet missen. Geen dag! Advertenties, reclame. Letters, letters, letters. Een demonische dans van letters dwarrelt de beschouwer tegen uit de ver geelde bladen in de oude jaargangen van de couranten. De mensheid heeft de boek drukkunst wel benut. Vette lettertypen en magere, grote en kleine; bescheiden mede delingen in ingetogen trant van de ene mens aan de andere over droeve familie gebeurtenissen; „dikgedrukte" kreten in alarmstijl om de verkoop van geneesmid delen te stimuleren. Want altijd al heeft de ene (niet zo nette) mens voordeel gezocht in het lijden van de ander en het is wel op vallend, dat juist die categorie niet-zo-net- te mensen behoorde tot degenen, die als eersten gebruik maakten van de kranten om propaganda voor hun middeltjes te ma ken. Met hele verhalen, vol dreiging over sinistere kwalen, die de argeloze sterveling zouden kunnen besluipen. Maar toch ook wel troostend, mild en vol beloften voor genezing. In een bondige, zakelijke stijl zocht men het toen bepaald nog niet néé de veelheid van woorden moest over tuigend werken en daarom maar één (langdradig) voorbeeld uit de „Middel burgsche" van 31 december 1868 Geneeskundig Getuigschrift. De werking der Stollwerck'sche Borst-Bonbons is prikkeling-verzach tend, naar omstandigheden kramp stillend, voornamelijk echter zacht 1 oplossend en kalmerend, vandaar de aanwendingen derzelven in alle ca- tarrhalische keel- en borstkwalen en daaruit voortspruitende heeschheid, als diatisch middel met recht kan worden aanbevolen. Dr. Kropp, koninklijk kreis-, gerechts- en Politie-Arts. Men vindt de Stollwerck'sche Borst- Bonbons echt in verzegelde Pakjes met gebruiksaanwijzing a 30 cent te (volgde serie adressen in diverse Zeeuwse plaatsen). Toch zag men ook al vrij spoedig in, dat een „teveel" schaadde. In 1903 kon men o.m. deze wijze woorden beluisteren: „Een paar goed gekozen woorden, gespatieerd en gezet met erva- rendheid, verzekert het succes, terwijl het publiek lange epistels vol blufferige zinnen ten eenenmale geen aandacht schenkt". Langzamerhand komt er ook meer sy steem in de opmaak van de advertentie kolommen, die uitgroeien tot adverten tiepagina's met aparte rubrieken voor de „Kleintjes"; de „ingezonden mededeling" (nu vaak een schrikbeeld voor de redac tie...) doet haar intrede, zoals deze van 23 januari 1917 EEN KIND LACHT NIET EN SPEELT EfENIIN ALS HET AAN HARD- LIJVIGHEID LIJDT. ALS HKT KNOIiliti;, K00KTSIC. IJAItn- 1.MVI0 Of (iALACIITIO IS UN DE1IAAO IN DE WAR IS, OKEF l.'SY KIND DAN .CALIFIO" ('AUPOtlNISCHK YIJOE.NSTHOOI'. De advertentie dus tussen het nieuws, in de redactionele kolommeneen kost bare, maar volgens de reclamé-deskundi- gen klaarblijkelijk effectieve manier van adverteren. De bladen maken nu ook zelf reclame voor... de reclame in hun kolom men. Op een degelijke, serieuze manier: Dl- icJl door iu?v f'LiNKf. 02LAAen i i. zij j doy- Itiircn Bll.iij;.i;N PRIJi 1.30 per kwartaal óf H) ets- par week) onder ieders ijercik konil. ccne uitstekende gclege' .héld aait inn met nitir. mend succes tc ADVERTEER I-N. F. VAN DE VELDE Jr.. K r. J> t K K M A I* K 'I' Ze doen dat nog, maar een tikkeltje directer, feller:. Het advertentie-wezen, de reclame, heeft wat men noemt een grote vlucht genomen. In ons land zijn er pioniers op dit gebied met klinkende namen, mannen die tijdig de macht van de reclame besef ten. Een hunner was Abraham de la Mar in Amsterdam, die reeds in 1880 patent verkrijgt op het Algemene Advertentie bureau A. de la Mar Azn. Hij is vooral geïmponeerd door het optreden van dé man met gevoel voor reclame uit die da gen, de legendarische heer Barnum van het befaamde circus Barnum Baily, die een geheel nieuwe stijl van adverte ren uitdacht en binnen de twaalf jaar een miljoen dollar bijeenbracht. Geïmponeerd noteerde Abraham de la Mar in die dagen: „Het is geen meede- deling van 2 regels in de Courant, maar zijn Annonce beslaat een geheele bladzij de, en daarvan is een derde alleen al be stemd aan een zeer uitgewerkte Gravu re, die een groote verscheidenheid van dieren en bijzonderheden voorstelt". De illustratie Het schuchtere begin van de illustra tie, dat uit zou groeien tot het min of meer excessieve „sexe in advertising" zoals de Amerikanen dat noemen en welk begrip zich het best laat illustreren met een bioscoop-advertentie MGM presentee ondeugendste koi van het Jaar twee mannen ei WALTER CHIARI Over blikvangers gespróken Een dagblad zonder advertenties is. niet denkbaar meer. De grote waar de van dagbladreclame is meer dan eens gebleken uit het feit, dat het plotse ling afbreken van een reclame-campagne een inzinking in de omzet tengevolge had. Omgekeerd heeft ook het dagbladwezen zijn bloei voor een deel te danken aan de opkomst van de advertentie in de tweede helft van de negentiende eeuw en aan haar verdere, belangrijke ontwikkeling in de twintigste. De inkomsten uit adver tenties maakten het mogelijk het in de loop der jaren sterk verbeterde en uitge breide dagblad tegen een relatief lage abonnementsprijs te blijven leveren. Ad verteerders betogen wel eens, dat zij dus' de krant „betalen", maar vergeten dan dat bij hogere abonnementsprijzen het aantal lezers aanzienlijk zou dalen, terwijl het juist de opzet van de adverteerder is om zoveel mogelijk lezers te bereiken... Dat is trouwens altijd de opzet van reclame. Zoveel mogelijk mensen berei ken. Dat wist... Adolf Hitler al! Altijd wanneer men leest over „Hitler-Duits- land" stuit men op de term „propaganda" en propaganda is in feite niets anders dan adverteren. Robert Brandon, een groot man in het advertentiewezen, die in Frankrijk, Engeland en Amerika werk te, noemde Hitier de grootste adverteer der van deze eeuw. Zijn handelsmerk was een hakenkruis. Hij betoogt o.m., dat „Mein Kampf" geschreven zou kun nen zijn door een advertentie-man; door iemand, die iets aan de massa wil verko pen en Brandon toont aan hoezeer Hit- Ier doordrongen was van de noodzaak en het effect van propaganda. Jammer, doodjammer, dat heer Hitier zijn talenten in die richting niet op snel werkende af- wasmiddelen heeft afgereageerd... De reclame werd een wetenschap, het adverteren een kunst en het schrijven van teksten (voor velen) een nachtmerrie; een voortdurende worsteling op het slagveld van de slagzinnen: Eet meer Havermout. Denk aan Uw Teint. Poets Uw schoenen met Schijno. Bungs Bier is Beter. Geen ver koudheid door Snuffo. Adverteer of ga ten onder Maar het is een boeiend bedrijf, dat hier 3 straaijagervlucht werd bezichtigd. BRONNEN: ,.Het A.B.C. voor den Adverteerder" (1903. Uitgave Centraal Advertentie-Bureau Max R. Nunes): „Het Dagblad" door Robert Peereboom; „The Truth about Advertising" door Robert Brandon en „Murder must advertise" door Dorothy sayers.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 14