KAMPEREN met hele gezin
VRIJDAG 25 APRIL 1958 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT.
Quae
"üzcuwenpagina
DENK BIJ VAKANTIEPLANNEN EENS AAN:
Over een paar maanden
Is het weer zover: u gaat
met vakantie. En dus is
het nu de tijd om plan
nen te maken. „Stalt" u
de kinderen bij ooms en
tantes en trekt u er ge-
tweëen op uit?
Of gaat u er van uit, dat
het gezin ook in de va
kantie een compleet ge
zin moet blijven. En
denkt u in de eerste
plaats aan pension of ho
tel, of zou u ook nog wel
eens echt willen kampe
ren, zoals vroeger? Na
een gesprek met A.N.W.
B.-mentor Jaap Kaal, die
van kindsbeen af een
ras-kampeerder is ge
weest en nu bovendien
zelf vrouw en kinderen
heeft, zijn we er hele
maal van overtuigd, dat
er, óók met kroost, een
heerlijk kampleven mo
gelijk is.
We zullen u lets van zijn
eigen ervaringen vertel
len, én van die der kin
deren. Want voor kinde
ren overtreffen de bele
venissen in de vrije na
tuur, met een tent als
huis, verre de sensatie
van welke spannende
film dan ook. Ze werken
enthousiast mee aan de
voorbereidingen, willen
roet alles helpenen
helpen, als ze nog klein
zijn, natuurlijk bijzonder
weinig In het kamp, om
dat er onder de blote he
mel zoveel voor ze te
ontdekken valt aan mie
ren, paddestoelen, beek
jes en „peluwtjes van
mollig mos". Vader en
moeder hebben intussen
natuurlijk heel wat te or
ganiseren en te beredde
ren voordat het zover is,
maar de drukte daarvan
is met goede wil te be
schouwen als een voor
schot op de pret die ko
men gaat.
Goede uitrusting kan men „uitbouwen"
Een goede kampuitrusting voor een heel gezin kost natuurlijk geld, maar
ze is van jaar tot jaar verder uit te bouwen en de vakantie zelf hoeft
beslist niet duur te zijnEn van welke vakantie met pension of hotel
kan dat gezegd worden
Er moet natuurlijk een flinke tent zijn, waar ouders en kinderen overdag,
als het regent, kunnen bivakkeren. Die tent kan de ouders tevens als
nachtverblijf dienen. Maar die functie van dagbivak maakt een dubbel dak
noodzakelijk, want leer kleine kinderen maar eens, dat ze het zeil beslist
niet mogen aanraken, omdat er anders lekkages kunnen ontstaan.
Voor de kinderen komt er een tent
apart, die enkeldaks kan zijn. Er
kunnen best twee, desnoods drie
spruiten in één tent, maar wilt u ook
de baby meenemen, dan is het ver
standig, voor dat kleine mensenkind
nog een extracent mee te nemen. De
kist, waarin u de bagage vooruit
stuurt naar het kampterrein, u be
grijpt het al, is een ideaal, warm toe
te dekken bedje.
Zo'n kist met bagage is meestal wel
nodig, want zelfs een minimum aan
Echt
door U
tent jong
door Uw haar
als U het één keer thuis zeil
gewassen heeft met
POLYCOLOR
Kleurskampoo
Tintgevende haarwassing meT
POLYCOLOR jaagt de eerste
grijze haartjes (zonder verven!)
op de vlucht.
't Is verbluffend eenvoudig!
kleding en dekking neemt heel wat
plaats in, vooral als de baby mee
gaat. Dan zijn er luiers nodig, warme
onderleggers, en evenveel verscho-
ninkjes als thuis. En de luierwas?
Die moet natuurlijk gedaan, maar
met drogen hebt u geen last, al3 u
boven op de waslijn, die u tussen
twee bomen spant, maar lappen plas
tic legt.
Een heerlijke ondergrond om te sla
pen is een bed van schuimplastic; een
dikte van één centimeter is al genoeg
Per kind moet u rekenen op ten min
ste twee dekens, en liggen ze broe
derlijk op een rijtje, dan doet u er
verstandig aan de hele rij nog eens te
bedekken met een in de breedte ge
nomen deken, die aan het gezamen-
„Tijdloo9" zou men het jersey-com
plet van nevenstaande illustratie kun
nen noemen, want een dergelijk voor
jaarskostuum is eigenlijk nooit aan
modegrillen onderhevig. Het is uiterst
eenvoudig van lijn, heeft een apart
knoop-effect op de rok, en mantel en
rok zijn uit zware donkerbeige jersey
gemaakt. De blouse is aardbei-rood
van kleur, heeft een opgeknipte hals
lijn en is eveneens een Frans confec-
tiemodel.
Voor teen-agers zijn de beide andere
modelletjes bedoeld. Van de bovenste
blouse zijn kraagje en manchetten
gegarneerd met kleurig geborduurd
band, zoals het in elke fournituren-
winkel te koop is. Het andere model
letje spreekt voor zichzelf: het is een
sportieve flanellen blouse waarop een
stropdas wordt gedragen. Tenslotte
is er nog de leren ceintuur met zes
lussen, waardoor een reep van de stof
van het bijbehorende japonnetje kan
worden gedragen. Mogelijkheden
voor 't opfleuren van bakvis-kleding
zijn er genoeg!
....maar wat doet haar echtgenoot?
Wat doet de Spaanse man op zijn vrije avonden We zijn er ineens
nieuwsgierig naar geworden, nu er in een Spaans tijdschrift een beschrij
ving is verschenen van wat de Spaanse vrouw allemaal doet; een beschrij-
vingi waarin haar heer gemaal sporadisch of helemaal niet voorkomt.
Meer dan 65 van de 100 vrouwen, vallend in de categorieën middenstand
en kleine burgerij, kunnen zich een hulp in de huishouding veroorloven. Die
hulp is vaak helemaal geen hulp, maar dat kan mevrouw niet zoveel schelen,
omdat ze vooral een dienstmeisje heeft om haar stand op te houden Wat
dit stand ophouden de Spanjaard kost, wordt niet vermeld.
Hier zijn nog wat bijzonderheden over de Spaanse, die we maar Senora
Garcia zullen noemen. Ze staat tussen zeven en acht uur op en gaat meestal
pas na twaalven naar bed, wat voornamelijk komt door het late uur van de
Spaanse maaltijd: een uur of tien
Er zijn maar zeven van de honderd vrouwen in Madrid die elektrisch ko
ken, vijftien gebruiken gas. Alle anderen moeten zich redden met petroleum,
kolen of houtskool. Slechts één op de 18 huisvrouwen in Madrid heeft een
ijskast of iets dat erop lijkt.
Het inkopen doen kost de Spaanse vrouw gemiddeld een uur per dag, het
bereiden van het maal twee en een half uur, en de moeder Doorsnee in Span
je maakt zelf ook nog al haar kleren; ze ontwerpt ze zelfs persoonlijk.
Wat het werk opvrolijkt als we het zo mogen noemen is uitsluitend
de radio, en die staat dan ook in veel gezinnen aan van vroeg tot laat.
Als het wat koeler wordt, 's avonds, en het werk is gedaan, gaat mevrouw
Garcia met stoel en kinderen een rustig plekje opzoeken in een stille straat,
waar ze haar vriendinnen ook wel vindt. Maar wie niet van babbelen in een
stil straatje houdt, knapt zich op en gaat op de Promenade wandelen of met
vriendinnen ijs eten of limonade drinken. „Niemand zou dan aan Senora
Garcia zien, dat ze de hele dag gekookt, gewassen en genaaid heeft", zegt
het tijdschrift. „De Spaanse vrouw gebruikt niet voor niets minstens drie
kwartier per dag .ter verfraaiing van het uiterlijk". Maar over menéér Gar
cia komen we helemaal niets te weten. Jammer
lijk voeteneind flink naar binnen
wordt geslagen.
Regenen doet het wel eens (of
méér dan eens) in elke Nederland
se vakantie. Potloden en papier
om te tekenen, een gezinsspelletje,
dat zijn dingen die altijd nog mee
kunnen in kist of rugzak. Maar
kinderen houden eigenlijk wel van
regen, zeker als ze buiten zijn.
Capes met capixchon en laarsjes
('t kan allemaal alweer van plas
tic of gummie) zijn onontbeerlijk.
En zet die laarsjes ook bij het
slapen gaan dicht bij de uitgang
van de tent, want 's ochtends is
het gras bedauwd en op ontdek
kingstocht gaan ze beslist óók bij
het eerste ochtendgloren.
Natuurlijk is het verstandig, het
kampement met al te ver van de be
woonde wereld op te slaan, en een
goed kampeerterrein op te zoeken
met enige voorzieningen, zoals wa
terleiding. Want ook in de vakantie
zijn regelmaat en reinheid geboden.
Eet veel rauw fruit en rauwe groen
ten (goed gewassen!), dat maakt het
koken op de primus gemakkelijker
en 't is gezond. En gun de kinderen
hun vrijheid: Ze willen, ver weg van
toeterende auto's en stenen huizen,
echte nomaden zijn.
Eén ding staat voor de ouders vast:
Van hélemaal luieren is er voor hen
geen sprake. De huishouding moet
doorgaan, ai is ze hier dan primitief.
De vader, die met zijn gezin wil kam
peren, moet weten dat hij een deel
van het werk van zijn vrouw moet
overnemen, wil zij ook het gevoel
hebben er eens „uit" te zijn. Piepers
jassen en tochten met de kinderen
maken, zodat moeder eens een paar
uur geen andere zorgen heeft dan de
blauwe lucht in de gaten houden: hij
moet er zich blijmoedig van kwijten.
En waarom ook niet? Ook hij zal,
door de ogen van zijn kinderen, de
natuur met nieuwe ogen zien. Onze
zegsman sprak uit ervaring.
cakdoeken
Om nooit te vergeten
Als bet buiten regent
Als het regent en er is geen school, ls
er ineens wél een probleem: dat van
de vrijetijdsbesteding. Kinderen op
bijna alle leeftijden doet U misschien
een idee aan de hand en bezorgt U
plezierige uren met een stapeltje oude
lappen. Als het grote resten stof zijn,
hebt U kans dat ze zich er helemaal
inhullen en dat U zelf gedwongen
wordt in een gemakkelijke stoel
plaats te nemen om hun toneelstuk-
met-kostuum te aanschouwen. Zijn de
lapjes klein, en dan liefst nog kleurig
ook, en doet U er schaar, naald en
draad bij, dan kunnen er wandversie
ringen uit de bus komen die zó in het
eigen kamertje kunnen (ook al zijn
het geen kunstwerken). Mensen, die
ren of zomaar grillige figuren knip-
pen uit stof is een heerlijk werkje. De
stof zelf inspireert meestal genoeg,
juist doordat het materiaal uit resten
bestaat die allerlei kleuren hebben.
Die figuren kunnen heel netjes met
zwart garen, of minder netjes maar
wel schilderachtig met (weer resten)
gekleurde wol worden vastgenaaid op
een ondergrond, ook een lapje natuur
lijk.
Wie niet van naaien houdt, kan de
stof op papier plakken, het figuur op
het papier tekenen, papier en stof sa
men uitknippen en het dan weer op
de ondergrond plakken. Van rafels is
er dan geen sprake, maar het geheel
dreigt wel wat minder soepel te wor
den met al dat papier ertussen.
Naaldhakjes mogen elegant zijn, ze
leveren maar al te vaak moeilijkheden
op. Nu zijn niet al die moeilijkheden te
voorkomen (grove roosters op straat blij
ven vijanden), maar we kunnen ons toch
gelukkig prijzen met de nylon dopjes,
die in de handel zijn gebracht. Die dop
jes worden om de hakjes geschoven. Ze
voorkomen ln elk geval dat we het rub
berhakje verliezen en dat betekent voor
de houten hak een broodnodige be
scherming. En over schoenen gesproken
als ze knellen, moet U er 's nacht eens
een aardappel (even schillen) Instoppen.
Die wil nog wel eens bewerkstelligen dat
het leer soepeler wordt, zodat U er de
volgende dag in kunt stappen met een
plezier als riepen ze U toe: Kom maar
binnen!
tew
yhretonse pannekoeh
3«jn luchtuj als kant....
Er zijn huisvrouwen die de ge
woonte hebben wekelijks een
pannekoekendag te houden. Ook
in Nederland hebben wij op het plat
teland oude herbergen waar panne-
koeken een zekere reputatie hebben.
Maar hoe lekker deze ook zijn klaar
gemaakt, het blijven degelijke, voed
zame Nederlandse pannekoeken,
je er twee hoogstens drie kunt op
eten.
Bij de Bretonse pannekoeken is
dat anders. Ze heten om te beginnen
al crêpes, hetgeen al dadelijk doet
denken aan iets heel duns. Ze zijn
dan ook als vlïesjes en zo licht als
kant.
In Bretagne, het deel van Frank
rijk dat wel eens de „Neus van
Frankrijk" wordt genoemd, noemt
men in ieder dorp of stad bij de eet
huizen ook steeds de crêperies. Bre
tonse vrouwen in schilderachtige kle
derdracht kennen het geheim, aller
heerlijkste crêpes op tafel te bren
gen. De meubilering in zo'n crêperie
is door Bretonse handwerkslieden
gemaakt, kasten en stoelen zijn ver
sierd en besneden met geometrische
figuren.
In Huelgoat, een klein stadje in
het binnenland van Bretagne ziet de
crêperie er ook van buiten bijzon
der schilderachtig uit. Zij is geheel
van natuursteen opgetrokken en ligt
kleintjes weggedoken tussen indruk
wekkende winkels op het stadsplein.
De dakpannen doen denken aan iets
te brum gebrande pannekoeken. Eet
dak hangt met een brede luifel over
de voorgevel en ongeveer zo heb ik
me altijd het huisje van Hans en
Grietje voorgesteld
Feitelijk is het uithangbord Crê
perieonnodig. Ieder rechtgeaard
pannekoeketer weet ook zonder die
De „crêperie" in het Bretonse stadje
Huelgoat, waar de pannekoeken licht
en luchtig als kant zijn
aanwijzing dat café des MyrtiUes
hier de enige plaats moet zijn waar
men zich te goed kan doen.
Vol verwachting stappen ivij door
de boogvormige deur de gelag
kamer binnen. De overgang tus
sen de stralende zonneschijn buiten
en het getemperde licht binnen
maakt ons wat onzeker, maar een
vriendelijke Bretonse ontvangt ons
en geeft ons een plaatsje aan het
raam. Rechts zien we het leven in
Huelgoat zich afspelenlinks kijken
we op het fornuis waarachter de
baksters dadelijk in actie komen. We
zitten er nauwelijks of een groot
glas cider staat voor ons, de uitver
koren drank bij het eten van crêpes.
Men zou kunnen verwachten dat al
even spoedig een bord met pannekoe
ken zou volgen, maar evenals in
ieder restaurant is ook hier het ce
remonieel van uitzoeken op de me
nulijst. Wel is het melkdunne be
slag van boekweitmeel, eieren en
suiker voor iedere crêpe hetzelfde,
maar men kan wel zeggen: het is
bijzaak. Hoofdzaak is, welke uitvoe
ring men kiest en in welke volgor
de men ze eet.
Er zijn crêpes met kaas, ham, ei
eren en a la salade, dus hartige
crêpes. Maar er is ook een reeks crê
pes a la confiture waarbij door het
beslag siropen van aardbeien, bos
bessen, kersen of andere vruchten
gemengd zijn. Verder zijn er nog
allerlei dessert-crêpes waarin de fijn
ste Franse likeuren: Cointreau, bé
nédictine, chartreuse, gr and-marnier,
verwerkt zijn.
Nu begrijpt men ook hoe belang
rijk het is de volgorde goed te
kiezen: het is alsof het menu
voor een groot diner wordt samen
gesteld. Men kan beginnen met een
crêpe met ham en als het beslag op
het bakblik sist, kiest men verder.
Een bekertje beslag wordt uitge
goten op het heel dunne bakblik en
daarna met een houten instrumentje
millimeter-dun uitgestreken en even
geschroeid, dan wordt het plakje
ham erop gelegd. Na een halve mi
nuut wordt met behulp van een dun
mes de koek gedraaid. En letterlijk
a la minute zijn ze klaar. Zodra er
één op ons bord glijdt bestellen we
meteen een volgende. Wij zijn als
kinderen die met een zak vol kwar-
~Oan ozcuw
C tot uzciuv
Eindelijk! dacht ik, toen ik het ar
tikeltje las, en greep meteen de
schaar om het uit te knippen, tot
meerder genoegen in het verschiet.
Want zoiets is het overlezen en zui
nig bewaren waard: iemand die rond
uit en ongezouten haar eerlijke me
ning zegt is in deze dagen een zo op
vallende verschijning dat zij het
prachtig zou doen in een satirisch ca
baretprogramma. Vooral als gezegde
dame zich met die opinie ook nog
onvervaard tot haar mede-vrouwen
richt.
Ronduit fideel en onverschrokken vond
ik die aanhef: „Hebt u de eindeloze dis
cussies over het schoonmaken en be
zorgen van melkflessen gevolgd? Ik
wel, en ik heb me er dood aan ge-
ergerd. Want ik begrijp wel, dat alle
hoop op een betere wereld opgegeven
kan worden, als dit soort „problemen"
niet even gauw en prettig kan wor
den opgelost zonder over en weer ver
wijten.
Wat die flessen betreft, men kan
moeilijk eisen, dat gewone mensen
ze zodanig ontsmetten, dat er geen
microobje meer aankleeft, maar wat
is het nu voor moeite ze even om te
spoelen? Het kost precies tien se
conden".
Och, welnee, nog niet eens, de helft
is voldoende, dacht ik zo bij het
lezen. Maar inderdaad: het sop
van de discussie is de kool van de
moeite niet waard, en over alle fles
sen gebruikende huisvrouwen omge
rekend zou het duizenden guldens be
sparen als elk van haar even die klei
ne moeite wilde nemen.
Ja, dat hele karweitje van een hand
omdraaien, is écht wel de moeite
waard om er vergaderingen over te
beleggen en eindeloos te'beraadslagen
met als resultaat (het stónd er, wer
kelijk): dat het probleem der vuile
flessen onoplosbaar leek.
Moet ook wel, want of het afgespro
ken werk was vond ik bij mijn dage
lijks kwantum melkprodukten een
fles met een allerliefst ringkraagje,
waarop deze herhaalde smeekbede:
„Spoel om die fles! U voorkomt hier
mede bacterievorming en in de fa
briek langdurig schoonmaken, ge
bruik van veel reinigingsmiddelen,
extra behandelingen en vernietiging
van niet meer te reinigen flessen.
Helpt u mee om dit tegen te gaan?
Spoel de fles na gebruik om met
koud water!"
Is het nu werkelijk niet om zich
gloeiend te schamen? Moeten wij
nu zo aan alle kanten gedrongen
en gedwongen worden om de aller
eerste eisen van hygiëne en maat
schappelijk fatsoen na te komen?
Wij zouden niet graag voor een on
verwachte gast een vuil bord neer
zetten maar onze melkboer stop
pen wij zonder blikken of blozen aan
gekoekte flessen in de handen, te vies
om ook maar even de neus boven te
houden.
En dat is, akelig genoeg, nog niet
alles. Want wie haar oren en ogen
de kost geeft en haar licht zo eens
overal opsteekt vraagt zich verbij
sterd af, óf wij nu echt dat spreek
woordelijk zindelijkste volk van de
aardbol zijn. Aan de buitenkant, ja
zeker: geschrobde stoepen en ge
zeemde ruiten, en het huis op de kop
met de grote schoonmaak, maar ver
der...
Een doktersvrouw in Den Haag is
een campagne tegen de lichaamsver
vuiling begonnen. Ja zeker, het is een
akelig woord, en zijzelf noemt het
veel tactischer: „Bevordering van
Hygiënische Gewoonten", maar u zult
mij toegeven dat beide termen broer
tje en zusje zijn.
En dat zij die strijd voor groter zin
delijkheid niet als aardige tijdpasse
ring, maar als bittere noodzaak is
begonnen, blijkt wel uit haar humo
ristisch 'vertelde ervaringen: over
douchecellen als bergruimte, badkui
pen vol steenkool, kouwelijke lieden
die de schoenen in bed aanhouden en
huismoeders die één handdoek voor
het hele gezin royaal voldoende ach
ten...
Ik zou daar uit eigen verbaasde er
varing nog allerlei krasheden aan
kunnen toevoegen. Zoals de ver
zuchting van een winkelierster, die
ik mijn nylons ter renaratie aanbood
O, u hebt ze al gewassen, zie ik.
Mevrouw, als u dat eens kon zien.
wat sommige klanten ons in handen
durven stoppen...
Hetzelfde hooide ik trouwens van een
kruidenier, die mij zijn overkropt ge
moed luchtte over vieze lege jampot
ten en vooial: gebruikte levertraan-
flessen. Als hij daarvan een partijtje
in zijn pakhuis had staan was de
lucht alleen al voldoende om iemand
zeeziek te maken.
Wordt het heus geen tijd, ook voor
onze goede naam in het toeristen
seizoen, dat wij als vrouwen een
massale aanval op diverse viezig
heden inzetten? Ik noem behalve die
flessen en potten, nog de narigheid
dat wij nog altijd onverpakt brood
in de trommel krijgen.
Als u er alleen eens aan denkt hoe
de bezorger, noodgedwongen, de hele
dag geld door zijn handen laat gaan
die even later u brood vastpakken...
SASKIA
tjes langs de kastjes van een auto
maat lopen en alles willen proberen.
Het is waar wat men in Bretagne
over het Café des My> 'tlles" ver
telt:
.Hrampouez vroK. var'n dro",
hetgeen betekent: „J( 't er goed
geroosterde pannekoe: op je bord
krijgen."
Ciders en crêpes is een voortreffe
lijke combinatieeen bezoek aan de
crêperie een culinaire herinnering
een prachtig land. Bretagne
--ft veel interessante bezienswaar
digheden, veel natuurschoon, een al
lervriendelijkste bevolking; genoeg
reden om er eens met vakantie heen
te gaan!