De haan Het weer niet ieder jaar „op paasbest" Pasen in Polen: vol tradities ten paasverhaal u PRO V IN CI ALB ZEEUWSE COURANT. ZATERDAG 5 APRIL 1958 door II. G. CAMEGIETER In de ochtend van die eerste dag van de week ontwaakte Simon Petrus uit bange dromen. Zijn nacht was verschrikkelijk geweest; gruwelijke spookbeelden hadden zijn geest verontrust, en het vreselijkste was nog, dat de verbeelding haar scheppingen aan de werkelijkheid had ontleend. Petrus had in de droom al les nogmaals beleefd, wat er de laat ste dagen was yoorgevallen. Maar nu speelden deze gebeurtenissen zich af in een nog beklemmender sfeer. Hij had alles weer vóór zich gezien zo als het geschied was sinds hij met de overige leerlingen die onvergetelijke avond had doorgebracht in de tuin van het dal der ceders. Judas ver scheen weer, omstuwd door soldaten met lantaarnen, fakkels en wapenen. Getroffen door het waardige ant woord van de Meester, wiens hoog en edel optreden niet in het minst ge schokt scheen door de lage streek van zijn discipel, had Petrus zijn veront waardiging niet kunnen bedwingen en hij had het zwaard getrokken om Je zus te verdedigen. Met een afgehakt oor had de soldaat Malchus bloedend en kermend het gelid verlaten. Maar het had niet gegeven. De gevan gene werd geboeid het paleis van de hogepriester binnengevoerd. En Pe trus mocht blij zijn, dat de troep zich ook niet tegen hém had gekeerd. In zijn droom zag hij zich weer staan op die koude nawinterse avond, zich de handen warmend aan het kolenvuur op de binnenplaats. En nu werd de droom een nachtmerriesommige om standers meenden in hem een der mannen te herkennen, die met de ge vangen profeet mee in de tuin was geweest van het dal der ceders. Hij had het ontkend, tot driemaal toe! En toen gebeurde het ontzettende: er kraaide een haan! En Petrus dacht aan dat ogenblik, waarin hij de Mees ter trouw tot in de dood had gezwo ren, hetgeen de Meester beantwoord had met de voorspelling, dat de toege wijde leerling hem driemaal zou ver loochend hebben voordat de haan kraaide. De Meester kende hem beter dan hij zichzelf kende! Zijn betui ging van trouw was echt; had hij zijn belofte niet gestand gedaan door de geliefde gevangene met het zwaard te verdedigen? Een soldaat verminken, hierop had de dood straf kunnen staan! Het was meer dan een wonder geweest, dat hij er zo goed was afgekomen. Waarom was op dit hoogtepunt een zo diepe val ge volgd? Met die zwaardslag en de plot selinge angst voor de gevolgen scheen zijn moed uitgeput. De ruwheid, waarmee ze zijn Meester bejegenden; de haat en de vijandschap, die hij in de ogen der omstanders las; en mis schien ook de alles doordringende kou die met zijn lichaam ook zijn geest deed bevriezen hadden hem murw ge maakt. Het woord van ontrouw, dat de daad van trouw teniet had gedaan, bleef onvergeeflijk. En nu Jezus ge storven was, kon hij deze gruwelijke tekortkoming niet weer goedmaken! Daaraan herinnerde hem onophoude lijk de haan. In zijn droom werd het een monsterdier, driemaal zo groot als hijzelf, dat met roodgezwollen kam, klapperende vlerken en een drei gende borst op hem aanvloog, de lucht vullend met zijn hels gekrijs, dat als een aanklacht uit de afgrond de zondaar in het stof doet buigen. Badend in zijn angstzweet werd Pe trus wakker, maar tot zijn ontstelte nis kraaide nog altijd de haan. Die haan was werkelijkheid werkelijk heid, die tot in zijn droom was door gedrongen. Als die haan niet ophield met kraaien, zou Petrus krankzinnig worden. Die haan en altijd die haan! Petrus stond op van zijn legerstede en terwijl hij zich aankleedde, viel zijn oog op het zwaard, dat hij in een hoek van het vertrek had neergelegd. Er kleefde nog bloed aan het zwaard bloed van Malchus' afgehouwen oor. En eensklaps beving Petrus eenzelfde woede-bui, als die hem tot zijn moord dadige aanslag had verleid. Met dit zwaard zou hij de haan de kop afhou wen zoals hij het Malchus' oor had gedaan Toen Petrus buiten kwam, was de zon reeds verrezen. En het was niet meer koud zoals de vorige dagen. Een zoele voorjaarslucht had de winter verdreven. Het behaaglijke lenteweer deed ook iets smelten in Petrus' gemoed. Hij besloot naar de tuin te wandelen, waarin hij die laat ste avond met Jezus vertoefd had. Hoe heerlijk was het nu in deze tuin Het lied van koning Salomo schoot Petrus in de gedachte: „De Winter is voorbijde bloemen vertonen zich op de grondde zangtijd is daar, het ge kir van de tortel wordt in ons land ge hoord: de vijg kleurt zijn jonge vruch ten, de wijnstokken geuren in hun bloei!" Petrus luisterde naar de vogels. Goud vinken en merels kwetterden in het geboomte; daartussendoor koerden de duiven en uit de verte beantwoord de de koekoek hun roep, terwijl bo ven in de blauwe hemel de leeuwerik tierelierde. De vroege wandelaar was al zijn leed vergeten en ging geheel op in de lentevreugde, die de natuur plot seling overweldigde. Maardaar had je het weeral deze vriendelijke en liefdelijke geluiden werden eensklaps over stemd door het luidkeels kraaien van de haan. En die haan bleef maar door kraaien! Petrus' blijde en vredige stemming maakte onmiddellijk plaats voor zijn oude wroeging en angst. Hij haastte zich naar huis. Die haan moest eraan. Voordat deze kweldui vel zijn geest geheel in de war zou hebben gebracht, moest het ondier sneven. Met het zwaard zou hij hem de krijsende kop afhouwen. Eer zou zijn geplaagd gemoed geen rust krij gen. Hij vond het zwaard nog op de oude plaats. Bij het bloed van Malchus zou het bloed van de haan het lemmet be smeuren. Maar terwijl hij de schede aangespte, hoorde hij gerucht aan de deur. Het zwaard bleef halverwege in de schede steken, want verrassing deed Petrus verstomd staan. Wat kwam Maria hier zo vroeg in de och tend zoeken? Haar boodschap was spoedig ver teld. Zij had het graf ledig ge vonden. De Heer was daaruit opgestaan! Jezus is uit de doden her rezen. Hij leeft en wij zullen hem ont moeten! Het zwaard viel kletterend op de grond. Jezus leeft? Ik zal hem weer zien? Maar dan ben ik dus niet mede schuldig aan zijn dood? Dan is mijn daad niet onherstelbaar; dan kan ik hem om vergeving vragen en hij zal mij die niet onthouden! Deze gedach ten welden in Petrus op na het blijde bericht van Maria. „Ga mee!", zei ze, nog hijgend van emotie; „ook de andere leerlingen spoeden zich naar het graf Toen Petrus de tuin bereikte, waar men de Meester in een nieuw graf had bijgezet, een graf dat nu leeg was, voelde hij zich een nieuw mens in een nieuwe wereld. Overal bloeiden de bloemen en geurden de kruiden en de vogels floten en kwetterden nog opge- togener dan tevoren. En boven al dit vrolijke lente-rumoer hoorde men de haan met zijn triomfantelijk gekraai. Petrus schrok op. Bloed steeg hem naar het gelaat. Daar werd hij weer uit zijn voor jaar s vreugde gehaald door dat afschuwelijke ge luid, dat hem aan z'n schanddaad her innerde. Hij keek om zich heen. En, ja, daar zag hij het beest. Had zich niet brutaalweg op de grafsteen ge zet, die de engel des Heren had afge wenteld van de plek, waar de Meester was neergelegd? En had dat beest niet de plaats van de engel ingeno men? Onwillekeurig greep Petrus naar zijn zwaard, maar er was er geen. „Dat ik nu het zwaard thuis heb vergeten!" bromde de lichtgeraakte leerling. Het was, of de haan hem verstond hij keerde zijn kop naar Petrus; klapte met de vlerken en schalde de onthut ste man luidkeels zijn triomfkreet te gemoet. Het was, alsof hij Petrus een teken wilde geven; of er een wonder gebeurde en de stem van de vogel de stem van God was. Nu begreep Pe trus, wat latere geslachten begrepen, toen zij de haan op de kerktoren zet ten en hun Paastakken met een haan- tje bekroondenIn de stem van de vo gel hoorde hij het overwinningslied van het Licht over het duister, van het Leven over de dood. De haan, die hem aan zijn schuld herinnerd had, herinnerde hem nü aan de vergeving. Zijn boze bui was over; opnieuw maakte een onzegbare blijdschap zich van hem meester, en inplaats van de ongeluksvogel met het zwaard te lijf te gaan, wilde Petrus de verkondiger van dit onverwachte geluk nu wel om helzen. Maar negen jaar geleden werd het in Maastricht 86 graden (Van een weerkundige medewerker) „Paasinvasie brak alle records"; „Record bezoek; mil joen toeristen". Dat schreven dc bladen in ons land op dinsdag 23 april van het vorige jaar, nadat we de zonnigste paasdagen sedert jaren achter de rug hadden. In het noordoosten des lands scheen dec zon in die twee dagen 24 uur, in het midden ongeveer 22 uur, in Zeeland 16 uur. De temperatuur werd 15 - 18 gr. en wanneer we Aardige meisjes worden met water begoten De „Swiecone" want zo Een zeer bekend volks- wordt dit feestmaal ge- gebruik, alweer van noemd is Pasen in Po- heidense oorsprong len ondenkbaar. Oorspronkelijk is dit tra ditionele feestmaal af- water op paasmaandag, rerste heepwijzln(f schieten van de wilge- hejden_ De meisjes weten dan vormt de „dyngus": het begieten van meisjes met naar het blijde paasfeest takjes, maar snijdt deze in Polen vormt het in kort voor de Palmzondag J scherven gooien van klei- van de reeds in katjes 6 potten op de Halfvasten- geschoten wilgen en in e me ere de terugkerende len- een zondag. ïn sommige stre- de stad koopt men ze op feestdag 1 heeft het ook een dusda- ken van Polen gaan de de markt. kinderen langs de huizen In de voorbijgegane eeu- met een uit hout gesne- den kende men in Polen den ooievaar, waarmee de terugkeer van de len- plechtige met palmtwijgen; te wordt gesymboliseerd, omgang in vertoon De eigenlijke paasgebrui- luister met een drama ken evenwel beginnen op tisch karakter overeen- Palmzondag. In het oude komstig de liturgisch-di- Polen was het gebruike- dactische praktijken van *en lijk om op Aswoensdag die tijd. wilgetakjes te snijden en Wanneer op Witte Don- ze in het water te zetten, derdag de kerkklokken werkelijk niet hoe ze zich van deze jacht moeten redden enof ze dit moeten doen. Want hoe wel het begoten worden met koud water op een kille maart- of aprilmor gen geen pretje is, het ontkomen hieraan geldt als bewijs, dat ze niet in trek zijn. Soms gebeurt het wel dat een of ande re minder in trek zijnde oude vrijster, zich zelf met water begiet en dan A_ v gillend naar buiten rent. In het middeuop de met B nig karakter gekregen. Want de spijzen die tij- Drocessië den8 deze maa,tiJd wor' pjocessie den genuttigd moeten te voren door een priester worden gezegend. Van daar ook de naam: (het geze- wit tafelkleed bedekte Maar o wee iemand deze list indien heeft MJU 1 ttuwi vv .V..VI1. O 1 1 v JtlUdllU UthC llöl. IltLIl Op Palmzondag nu, heeft zwijgen, lopen jongens j*aj1®J.?gezien, want ze wordt „ii.i„ ahet naaslammetie. uit bo- met houten kleppers door ^et paaslammetje, uit bo de straten, lustig er op >f suiker verv^rdigtL vcn cr geplaagd. los klepperend. Rondom het lammetje 6 6 Op Goede Vrijdag en "SSen dan ham- worst- Vroeger en vooral op het Stille Zaterdag trekken k8M' hard gekookte eie- platteland kon het er de gelovigen naar de ren> verschillende soor- soms wel dol toegaan, zo- „Niet ik maar de kerk, om daar het prach- ten cake en vooral ook de dat de kerk zich genood- palm slaat, tjg versierde en belichte van de Poolse huis- zaakt zag tegen dit Over een week graf van Christus te be- vrouwen: de beroemde Grote Dag, zoeken; wat overigens Poolse tulbanden, men elkander met de in tussen in katjes gescho ten takjes schertsend ge slagen, waarbij men uit riep: dan haar hele verdere le- Over zes nachten De Grote Nacht!" (Pasen in Pools: Wiel- kanoc letterlijk: Gro te nacht). Deze wilgetakjes van een herinnering is aan Het gebruilc van bet passiespelen, ó\e eens in p h t zlnnebecld de kerken in Polen wer den opgevoerd. Een belangrijk volksge bruik vormt op Stille Za terdag de wijding van nis is in Polen alge- olksgcbruik op te ko men. Dit nat maken ge beurt op verschillende manleren: vanaf het fij ne besproeien met eau de van het Jeugdig-ontkie- cologne, tot het begieten wege hun katjes palmen het vuur- In 3e huizen meen bekend. De paas- nai genoemd) werden in de wordt het oude vuur ge- eieren worden gekleurd groeien? lrar-lr or. „nr.rnl- dOOfd en het nieUWe on hpsohrpvpn" I ZP he- mend leven en naar de wate, c„ christelijke betekenis het ,ot ,lH lverpen symbool van de Verrijze- pjas„en ,.n rivieren toe. Maar hebben de bloemen geen water nodig om te kerk gezegend en vervol- d°ofd het nieuwe en „beschreven" (z gens thuis achter de hei- vuur wordt aangestoken te„ nI.; „pieankl") Ondanks het feit, dat de ligenbeelden gestoken^ met gewijde kaareen die ver.chiilmde motleven al "are brandend uit de kerk „aar gelang de land- L waar ze het gehele jaar hingen. Deze oude tradi- worden gebracht. streek. Deze eieren wor- tie bleef bewaard tot op Sinds de oudste tijden den niet alleen gegeten, de dag van vandaag. AJ- werd Pasen in Polen op- maar tevens gebruikt bij wacht niet geluisterd met een uitge- de paasspelen en als los- breid feestmaal. Zonder prijs bij de „dyngus". leen: men meer op het knop- lasten op bevolking lig gen, bleef liet Poolse volk zijn paasfeest vie ren, op de oude manier. Billy Strenk dit jaar een herhaling krijgen van dat allerprettigste weertype, mogen we onze handen dichtknijpen. Want Pa sen, berucht door zijn grote wissel valligheid, is in het verleden maar al te vaak met guur weer voor de dag gekomen, waarbij men zich maar bij het kacheltje moest zien te verma ken Het ligt wel voor de hand, dat het met Pasen vriezen en dooien kan. Pa sen kent geen vaste data, valt soms vroeg in het jaar, dén weer later en staat overwegend onder invloed van april, een maand, die louter doet wat-ie zelf graag wil. We kunnen van alles verwachten: kou, warmte, regen, sneeuw en storm. De onbetrouwbaarheid van het weer met Pasen heeft er zelfs toe ge leid, dat in sommige gemeenten van Friesland weten we het zeker de lagere scholen sinds jaar en dag niet met Pasen, maar in begin mei vakantie hebben. Hierover is heel wat te doen, nu van hogerhand wordt geprobeerd we leven nu eenmaal in een tijdperk van nivellering meivakantie in de ze gemeenten te vervangen door een paasvakantie. De grote meerderheid van leerkrachten, die het (paas)- zwerk ziet drijven, verzet zich met hand en tand tegen de nieuwe rege ling, omdat men van mening is, dat 't weer in mei doorgaans van beter kwaliteit is dan met Pasen. Een witte hoed In 1951 gedroeg het paasweer zich als was het Kerstmis. De paasdagen In dat jaar waren erg vroeg, op 25 en 26 maart, en het weer, dat we toen meemaakten, was uitgesproken polair. Op beide dagen vielen er sneeuwbuien en de temperatuur was met 5 graden al duur betaald. Het hele voorjaar van '51 werd trouwens gekenmerkt door nat, koud weer en het duurde tot diep in april alvorens de boeren met de grondwerkzaamhe den konden beginnen. In Zuid-Engeland, in het landschap Surrey, viel toen eind april nog een pak sneeuw van 25 tot 30 centimeter bij een windkracht van 9 Beaufort storm). Groot was de schade aangericht door een combinatie van sterke noordenwinden en het gewicht van sneeuw op de bomen, die al in blad stonden. In het Lagerhuis werd 14 dagen later meegedeeld, dat meer dan 1200 telefoonpalen het loodje hadden gelegd, wat een schade bete kende van 2% miljoen gulden. Op de hoofdweg van Londen naar Landsend lagen meer dan 50 tele foonlijnen ineengedraaid langs de kant van de weg en men was nog bezig met de opruimingswerkzaam heden, toen de kalender20 mei aanwees. Koud was het ook in 1954 met een pak sneeuw in Zuid-Limburg en een temperatuur van 6 graden op klomphoogte. Verder twee jaar gele den, toen de 4e en 5e april op één na de koudste paasdagen van deze eeuw brachten en de bloembollen het ver tikten om zich op hun paasbest aan de toeristen te vertonen. Pas eind april kwam er toen beter weer. Maar (voorlopig) genoeg over kou. Dat het ook anders kan, bewezen de jaren 1949 en 1952. Heet Pasen 1949 houdt nog 6teeds het record aan warmte over de laatste honderd jaar met in Maastricht de respectabele stand van 30 graden Celsius, dat is 86 graden Fahrenheit in dc schaduw! En in 1952 was het vooral de tweede paasdag (14 april) mooi weer. De steden liepen bijna leeg en overal kwam men hotelruimte te kort om de vele buitenlanders te huisvesten. De radio deed een beroep op particulieren om bij te springen. Een rccordbezoek aan ons land, al hoewel de thermometer geen record sloeg. Hoger dan ongeveer 20 graden liep het kwik niet op. IJselijk Hadden U en ik een goede 110 jaar vroeger geleefd, een wel zeer bijzon der koude Pasen zou ons de rest van ons leven bijgebleven zijn. In 1845 vielen de (vroege) paasdagen nog juist in de staart van een wel uiter mate strenge en lange winter, waar door het mogelijk was zich tijdens de feestdagen nog op de schaats te vermaken. Tot welke consequenties dat heeft geleid, spreekt duidelijk uit een ad vertentie, welke op 20 maart 1845 in een Nederlands dagblad verscheen. DEN BÉSTEN MAART 191,8 VERKOOPT C. WIJS BESTE EYEREN OP HET IJS. Bij goed weder zal er geduren de de aanstaande Paaschdagen een fraaie tent van buiten met vlaggen en wimpels en van bin nen met kostbare draperies gede coreerd en goed verwarmd op de Buiten Amstel geplaatst worden, waarin extra fijne eyerenhard of zacht naar verkiezing sullen verkocht worden. Ter herinnering aan deze zo merkwaardige winter, zal men daar tevens kunnen be komen geschilderde Paascheyeren, waarop zal geteëkend staan: „Ge kookt op het ijs den BSsten Maart 181,5". Op de tweede paasdag reed men te Zaandijk op schaatsen, met slee tjes of toogjes en zelfs met „narren- sleden" over de Zaan zonder dat er enige vrees voor gevaar bestond of ongelukken plaatsvonden. En wilt U weten, hoe het afliep? Op 28 maart viel de dooi In, maar daags tevoren nog maakten vier per sonen een tocht met een ijsschuit van Lemmer naar Schokland, heen en terug......

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 8