KAPPIE en de jungle-man
Puzzel-rubriek
Meneer Harteloos krijgt een paasei
DE AVONTUREN VAN FLIP EN FLOP
16
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT.
ZATERDAG 29 MAART 1958
plannen gemaakt.
Meneer Harteloos trok
zijn overschoenen uit die
hij niet nodig had gehad;
hij mopperde zoals altijd
dat het zeil koud was
aan zijn tenen, hij trok
zijn pyjama aan en deed
mopperend het licht uit
Mopperend kroop hij on
der de dekens en moppe
rend probeerde hij zich
in slaap te mopperen.
Dat was niets bijzonders,
want hij mopperde dag
en nacht, op alles en
iedereen. Het lukte hem
bijna toen hij opeens
bemerkte dat hij niet de
enige was die mopperde.
Het leek net of onder zijn
raam een heel koor van
mopperaars met hem
meeaeed. „Mopperemop-
peremopperemoppere...
hoorde nij.
Meneer Harteloos ver
gat van schrik om te
mopperen, sprong uit
bed. merkte niet eens dat
het zeil koud was, liep
naar het raam en keek
naar buiten. Hij schrok
Zo ver hij kon zien, in de
tuin, voor de heg, op de
heg, achter de heg, on
der de heg, overal zag
hij hazen, hazen en nog
eens hazen. Duizend, mis
schien wel een miljoen
hazen. Vlak voor zijn
raam zat een hele grote.
„Doe eens open," riep
die haas.
Meneer Harteloos deed
het onmiddellijk, want
hij was bang. „Waar
om?" vroeg de grote
haas. „waarom heb jij dat
prachtige ei vanmorgen
uit het raam gegooid?"
„Een ei?", vroeg me
neer Harteloos, „ik heb
geen ei gezien. Ik eet
nooit eieren!"
„Korteloor," riep de
grote haas, en hij trok
een klein haasje dichter
bij, „heb jij in deze ven
sterbank gisteren een ei
gelegd?"
„Jazeker," riep Kor
teloor, „daar..." Hij wees
het plekje aan. Een mooi
paars el met een gele
strik erom."
paasei
Toktok, zei het witte kippetje,
tok tok, al weer een ei.
Ziezo, ik heb mijn plicht gedaan,
nu neem ik een uurtje vrij.
Het kippetje ging wandelen,
maar ze bleef plotseling staan.
Wie liep daar op de grote weg?
Daar kwam de Paashaas aan.
De Paashaas zei: dag kippetje,
dag Paashaas, zei de kip.
ik zie: U bent al weer op pad,
maar o, wat kijkt U sip!
O, kippetje, het is vreselijk,
ik kom een ei tekort
en denk je dat eens even in
nu het zo gauw Pasen wordt,
Toktok, lachte het kippetje,
gaat U maar mee met mij.
Ze bracht hem naar de boerenschuur
en daar kreeg hij dat ei.
Bedankt! Bedankt! Hij danste weg,
hij zong wat een geluk!
Tot ziens!, riep het witte kippetje,
en dans mijn ei niet stuk!
M. B&ihuys.
.,Oo, dat?", zei meneer
Harteloos.
„Zo", riep de Paashaas
„U heeft het dus wel ge
zien. Waarom hebt U
het dan uit het raam ge
gooid?"
„Ik dacht dat het een
voetbal was van die jon
gens hiernaast", zei me
neer Harteloos. „Wat
moest lk daarmee?"
„Het was een paasei"
zei de Paashaas, „een
paasei voor U alleen".
„Voor mij?" de mond
van meneer Harteloos
ging open van verbazing;
„een cadeau? Een ca
deautje voor mij9 Dat
kan niet. Niemand heeft
mij nog ooit een cadeau
tje gegeven. Dat moet 'n
vergissing zijn".
„Nee", schudde de
Paashaas en zijn stem
klonk niet boos meer,
„het was echt voor u".
Er gebeurde iets heel
wonderlijks. Het gezicht
van meneer Harteloos be
gon te stralen, hij deed
een rondedansje door de
kamer en schudde de
pootjes van alle hazen
toen die het ei terugleg
den in de vensterbank.
Hij danste net zo lang tot
alle hazen verdwenen wa
ren en hij doodmoe op
zijn bed viel en met een
lachend gezicht insliep.
Sn toen hij de volgende
-norgen wakker werd en
het paarse ei in de ven
sterbank zag liggen, be-
«ron hij van voren af aan.
Hij danste over straat en
liet zijn buurjongens het
oaasei zien. Hij kon ge
woon niet meer moppe
ren.
„Nou zie je toch eens",
zei mevrouw Merel in de
heg tegen haar man, „hoe
een zo'n eitje een mens
veranderen kan".
„Jaja", floot meneer
Merel.
Kinderpuzzel. Na een grondige smeerbeurt moet de monteur de machine
weer op gang brengen. De man weet echter niet meer welke knop hij in
moet drukken om de motor te laten draaien. Helpen jullie hem even?
Wat zyn de mensen toch meelevend! Verscheidene puzzelaars wensen ons
toe, dat we maar gauw lekker in de zon op een bankje de puzzels na kunnen
kijken. Eén inzender schreef zelfs Iets over het mooie weer in dichtvorm,
een heel klein rijmpje was het maar hoor, maar toch leuk. Een pryswinnares
van de vorige week kon er maar niet over uit, dat ze een prysje gewonnen
had. Ze moest haar opwinding kwfjt, en schreef zodoende een bly verhaaltje
by haar inzending van deze week.
Moeilijkheden w-aren er ook deze week weer niet. Alleen staat er in de
oplossing voor 33 horizontaal „ge", dit kan echter net zo goed „me" of „je"
zijn, maar daar praten we al niet meer over.
Prijswinnaars werden:
Weduwe A. BlokGillisse, Ooststraat
1 te Kortgene 5,de heer P. Bou-
man, Verk. Quakkelaarstraat 72 te
Vlissingen 2,50; de heer P. Leen-
houts, O 205 te Groede 2,50; mevr.
A. W. de KorteWalhout, Capelweg
10 te Renesse 2,50 en de heer J. J.
van de Sande, Tulpstraat 42 te Goes
2,50.
34. Boven in de boom aan-
fekomen, werd Kappie door
e maat met een bibberende
uitroep begroet.
„Zo klont", gaf Kappie
opgewekt ten antwoord,
„nu is het gedaan met het
apenspul. Het wordt ja tijd
om je weer eens als een
fatsoenlijke zeeman te gaan
gedragen!"
Met zichtbaar onbehagen
wurgde de maat de laatste
pisangresten door zijn keel.
„O... was ik maar nooit
zeeman geworden!" jam
merde hij. „Dan zat ik nu
rustig koekoeksklokken te
repararen in Lutjewier!"
„Da's klontenpraat!" sprak
Kappie. „Een zeeman moet
aar ik zal jou wel eens
uit de grijpers van dat dek
selse aapbeest trekken.
Maar ook Coca zette zich
schrap. Het primitieve schepsel was niet van
ilan om haar pupil al zo gauw af te staan.
)it had een soort sportieve strijd tengevolge,
waarbij de moederaap en Kappie om het
hardst touwtrokken met de ledematen van de
stuurman, die het verloop van de kamp met
klimmende bekommernis volgde.
„Au! Au!" piepte het omstreden slachtoffer.
„Au! Trek toch niet zo! Jullie doen me pijn...!"
Dat had zo nog een hele tijd door kunnen
gaan, als niet plotseling een nieuwe oerwoud
bewoner zich hevig sissend met het geval was
gaan bemoeien. Zijn plotseling verschijnen
bracht Kappie even uit zijn evenwicht... lang
om hem zijn evenwicht te doen ver-
De oplossing is:
Horizontaal: 1. interventie- 10. lot,
11 aard; 13 e.d.; 15 N.N.O.: 17 bal; 18
i.e.; 19 pro; 21 amper; 23 ach; 24
aard; 26 alk; 27 trio; 28 kap; 30 rem;
31 t.t; 32 drenken; 33 ge; 34 mee; 35
Inn; 37 muil; 39 bed; 41 opus; 43 els;
44 haren; 46 vet; 47 n.m.; 48 nes;
49 N.O.I.; 51 de; 52 cel; 54 ode; 56
klompendans.
Verticaal: 2 n.l.; 3 ton; 4 Etna; 5
v.v.; 6 naar; 7 tal; 8 ir.; 9 departe
ment; 12 scholekster: 14 dra; 16 oma;
17 bek; 18 lei; 20 ork; 22 planter; 23
arm; 25 dadel; 27 tenno; 29 pre; 30
rei 34 mis; 36 NPV; 38 Ulm; 39 bas;
40 den; 42 Ued.; 44 helm; 45 nood; 48
neo; 50 Ida; 52 c.l.; 53 Ee; 55 en.
Opgave voor het aanstaande week
einde:
Horizontaal: 1. Europ. hoofdstad; 4
stijf; 8 tegenover (afk.); 10 voorzetsel
12 tekening; 17 voordat; 38 bep. toon;
19 lidwoord; 20 uit Letland; 22 grap;
23 welriekende stof; 26 kunstmest; 27
boot; 29 soort van rum; 31 jongens
naam; 34 roof diertje; 37 gebouw in
Amsterdam; 38 boom; 41 een en an
der (afk.)42 fonkelend; 45 voertuig;
46. peuter; 47 voorsteven; 48 reeks.
Verticaal: 2 begin; 3 scheut; 5 insekt;
6 rivier; 7 bep. graan; 9 plant; 11
meisjesnaam; 13. rivier; 14 ter gele
genheid; 15 Gedep. Staten; 16 wind
richting; 21 sprong; 22 adellijke titel;
Advertentie
Hazel-Fabrieken Ji. Zevenbergen
24 meisjesnaam; 25 priester in Silo,
28 nest; 30 gelegenheid; 32 pin; 33
dwingeland; 35 rij; 36 telwoord; 38
voegwoord; 39 sneeuwschaats; 40 per
expresse; 43 vlaktemaat 44 lieden.
Alle inzendingen moeten woensdag
avond uiterlijk in ons bezit zijn.
Zeeuwse junioren naar
toernooi in Den Haag
Op Hemelvaartsdag
In het streven om de junioren van
hun vereniging kennis te laten maken
met voetbal buiten de provincie heb
ben de juniorencommissies der voet
balverenigingen „Goes", „Middel
burg" en „Zeeland Sport" medewer
king ontvangen van de Haagse voet-
balvereniging „Laakkwartier".
Deze drie Zeeuwse verenigingen
zijn nl. uitgenodigd om met een A-
elftal deel te nemen aan het grote
jeugdtoernooi van „Laakkwartier"
dat op Hemelvaartsdag wordt gehou
den en waaraan jaarlijks zestien clubs
deelnemen. Zij zullen hun krachten
kunnen meten met SW (Schiedam),
HDVS (Schiedam), Fortuna (Vlaar-
dingen), ONA (Gouda), Gouda (Gou
da), Emma (Dordrecht), Fluks (Dor
drecht), DHC (Delft), De Musschen
(Rotterdam), UW (Utrecht), Baarn
(Baarn), Scheveningen Holland
Sport (Scheveningen) en Laakkwar
tier (Den Haag).
Ongetwijfeld zullen de Zeeuwse
jongens hier met beter voetbal ken
nis kunnen maken en buiten een ge-
Izellige sportdag hun voetbalkennis
kunnen verrijken.
HOOG EN LAAG WATER
nap
nap
nap
nap
30 maart
Vlissingen
9.21
1.39
22.06
1.30
2.55
1.58
15.44
1.39
Terneuzen
945
1,57
23.34
1.48
3.15
1.47
16.04
1.55
Hansweert
10.02
1.73
22.49
1.62
3.40
1.88
16.31
1.69
Zierikzee
10.11
1.11
22.58
0.96
3.47
1.36
16.29
1-27
Wemeldinge
10.39
1.28
23.28
1.13
3.46
1.53
16.38
1.46
nap
nap
nap
nap
31 maart
Vlissingen
10.49
1.45
23.21
1.60
4.34
1.67
17.17
1.46
Terneuzen
11.16
1.63
23.51
1.77
4.55
1.83
17.36
1.62
Hansweert
11.38
1.77
5.20
1.97
18.03
1.76
Zierikzee
11.46
1.22
5.12
1.45
17.49
1.34
Wemeldinge
12.10
1.41
5.23
1.67
18.08
1.55
„Iedereen?", vroeg een
klein eierenbezorgertje
en hij stak verbaasd een
pootje in de lucht om het
woord te vragen.
„Wat wou jij vragen,
Korteloor?", vroeg de
Paashaas vriendelijk en
hij keek het ijverige
eierenbezorgertje aan.
„Ik wou vragen...," zei
die verlegen, „of iedereen
een paasei moet hebben.
Mogen we niemand over
slaan?"
„Nee nee", riep de
Paashaas verschrikt,
„niemand, denk daar
vooral om hoor!"
„Maar..." vroeg het
haasje en weer ging zijn
pootje de lucht in, „als
iemand er nou helemaal
niet op rekent of hele
maal geen ei wil, wat
dan?"
Alle hazenbezorgers en
ook de Paashaas lachten
hem uit. „Nou zie ik, dat
je toch nog maar een
heel klein haasje bent,"
zei de Paashaas, „stel je
voor: iemand die niet op
een paasei rekent of wat
nog gekker is: iemand
die geen ei wil hebben!
Nee, Korteloor, dat be
staat niet. Ga nu maar
vlug aan het werk en
denk erom; niemand
overslaan!"
Met een rode kleur,
omdat hij zich schaamde,
ging het kleine eieren
bezorgertje er met zijn
kruiwagen vol paaseieren
vandoor en hij lette wel
op dat hij geen mens
oversloeg. Reken maar.
En zo kwam het dat er
op een morgen een paasei
lag In de vensterbank van
meneer Harteloos. Hij
was net mopperend zijn
bed uitgekomen, zoals al-
tijd en schoof de gordij
nen opzij om te zien of
hij zijn overschoenen aan
moest trekken of niet.
Maar het kwam niet eens
zo ver dat hij naar de
lucht kon kijken, want
hij zag, vlak voor zijn
neus het prachtige paarse
paasei liggen. Nu denk je
natuurlijk dat hij zou
gaan stralen van blijd
schap of dat hij een ron
dedansje door de kamer
zou doen met het paasei
in zijn armen. Maar niks
hoor! Meneer Harteloos
lachte nooit en hij wist
niet eens wat dansen was
en bovendien had hij nog
nooit in gijn leven een
paasei gezien. Weet je
wat hij dacht? Dat het
een voetbal was van zijn
buurjongetjes. Hij schold
en mopperde altijd op ze
omdat ze zo'n lawaai
maakten voor zijn deur
en als ze thuis een liedje
zongen of hard lachten,
dan stampte hij met een
stok tegen de muur om
te zeggen dat ze stil
moesten zijn.
Omdat meneer Harte
loos dus dacht dat die
voetbal verdwaald was in
zijn kamer, schoof hij
het raam open en gooide
met een grote boog het
paasei het raam uil. Het
brak gelukkig niet, want
het kwam net in de heg
terecht die om zijn tuin
liep en daar viel het pre
cies in het nest van me
vrouw Merel die al da
gen lang bezig was haar
eieren uit te broeden,
maar nu juist even was
uitgegaan.
Toen ze terugkwam
bleef ze met open snavel
op een takje boven haar
nest zitten kijken: „Heb
ik dat gelegd?" vroeg ze,
„dat geweldige paarse
el? Ja, natuurlijk heb ik
dat gelegd! Wie anders
zou in mijn nest" een ei
kunnen leggen?"
Ze floot opgewonden
haar man die in een lan
taarnpaal zat: „Zeg Me-
ro, kom eens even kijken
wat ik nu gelegd heb!"
Mero kwam aanvliegen,
nieuwsgierig wat zijn
vrouw te vertellen had,
maar toen hij het ei zag,
barstte hij in fluit-
lachen uit. „Haha, die
Mera, dat heb jij hele
maal niet gelegd. Dat is
een paasei!"
„Poeh, een paasei, wat
is nu een paasei? Een
ei van een paas? Kun je
me dan ook zeggen wat
voor soort vogel een
paas is en waarom die
Saas zijn ei in mijn nest
eeft gelegd?"
Meneer Merel schudde
zijn kopje. „Luister," zei
hij, „een paasei komt
van de hazen."
„O", zei mevrouw Me
rel, „dus dit is een ha-
zenei. Maar waarom
legt die haas dat el dan
niet in zijn eigen nest?
Ik heb geen zin om een
haas uit te broeden."
Meneer Merel schudde
weer met zijn kopje:
„Luister," zei hij, „het is
te moeilijk om het je uit
te leggen. Hazen leggen
geen eieren. Maar met
Pasen brengen ze een
paasei naar de mensen.
Ik heb ze zelf bezig ge
zien in het bos om die
eieren te maken. Dit ei is
een paasei en ik ga dus
naar de Paashaas toe om
hem te vertellen dat dit
ei verkeerd bezorgd is.
Wij zijn merels en geen
mensen."
„Gelukkig niet," zucht
te mevrouw Merel die de
hele zaak nog niet erg
begreep.
Meneer Merel hoefde
niet helemaal naar het
bos te vliegen, want hij
kwam onderweg de klei
ne Korteloor tegen. „Zeg
Korteloor. zeg eens tegen
je baas, dat hij een ei
verkeerd heeft laten be
zorgen."
„Dat kan niet," zei de
kleine Korteloor. Toen
vertelde meneer Merci
hem het verhaal van het
paarse paasei. De kleine
Korteloor werd bleek. Er
was maar één paars
paasei geweest en hij
wist precies waar hij dat
had neergelegd. Hij ging
meteen op onderzoek en
ja hoor, de mussen voor
het huis van meneer Har
teloos konden hem pre
cies vertellen wat er ge
beurd was: meneer Har
teloos had zijn paasei uit
het raam gegooid. Kor
teloor rende naar het bos,
waar juist weer een ver
gadering aan de gang
was. Buiten adem vertel
de hij zijn verhaal. De
hazen werden eerst bleek,
maar meteen daarop
rood van kwaadheid. Efr
werden onmiddellijk
AAN HET STRAND
„We gaan eens fijn een dag
van ae zon genieten", zegt
Flop, terwijl hij met Flip
over de strandweg naar de
zee loopt. ,Ja, heerlijk vis
sen en zonnebaden", ant-
ivoordt Flip. Flop heeft he
le andere plannen. Hij houdt
niet van vissen. Hij gaat
liever varen op zijn rub-
bervis.
Als ze op het strand zijn
gekomen gaat Flop op zijn
vis zitten en zo drijft hij de
zee op. Oh wat heeft die
Flop een plezier in de
branding. Flip heeft zijn
visgerei klaargemaakt.
„Ziezo, nu ingooien, flink
ver, want de vissen zitten
niet zo dicht onder <le kust"
Flip gooit en ,fléla, ik
heb nu al beet! Trekken
joh. het is een zware!"
Wat is dat nou!" roept
Flop verbaasd uit als li.
achterover in het watei
valt. „Wie trekt daar nu
mijn vis onder me van
daan!" Als hij zijn even
wicht hersteld heeft, kijkt
hij verbaasd naar de vis,
die langzaam wordt wegge
trokken. ,J)at lapt me na
tuurlijk die Flip".
Jk zal 'm krijgen!" Flop
holt, zo snel als hij kan
naar het strand en grist
Flip de hengel uit de hand.
,Jij bent me ook 'n mooie!"
roept hij boos. ,JZan je niet
ergens anders gaan vissen!
Moet dat nu net, waar ik
met mijn rubbervis aan het
varen ben!" Oh wat is
die Flop boos. Flip kiest
eieren voor zijn geld en
maakt dat hij wegkomt en
wacht op veilige afstand af,
tot Flop weer met zijn vis
op zee is. Jammer", mom
pelt Flip, „ik dacht nu juist
goed beet te hébben..."