Co Hamel: de vrouw die stemmen
wist „te kneden als was"....
NIEUWE LIJNEN, 1
OUDE SIERADEN
'Ozcuwenpatjina
ONZE POTJES EN PANNETJES
tot ozon tv
r
VRIJDAG 14 MAART 1958
PROVINCIALE ZEEUWSE' COURANT.
9
vrouwen gelukkig sullen zijn. Het
opmerkelijke van deze zomermode-
in-trapeziumlijn is, dat se in vrij
zware stoffen is uitgevoerd; rekent
men soms op sneeuw en vorst tot in
julif
De mantels van Offerman maken
evenmin een zomerse indruk;
ze zijn vaak geïnspireerd op de
modellen van Pierre Cardin zeer
los en plooiend in de rug, van onde
ren nauw toelopend of se zijn van
voren eenvoudig doorgeknoopt, van
achteren in de taille zo gesneden dat
ze op de deux-pièces lijken. De mid
dagtoiletjes hebben vrijtoel allemaal
wijde wiegelende rokjes; de cocktails
volgen dezelfde opgeblazenroklijn
en worden vaak opgeluisterd door een
bontstola. Op het gebied van bont
was er als laatste nieuwtje het
„nertskeeltje"bont van het geel- en-
bruine kinnetje van de nerts. De
avondjurken hebben óf meterswijde
rokken van deinende tule en organ
za, of ze zijn zeer lang en slank, d
la Mariene Dietrich.
Bij de kleding van Offerman droe
gen de mannequins ouderwetse
sieraden; grote, soms meters
lange kettingen, of een korte hals
keten waaraan glinsterende stenen
bungelden of enorme'medaillons van
oud-zilver. Ouderwets was ook het
kapsel van twee der mannequins: het
haar aan de achterzijde in een
scheiding, en dan omgeslagen in
twee grote krullen opzij van het
hoofd.
Op de foto: een trapezium-toiletjet"
van dunne beige wollen stof met los
jasje, dat van achteren dichtge
knoopt wordt en van voren een em
pire-accent krijgt door het hoogge
plaatste strikje.
f Advertentie)
Als eerste zaak in Zeeland hebben
wij een speciale afdeling geopend
van
KLEDING VOOR
AANSTAANDE MOEDERS
Scheldestraat 20-22, Vlissingen
Hoogst merkwaardig van model zijn
leze handtassen, welke op de jaar-
ijkse lederbeurs in Offenbach (Duits-
md) getoond werden als „uiterst
nodern''. Links een in rood en wit
litgevoerde tas waarvan het model
tenneiyk geïnspireerd is op het he
iende éénrichtings-verkeersbord, dat
p de achtergrond zichtbaar is
techts een nog vreemder model; er is
en opening in uitgespaard, waarvan
het nut ook de bezoekers van deze
Lederbeurs waarschijnlijk niet is dui
delijk geworden...
ZANGPEDAGOGE EN „ARTIESTENMOEDER"
Beroemde kleinkunst-sterren waren
eens haar leerlingen
Het is een oude wet, dat het in het leven veelal heel anders
gaat, dan men denkt. Zo was er eens een jong meisje, Co van
Wilpe genaamd, dat dacht als „sopraan dramatique" op het gro
te toneel lauweren te oogsten, terwijl zij voorbestemd was om
later zangles te gaan geven aan vele sterren uit de wereld der
kunst met een kleine „k", zoals Louis Davids, Piet Muyselaar,
Jan Halm alias Peter Pech, Magda van Donk, Johan Heesters,
Harry Boda en vele anderen.
En wie kent haar thans nog buiten de kleine kring der insi
ders? Welke bezoeker van het café-restaurant „Het Kalfje", dat
zich op de grens van Amsterdam idyllisch in de wateren van de
Amstel spiegelt, zou in de eigenaresse, mevrouw Jac. Hamel
van Wilpe, de vrouw herkennen die de speciale gave bezit om
stemmen te „kneden" als was
Het hoogtepunt van haar merk
waardige carrière ligt alweer zo ver
in het verleden, dat zelfs mevrouw
Hamel even moet zoeken naar de
juiste jaartallen. Het was omstreeks
1935, dat zij haar aandacht aan „Het
Kalfje" ging wijden, omdat er in de
operettewereld een baisse optrad. En
misschien vermoedde zij toen niet
eens, dat de nieuwe taak al haar
aandacht zou opeisen en de glorieuze
„artiestenmoeder" naar het rijk der
herinnering verbannen zou worden....
Artiestenmoederwe gebruiken
opzettelijk dit woord, omdat zij méér
was dan een zangpedagoge in de
strikte betekenis. Juist dat persoon
lijke „beetje meer" deed het hem,
want iedere artiest, die bij haar
kwam. onderging de vreemde sugges
tie dat zijn stem als een tastbaar iets
door haar werd „verbogen" en „be
klopt".
Ze leerde iedereen zingen, maar
bovenal: ze wist kleine en benepen
stemmetjes, onzekere en niet-bezielde
stemmen, haperende stemmen, ja
zelfs verdwenen stemmen, het juiste
volume en die klankkleur te geven,
die nu eenmaal voor het toneel van
node zijn.
Ieder geval werd individueel behan
deld en mevrouw Hamel vertelt niet
zonder ontroering, hoe onze „grote,
kleine man" Louis Davids bij haar
op het Amstelveld kwam en schert
send zei: „Nou kom ik ook eens op
het matjezoudt U mij kunnen
hplpen?"
Hij had toen reeds last van zijn
keel het zingen kostte hem teveel
inspanning. Nog onbewust van de
kwaal, die hem ten grave zou slepen,
zocht hij naar een methode om mak
kelijker t# kunnen zingen en hij
kreeg te horen: „We zullen de stem
meer voor in de mond leggen".
Het ging niet zo eenvoudig... maar
het lukteen het publiek merkte
er niets van dat Louis Davids een an
dere techniek volgde, die hem in
staat stelde zijn krachten wat meer
te sparen.
En Piet Muyselaar? Die dacht
en dit was nog voor zijn Snip-
en Snap-periode met Willy Wal
den dat zijn stem niet veel
waard was; hij kon er maar geen
vertrouwen in hebben, terwijl het
toneelmétier hem toch dwong, te
zingen.
Ook hij kwam „op les" en voel
de zich bevrijd bij de opmerking:
„Man, je hebt iets prettigs in je
stemhet is goedhet doet
het
Om nooit tc vergeten
Co Hamel ging ertoe over, elke
stem voor zichzelf te „zetten" om
haar eigen vakterm te gebruiken.
Haar persoonlijke, karakteristieke
beeldspraak bleef menige artiest in
het geheugen hangen: „Begin van je
afhaal niet naar je toe". Of:
„Kruip niet in een lampeglasop
een gegeven ogenblik kom je er niet
meer uit: je moet hoog leren zingen
zonder te ijl te worden". Bij het ha
len van een bepaalde nooit kon zij
ook wel eens opmerken: „Hang je
hoed aan de kapstok" of „Doe het
dubbeltje in het gleufje".
Hoe ging het met Jan Hahn? Hij
kwam als „particulier" en was nog
vrijwel onbekend. Zijn stem was „erg
klein" en moest groter gemaakt wor
den; d.w.z. ruimer en hoger. Na zijn
lessen ging hij naar Heintje Davids
en transformeerde zich later tot Pe
ter Pech.
„Wakker schudden"
„Met. Johan Heesters lag het an
ders", vertelde zij, „die zong alles het
zelfde. Die man moest wakker ge
schud worden, want hij had geen
voordracht. Een prachtig natuurge
luid zonder kleur..."
„Heb je moeite met je stem, ga
dan naar Co Hamel", placht niemand
minder dan de bekende koordirigent
Hubert Kuypers te zeggen, die zelfs
buitenlandse artiesten, die 's avonds
in het Concertgebouw moesten optre
den en zich onzeker voelden, naar
haar toestuurde.
Hoe alles eigenlijk zo gekomen is?
Het groeide min of meer vanzelf,
want toen zij eenmaal kennis ge
maakt had met de operettediva Bep-
pie de Vries en haar enkele adviezen
gegeven had, die in de praktijk vrucht
afwierpen, stuurde al spoedig de ene
artiest de andere.
„Ach, er zijn 6r zoveel bij mij ge-
CO HAMEL
„artiestenmoeder"
weestNol Nabarrow, Mimi La-
bret, Jean Jansen, Miel van Bosch,
Nora de Vos, Lily Cassani en Nettie
Gerritsenja, allemaal namen,
die misschien een beetje vergeten
zijn, maar die toch stuk voor stuk
destijds iets betekenden".
En de grote jeugddroom om
zelf nog eens te gaan zingen? Al
les was er: de stem, de techniek,
de scholing bij enkele bekende
leermeesters en een opleiding aan
het Conservatorium te Frankfort.
Er glijdt even een schaduw over
haar gezicht: „Ik heb wel eens ge
zongen, maar heel weinig. Zo trad
ik eens op tijdens een landdag van
de Violiers. waar ik liederen van
verschillende componisten bracht...
maar daar is het dan zo ongeveer
ook wel bij gebleven".
Ze zwijgt even en we laten het the
ma los vragen naar het wezenlijke
van haar werksysteem, waarmede zij
in korte tijd dikwijls verbluffende re
sultaten wist te bereiken.
"'Dat is iets. wat ik nooit geleerd,
maar eenvoudig gekregen heb... het
is zo moeilijk met woorden uit te
leggen, wat je nu eigenlijk precies
doet".
Dan zegt ze: ,Mijn hart bloedt nog,
wanneer ik aan vroeger denk... ik
hield zo van mijn werk..."
De articstenmoeder is zo geheel ge
ruisloos verdwenen, omdat niemand
zoals gezegd twee meesters
dienen lean. Ze had tijd en toch weer
geen tijd... men weet, hoe dat gaat.
En wanneer men eenmaal ergens uit
raakt en op de achtergrond komt
ook in dit vak is het zo buitenge
woon moeilijk om ergens weer een
begin te vinden.
Hogedrukpan: fèl begeerd
De Nederlandse Huishoudraad heeft
aan tweeduizend vrouwen vier
groepjes van vijfhonderd rappor
ten gevraagd over het dngelykse pan-
nengebruik. En uit tweeduizend rap
porten is dan een eindrapport samen
gesteld in drie delen, vijftien hoofd
stukken, verdeeld in paragrafen; ge
completeerd met vele bijlagen, geïllu
streerd met veie grafieken en gevolgd
door zevenenzestig tabellen. Samen
een dik boekwerk dus en in heel
dat boekwerk staat niet één grapje.
Zjjn onze potjes en pannetjes ons hei
lig of niet?
Het rapport is bedoeld als studie
materiaal voor pannenfabrikanten die
thans een overmatig groot assorti
ment pannen op de markt brengen,
en die geen juiste krjk op de wensen
der huisvrouw konden hebben tot dus
ver, omdat zoveel vrouwen niet pan
nen kopen, doch pannen krijgen. En
bovendien vaak krijgen aan het begin
van hun huwelijk als ze nog niet
zo heel veel kyk hebben op wat een
goede en wat een minder goede pan
Vrouwen blijken unaniem van mening
dat een opliggend deksel een onding
is, ze vinden een in-liggend deksel
handiger en veiliger. Aan de andere
kant willen de vrouwen weer pannen
met rechte wanden en zonder richels
de fabrikant zit dan met de puzzle
waar hij dat in-liggend deksel op
moet laten steunen. In elk geval
wenst men ook ronde hoeken van
bodem en zijwand, waar dan geen
etensresten zich kunnen nestelen. De
melkkoker moet het afleggen tegen
het veel gemakkelijker steelpannetje
met een schenkrand; zes procent van
de vrouwen heeft gedn melkkoker en
zestien procent van de vrouwen wil
ook geen melkkoker.
Opmerkelijker is nog dat twee
{jrocent van de vrouwen geen
>raadpan hebben en dat vÜf
erocent van de vrouwen geen
raadpaa willen hebben. Dat moe
ten dan wel vegetarische vrouwen
zijn!
In een jaar tijd kochten van de twee
duizend ondervraagde vrouwen 8S
een melkkoker, 205 een steelpan, 77
een braadpan en 836 een kookpan.
De hogedrukpan wordt door vele
vrouwen hartstochtelijk begeerd, doch
zelden kopen vrouwen er zelf een
ze willen ze krijgen van een zorgzame
man. Bij het onderzoek bleek, dat
84% van de vrouwen op gas kookt,
15% met elektriciteit en 1% met
beide. Het fornuis van het platteland
en het petroleumstel van de op zolder
kamers bivakkerende jonggehuwden,
ontbraken in de grafiek en dat ver
wondert ons wel. En het verwondert
ons ook dat in dat hele rapport geen
enkele kanttekening voorkomt van
mannen. Een kanttekening zoals deze
„Zeer geachte huishoudraad hoe
komt het dat als mijn vrouw 's avonds
zegt: „Maak jij nu eens koffie!", dat
ik dan altijd eerst het aangekoekte
melkpannetje moet schoonschuren?"
Als wij huishoudraad waren zouden
we antwoorden": dat komt omdat u
een heel handige vrouw hebt wees
er maar blij mee.
Misschien heeft U zich er over
verwonderd dat ik de Boeken
week stilzwijgend heb laten
voorbijgaan, en aan een opzettelijk
verzuim van mijn kant gedacht. Ik
moet U dan meteen vertellen dat U
het toch mis hebt gehad. De Boeken
week op zichzelf vind ik altijd nog
wel zo'n belangwekkend verschijnsel,
dat ik eenmaal per jaar deze kolom
er graag voor openstel.
Maar het leek mij ditmaal wel zo
doeltreffend nu eens het einde van
deze culturele en commerciële, toe
gegeven week af te wachten, om
zonder reclame of aansporing van
mfjn kant alleen maar te informeren
naar het resultaat van deze bedrij
vigheid.
Want daarop komt het, nuchter be
zien, toch in hoofdzaak neer, aange
zien U, en vrijwel U alleen, de voor
naamste figuur in dit jaarlijks festijn
bent. Het boek en U, daar draait het
om, de rest is allemaal fraaie en zelfs
luidruchtige tralala, het hele Boeken
bal voorop.
De naam zégt het immers al: elke
verwoede poging om U Schrij
versbal te laten zeggen is al
meer dan tien jaar op niets uitgelo
pen. „Boekenbal", houdt de spraak
makende gemeente vol, waarmee zij
niet beweren wil dat de boeken daar
nu eens de benen van de vloer laten
gaan als wel dat die hele luidruchti
ge aangelegenheid hoe langer hoe
minder iets met schrijvers uitstaan
de heeft.
Ik voel mij op de laatste vrijdag van
februari wél zo lekker in een of an
der bovenzaaltje van een dorpsher
berg, ten overstaan van een publiek
in colbertjes en truitjes, maar met
de onvervalste hongerige belangstel
ling voor het boek in al zijn verschij
ningen die het nog de moeite waard
maakt om de pen te voeren.
Daar, en daar vooral, krijgt de Boe
kenweek iets feestelijks en wezenlijk
belangrijks, en als het mij dan ge
beuren mag dat zelfs de waard of de
kellner het hoofd om de deur steekt
en, verrast om de algemene aandacht
op de achtergrond blijft meeluisteren
dan weet ik eens te meer dat de
glorie en de kracht van het geschre-
J
vrouw leest
ven woord schuilen in de liefde en
belangstelling van de enkele anonie
me lezer de vrouw voorop.
Het is daarom dat ik die laatste
dag maar eens rustig heb afge
wacht om U, wat bekomen van
alle drukte, te vragen: Wéét U nu
cindcijk hoe belangrijk U bent? Om
U is al die deining begonnen, die mas
sale werfactie van de geest, die re
clame en die geschenken. Zonder U
zou er geen boekengids worden ge
drukt, geen etalage worden ingericht,
geen recentie geschreven, geen Boe
kenweek georganiseerd.
O zeker, er zou nog wèl een pen op
papier worden gezet, want wie het
schrijven in het bloed zit krabbelt
desnoods met de nagel op een palm
blad, doodeenzaam midden in de Sa
hara. Maar de aardigheid, de voldoe
ning, de weerklank zou toch verloren
zijn zonder één die dat palmblad op
raapte en begon te lezen.
Als U dit bedenkt, geeft U mij wel
licht eindelijk wel toe dat de lezer
een gewichtige functie vervult en wie
leest er zo graag en zo trouw als de
vrouw? Ook zonder statistiek wilt U
dat van mij wel geloven: U ziet de
illustratie van deze bewering dage
lijks om U heen. Zij mag dan bewe
ren tijd te kort te komen en bijna
nooit een rustig ogenblik te kunnen
uitsparen: het feit blijft het feit dat
de man meestal achter een krant zit,
maar de vrouw gebogen over een
boek.
Het is mij zelfs opgevallen dat een
vrouw heel vaak verwacht wordt het
lezend element in het huisgezin te
zijn. Zij heeft wat dat betreft naast
haar vele functies er nog een bij ge
kregen, en die is stellig niet të on
derschatten: die van uitkijkpost in de
cultuur; degene die bij moet blijven
in de boekenwereld.
Bent U óók zo'n vrouw. Aoudt U
er ook 'n vast uurtje op na. om
kennis te nemen van wat er van
daag de dag op de boekenmarkt te
koop is?
Als het belang hiervan nog nooit
tot U doorgedrongen is: mag ik dat
U dan, met het voorbeeld van vele
lezende echtvriendinnen voor ogen,
met klem' onder uw aandacht bren
gen? Hier heeft het boek niet altijd
betekenis als middel tot ontspanning
of aangename tijdpassering maar
het vervult ook een belangrijke so
ciale functie. Uw goede raad, die een
mensenleven de keer ten besten kan
geven, steunt in heel veel gevallen
op levenswijsheid, uit boeken ge
leerd.
Waarmee ik niet zeggen wil, dat er
een boek zou bestaan voor elk spe-
I ciaal probleem. Maar wèl, om een
voorbeeld te noemen, dat de levens
geschiedenis van Helen Keiler de te
leurgestelde aan het nadenken zal
zetten over eigen rijkdom. En dat de
dwaasheid van Thijssens Taaie On
gerief het klaar zal spelen de meest
moedeloze patiënte te doen glimla
chen.
SASKIA
De artiesten bleven gewoon weg...
ook later, toen zij zich beter vrij ma
ken kon.
„Ze is ermee opgehouden", zei men,
„ze is een café begonnen". En haar
geval bewijst dan weer eens, dat er
niets vluchtiger is, dan een reputa
tie... ook al zijn soms alle voorwaar
den voor deze reputatie nog aanwe
zig.
„Een enkele artiest van vroeger
komt mij nog wel eens opzoeken",
zegt ze met een wat treurige klank
in naar stem. „ach ja, hoe gaat dat...
sommigen zijn dood... anderen heb
ben het weer te druk en ik zit nogal
een eindje buiten de stad... dat speelt
natuurlijk ook een rol
Maar dan komt een glimlach op
haar gezicht: „Als ik zou willen,
werkelijk zou willen.... wel, dan ging
het weer en bouwde ik alles opnieuw
op. Maar ondanks alle verlangens
naar vroeger weet 'n mens eigenlijk
nooit precies, of hij werkelijk wil.„.
dat is tegenstrijdigheid in de mense
lijke natuur!"
Maar wij geloven toch dat „in het
nauw geraakte" zangers, die op eigen
initiatief bij haar zouden aankloppen
een willig oor zouden vinden....
De vrouw die iiyde komende dagen
in de gelegenheid zal zijn rond te
dwalen op de Utrechtse Jaarbeurs,
kan er dit fraaie briljant-horloge be
wonderen. Het is een Zwitsers hor
loge en dat de kostbare edelstenen
dit uurwerkje vry pryzig maken, valt
te begrijpen! Wie het op haar ver-
jaarsverlanglystje wil zetten, doet er
wellicht goed aan, de prijs er tussen
haakjes by te vermelden; de koop
som is eenentwintigduizend gulden
En denk niet dat dit het duurste hor
loge in dit genre is; de pryzen van de
„briljant-collecties" lopen tot drieën
veertigduizend gulden.
onfwerper
Gj-j-ermAH
De Amsterdamse mode-ontwerper
Ferry Offerman presenteert aan
het begin van elk seizoen een
selectie van de beste confectie uit
binnen- en buitenland, aangevuld
met modellen die hij zelf ontworpen
heeft. Men krijgt dan een goed over
zicht van zoals Offerman zélf
zegt de enige mode: de draagbare
mode.
Offerman heeft ditmaal in zijn voor
jaarscollectie onder meer zonnepak-
jes die een ietwat „bedekkende" in
druk maken; aan de broekjes van
die zonnepakjes zitten een soort-
„ka-strandjes" welke een klein ge
deelte van het bovenbeen bedekken.
De pakjes zijn gemaakt van blauw
witte of zwart-witte ruitjes, de kast-
randjes zijn dan van een helder rood
of oranje gebloemd katoentje. In de
tailleurs, trotteurs en jurkjes over
heerst de trapezium-lijn. Rechte, niet
te zware schouders, een kort jakje
dat van achteren niet aansluit, daar
onder vrij korte rokken: 46 centime
ter van de grond, een lengte dus
waarmee lang niet alle Nederlandse