SOU) STAD Installatie van burgemeester in Zeelands hoofdstad nu ook in normaal formaat 85 si. HET ISOLEMENT VAN GOEREE EN SCHOUWEN-DUIVELAND TOEKOMST VAN SUPERSCHEPEN BOVEN 100.000 TON ONZEKER van DONDERDAG 20 FEBRUARI 1958 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT. 0 (Slot van pag. li toeristenbezoek en aan de belang rijke functie, die „Miniatuur-Wal- cheren" op dit gebied inneemt. Ten slotte zegde hij de nieuwe burge meester alle steun toe bij de uitoe fening van zijn ambt. Nadat de heer Ivögeler mr. De Widt de ambtsketen had omge hangen. beantwoordde deze de toespraak van de loco-burgemees ter. „Ik mag voor de eerste maal de tolk zijn van de inwoners van Middelburg", zo zei deze, „name lijk om U, meneer Kögeler, te danken voor alles wat U in de afgelopen maanden voor uw me deburgers hebt gedaan!" Voorts richtte de heer De Widt zich tot gemeentesecretaris Koene, „die nu zijn tiende burgemeester ziet verschijnen. Ik kan mij voorstellen, dat U er tegen opziet om in de laat ste jaren van uw loopbaan nog eens deze aflossing van de wacht te moe ten meemaken. Ook ik betreur het, i maar dan toch wel in hoofdzaak hierom, dat Middelburg over ander half jaar zijn voortreffelijke secre taris zal moeten missen Op de hoofden van dienst, de ambtenaren en de overige mede werkers der gemeente deed de burgemeester een beroep om hem in de uitoefening van zijn taak terzijde te staan. „Als het goed is, moeten wij gezamenlijk een team vormen, waarin ieder dat werk verricht, dat het beste voor hem geschikt is. Wij zullen er van doordrongen moeten zijn, dat wij de gemeenschap waarin wij leven, hebben te dienen. Wij zul len om het moderne, woord te gebruiken „service" moeten verlenen!" Vervolgens wijdde spreker enkele beschouwingen aan de taak van de gemeentebestuurder, waarbij hij wees op de bezwaren van de huidi ge financiële verhouding RijkGe meente en van de vele regelingen, die door hogerhand worden opge legd over zaken, die aan de gemeen tebesturen kunnen worden overgela ten. Ook in het gemeentelijk kader zelf zijn er verschuivingen, aldus mr. De Widt, daarbij herinnerend aan de voorbereiding van voorstellen door deskundigen en door raads commissies. Na uitvoerig prof. Van Poelje te hebben geciteerd over deze „in terne verschuivingen" wees de burgemeester er op, dat het van het grootste belang is, dat de besten onder de burgers zich voor het raadslidmaatschap beschik baar stellen. „Ik hoop, dat in Middelburg van een zich elders wel voordoende verminderde be langstelling voor het raadslid maatschap geen sprake is." Tenslotte ging de burgemeester nog nader in op dat deel van zijn toespraak, dat in de aanhef van dit verslag is vermeld, namelijk de vraag waarom het thans in Middel burg bij het gemeentelijk beleid gaat. Mr. De Widt wees er daarbij op, dat het stadhuis door de eeuwen heen een symbool van volkskracht en bur gerzin was en het ook nu nog is: „Van buiten is het oud en eerbied waardig, doch innerlijk Is het Jeugdig en gemoderniseerd. Moge zo geheel Middelburg zijn, namelijk behouden de het waardevolle uit het verleden, doch niet louter bij wijze van mu seum, maar met een harteklop en een geestesgesteldheid, die past bij de moderne tijd!" zo besloot burge meester De Widt. In de hal van het stadhuis werden de heer en mevrouw De Widt en hun dochtertje (links) verwelkomd door de gemeente-secretaris van Middel burg, de heer J. Ph. Koene (rechts). (Foto P.Z.C Namens de raad sprak het oudste raadslid, de heer I. van Loo, woor den van welkom. Deze herinnerde er aan. roe uit de krantenverslagen is gebleken dat Avereest mr. De Widt slechts node zag vertrekken. „Dat doet ons de beste verwachtingen koesteren bij uw intrede in onze stad." De heer Van Loo dankte ten slotte de heer Kögeler voor de uit nemende wijze, waarop deze de stad tijdens de vacature bestuurde. De ge meentesecretaris, de heer J. Ph. Koe ne verzekerde de nieuwe burge meester, dat hij kan rekenen op zijn steun en die van de hoofden van dienst en de ambtenaren. Hierna werd de officiële zitting gesloten, waarna nog vele sprekers buiten de raad het woord voer den. Burgemeester De Widt sprak daarbij eerst een begroetingswoord tot zijn vele vrienden, die voor deze installatie waren overgekomen, als mede tot zijn familie. ANDERE SPREKERS Mr. B. Kolff sprak vervolgens als burgemeester van de „zusterstad" Vlissingen, daarbij de hoop op een goede samenwerking in de toekomst uitsprekend. Burgemeester mr. J. A. M. van Oorschot uit Hardenberg herinnerde er aan hoe minister Struycken de nieuwe burgemeester van Middelburg „iemand van bijzon dere bestuurskwaliteiten" had ge noemd. „Welnu, hij heeft dat inder daad!" zei de heer Van Oorschot. „En hij weet ze te gebruiken ook!" Burgemeester J. L. Dregmans van Koudekerke en Biggekerke sprak be groetingswoorden namens de Vereni ging van B. en S., alsmede de kring Walcheren van de B.B. Wethouder J. Huizinga uit Avereest wenste Middel burg geluk met de nieuwe burgemees ter: „Wij staan in voor diens kwali teit!" Voorts spraken nog oud-wet- houder Wolthuis van Avereerst, bur gemeester jhr. L. E. D. S. van Bon- ninghausen tot Herinckhave van IJzendijke en tenslotte burgemeester W. Baas van Sint Laurens. De laatste verzekerde, dat Sint Laurens géén gebied van Middelburg wenst en bood zelfs een woning aan voor de burge meester... Mr. Joh. de Widt beantwoordde alle sprekers met een kort woord. Daarna werd een receptie gehouden, waarvoor een overweldigende belang stelling bestond. Honderden en hon derden maakten van de gelegenheid gebruik om burgemeester en me vrouw De Widt de hand te drukken. Artikel van drs. Verburg in E.S.B. In Economisch-Statistische Be richten van deze week komt een studie van drs. M. O. Verburg voor, onder de titel „Het Isolement van Schouwen-Duiveland en Goeree-Over- flakkee." Zij bevatten nadere be schouwingen over mededelingen die de heer Verburg deed tijdens de bij eenkomst van de Werkgroep Delta zaken met de gemeentebesturen te Nieuwerkerk op 7 februari j.l. In de laatste 30 Jaar is het zielental van de belde eilanden ten naaste bij stabiel gebleven, terwill de bevolking van ons land van 8 tot 11 miljoen toenam. De economische en technische ont wikkeling zou zich in principe even goed aan de eilanden hebben kunnen meedelen, maar daarvoor is het no dig dat het transportsysteem wordt verbeterd. De overige vestigingsfac toren b.v. voor toerisme, tuinbouw en industrie zijn wel degelijk goed maar komen door het isolement niet tot hun recht. Door het optreden van veerdiensten en de belemmeringen, die dit in de weg legt, ontstaan kos tenverschillen, die in gunstig gele gen gebieden het profijt van de eco- nomisch-technische en verkeersont- wikkeling groter doen zijn dan in ongunstig gelegen streken. In de laatste is dan zelfs sprake van een relatieve achteruitgang. Met andere woorden: de begunstig de districten zijn voortdurend op weg naar een nieuw vestigingsplaatseven- wicht dat nooit een rustpunt be reikt, omdat dit evenwicht tegelijker tijd telkens weer verstoord wordt. In tegenstelling tot de achtergebleven gebieden wordt hun economische ac tieradius steeds groter. Door deze ontwikkeling lopen de bevolkingsge tallen steeds verder uiteen en de productiviteit van het kapitaal op het „vasteland" loopt uit op die van de eilanden. Die hogere productivi teit leidt op haar beurt weer tot nieuwe investeringen, zodat er geen sprake is van een enkelvoudig pro ces maar van een „multiplier" of vermenigvuldiging. Als voorbeelden van deze theorie geeft de schrijver de Invoering van de spoorwegen en de vrachtauto in ons land. Door het spoor daalden de vraóhtkosten omstreeks 1880 tot op 1/20, waarvan de eilanden nauwelijks profiteerden, omdat zij geen eigen stations hebben. Bovendien kregen zij geen deel aan het vervoer van hoogwaardige massa-goederen en eindproducten van middelgroot volu me, dat leidde tot industriële con centratie in de steden en tot „ledi- fing" van ongunstig-gelegen gebie- en. Ook van de vrachtauto, die nog aan zijn zegetocht bezig is was het profijt niet zo groot. Dit vervoermid del presteert het meest op korte af standen, maar door de veerdiensten bestaan deze op de eilanden nauwe lijks. Hier vielen dus de categorieën bederfelijke voedingsmiddelen (b.v. groente), ijl- en omlaadgevoelige goederen en niet te volumineuze eindproducten uit. Schrijver van dit deel van zijn be toog samen door te wijzen op ver hindering door het verkeer van de ideale benutting der productie-voor waarden. Het ruimtelijk-economi sche evenwicht is op de eilanden als overal een functie van de verkeers- volmaaktheid, maar dan hier in de slechtste zin. Het totstand komen van vaste verbindingen zal dus het vestigingsplaat s-evenwicht geheel verstoren, de actieradius vergroten, de productiviteit van het kapitaal evenzeer, de vraag- en kostendeter- minantcn verbeteren en het inwoner tal doen stijgen. Op één punt geeft schrijver een berekening van de in het geding zijnde bedragen. Hij calculeert n.l. de besparingen die een vaste ver binding geeft in vijf categorieën: be sparing op de veergelden; verkorting van afstanden; opheffing van tijd verlies op het veer; opheffing van wachttijden; schade aan voertuig en lading. Voor Flakkee baseert hij zich ten dele op cijfers die de Ka mer van Koophandel voor Dordrecht e.o. in een brief aan de Tweede Ka mer heeft opgenomen. Voor Schou wen-Duiveland komt hij tot 315.000 weer geldbesparing, 900.000 kilo meter besparing, 675.000 aan tijd winst en memoreert hij de aangedui de schade bij gebrek aan gegevens. In totaal vormen deze bedragen 1.890.000. Voor Goeree-Overflak- kee bedraagt dit 4.420.000 en sa men 6.310.000. Flakkee is bereid het dubbele van de bespaarde veergelden in de vorm van een tol op de brug, die over het Haringvliet moet worden aangelegd, te betalen. Als Schouwen dit ook deed zou een gekapitaliseerd bedrag van 45 miljoen beschikbaar ko men. Aldus wordt de prioriteit van de brug die onder de bestedingsbe perking is gevallen, buiten kijf ge steld. Het belang van Schouwen hierbij ligt in het gereed komen van de dam bij Bruinisse in 1964. De tolgel den zullen gemakkelijk worden opge bracht- Wanneer men het verkeer op Flakkee vergelijkt met dat in de Hoekse Waard is dit laatste b.v. voor vrachtauto's 10 maal zo groot, maar daar is dan ook een vaste ver binding. Het is de bedoeling dat de Advertentie) ZUIDHOLLANDS STATENLID-REDER: Hoogovenbedrijf op Rozenburg of aan Westerschelde? De Rotterdamse reder mr. J. J. Oyevaar (v.v.d.) heeft woensdag tij dens de tweede gewone zitting van de Provinciale Staten van Zuid-Hol land zijn twijfel uitgesproken over de juistheid van de conlusies, waar toe het rapport van Gedeputeerde Sta ten over de toekomst van Randstad en Delta komt. Deze twijfel heeft vooral betrekking op de wenselijkheid van de voorge stelde differentiatie van het zeehaven gebied naar scheepsgrootte. Het rap port stelt n.L voor, Rozenburg te re serveren voor supertankers, en sche- pen van geringere tonnage naar een nieuw havengebied in het Haringvliet te dirigeren. Volgens mr. Oyevaar is het geenszins zeker, dat de toekomst aan de superschepen van meer dan honderdduizend ton is. De grootste op het ogenblik varen de tankers zijn 85.000 ton. Een opti mum blijkt echter reeds bereikt bij schepen met een tonnage van 65.000. Mr. Oyevaar zei dan ook de voor- i Tijdens de herdenking van het vijfenzeventig jarig bestaan van de technische school te Zierikzee, maak te burgemeester mr. F. Th. Dijck- meester van Zierikzee bekend, dat de voorzitter van het schoolbestuur, mr. C. J. B. du Croo was benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nas sau. De heer Du Croo vestigde zich in 192k te Zierikzee als advocaat. Van 1932 tot nu toe heeft hij zitting ge had in de gemeenteraad van Zierik zee, waarvan vele jaren als wethou der. De heer Du Croo is tevens reeds meer dan 25 jaar plaatsvervangend kantonrechter te Zierikzee. In het openbaar leven bekleedt de nieuw benoemde ridder nog tal van andere functies, waaronder het voor zitterschap van het Burger Wees huis en de Nutsspaarbank. Op de foto: burgemeester Dijck- meester speldt mr. Du Croo de ver sierselen op de borst. tolheffing ophoudt omstreeks 1968 als de brug opgenomen wordt in de Beneluxweg, die over de Volkerak- sluis zal lopen. Schrijver betreurt het dat de in vesteringspolitiek van de overheid niet aan duidelijker rendementsnor men is onderworpen, die leiden zul len tot een beter ruimtelijk-econo misch evenwicht en bevolkingscon gesties als in de Randstad mede zullen voorkomen. VOOR EEN SNEL EN GEZOND ONTBIJT f keur te geven aan een differen tiatie naar de aard der aange voerde goederen. Volgens zijn op vatting kan Rozenburg gereser veerd worden voor tankers, die te diep steken om de waterweg op te kunnen varen, alsmede voor kolen en ertsschepen. Hij voorspelde, dat de toenemingscoëfficiënt voor klei- ne schepen in de toekomst groter zal zijn dan die van de supersche pen. Daarom is het volgens hem niet goed een deel van het eiland Rozenburg onbenut te laten liggen in afwachting van een ontwikke ling met een onzekere afloop. De heer J. Schippers (p.v.d.a.) be pleitte naast een verticale ontwikke ling in Noord-Zuid richting ook een horizontale industriële expansie langs de grote rivieren. De heer J. Hoogkarspel (c.p.n.) ver zette zich krachtig tegen de gedach te, een hoogovenbedrijf op het eiland Rozenburg te vestigen, omdat dit zijns inziens het einde betekent van de recreatie-gebieden De Beer en Brielse Maas en bovendien de tuin bouw op Voorne grote schade zal toebrengen. Waarom kan het hoogovenbedrijf niet aan de Westerschelde worden ge vestigd, zo wilde hij weten. Daar zijn de geografische omstandigheden zeer geschikt cn bovendien zal, naar zijn oordeel, aan landbouw en recreatie daar heel wat minder 6chade worden toegebracht. Voorts sprak hij zich uit tegen de plannen om voor de bouw van hoogovenbedrijf advies van Krupp te i ook ling dit Duitse concern in het tweede Ne- ipp te vragen, hetgeen volgens hem ook zal lelden tot financiële deelneming van derlandse hoogovenbedrijf. Stellig zijn er geschikte Nederlandse adviseurs te vinden en is een dergelijk bedrijf met Nederlands kapitaal op te zetten, zo zei hij. GED. STATEN ANTWOORDDE De eerste gedeputeerde, die inging op de opmerkingen, gemaakt naar aanleiding van het rapport „Rand stad en Delta", was mevrouw Chr. A. de Ruyter-de Zeeuw. Zij zei het logisch te achten, dat bij het bezien van ultbreidings- en streekplannen de eigen provinciale |l!!i||lllllllllllllllllllllllllllllil!llllllllllll|lll|||lllllllllllllllllll|||||||||!ll| M Nog altijd ligt het Turkse vrachtschip „Aydin" op een zandbank in de Westerschelde s voor Bath. Roeibootjes varen p over het dek (foto onder). p De gemeentelijke herindeling van Walcheren Programma vastgesteld Zoals gemeld, zal minister Struycken, ln het bijzijn van Ged. Staten van Zee land, ln verband met de gemeentelijke herindeling van Walcheren, op maan dag en dinsdag. 24 en 25 februari a.s., een „hearing" houden met de raden van de betrokken gemeenten. Op de eerste dag, maandag, zal de minister achtereenvolgens de gemeen ten Arnemuiden, Nieuw- en St.-Joos- land, Grijpskerke, Aagtekerke. West- kapelle, oZutelande, Meliskerke, Big gekerke. Koudekerke en Vlissingen bezoeken. Voor de tweede dag staan op het programma de gemeenten Oost- en West-Souburg. Ritthem. Middelburg, St.-Laurens, Domburg Oostkapelle, Serooskerke. Vrouwenpolder en veere studie door gedeputeerde staten niet onder tafel wordt gehouden. Het rapport is een voorstudie, die in nauw overleg met Rotterdamse deskundigen en rijkswaterstaat is tot stand gekomen. De belangrijkste en meest ingenieuze denkbeelden zijn afkomstig van hoofdingenieurs van rijkswaterstaat. Zij noemde Rozenburg een unieke plaats in Nederland voor grote sche pen. In antwoord op de opmerkingen van mr. Oyevaar zei mevr. De Ruy- ter, dat er niet alleen sprake is van differentiatie naar scheepstype, maar ook naar bedrijven, welke die grote schepen kunnen opvangen. Eén grote haven op de westpunt van Rozenburg, zoals de heer Oye vaar verlangt, betekent onherroepe lijk het einde van het natuurreser vaat de Beer. Het is onjuist, dit ge bied op te offeren ten behoeve van kleinere schepen. Mevrouw De Royter ga f een op somming van de alternatieven voor vestiging van een havenbekken in het Haringvliet en zette uiteen, waarom deze oplossingen minder aantrekkelijk zijn. Dat geldt zeer zeker ook voor het plan van Veen- Mesn, dat een groot stuk terrein in de Maas wil inpolderen. Dit is, zo zei zij, aanzienlijk duurder dan alle andere oplossingen. staten verdient "de voor- ;eurl Het Haringvliet heeft een na tuurlijk diep havenbekken, op Ro zenburg zijn zeer reële dingen aan de gang. Europoort, aldus de gedepu teerde, is praktisch al min of meer een feit. Wat betreft de vestiging van een tweede hoogovenbedrijf, merkte zij op, dat de Westerschelde als plaats van vestiging op het ogen blik zeker niet equivalent is aan Ro zenburg.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 13