va oevnen sc ew
O
Muzikale carrière begon met
het springen van twee snaren
"OzciMvenpaglna
Sun
balm
VOOR REGENACHTIGE DAGEN...
„EEN
BEMINNELIJKE
KUNST"
VAK tlHMCK tcgiHKCK
VRIJDAG 14 FEBRUARI 1958
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT.
EEN KLEIN MEISJE EN EEN CELLO
„Wonderkind" werd
eerste celliste
Dit is het verhaal van een klein
en tenger meisje wier vader musi
cus was lid van de Koninklijke
Militaire Kapel, die niet alleen het
koper van de parades bespeelde,
doch ook aan het Hof musiceerde
en er bij bals van achter een zwaar
fluwelen gordijn de klassieke wals
jes en polonaises ten gehore bracht.
Het begon zo. in een hoek van de
studeerkamer van Miekes vader,
die viool speelde, stond eens een
grote viool zo'n grote als Mieke
nog nooi eerder gezien had: een
cello. Eerst keek ze alleen maar
en toen probeerde ze met een vin
gertje de snaren die zacht en don
ker gonsden als ze er over heen
streek. En heel leuk was het ook
aan een van de snaren hard te
trekken en hem dan plotseling los
te laten: alsof een zware verre
kerkklok begon te luiden zo
kloifk dat.
Tot er een snaar sprong en toen
nog een en Mieke een standje
kreeg: zo erg, dat ze begon te hui
len. Het klonk zo mooi ik kon er
niet afblijven, snikte ze. En een paar
weken later gebeurde het wonder:
een vriend van haar vader, die een
muziekwinkel had, gaf haar een cel
lo. Een kleintje een halve cello,
zoals dat heet.
Zo begon de liefdesgeschiedenis van
Mieke Smalhoutvan Wees, die op
1 april afscheid zal nemen van het
orkest van de Nederlandse Opera,
waar ze eerste celliste is.
Een wonderkind is ze eigenlijk ge
weest, al glimlacht ze daar nu zelf
om. Ze speelde als heel klein meisje
al op culturele avondjes van zeer
vooraanstaande families, en ze her
innert zich nog altijd dat bij zo'n ge
legenheid oud-minister Patijn haar
tot zijn tafeldame koos, en prikkel
limonade in haar champagneglas liet
schenken. Hij dronk haar huldigend
toe en wenste de kleine musicienne
een voorspoedige carrière.
Zo erg voorspoedig ging het niet
voorspoed is zelden het deel van een
kunstenaar, en ook Mieke Smalhout
heeft wel een tijd gehad, dat ze in
een restaurant moest spelen om het
brood te verdienen. Ze vond het niet
erg al vond ze het prettiger, nu
zestien jaar geleden haar aanstelling-
te krijgen in het opera-orkest. Ze zat
er als een klein frêle vrouwtje, ver
knocht aan het grote instrument: de
cello. Ze heeft er zo hard gewerkt,
dat haar armen soms pijn deden,
want men mag zich wel eens realise
ren, dat een kunstgezelschap als de
opera de subsidie niet cadeau krijgt.
Wie rijkssubsidie ontvangt moet be
reid zijn in geheel Nederland en niet
(Advertentie)
1 P-I 1 ihiIHH?
MIEKE SMALHOUT
..afscheid van opera-orkest..
alleen in Amsterdam kunst te bren
gen. Dat betekent voor de leden van
opera-orkest vaak: 's morgens repe
teren in de schouwburg te Amster
dam, boterhammetje meenemen, 's
middags met de bus naar Groningen,
of naar Arnhem of naar Enschede,
of naar Eindhoven, 's Avonds dan
daar de voorstelling van opera of
ballet en 's nachts terug met de
bus naar Amsterdam. En de volgen
de morgen weer repetitie. „Je moet
heel wat fiedelen voor je subsidie",
glimlacht Mieke Smalhout.
Af en toe gaf ze niettemin ook nog
een recital, soms voor de radio, soms
in de kleine zaal van het Concertge
bouw. Ze was ook nog een tijdlang
lid van een kamermuziek-gezelschap.
Voor alle repetities en voor het in
studeren van een sonate van Beet
hoven, een cellostuk van Schumann,
een knap maar razend moeilijk stuk
van Willem Pijper vond ze toch nog
altijd tijd.
En ze had ook nog een gezin
ze heeft er zelfs een jaar gele
den nog een baby bijgekregen. De
opera gaf haar toen een paar
maanden verlof; toen die voorbij
waren heeft ze weer haar taak op
gevat maar het is haar nu toch
te veel geworden. Bovendien gaat
haar man, die arts is, zich vestigen
in Utrecht, en daarom neemt ze
dan afscheid van de opera. ..Mijn
liefste herinneringen? peinst ze.
„Dat zijn die aan Jozef Krips, de
grote dirigent, die telkens als hij
met het opera-orkest musiceerde,
zich als een lieve vader voor mij
gedroeg".
Dat dagelijks musiceren zal dan
thans voorbij zijn? Natuurlijk niet,
want we zeiden toch al dat dit een
liefdesgeschiedenis was Mieke Smal
hout houdt van haar cello en elke
dag vindt ze haar geliefde, leunend
tegen de zware vleugelpiano terug.
„Mijn man speelt voortreffelijk pia
no", zegt ze, „en het zal dus weer
net als vroeger worden, toen ik een
klein meisje was en we in Amers
foort woonden. Elke woensdagmiddag
en zaterdagmiddag speelde ik uren en
uren lang op mijn kamertje, met het
raam open. En pas als ik de kar van
de bakker hoorde komen, hield ik op.
En als hij langs mijn raam kwam,
begon ik vreselijk te huilen en te
snikken: „alle kinderen mogen lek
ker buiten spelen en ik ik moet
oefenen op die nare cello. Zo'n mede
lijden had de bakker met me, dat ik
altijd een krentenbol van 'm kreeg-.
En als hij weg was ging ik weer lus
tig verder met mijn cello Heerlijk
was het, en heerlijk zal het altijd
blijven!"
Keurig vlechtwerk,
waaraan de jeugd
plezier beleeft
Nu we midden in het tijdvak zitten
an het binnenshuis doorbrengen van
vrije tijd, is men dikwijls blij met
nieuwe suggesties. Vroeger was het
„matjes vlechten" voor de kleintjes
altijd heel aantrekkelijk. Ook tegen
woordig ziju er gezellig kleurige 1
op- 1 neer-werkjes, die door de aller
jongsten graag gedaan worden.
Maar zijn de kinderen iets ouder,
dan vinden ze het leuk iets te kun
nen fabrieken, dat gebruikt kan wor
den en dan is de aardigheid van die
eenvoudige rechte, platte dingsig-
lieidjes er gauw af!
Op het gebied van vlechten wordt er
momenteel een heel aardig werk op
de markt gebracht. Het is een be
paald vlechtswerk uit de „Pitriet
Hobbydozen". De ontwerper heeft
van jongsaf aan in het rietwerk ge
zeten en kent het hele werk dat
lang niet eenvoudig is, op zijn
duimpje. Hij is natuurlijk doorkneed
in allerlei kneepjes van het métier.
Hierdoor kon hij er op een gegeven
ogenblik toe komen het procédé te
reduceren tot zijn allereenvoudigste
vorm.
Bij het rietvlechtwerk worden
naast grote stukken natuurlijk
ook allerhande kleine werkjes ver
vaardigd. Wij kennen er allemaal
wel voorbeelden van. De expert kon
overzien, welke modellen in zeer ver
eenvoudigde vorm konden worden
uitgevoerd en toch voldoen. Kunste
naars maakten ontwerpen en de ini
tiatiefnemer zorgde voor een duide
lijke en prettig gestelde handleiding,
zodat ook zij, die geen vlechterva-
De naam jrBoussac" is in Neder
land sedert enkele jaren bekend door
de voorjaarsmodeshows welke de
Franse katoenkoning Boussac in ons
land houdt, in samenwerking met de
Nederlandse stoffendetaillisten. Deze
week is de Boussac-voorjaarsmode-
show 1958 in Amsterdam en Den
Haag gestart met een grote ver
scheidenheid van bezienswaardige
katoenen, waarvan de dessins even
als andere jaren vaak zeer origirieel
zijn. Op de foto's hiernaast ziet men
twee modellen van de show: een
jeugdig modieus zomerjurkje, en een
wat gekleder toilet waarmee de ont
werper wil bewijzen, dat katoen ook
voor avondkleding elegant kan zijn.
Deze collectie van Franse katoe
nen komt binnen enkele dagen ook
naar Zeeland. Op dinsdag 18 februari
wordt onder auspiciën van een Mid
delburgs stoffenmagazijn een tweetal
shows gegeven in het ..Schuttershof"
te Middelburg. Vijf mannequins (één
Nederlandse, vier Frangaises) zullen
daar de modellen van deze collectit
tonen.
ring bezitten, de voorwerpen keurig
kunnen maken.
De kern wordt door enkele eenvou
dige handgrepen verkregen uit on
derdelen, die op maat zijn gesneden.
Heeft men de uiterlijke vorm, dan
komt de eigenlijke techniek van het
vlechten en dit wordt uitgevoerd met
het moderne materiaal „plastic pit
riet". Dit is heerlijk soepel, onbreek
baar en kleurecht. Het vlechtriet is
hol, wat een groot voordeel heeft.
Moet er op een gegeven ogenblik
verlengd worden, dan vindt men in
de doos dunnen staafjes, die in het
holle pitriet gestoken kunnen wor
den, waardoor een onzichtbare ver
binding tot stand is gekomen.
Mandjes, schaaltjes, bakjes etc. kun-
Praktisch om mee op reis te nemen
is dit vest, 'n creatie van de Engelse
mode-Industrie „Tricosa". Het is uit
gevoerd in nylon gemakkelijk
wasbaar, snel drogend! en wordt
in vele kleuren op de Engelse markt
gebracht. Het jeugdige modelletje is
vooral voor teen-agers bijzonder ge
schikt.
(Van onze redactrice)
Er is wellicht geen gezegde dat,
meer versleten en afgezaagd is
dan de bekende uitspraak Zeg
het met bloemen". Een uitspraak die
echter, ondanks de versletenheid en
afgezaagdheiddagelijks in de prak
tijk gebracht wordt door tienduizen
den mensen over de gehele wereld,
want nog altijd zijn bloemen de
meest voor de hand liggende repre
sentanten van bepaalde gevoelens.
Wij wensen een jarige geluk door
hem of haar bloemen te sturenwij
zenden Flora's afgezanten aan hen
die een hoogtijdag in hun bestaan be
leven,en ook in onze moderne tijd
schenkt de verliefde jongeling zijn
uitverkorene nog wel eens bloemen.
Zelfs de kleuter die zijn moeder een
handvol kris-kras geplukte veldbloe
men brengtkwistig gegarneerd met
achteloos afgerukte grassprieten,
brengt onbewust al het spreekwoord
„Zeg het met bloemen" in de prak
tijk
De mens die niet van bloemen houdt,
moet waarschijnlijk nog geboren
worden. De bloem is weliswaar
slechts voor enkele dagen, soms zelfs
maar voor enkele uren van een
zo volmaakte schoonheid als mensen
handen nooit zullen kunnen maken.
Bloemen beantwoorden aan 't eeuwi
ge verlangen van iedere mens naar
die volmaakte, maar onbereikbare
schoonheid...
Een van de vele sierlijke illustraties
uit het boekje ,fDe beminnelijke
kunst bloemen te schikken".
nen er van gemaakt worden. Een
voordeel is, aat het zo gemakkelijk
af wasbaar is.
Ditzelfde werk vormt ook een prach
tige afleiding voor zieken -jong en
oud die zo graag hun tijd wat nut
tig willen doorbrengen.
Elk mens houdt van bloemen
maar slechts weinigen verstaan
de kunst van het bloemen schik
ken. Wij kopen bloemen, we krijgen
ze cadeau of we plukken ze in eigen
tuinen dan gaan we ze „even in
een vaas zetteyi". Ja, „zetten" is het
goede woord voor wat we met die
bloemqji doen: als soldaatjes in het
gelid gaan ze in een vaas, allemaal
met even lange stengels, met nauw
keurig uitgemikte tussenruimte tus
sen de bloemkelken. De vaas is mis
schien een kostbare antieke vaas of
een bewonderenswaardig stuk moder
ne pottenbakkerskunst maar als
men bloemen erin zet alsof het num
mers zijn inplaats van kleine, leven
de en geurende wonderen, kan men
net zo goed een oude lampetkan ne
men, want een „bloemstuk" wordt
het niet. En toch is bloemen schikken
een kunst die vele mensen zouden
verstaan wanneer ze Flora's kinde
ren eens met liefdevolle aandacht
van alle kanten bekeken!
r~ en Japanner met de weluidende
F naam Jiukyuschi de man was
priester heeft het volgende
gezegd:
,JHet bestuderen van de kunst
van het bloemen schikken is het
mooiste middel om licht te bren
gen in*de beminnelijke uithoeken
van onze ziel"....
Deze uitspraak heeft de schrijver
Peter Martin Urtel geïnspireerd tot
het samenstellen van een klein, alles
zins dichterlijk boekje dat hij noem
de: „Die anmutige Kunst, Blumen zu
ordnenEen boekje dat een kleine
wonderwereld opent voor elke bloe
menliefhebber die nooit bewust heeft
beseft, dat het schikken van bloe
men „een kunst is, waarvoor deze
voorwaarden nodig zijn: maatgevoel,
evenwicht en harmonie, afwisseling
en ritme..." Eenvoudig en tegelijker
tijd gecompliceerd dus, deze kunst-
Veel kan men uit dit boekje ook
leren omtrent de belangrijke
rol welke de vaas, de schaal,
de kan de „omlijsting" dus van
het wordende bloemstukje in de
kunst van 't bloemen schikken speelt,
en over de kleuren, hun wezen en
hun werking. Maar niet alleen dich
terlijke (soms zelfs filosofische) taal
spreekt de bloemenschikker in dit
boekje: hij leert U ook kleine kunst
grepen en handigheidjes om uw
(vaak kostbare) bloemen zo lang t
gelijk goed te houden, en vertelt U
zeer interessante dingen over het
„Ikebana", de Japanse kunst van
het schikken van bloemen.
Dit werkje over de schone kunst
van het omgaan met bloemen is een
uiterst beminnelijk boekje, niet in de
laatste plaats door de ragfijne illu
straties die het verfraaien. Het is ook
voor de Nederlandse bloemenliefheb
bers te koop, in een uitstekende ver
taling van Rob de Wilt, door Mous-
saulfs uitgeverij N. V. te Bussum
uitgegeven onder de titel „De bemin
nelijke kunst bloemen te schikken".
Uan ozóuh)
tot OZÓUH)
Het was tegelijk een geslaagde
reclame én een ontroerende
menselijk geval, en ik heb er
met enige vertedering naar zitten
kijken. Wij leven nu eenmaal in het
klimaat van de enorme verrassingen
misschien als een tegenwicht voor
de gelijkgeschakelde eentonigheid
van het bestaan?
In elk geval worden de briefjes
van duizend, de volledige ameuble
menten, de reizen, de auto's, de ont
moetingen met verre bloedverwan
ten regelmatig uit een hoorn des
overvloeds over de verbaasde hoof
den van een paar geluksvogels ge
schud.
Och ja, waarom ook niet? Wat ls
er op tegen dat een of ander bedrijf
dat van een duizend gulden niet ar
mer wordt eens een keer voor Asse
poesters petemoei gaat spelen, en de
innigste hartewens tot werkelijkheid
tovert
Als ik daarom het plaatje bekijk
van dat stralende kantoorjuffertje,
dat dank zij een zwaai van pete-
moei's gouden staf met een volsla
gen nieuw aanschijn uit Parijs te
rugkeert: dan gun ik het blad even
gul de geslaagde stunt als het lieve
kind het avontuur van haar leven.
Het is geen kleinigheid om één keer
in een alledaags bestaan in de spie
gel te kunnen kijken en te glimla
chen: Wel Assepoes, je bent dan
toch maar glorieus naar het bal ge
weest.
Geweest: daar klinkt dat hate
lijkste woord ter wereld weer
tergend na. Want er komen
altijd twaalf onverbiddelijke klok
slagen en een terugkeer tot de grau
we, eentonige dagelijkse plichten. En
ik vraag me met oprecht meegevoel
af, hoe de gewezen prinses dat zal
verdragen.
Want de flatteuze coiffure zal on
verbiddelijk uitgroeien en verflensen,
het fraai opgemaakte gezichtje zal
weer en wind te verduren krijgen,
de sierlijk bijgewerkte wenkbrau
wen ontberen al heal gauw weer de
meesterhand, de flatteuze gedecol
leteerde haute-couture-japon is geen
dracht voor kantoorwerk.
Tenzij Assepoes natuurlijk uit dit
avontuur iets geleerd heeft: Tenzij
de simpele waarheid haar plotseling
is duidelijk geworden, dat geen
vrouw onaantrekkelijk behoeft te
zijn als zij niet wil.
J-
I
A
Een redelijke kans op een aan
trekkelijke verschijning is binnen
ieders bereik daarvoor behoeft
zeker een twintigjarige niet naar
Parijs te sporen. Er zijn in ons eigen
bescheiden land lang niet onaardige
schoonheidssalons te vinden, waar
van het bezoek vrij wat goedkoper
uitvalt dan bij die beroemde ge
zichtstovenaar en waar élke
vrouw, ook het saaiste onopvallend
ste meiske, met een herboren uiter
lijk vandaan komt.
Mits zij het geduld en de wils
kracht belooft op te brengen om zich
strikt aan de gegeven adviezen te
houden en élke dag een klein, maar
noodzakelijk ritueel te volbrengen, is
dat plezierig uiterlijk ook blijvend
gegarandeerd.
Misschien komt daar nog wel
het een en ander bij: een ge
regelde leefwijze, lange nacht
rust, veel beweging in de frisse
lucht, matig snoepen, gezonde kost
met behoorlijk fruit en rauwe groen
te, een veerkrachtige tred, een zelf
bewuste houding
Het is zo wel het een en ander dat
de ervaren schoonheidsspecialiste
haar klanten met nadruk inprent,
want zij heeft dagelijks te vechten
tegen het gemakzuchtig vooroordeel
dat een fraai uiterlijk in een doosje
met een donsje zit verstopt, om ge
makshalve zo maar even aan de bui
tenkant opgesmeerd te worden.
Bewonderde en benijde filmsterren,
mannequins, foto-modellen en zelfs
society-dames krijgen het fraaie
plaatje in de krant heus niet cadeau,
maar moeten zich van alles ontzeg
gen aan de ene kant en zich behoor
lijk wat inspanning getroosten aan
de andere.
Zij hebben dat er echter voor over,
want zij willen attractief zijn. zij
moéten het vaak wel, en dat is mis
schien wel de allereerste voorwaarde
om dit opzicht en in vele andere
- te slagen.
Fernand Aubrey heeft volkomen
gelijk als hij zegt dat er eigenlijk
geen lelijke vrouwen zijn. Monsters
afstotelijkheid ben ik van mijn
praktisch niet tegen gekomen,
en zelfs die krijgen van de onbarm
hartige moeder Natuur nog we! er
gens een kleine compensatie. Het is
maar de kunst die compensaties uit
te buiten en daarop de aandacht te
vestigen, opdat het minder aantrek
kelijke over het hoofd wordt gezien.
Maar vooral het jonge geslacht
schijnt fatalistisch doordron
gen te zijn van de mening, aat
het gemak allereerst de mens dient
en dus van het hoogste belang is. Zij
trekken maar iets aan dat gemakke
lijk zit. hoe slobberiger hoe liever,
zij gaan gekapt als een poppekop.
die door een boos klein meisje met
een grote schaar is bewerkt èn toen
in de regen op de stoep gegooid.
Want, nietwaar, dat korte pieken-
haar zit zo lekker, je behoeft het
nauwelijks uit te kammen. Als zij
dan voor een paar licht bijziende
ogen nog de lompste donker omran
de bril opzetten die de opticien te
koop heeft: dan levert dat niet alleen
een schouwspel op om moedeloos bij
te worden maar het wekt ook de
zwartste vermoedens van een totale
onverschilligheid voor het eigen
uiterlijk.
Wie de naargeestige onverschillig
heid een flinke por moesten toedie
nen? Ik zou het niet weten -- of het
moest de opgroeiende jongelingschap
SASKIA,