VOORAL
KLEINE
EUROPESE WAGENS
In V.S.: MODE de grote factor
In ons werelddeel: de ECONOMIE
Zeshonderd, magisch getal voor
mensen met kleine beurzen
KONINGIN VAN DE R.A.I.
DINSDAG 11 FEBRUARI 1958
PROVINCIALE
ZEEUWSE
COURANT.
Fabrikanten streven doelbewust
naar een nieuwe klasse
(Van een onzer
verkeersredacteuren
Zeshonderd is een magisch getal
geworden in de auto-industrie. En....
zo langzamerhand ook in de ogen
van een steeds grotere groep men
sen met kleine beurzen, die toch vin
den dat zij aan een auto toe zijn.
De goggomobil T 600: splinternieuw
en helemaal een „echte" auto.
Zeshonderd betekent: een nieuwe
klasse, kleiner dan wat een paar
jaar geleden nog een kleine wagen
heette, groter dan de scootmobil, om
met deze verzamelnaam alles aan te
duiden, wat op drie of vier wieltjes
rijdt en is afgeleid van de motor
fiets en de scooter.
Twee jaar geleden was het grote
nieuws, dat Fiat met een „600" kwam,
een veelzijdig wagentje, groter dan de
befaamde Topolmo, plaats biedend
aan een heel gezin als de leden
daarvan tenminste niet te groot wa
ren pittig en in staat, iedere Euro
pese pas te nemen met volle belasting.
Dit jaar heeft de DAF gezorgd
voor een wereldprimeur op de R.
A.I. En ook deze primeur valt in
diezelfde klasse, die in ieder op
zicht aantrekkelijk is voor de ko
per met de kleine beurs en die niet
temin een redelijke mate van com
fort. in een volwaardige vierzitter
biedt.
Goggo's groeien
Er zijn op deze R.A.I. meer nieuwe
al of niet zo genoemde „zeshonderds".
Daar is bijvoorbeeld de Goggomobil
T. 600, een nieuwe wagen in de Gog-
goserie. Maar nu dan met een 2-cilin-
der-viertakt boxermotor als 2 CV
en als DAF vóórln en voorwielaan
drijving. Overigens blijft de kleine
Goggo. die nu met een 400 cc-motor
leverbaar is, populair. In Duitsland ls
hij op de lijst van produktiecyfers al
opgeklommen tot de zesde plaats. En
dat binnen 3 jaar. De produktie is nu
1000 per week.
Dan is er en nu beslist met een
motor, waarvan in Frankfort gefluis
terd werd dat hij er niet in zat de
D.K.W.-600. Alweer zo'n wagen, die
beslist over dat scootmobil-grensge-
bied is heengestapt en zonder aarze
ling een auto genoemd kan worden.
Het was „de" sensatie van Frankfort
en de geheimzinnigheid tevoren was
groot.
Drie andere bekende Duitse letters:
B.M.W. Ook hier een „600". Uiterlijk
minder een „echte auto" de voor
ste plaatsen voorlangs bereikbaar, de
achterste door écn deur aan de rech
terzijde maar toch zeker geen
scootmobiel meer. En hier alweer de
twee-cilinder, 4-takt boxermotor nu
echter achterin. Eigenlijk is die B.M.
W.-600 een piepklein autobusje het
heeft onder andere frontbesturing.
Maar dat breken met traditionele
vorm betekent ook dat binnen heel
wat ruimte vrijkomt.
Fiat 500
In dezelfde klasse zouden wij ook
nog de Fiat 500 willen onderbrengen
want de gehele opzet is zonder
meer die van een echte automobiel. Zij
het dan weer. dat de „club van lange
mensen" deze wagen misschien niet
zo gauw op zön verlanglijstje zal zet
ten. Al rydt hij al bijna een jaar op
onze wegen rond, deze Fiat 500 ver
schijnt op de 39e R.A.I. voor het eerst
als tweezitter en als vierzitter. In een
bijzonder mooie vorm heet deze Fiat
-500 „Bianchina": een elegante twee
zitter met de motor van de 500, doch
in een nieuwe fabriek, waaraan Fiat,
Pirelli en Bianchina deelnemen, ge
bouwd.
Het „Lelijke Jonge Eendje" Cl-
troën 2 CV en de Renault „4" zyn
niet nieuw. Qua cilinderinhoud ligt de
2 CV onder, de „4" hoven de 600 cc.
Maar wjj noemen ze toch nog even,
omdat zij In diezelfde aantrekkelijke
klasse thuishoren.
GROEIENDE BELANGSTELLING
Automatische transmissies
nog niet veel toegepast
(Van een onzer redacteuren)
De 39e R.A.I.-tentoonstelling van personenauto's, die op 13
februari om 14.15 uur voor het publiek opengaat, is niet alleen
de eerste Europese tentoonstelling van 1958, waaraan nog een
speciale betekenis kan worden toegekend, omdat Brussel dit
jaar vervalt, het is ook een tentoonstelling, waarop zich een
aantal zeer interessante ontwikkelingen aftekent.
Terwijl Amerika nog altijd naar „nog groter" en „nog meer
p.k.'s" streeft al maakt men geen reclame meer met hoge
snelheden ziet men in Europa een zeer duidelijke ontwikke
ling in tegenovergestelde richting. Korter gezegd: in de V.S.
bepaalt de mode de wagen, in Europa de fiscus! Maar wat
Europa betreft staat ongetwijfeld naast die fiscus ook nog de
geheel andere economische positie van de gemiddelde gebruiker,
want het is natuurlijk niet alléén de fiscus, die aanschaffings
prijs en kosten van rijden bepaalt.
Dat overigens de economie zelfs in de V. S. een woordje be
gint mee te spreken wordt wel aangefcoond door de steeds groter
wordende export van Europese wagens naar de nieuwe wereld.
Op deze 39e R.A.I. ligt het zwaar
tepunt ongetwijfeld allereerst op de
kleine, zuinige wagen van Europese
makelij. Daarna op de Europese mid
denklasse wagen. Men heeft gezocht
naar eenvoudige, betrouwbare con
structies en men heeft die gevon
den, wat niét eens zo gemakkelijk is,
omdat juist de kleine wagen om on
afhankelijk geveerde wielen vraagt.
Tweetaktmotoren verliezen terrein,
zij zijn niet zuinig genoeg. De kleine
viertaktmotoren worden steeds meer
luchtgekoeld uitgevoerd, zij het met
geforceerde koeling.
Met uitzondering van de nieuwe
DAF-personenauto en enkele
Franse wagens in de kleinere
klassen, zal men nog niet veel
automatische of half-automati-
sche transmissies aantreffen. Het
brengen van de meestal zware en
ingewikkelde en daardoor ook
vrij kostbare automatische
transmissie is op een kleine en
middelklasse-wagen minder een
voudig, dan op een grote Ameri
kaan.
In de V. S. heeft de automatische
transmissie het pleit wel gewonnen
zij het dan. dat men er altijd nog
extra voor betalen moet. Hiervan is
men in Europa behoudens in En
geland nog ver af. Uit zuinigheids
oogpunt zou een veelvuldiger toepas
sen, juist op de wagens met kleine
motortjes toe te juichen zijn. Immers
het kleine motortje met een hoog toe
rental vraagt veel schakelen. Wie
daar „geen plezier" in heeft, zal on
getwijfeld zijn motor een zwaar be
staan geven en het later in zijn
portemonnaie voelen.
Luchtvering
Luchtvering wordt in Europa nog
steeds slechts door één merk tocge-
Rast: „Citroen". In de V. S. is men
iermee veel verder, vooral bij
vrachtwagens en autobussen. En ook
op enkele personenwagens kan lucht
vering als „extra" geleverd worden.
De mode speelt in Amerika een zo
grote rol bi] de fabricage van auto
mobielen, dat de prijs er aanzienlijk
door beïnvloed wordt. Kon vroeger
een model drie jaar mee en werden
ieder jaar slechts een paar details ge
wijzigd, tegenwoordig zijn de fabri
kanten wel verplicht, elk jaar een
nieuw model te brengen. Dat bete
kent nieuwe matrijzen bij de fabriek
en een snelle afschrijving op het wa
genpark. De mode maakt het autorij
den in Amerika véél en véél duurder,
dan noodzakelijk is. Want die moto
ren van 300 p.k. en meer, die vrijwel
nooit méér dan een vierde van hun
vermogen leveren, zouden ook wel
tien jaar meegaan!
Aandacht voor veiligheid
Blijft Europa hierbij achtgr? Be
slist niet. De Europese constructeur
ziet niets in 7-liter motoren. De grens
ligt hier bij 2.5 liter en daar kan men
alles mee doen. En wat de modellen
betreft: een Europees ontwerp blijft
vijf tot zes jaar „modern".
Terwijl Engeland het verst is met
automatische transmissies, valt in
Duitsland nog weinig te bespeuren
van automatisering bij de massapro-
duktèn. De soepeler ophanging van
de motoren deed een grotere behoefte
ontstaan aan een flexibele verbinding
tussen koppeling en koppelingspe
daal. Hiervoor past men meer en
meer een eenvoudige hydraulische
overbrenging toe. Dit heeft dan te
vens het voordeel, dat men met han
gende pedalen kan werken, waardoor
een van de oorzaken van tocht wArdt
weggenomen.
Dit is de duurste auto van de
R.A.I.-TENTOONSTELLING
de Bentley Drophead Coupé, 'n zusje-
van de Rolls Royce. De prijs wordt
de serieuze liefhebbers „op aan
vraag" meegedeeld, zoals dat heet,
maar ook de belangstellende leek,
die om financiële redenen niet
serieux genomen wordt, mag 't wel
weten: ongeveer f 90.000. De Bentley
Drophead is nog nooit eerder in Ne
derland geweest. Een R.A.I.-primeur-
tje dus. De carrosserie is van de Rolls
Royce-ontwerper Park Ward. De mo
tor is een 6 cilinder (4887 cc).
De panoramische voorruit wint
veld ondanks het feit, dat hij vrij
kostbaar is. Verwarming met frisse-
lucht-menging kómt er steeds meer
in en voorts ziet men, dat ook in
Europa meer aandacht wordt besteed
aan de veiligheid: inatrumentenbor-
den en randen van zonnekleppen wor
den bekleed met rubber stootranden
en er wordt meer zorg gegeven aan
veilige portiersloten. Bovendien gaat
het aantal wagens, waarvan de por
tieren aan de voorzijde openen, ach
teruit.
Naar 80 kilometer
Dit is ongetwijfeld de R.A.I., die
de grootste verschuivingen te zien
gaf sinds de oorlog. Direct na de
oorlog wilde de Nederlander een
Amerikaan hebben. Die had hij
immers voor de oorlog óók gehad.
Nu bedraagt de impo.rt van Ame
rikaanse automobielen slechts nog
enkele procenten van de totale im
porten. En diezelfde Europese wa
gen, waar de Nederlander tegen
woordig naar vraagt, wordt in
grote getallen over de oceaan ge
zonden
Terwijl vier jaar geleden 120 km/
uur nog als een belangrijke „Auto-
bahndauergeschwindigkeit" werd ge
zien, komt men ook daar enigszins
van terug. Men is tevreden met kruis-
snelheden van circa 80 km/uur. Vol
gens deskundigen zal de behoefte aan
grotere, snellere wagens bij de steeds
groter wordende verkeersdichtheid
eerder afnemen dan toenemen. Niet
temin moet men de automobiel in de
klasse 5000 tot 7000 gulden als de
werkelijke gebruikswagen zien en het
zou zeker onjuist zijn uit deze ver
minderde vraag naar hogere snelhe
den te concluderen, dat ae Europese
middenklassewagen te groot is ge
worden. Maar wel kan men zeker
ook op deze tentoonstelling vast
stellen, dat de tijden, dat er een groot
verschil was tussen de grote „toerwa-
gen" en het „kleine, vulgaire automo
bieltje", voorbij zijn. Technisch is de
kleine wagen evenveel waard als de
grote. Men komt er misschien alleen
wat minder hard mee vooruit en'
heeft wat minder ruimte. Maar hij
brengt U net zo goed naar iedere
plaats in Europa en hij kan iedere
bergpas van het oude werelddeel de
baas.
De koper van een kleine en zelfs
een kleinste automobiel krijgt in 1958
een volwaardig produkt. En de koper
van een grote „Europeaan" heeft
daar een wagen aan die in geen
enkel opzicht onderdoet voor de Ame-
kaanse wagen en die bovendien veel
meer gebouwd is op de Europese be
hoeften en het Europese wegennet.
Dót is één van de dingen, die op deze
R.A.I. wel heel duidelijk naar voren
komen.
Elf miljoen voor een
nieuw R.A.I.-gebouw
§j De besprekingen tussen de RAI j§
en de gemeente Amsterdam M
over de financiering van de |j
bouw van een nieuw tentoon-
M stellingsgebouw (kosten onge- H
H veer 11 miljoen gulden) hebben M
een gunstig verloop. Het „RAI- M
gedeelte" van het benodigde J
bedrag is beschikbaar; de eni- j|
ge moeilijkheid ligt echter bij
het gedeelte, dat de gemeente
i moet financieren. Men ver- M
wacht dat met de bouw, die in
totaal 2 tot 2% jaar zal duren M
m juli of augustus a.s. wordt H
beginnen. M
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiii¥
ROLLS ROYCE:
B.M.W. 600: een piepklein busje met karakteristieken, die doen denken
aan de scootmobil en veel ruimte.
Fijnproevers:
eerbiedig
hoed af
Tussen al het glan
zend lak, 't oogver
blindend chroom en de
tienduizenden paarde-
krachten op de R.A.I.-
tentoonstelling in Am
sterdam staat ook weer
de automobiel waarvoor
ie fijnproevers eerbie
dig hun hoedje zullen
lichten: De Rolls Royce,
het koninklijke voertuig
dat al sinds tientallen
jaren zijn weg vond
naar paleizen over de
gehele wereld.
De R.R. zal op de
R.A.I. geen sensatie
brengen. Bij deze def
tige wagen past geen
andere dan een exquise
sfeer. Ook zal er geen
importeur bij staan die
de R.A.I.-bezoeker toe
roept: „Komt dat zien,
komt dat zien...! Zelfs
geen prijskaartje is er
bij.
De Rolls Royce zal op
de R.A.I. misschien één
koper krijgen cn die
kwam er beslist niet met
de gedachte: „Welke wa
gen zal ik nu eens aan
schaffen. Terwijl het
voor tienduizenden show
bezoekers dit jaar weer
zeer belangrijk zal zijn
of de nieuwe aanwinst
nét onder de 4000 of 5000
gulden komt, speelt bij
de nieuwe Rolls Royce-
bezitter de paar duizen
den onder of boven de
60.000 geen rol. „Th
best car in the world",
de traditionele, nimmer
betwiste claim van de
Rolls Royce is voor hem
de enige maatstaf.
Na de oorlog zijn er
ongeveer 50 van
deze auto's in Ne
derland verkocht. Die
staan allemaal zélfs
de vooroorlogse zorg
vuldig geboekt, want de
Engelse fabrikant houdt
zijn clientèle in hoge ere.
Op gezette tijden komt
een technisch inspecteur
naar Nederland en kun
nen alle bezitters van
een Rolls hun wagen
zonder enige kosten la
ten testen.
Repareren? Nee, daar
over spreekt men bij de
ze koninklijke auto niet.
De fabriek verricht con
troles en brengt verbete
ringen aan. Elk tech
nisch nieuwtje van de
fabriek wordt op iedere
Rolls Royce, hoe oud de
wagen ook is, en waar
ter wereld hij ook rijdt,
zonder kosten aange
bracht. De Rolls moet
„bij" blijven.
Wat die reparatie
betreft: bekend is
het verhaal van
ccn Rolls Royce-bezitter,
die ergens in Italië pech
kreeg met zijn achteras.
Hij telegrafeerde de fa
briek en die zond onmid
dellijk een monteur met
reserve-as naar de
plaats waar het onheil
geschiedde. Enkele
maanden na de reparatie
schreef de eigenaar van
de auto de fabriek om
een rekening, later nog
eens, maar er kwam
geen antwoord uit Enge
land. Toen hij geruims
tijd later opnieuw bij de
fabriek informeerde hoe
het met de rekening
stond, zei men daar van
.niets te weten. Een reke
ning voor een nieuwe
achteras? Sorry, de ach
teras van een Rolls Roy
ce kan niet breken. Dit
moet een misverstand
zijn
In Engeland wordt de
Rolls Royce hoewel er
slechts "enkele auto's
per dag worden gemaakt
(van „uit de fabriek rol
len" is hier natuurlijk
geen sprake) beschouwd
als een nationaal pro
dukt van de allerhoogste
orde, de personificatie
van de Engelsman
stijl, degelijkheid en
vakmanschap.
Aan de bouw van deze
auto, die in de prijsklas
se van 60.000.tot
f 70.000.— valt, is dan
bok alle mogelijke zorg
besteed. Ieder onderdeel
tje is vervaardigd van de
beste materialen en tot
in de finesses beproefd.
Alles aan cn in de auto
van de zware lederen
fauteuils, het notehouten
daslibord en de lainbrize-
ring tot het kleinste
schroefje van de bumper
heeft een bepaalde zin.
Vandaar ook dat maar
éénmaal in de zes of ze
ven jaar de Rolls Royce,
een verandering onder
gaat. Voor deze automo
biel is de mode geen gril
•of een tijdverschijnsel
maar uitsluitend wat
goed en mooi is.