Puzzel-rubriek
1
i
Klanken uit de ether
ESMERALDA DE MIS
DE AVONTUREN VAN FLIP EN FLOP
ZATERDAG 1 FEBRUARI 1958
PROVINCIALE ZEEUWSS COURANT
Na alle sneeuwpret en sneeuwrommel gaan we weer gewoon door met onze
wekelijkse puzzel. Na de vele moeilijkheden in het begin van dit puzzel
seizoen gaan we de laatste tijd toch weer met een rustig gangetje door.
Nooit meer boze brieven van verwoede puzzelaars, niets dan lof en goeds
voor ons. We ontvangen echter wel vaak verzoeken om de totale stand van
zaken nu eens te vermelden, maar hieraan kunnen we echt (nog) niet
voldoen, daar de spanning er anders al af gaat. We moeten tot het laatste
zien vol te houden.
X
J
S
7
y
s>
9
0
/J
'V
fé
ys
7
'f
io
u
Z3
2S
2#
2f
JO
■S2
•V
JS
JS
VS
VI
V
Vf
Té
s/
De winnaars werden deze week:
Mejuffrouw A. Deïst, „Pitshoeve",
IP. Knuist, Rimmelandstraat 6 te
Goes 2.50, de heer H. F. Meijer,
Boulevard 54 te Breskens 2.50 en
ocnoL, Jtt.v. nauier u, oaiiai.uxiiuu.de heer J. Flipse, Klein Vlaanderen.
Zonnegloren te Soest 2.50, de heer 31 te Middelburg 2.50.
De oplossing is:
Horizontaals 1 handel, 5 domper, 10
bob, 12 pas, 13 lb, 15 trompet, 16 RM,
17 zak, 19 kop, 20 edel, 21 alk, 23
tree, 24 otter, 26 cello, 27 turen, 29
voren, 32 even, 34 man, 35 demi, 37
sen, 40 lijn, 41 Tl., 42 bedaard, 44
N.N., 45 mot, 46 eik, 48 karmijn, 49
akelig.
Verticaal: 1 huizen, 2 n.b., 3 dot, 4
Ebro, 6 open, 7 mat, 8 p.s., 9 rimpel,
11 emelt, 14 bad, 16 roe, 18 kegelen,
19 kriegel, 21 atoom, 22 keten, 24
o.l.v., 25 run, 28 bestek, 30 rabat, 31
vinnig, 33 vel, 86 mijn, 38 getij, 39
trek, 42 bom, 43 die, 45 mr., 47 kl.
Horizontaal: 1 polder in N.-Hol-
land, 5 dichter, 10 grondsoort, 11
meisjesnaam, 12 eenvoudig, 15 tekort,
17 oudste zoon van Noach, 18 niets,
20 afval van steen, 21 nuttigen, 23
genoeglijke herrie, 24 houding, 25
maag van koe, 27 duw, 28 zweefrek,
30 voorzetsel, 31 regel, 34 nachtjager,
36 uitroep, 38 verdragsorganisatie, 40
oude lengtemaat, 41 slordig, 43 rivier
in Engeland, 44 niet op deze wijze,
46 onhandig jongmens, 48 telwoord,
49 moe, 50 plant, 51 bij uitzondering.
Verticaal: 1 stijgen, 2 ondeugdelijke
waar, 3 slag, 4 achten, 6 stad in Rus
land, 7 deel van skelet, 8 vis, 9 deug
niet, 13 een weinig, 14 deel van ge
zicht, 15 jenever, 16 bep. toon, 19
werptuig, 22 plant, 24 wortelen, 26
bruto, 27 windrichting, 29 uitroep
van smart, 30 ontdekker erfelijk-
heidswetten, 32 Joods boek, 33 onrus
tig bewegen, 35 soort takel, 36 ge
wicht, 37 agressief, 39 dieren, 41 ge
hoororganen, 42 verpakkingsmiddel,
45 lidwoord, 47 plant.
Inzendingen moeten aanstaande
woensdagavond in ons bezit zijn. In
zendingen te adresseren aan P.Z.Ct.,
Walstraat te Vlissingen met in de lin
kerbovenhoek van enveloppe of brief
kaart het woord „Puzzelrubriek".
ZONDAG 2 FEBRUARI.
HILVERSUM I. 402 m T4« kc/s. 8.00
VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR. 12.00 AVRO
17.00 VPRO. 17.30 VARA. 20.00—24.00
AVRO.
VARA: 8.00 Nws. 8.18 Gevar. progr. 9.45
Geestelijk leven, toespr. VPRO: 10.00 Geef
het door, eaus. 10.05 Voor de jeugd.
IKOR: 10.30 Ned. herv. kerkd. 11.80 Vra-
genbeantw. AVRO: 12.00 Lichte muz. 12.30
Sportspiegeï. 12(.35 Lichte muz. 13.00
Nws. en SOS-ber. 13,07 De toestand ln
de wereld, eaus. 13.17 Meded. of gram.
13.20 Europese kampioenschappen schaat
senrijden. 13.25 Gevar. progr. 13.55 Euro
pese kampioenschappen schaatsenrijden.
14.00 Boekbespr. 14.20 Europese kam
pioenschappen schaatsenrijden. 14.25
Gram. 15.05 Ontmoeting der levensover
tuigingen, disc. 15.30 Oude muz. 16.05
Dansmuz. 16.30 Sportrevue. VPRO: 17.00
Gesprekken met luisteraars, eaus. 17.15
Boekbespr. VARA: 17.30 Europ. schaats
kampioenschappen. 17.35 Voor de jeugd.
17.55 Nws. en sportuitsl. Daarna: sport-
journ. 18.30 Instr. sext. 19.00 Discussie.
19.30 Annemarleke, hoorspel met muz.
AVRO: 20.00 Nws. 20.05 Lichte muz. 20.35
Paul Vlaanderen en het Spencer Myste
rie, hoorspel. 21.15 Lichte muz. 21.35 Ca
baretprogramma. 22.15 Act. 22.30 Gram.
23.00 Nws. 23.15—24.00 Met de Franse
slag.
HILVERSUM n. 298 m 1007 kc/s. 8.00
NCRV. 9.30 KRO. 17.00 IKOR. 19.00
NCRV. 19.45—24.00 KRO.
NCRV: 8.00 Nws.- en weerber. 8.15 Gr.
8.30 Morgenwijding. 9.15 Orgelconc. KRO:
9.30 Nws. 9.45 Plechtige Hoogmis. 11.30
Gram. 11.40 Pianorecital, 12.20 Apologie.
12.40 Amus. muz. 12,55 Vormingsprogr.
K.A.B. 13.00 Nws. en kath. nws. 13.10
De Wadders, hoorspel. 13.30 Gram. 13.45
Boekbespr. 14.00 Concertgebouwork. 14.35
Streekprogramma. 15.05 Kamermuz. 15.30
Europ. schaatskampioenschappen. 15.35
Metropole-ork. en solist. 16.10 Sport. 16.30
Vespers. IKOR: 17.00 Zangdienst. 17.45
De kerk aan het werk. 18.00 Het geladen
schip. 18.30 De kerk aan het werk. 18.40
Catechisatie voor varenden. NCRV: 19.00
Nws. uit de kerken. 19.05 Gram. 19.25 Tot
ziens in Jeruzalem, gesprek. KRO: 19.45
Nws. 20.00 Bonjour Caroline, blijspel met
muz. 20.30 Act. 20.45 De gewone man.
20.50 Cabaret. 21.20 U bent toch ook van
de partij? eaus. 21.30 Sprong ln het
heelal, hoorspel. 22.10 Lichte muz. 22.35
Uit het boek der boeken. 22.45 Avondge
bed en lit. kal. 23.00 Nws. 23.15—24.00
Bas en piano.
TELEVISIEPROGRAMMA.
NTS: 20.00—21.30 Eurovisie. Eur. kamp.
kunstrijden op de schaats.
MAANDAG 3 FEBRUARI.
HILVERSUM I. 402 m 746 kc/s. 7.00
—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram.
8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.45 Idem. 9.10 De
groenteman. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40
Morgenwijding. 10.00 Gram. 11.00 Gram.
11.45 Zang en orgel. 12.10 Ondertekening
Benelux-verdrag. 13.15 Nws. en land- en
tulnbouwmeded. 13.35 Meded. en gram.
13.55 Beursber. 14.00 Voor de vrouw. 14.45
Viool en piano. 15.15 Humanisme en op
voeding. eaus. 15.30 Gram. 17.00 Voor de
Jeugd. 17.15 Voor de padvinders. 17.25
Sportmozalek. 17.35 Voor de Jeugd. 17.50
Mil. comm. 18.00 Nws. 18.15 Regerings-
uitz.: Rubriek verklaring en toelichting.
Serie: Wat biedt het nijverheidsonderwijs
onze Jeugd? VI. Het onderwijs in de beel
dende kunsten, door H. J. M. Basart.
directeur van de Academie voor Beel
dende Kunsten te Rotterdam. 18.25 Ama
teursprogramma. 18.50 Carillonspel. 19.10
Gitaarrecital. 19.30 Muzikale eaus. 19.45
Regerlngsuitz.: Landb.rubr. Landbouw
kundig weeroverz. 20.00 Nws. 20.05 De
radiscoop. 23.00 Nws. 23.15 Beursber. van
New York. 23.16 Act. of gram. 23.30—24.60
Frontloge.
HILVERSUM II. 298 m 1007 kc/s. 7.60
—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nws. en SOS-ber. 7.10 Ge
wijde muz. 7.50 Een woord voor de dag.
3.00 Nws.- en weerber. 8.15 Sportuitsl.
3.25 Gram 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor
de vrouw. 9.35 Raak de roos. 10.15 Gram.
10.30 Theologische etherleergang. 1115
Gram. 11.25 Gevar. programma. 12.15
Plechtige ondertekening Beneluxverdra-
gen. 13.15 Nws. en land- en tulnbouwme
ded. 13.35 Amus. muz. 14.05 Schoolradio.
14.35 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.16
Gram. 15.30 Viool en piano. 16.00 Bijbel
lezing. 16.30 Oude muz. 17.00 Voor de
kleuters. 17.15 Hoorspel voor de jeugd.
17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Rege-
ringsultz. Rijksdelen overzee. Zangen
rond het Sentanimeer ln Nederland»
Nieuw-Guinea door G. J. Sonke. 18.00
Orgelspel. 18.30 Sport. 18.40 Eng. les.
19.00 Nws.- en weerber. 19J0 Op de man
af, eaus. 19.15 Schoolzang. 19.35 Volk en
Staat, eaus. 19.50 Gram. 20.00 Radiokrant.
20.20 Amus. muz. 20.40 Een kopje koffie
voor oom Hans. hoorspel. 21.25 Orgel
conc. 22.00 Klankb. over de jaarlijkse
boomplantdag der Israëlische jeugd. 22.15
Boekbespr. 22.25 Vocaal ena. 22.45 Avond-
overdenking. 23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.46
—24.00 Het evangelie ln Esperanto.
TELEVISIEPROGRAMMA.
NTS: 12.15—13.00 Plechtige onderte
kening Benelux-akkoorden.
NCRV: 20.30 Attentie. 21.00 In de auto
naar Trenton en Cambden, éénakter. 21.45
Samenkomst Leger des Heils.
NTS: 22.30—22.50 Eurovisie: Filmoverz.
wereldkampioenschappen bobslede.
HOOG EN LAAG WATER
2 februari.
Vlissingen
Terneuzen
Hansweert
Zierikzee
Wemeldinge
3 februari.
Vlissingen
Terneuzen
Hansweert
Zierikzee
Wemeldinge
0.12 1.67
0.41 1.83
1.08 1.98
1.21 1.27
1.49 1.50
1.01 1.89
1.29 2.04
2.03 2.16
2.17 1.36
2.44 1.61
12.43
1.79
6.39
1.82
19.00
1.76
13.10
1.95
7.03
1.98
19.29
1.92
13.42
2.10
7.35
2.12
20.01
2.06
13.54
1.35
7.29
1.48
19.41
1.47
14.17
1.60
7.32
1.74
20.01
1.78
13.27
2.00
7.31
2.03
19.46
1.90
13.55
2.15
7.57
2.19
20.17
2.06
14.35
2.27
8.30
2.33
20.50
2.20
14.47
1.48
8.12
1.61
20.22
1.52
15.08
1.74
8.23
1.89
20.46
1.79
„Het zit zo in het leven,"
tsjirpte Esmeralda met
haar verwaande hoge
mussestem, „het zit zo;
niet iedereen kan als pa
radijsvogel, als goudvink
of zwaluw geboren zyn
(dat waren de drie vo
gels waar ze het meest
jaloers op was). Maar,
ik zeg maar zo: elke vo
gel kan proberen te le
ven als een paradijsvogel,
een goudvink of een zwa
luw
„Zo vindt U dat?" vroeg
Marietje Mus, haar
nichtje, die zich nooit
in haar leven druk had
gemaakt om andere vo
gels en tevreden was
met haar eigen lawaaie
rig mussenest onder
de pannen. „Maar tante
Esmeralda, hoe kunt U
leven als een paradijs
vogel Wij wonen in Ne
derland en paradijsvogels
ver over de oceaan. En
hoe kunt U leven als een
goudvink? U zou nooit
zo kunnen fluiten. En
hoe kunt U leven als de
zwaluwen? Uw vleugels
zijn lang zo spits niet;
U zou er nooit mee naar
de warme zon kunnen
vliegen zoals de zwalu
wen doen".
„Och, kind, dat zeg je
nou allemaal wel, maar
wie weet doe ik al die
dingen op een dag toch
nog eens. Wonen in een
tropenboom, fluiten als
een goudvink en vliegen
als een zwaluw tot ik de
warme zon vind".
„Hihi," gichelde Marie
tje Mus heel onbeleefd,
„hihi. ik zie U al".
Esmeralda de verwaande
mus vloog beledigd weg.
„Dom volk," tsjirpte ze,
,,ze weten niet wat het
betekent om deftig te
zijn. Als ze maar eens
zagen wie ik was".
Nou, gepraat werd er
genoeg over die rare Es
meralda, die het zo hoog
in haar mussekop had
en vooral toen Marietje
Mus vertelde wat tante
Esmeralda nu weer ge
zegd had, werd er drie
dagen lang om haar ge
lachen.
„Waarom lachen jullie
zo?", vroeg Esmeralda,
toen ze langs een boom
vol spreeuwen, mussen
en kraaien kwam, ..toe,
laat me ook eens mee-
lachen".
..We lachen om Koert, de
kraai. Hij zegt. dat het in
hot zuiden waar de zwa
luwen zijn, zo warm Is
dat de mussen er uit de
dakgoot vallen," zei een
achterneefje van Esme
ralda,
„Praatjes," zei Esmeral
da, „het zuiden is heer-
|\Jk, anders zouden zul
ke keurige vogels als de
zwaluwen er niet heen
gaan".
„Waarom is het zuiden
heerlijk, tante Esmeral
da?"
„Om alles, kind".
„Hè, toe, tante Esmeral
da, vertelt u ons eens
iets over het zuiden".
„Ik... ch... nou... eh...
het is er heerlijk,stot
terde Esmeralda, want
meer wist ze er ook niet
van.
„Hè, toe tantetje... ver
tel nou.. U bent de enige
die ons het Verhaal kan
doen".
Ze zeurden nog een hele
poos door tot tante Es
meralda van verlegen
heid wel weg moest vlie
gen. Maar de kleine mus
sen, de brutale spreeu
wen en de ondeugende
kraaien lieten het er niet
bij. Ze vlogen de hele
dag achter tante Esme
ralda aan en kr ij sten:
„vertellen, vertellen, ver
tellen... Kom tantetje!"
Ze gingen er zolang mee
dooi- tot Esmeralda zich
;een raad meer wist en
tesloot om naar het zui
den te gaan. Per slot
van rekening had ze al
tijd al willen gaan, ze
was meteen van die
schreeuwlelijken nf en
bovendien zou iedereen
als ze terugkeerde, be
grijpen dat z\j inderdaad
een bijzondere mus was,
iets tussen een paradijs
vogel en een zwaluw in.
Omdat ze bang was, dat
ze haar achterna zouden
vliegen of dat wijze en
verstandige vogels haar
misschien zouden tegen
houden, besloot ze om
's nachts te vertrekken.
In plaats van in haar.
heerlijk nestje te duiken
sloeg ze op een koude,
stikdonkere avond haar
vleugels uit en verdween
in dezelfde richting die
ze de zwaluwen in het
najaar had zien inslaan.
Hijgend en puffend, haar
veertjes helemaal ver
waaid door de scherpe
wind, vloog ze, vloog ze
maar. Uren en uren ach
ter elkaar door. Haar
bolletje suisde, haar oog
jes had ze dichtgeknepen
en ze kon aan mets meer
denken. Alleen het zui
den, dat wist ze nog.
„Volhouden... volhouden'
hijgde ze tegen zichzelf,
„verder dan één nacht
vliegen kan het zuiden
niet zijn".
Toen ze helemaal aan
niets meer kon denken
en ook niet meer „vol
houden... volhouden" te
gen zichzelf zei, begon
het licht te worden. Es
meralda merkte het niet;
ze was aan het eind van
haar krachten en tuimel
de uit de lucht omlaag.
Ze bleef een poosje dood
stil liggen en het leek
wel of ze niet meer leef
de. Maar na een poosje
slaakte ze een zucht, „Ik
vlieg niet meer," dacht
ze, „waar ben ik?" Ze
voelde een behaaglijke
warmte op haai* veertjes
en toen zc nog eens diep
gezucht had, opende ze
haar ogen op een kiertje.
Ze zag iets wits, iets wit
ters dan wit vlakbij haar
snaveltje. Ze deed haar
ogen nog wijder open en
meteen stonden er tra
nen in. Tranen van ont
roering, want daar vlak
bij haar snavel groeide
een bloem. „Oo... lieve
vleugels, die me gedra
gen hebbea,v zei Esme
ralda, „dank "jé vleugels,
dit moet het zuiden zyn".
Het geurde heerlijk om
haar heen, van koude
wind was niets meer te
merken en ook het licht
was anders dan ze ooit
gezien had. Het enige
wat Esmeralda een beet
je verbaasde was dat ze
geen enkele andere vo-
fel zag. Ze had verwacht
at het in het zuiden
zwart zou zien van de
zwaluwen en andere ver
standige aardige vogels.
Maar nee, het was heel
stil in het zuiden. Eerst
vond Esmeralda dat wel
fijn, want ze kon nu weer
een beetje op kracht ko
men. Ze streek haar
veertjes glad, poetste
haar snaveltje en dronk
wat uit het bakje water
dat haar in het zuiden
stond op te wachten. En
net toen ze daar hele
maal mee klaar" was en
zich wilde gaan voor
stellen aan de bloemen
van het zuiden, hoorde
ze bekende geluiden.
„Vogels. Daar zijn ze",
dacht Esmeralda, „daar
komen myn vrienden. De
nieuwe vrienden van het
zuiden".
Ze trok haar liefste ge
zicht spreidde haar vleu
gels nartelyk uit en trip
le, waggelend van aan
stellerij de geluiden tege
moet.
„Hier ben ik," zei ze een
voudig, en ze wachtte
tot er een hoera zou op
gaan onder de vogels of
een welkomstlied voor de
dappere mus, die de reis
naar het zuiden gemaakt
had. Maar niets van dat
alles. De vogels, gewoon
kraaien, mussen en
spreeuwen, net als bij
haar thuis, zaten haar
met open mond aan te
kijken. „Wat heeft 2
vroeg een spreeuw.
„Esmeralda, kom eruit."
riep een oude kraai.
„Kijk.kljk," zei Esmeral
da stralend, „ze weten al
hoe ik heet. Mijn roep is
me vooruitgegaan". Ze
wilde op de kraai die zo
uitnodigend met zijn
poot wenkte afstappen,
maar boem... er stootte
iets gemeens., iets kouds
en hards tegen haar kop
je en haar nog altijd uit
gespreide vleugels. „Au"
schreeuwde Esmeralda
en dat klonk helemaal
niet deftig meer.
Oplossing vorige week:
1. Australië 2. Engeland
IJsland 4. Italië.
NIEUWE KINDERPUZZEL
Dit is een modern schildery, waarvan je niet kunt zien wat het voorstelt.
Tóch kun je dit te weten komen, neem maar eens een goed zwart potlood
en maak de vakjes zwart waarin de volgende nummers staan: 1, 2, 7, 11,
18, 25, 30, 34, 35, 36, 42, 45, 46, 49, 51, 55, 60, 63, 67, 74, 75, 78, 79,
81, 83, 84, 85, 88, 90, 91, 93, 95, 98, 100 en 103. Succes!
FLOP VERGIST ZICH
Op een warme dag kuiert Flop
door het stadje. Dan komt hij
voorbij een ijsioinkel. „Hé",
roept hij verbaasd, „wat
dat". Dan leest hij hardop de
woorden, die op een kaart ge
schreven staan: „lieden een
reuze-sorbet voor vijfentwin
tig cent". Reuze sorbet"
mompelt Flop, „daar ben ik
jammer genoeg veel te klein
Maar Flop is een listig ventje.
Hij rent vliegensvlug naar
huis om een kwartiertje later
met een ladder terug te ko
men. „Ziezo", hijgt hij vol
daan. Ilij gaat de winkel bin
nen, plaatst zijn ladder tegen
de toonbank en bestelt: „Een
reuze sorbet!" en legt zijn
kwartje neer. De ijscoman gaat
met een verbaasd gezicht 1
het werk.
Flop klimt op de ladder en
kijkt naar de toonbank. Zie
zoik geloof wel, dat ik ivu
hoog genoeg sta, om die sor
bet op te lepelen", denkt hij
tevreden. „Hé, wat duurt het
langmaar ja, het is ook
een heel werk om zo'n reuze
sorbet klaar te maken". De
winkelier kijkt steeds nieuws
gierig om. „Wat een vreemd
kereltje is dat!" denkt hij.
Dan komt hij de salon binnen
met de sorbet in zijn hand.
Flop kijkt danig op zijn neus,
als hij het glaasje aanpakt.
„Ga toch gewoon op een stoel
zittenzegt de ijscoman. Flop
klimt naar beneden. „Noemt U
dat een reuze sorbet!" vraagt
hij boos. „Hef is zonde van
mijn kwartjeneem ik
daarvoor een ladder mee!!"
„Esmei'alda, kom,... je
zult daar verhongeren,"
riep de kraai weer. Es
meralda probeerde nog
eens naar de vogel toe
te gaan. Nee, weer stoot
te ze zich. Opeens werd
ze bang. Waren dit de
geheimen van het zuiden,
inzichtbare muren die
haar tegenhielden?
„Help me... help me dan
toch," riep ze „jullie ken
nen het zuiden beter dan
ik. Help me toch om uit
het zuiden te komen".
„Hihi," gichelde een van
de mussen, „je bent he
lemaal niet in het zuiden,
mus, je bent met je suffe
hoofd in de broeikas ge
vlogen".
Esmeralda voelde dat ze
beefde. Die stem was
van Marietje Mus, haar
nichtje, en wat de broei
kas was wist ze ook.
Hy stond helemaal niet
zover van haar eigen
warme nest onder de
pannen. Vroeger toen ze
nog niet zo verwaand
was, had ze er vaak op
het dak gezeten met
haar familie en door een
openstaand luikje van
glas naar dé bloemen
onder hen gegluurd. En
nu was ze door dat luik
je naar binnen gevallen,
terwijl ze dacht dat ze j
honderden kilometers
van huis was. In de don
kere nacht en met de
wind die haar haar rich
ting had doen verliezen
had ze gewoon in een
kringetje rond haar ei
gen nest gevlogen!
Toen de vogels buiten
begrepen hadden wat er
gebeurd was, gierden ze
van het lachen. Die Es
meralda! Ze dacht dat ze
in het zuiden zat! Oei...
wat een mop! Ze stoven
naar alle kanten weg om
het alle vogels in de
buurt te vertellen. Een
half uur later zag het
zwart van de mussen,
merels, lijsters, vinken,
mezen, spreeuwen en
kraaien in de tuin rond
de broeikas waarin Es
meralda als een wilde
vleermuis heen en weer
fladderde om het luikje
et vinden. Het leek wel
een circusvoorstelling, zo
hard werd er om haar
gelachen. En het duurde
een hele dag voor er een
eind kwam aan de ver
schrikkingen voor Esme
ralda. Tegen de avond
kwam een man de broei
kas binnen. Rrrtsj... over
zyn hoofd heen stoof Es-
maralda naar buiten.
Omsingeld door de hele
buurt, die als een zwarte
wolk om haar heen war
relde, bereikte ze haar
nest, waar ze doodmoe
in haar strootjes en veer
tjes dook. Drie dagen
hield ze zich schuil, zo
schaamde ze zich. En
toen ze eindelijk weer te
voorschijn kwam, omdat
ze wel moest van de hon
ger, was ze een andere
mus geworden. Ze heet
gewoon weer Essie, ze
wipt weer net zo brutaal
als de anderen door de
tuinen en met Marietje
Mus, haar nichtje, praat
ze over huishouden en
nestjes bouwen. Precies
zoals het hoort voor een
doodgewone mus.
-peest
Jongens, kom eens kijken!
Musjes, kom toch gauw!
Merels, vinken, kraaien,
roeken, spreeuw en kouw!
Weet je wie dat uitroept
midden in de sneeuw,
net als een trompetter
Moek, de grote meeuw.
Alles wat kan vliegen,
het hele vogelvolk
fladdert naar beneden
als een grote wolk.
Hapjes, korstjes, kruimels,
liggen op de sneeuw.
't Lijkt luilekkerland wel
rondom Moek, de meeuw.
Niemand durft te eten,
alles staat verstomd.
Eet maar jongens!, roept Moek,
'k weet van wie het komt.
Dan blijft niemand achter,
alles snoept en smult
tot het eten op is
en hun ma!ag gevuld.
Mooi, knikt voor haar raampje
oma Smit en lacht,
want die had dat feestje
in haar tuin bedacht.
MIES BOUHUYS.