Puzzel-rubriek 1 i Klanken uit de ether ESMERALDA DE MIS DE AVONTUREN VAN FLIP EN FLOP ZATERDAG 1 FEBRUARI 1958 PROVINCIALE ZEEUWSS COURANT Na alle sneeuwpret en sneeuwrommel gaan we weer gewoon door met onze wekelijkse puzzel. Na de vele moeilijkheden in het begin van dit puzzel seizoen gaan we de laatste tijd toch weer met een rustig gangetje door. Nooit meer boze brieven van verwoede puzzelaars, niets dan lof en goeds voor ons. We ontvangen echter wel vaak verzoeken om de totale stand van zaken nu eens te vermelden, maar hieraan kunnen we echt (nog) niet voldoen, daar de spanning er anders al af gaat. We moeten tot het laatste zien vol te houden. X J S 7 y s> 9 0 /J 'V fé ys 7 'f io u Z3 2S 2# 2f JO ■S2 •V JS JS VS VI V Vf Té s/ De winnaars werden deze week: Mejuffrouw A. Deïst, „Pitshoeve", IP. Knuist, Rimmelandstraat 6 te Goes 2.50, de heer H. F. Meijer, Boulevard 54 te Breskens 2.50 en ocnoL, Jtt.v. nauier u, oaiiai.uxiiuu.de heer J. Flipse, Klein Vlaanderen. Zonnegloren te Soest 2.50, de heer 31 te Middelburg 2.50. De oplossing is: Horizontaals 1 handel, 5 domper, 10 bob, 12 pas, 13 lb, 15 trompet, 16 RM, 17 zak, 19 kop, 20 edel, 21 alk, 23 tree, 24 otter, 26 cello, 27 turen, 29 voren, 32 even, 34 man, 35 demi, 37 sen, 40 lijn, 41 Tl., 42 bedaard, 44 N.N., 45 mot, 46 eik, 48 karmijn, 49 akelig. Verticaal: 1 huizen, 2 n.b., 3 dot, 4 Ebro, 6 open, 7 mat, 8 p.s., 9 rimpel, 11 emelt, 14 bad, 16 roe, 18 kegelen, 19 kriegel, 21 atoom, 22 keten, 24 o.l.v., 25 run, 28 bestek, 30 rabat, 31 vinnig, 33 vel, 86 mijn, 38 getij, 39 trek, 42 bom, 43 die, 45 mr., 47 kl. Horizontaal: 1 polder in N.-Hol- land, 5 dichter, 10 grondsoort, 11 meisjesnaam, 12 eenvoudig, 15 tekort, 17 oudste zoon van Noach, 18 niets, 20 afval van steen, 21 nuttigen, 23 genoeglijke herrie, 24 houding, 25 maag van koe, 27 duw, 28 zweefrek, 30 voorzetsel, 31 regel, 34 nachtjager, 36 uitroep, 38 verdragsorganisatie, 40 oude lengtemaat, 41 slordig, 43 rivier in Engeland, 44 niet op deze wijze, 46 onhandig jongmens, 48 telwoord, 49 moe, 50 plant, 51 bij uitzondering. Verticaal: 1 stijgen, 2 ondeugdelijke waar, 3 slag, 4 achten, 6 stad in Rus land, 7 deel van skelet, 8 vis, 9 deug niet, 13 een weinig, 14 deel van ge zicht, 15 jenever, 16 bep. toon, 19 werptuig, 22 plant, 24 wortelen, 26 bruto, 27 windrichting, 29 uitroep van smart, 30 ontdekker erfelijk- heidswetten, 32 Joods boek, 33 onrus tig bewegen, 35 soort takel, 36 ge wicht, 37 agressief, 39 dieren, 41 ge hoororganen, 42 verpakkingsmiddel, 45 lidwoord, 47 plant. Inzendingen moeten aanstaande woensdagavond in ons bezit zijn. In zendingen te adresseren aan P.Z.Ct., Walstraat te Vlissingen met in de lin kerbovenhoek van enveloppe of brief kaart het woord „Puzzelrubriek". ZONDAG 2 FEBRUARI. HILVERSUM I. 402 m T4« kc/s. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR. 12.00 AVRO 17.00 VPRO. 17.30 VARA. 20.00—24.00 AVRO. VARA: 8.00 Nws. 8.18 Gevar. progr. 9.45 Geestelijk leven, toespr. VPRO: 10.00 Geef het door, eaus. 10.05 Voor de jeugd. IKOR: 10.30 Ned. herv. kerkd. 11.80 Vra- genbeantw. AVRO: 12.00 Lichte muz. 12.30 Sportspiegeï. 12(.35 Lichte muz. 13.00 Nws. en SOS-ber. 13,07 De toestand ln de wereld, eaus. 13.17 Meded. of gram. 13.20 Europese kampioenschappen schaat senrijden. 13.25 Gevar. progr. 13.55 Euro pese kampioenschappen schaatsenrijden. 14.00 Boekbespr. 14.20 Europese kam pioenschappen schaatsenrijden. 14.25 Gram. 15.05 Ontmoeting der levensover tuigingen, disc. 15.30 Oude muz. 16.05 Dansmuz. 16.30 Sportrevue. VPRO: 17.00 Gesprekken met luisteraars, eaus. 17.15 Boekbespr. VARA: 17.30 Europ. schaats kampioenschappen. 17.35 Voor de jeugd. 17.55 Nws. en sportuitsl. Daarna: sport- journ. 18.30 Instr. sext. 19.00 Discussie. 19.30 Annemarleke, hoorspel met muz. AVRO: 20.00 Nws. 20.05 Lichte muz. 20.35 Paul Vlaanderen en het Spencer Myste rie, hoorspel. 21.15 Lichte muz. 21.35 Ca baretprogramma. 22.15 Act. 22.30 Gram. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Met de Franse slag. HILVERSUM n. 298 m 1007 kc/s. 8.00 NCRV. 9.30 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. NCRV: 8.00 Nws.- en weerber. 8.15 Gr. 8.30 Morgenwijding. 9.15 Orgelconc. KRO: 9.30 Nws. 9.45 Plechtige Hoogmis. 11.30 Gram. 11.40 Pianorecital, 12.20 Apologie. 12.40 Amus. muz. 12,55 Vormingsprogr. K.A.B. 13.00 Nws. en kath. nws. 13.10 De Wadders, hoorspel. 13.30 Gram. 13.45 Boekbespr. 14.00 Concertgebouwork. 14.35 Streekprogramma. 15.05 Kamermuz. 15.30 Europ. schaatskampioenschappen. 15.35 Metropole-ork. en solist. 16.10 Sport. 16.30 Vespers. IKOR: 17.00 Zangdienst. 17.45 De kerk aan het werk. 18.00 Het geladen schip. 18.30 De kerk aan het werk. 18.40 Catechisatie voor varenden. NCRV: 19.00 Nws. uit de kerken. 19.05 Gram. 19.25 Tot ziens in Jeruzalem, gesprek. KRO: 19.45 Nws. 20.00 Bonjour Caroline, blijspel met muz. 20.30 Act. 20.45 De gewone man. 20.50 Cabaret. 21.20 U bent toch ook van de partij? eaus. 21.30 Sprong ln het heelal, hoorspel. 22.10 Lichte muz. 22.35 Uit het boek der boeken. 22.45 Avondge bed en lit. kal. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Bas en piano. TELEVISIEPROGRAMMA. NTS: 20.00—21.30 Eurovisie. Eur. kamp. kunstrijden op de schaats. MAANDAG 3 FEBRUARI. HILVERSUM I. 402 m 746 kc/s. 7.00 —24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram. 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.45 Idem. 9.10 De groenteman. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwijding. 10.00 Gram. 11.00 Gram. 11.45 Zang en orgel. 12.10 Ondertekening Benelux-verdrag. 13.15 Nws. en land- en tulnbouwmeded. 13.35 Meded. en gram. 13.55 Beursber. 14.00 Voor de vrouw. 14.45 Viool en piano. 15.15 Humanisme en op voeding. eaus. 15.30 Gram. 17.00 Voor de Jeugd. 17.15 Voor de padvinders. 17.25 Sportmozalek. 17.35 Voor de Jeugd. 17.50 Mil. comm. 18.00 Nws. 18.15 Regerings- uitz.: Rubriek verklaring en toelichting. Serie: Wat biedt het nijverheidsonderwijs onze Jeugd? VI. Het onderwijs in de beel dende kunsten, door H. J. M. Basart. directeur van de Academie voor Beel dende Kunsten te Rotterdam. 18.25 Ama teursprogramma. 18.50 Carillonspel. 19.10 Gitaarrecital. 19.30 Muzikale eaus. 19.45 Regerlngsuitz.: Landb.rubr. Landbouw kundig weeroverz. 20.00 Nws. 20.05 De radiscoop. 23.00 Nws. 23.15 Beursber. van New York. 23.16 Act. of gram. 23.30—24.60 Frontloge. HILVERSUM II. 298 m 1007 kc/s. 7.60 —24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nws. en SOS-ber. 7.10 Ge wijde muz. 7.50 Een woord voor de dag. 3.00 Nws.- en weerber. 8.15 Sportuitsl. 3.25 Gram 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Raak de roos. 10.15 Gram. 10.30 Theologische etherleergang. 1115 Gram. 11.25 Gevar. programma. 12.15 Plechtige ondertekening Beneluxverdra- gen. 13.15 Nws. en land- en tulnbouwme ded. 13.35 Amus. muz. 14.05 Schoolradio. 14.35 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.16 Gram. 15.30 Viool en piano. 16.00 Bijbel lezing. 16.30 Oude muz. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Hoorspel voor de jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Rege- ringsultz. Rijksdelen overzee. Zangen rond het Sentanimeer ln Nederland» Nieuw-Guinea door G. J. Sonke. 18.00 Orgelspel. 18.30 Sport. 18.40 Eng. les. 19.00 Nws.- en weerber. 19J0 Op de man af, eaus. 19.15 Schoolzang. 19.35 Volk en Staat, eaus. 19.50 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Amus. muz. 20.40 Een kopje koffie voor oom Hans. hoorspel. 21.25 Orgel conc. 22.00 Klankb. over de jaarlijkse boomplantdag der Israëlische jeugd. 22.15 Boekbespr. 22.25 Vocaal ena. 22.45 Avond- overdenking. 23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.46 —24.00 Het evangelie ln Esperanto. TELEVISIEPROGRAMMA. NTS: 12.15—13.00 Plechtige onderte kening Benelux-akkoorden. NCRV: 20.30 Attentie. 21.00 In de auto naar Trenton en Cambden, éénakter. 21.45 Samenkomst Leger des Heils. NTS: 22.30—22.50 Eurovisie: Filmoverz. wereldkampioenschappen bobslede. HOOG EN LAAG WATER 2 februari. Vlissingen Terneuzen Hansweert Zierikzee Wemeldinge 3 februari. Vlissingen Terneuzen Hansweert Zierikzee Wemeldinge 0.12 1.67 0.41 1.83 1.08 1.98 1.21 1.27 1.49 1.50 1.01 1.89 1.29 2.04 2.03 2.16 2.17 1.36 2.44 1.61 12.43 1.79 6.39 1.82 19.00 1.76 13.10 1.95 7.03 1.98 19.29 1.92 13.42 2.10 7.35 2.12 20.01 2.06 13.54 1.35 7.29 1.48 19.41 1.47 14.17 1.60 7.32 1.74 20.01 1.78 13.27 2.00 7.31 2.03 19.46 1.90 13.55 2.15 7.57 2.19 20.17 2.06 14.35 2.27 8.30 2.33 20.50 2.20 14.47 1.48 8.12 1.61 20.22 1.52 15.08 1.74 8.23 1.89 20.46 1.79 „Het zit zo in het leven," tsjirpte Esmeralda met haar verwaande hoge mussestem, „het zit zo; niet iedereen kan als pa radijsvogel, als goudvink of zwaluw geboren zyn (dat waren de drie vo gels waar ze het meest jaloers op was). Maar, ik zeg maar zo: elke vo gel kan proberen te le ven als een paradijsvogel, een goudvink of een zwa luw „Zo vindt U dat?" vroeg Marietje Mus, haar nichtje, die zich nooit in haar leven druk had gemaakt om andere vo gels en tevreden was met haar eigen lawaaie rig mussenest onder de pannen. „Maar tante Esmeralda, hoe kunt U leven als een paradijs vogel Wij wonen in Ne derland en paradijsvogels ver over de oceaan. En hoe kunt U leven als een goudvink? U zou nooit zo kunnen fluiten. En hoe kunt U leven als de zwaluwen? Uw vleugels zijn lang zo spits niet; U zou er nooit mee naar de warme zon kunnen vliegen zoals de zwalu wen doen". „Och, kind, dat zeg je nou allemaal wel, maar wie weet doe ik al die dingen op een dag toch nog eens. Wonen in een tropenboom, fluiten als een goudvink en vliegen als een zwaluw tot ik de warme zon vind". „Hihi," gichelde Marie tje Mus heel onbeleefd, „hihi. ik zie U al". Esmeralda de verwaande mus vloog beledigd weg. „Dom volk," tsjirpte ze, ,,ze weten niet wat het betekent om deftig te zijn. Als ze maar eens zagen wie ik was". Nou, gepraat werd er genoeg over die rare Es meralda, die het zo hoog in haar mussekop had en vooral toen Marietje Mus vertelde wat tante Esmeralda nu weer ge zegd had, werd er drie dagen lang om haar ge lachen. „Waarom lachen jullie zo?", vroeg Esmeralda, toen ze langs een boom vol spreeuwen, mussen en kraaien kwam, ..toe, laat me ook eens mee- lachen". ..We lachen om Koert, de kraai. Hij zegt. dat het in hot zuiden waar de zwa luwen zijn, zo warm Is dat de mussen er uit de dakgoot vallen," zei een achterneefje van Esme ralda, „Praatjes," zei Esmeral da, „het zuiden is heer- |\Jk, anders zouden zul ke keurige vogels als de zwaluwen er niet heen gaan". „Waarom is het zuiden heerlijk, tante Esmeral da?" „Om alles, kind". „Hè, toe, tante Esmeral da, vertelt u ons eens iets over het zuiden". „Ik... ch... nou... eh... het is er heerlijk,stot terde Esmeralda, want meer wist ze er ook niet van. „Hè, toe tantetje... ver tel nou.. U bent de enige die ons het Verhaal kan doen". Ze zeurden nog een hele poos door tot tante Es meralda van verlegen heid wel weg moest vlie gen. Maar de kleine mus sen, de brutale spreeu wen en de ondeugende kraaien lieten het er niet bij. Ze vlogen de hele dag achter tante Esme ralda aan en kr ij sten: „vertellen, vertellen, ver tellen... Kom tantetje!" Ze gingen er zolang mee dooi- tot Esmeralda zich ;een raad meer wist en tesloot om naar het zui den te gaan. Per slot van rekening had ze al tijd al willen gaan, ze was meteen van die schreeuwlelijken nf en bovendien zou iedereen als ze terugkeerde, be grijpen dat z\j inderdaad een bijzondere mus was, iets tussen een paradijs vogel en een zwaluw in. Omdat ze bang was, dat ze haar achterna zouden vliegen of dat wijze en verstandige vogels haar misschien zouden tegen houden, besloot ze om 's nachts te vertrekken. In plaats van in haar. heerlijk nestje te duiken sloeg ze op een koude, stikdonkere avond haar vleugels uit en verdween in dezelfde richting die ze de zwaluwen in het najaar had zien inslaan. Hijgend en puffend, haar veertjes helemaal ver waaid door de scherpe wind, vloog ze, vloog ze maar. Uren en uren ach ter elkaar door. Haar bolletje suisde, haar oog jes had ze dichtgeknepen en ze kon aan mets meer denken. Alleen het zui den, dat wist ze nog. „Volhouden... volhouden' hijgde ze tegen zichzelf, „verder dan één nacht vliegen kan het zuiden niet zijn". Toen ze helemaal aan niets meer kon denken en ook niet meer „vol houden... volhouden" te gen zichzelf zei, begon het licht te worden. Es meralda merkte het niet; ze was aan het eind van haar krachten en tuimel de uit de lucht omlaag. Ze bleef een poosje dood stil liggen en het leek wel of ze niet meer leef de. Maar na een poosje slaakte ze een zucht, „Ik vlieg niet meer," dacht ze, „waar ben ik?" Ze voelde een behaaglijke warmte op haai* veertjes en toen zc nog eens diep gezucht had, opende ze haar ogen op een kiertje. Ze zag iets wits, iets wit ters dan wit vlakbij haar snaveltje. Ze deed haar ogen nog wijder open en meteen stonden er tra nen in. Tranen van ont roering, want daar vlak bij haar snavel groeide een bloem. „Oo... lieve vleugels, die me gedra gen hebbea,v zei Esme ralda, „dank "jé vleugels, dit moet het zuiden zyn". Het geurde heerlijk om haar heen, van koude wind was niets meer te merken en ook het licht was anders dan ze ooit gezien had. Het enige wat Esmeralda een beet je verbaasde was dat ze geen enkele andere vo- fel zag. Ze had verwacht at het in het zuiden zwart zou zien van de zwaluwen en andere ver standige aardige vogels. Maar nee, het was heel stil in het zuiden. Eerst vond Esmeralda dat wel fijn, want ze kon nu weer een beetje op kracht ko men. Ze streek haar veertjes glad, poetste haar snaveltje en dronk wat uit het bakje water dat haar in het zuiden stond op te wachten. En net toen ze daar hele maal mee klaar" was en zich wilde gaan voor stellen aan de bloemen van het zuiden, hoorde ze bekende geluiden. „Vogels. Daar zijn ze", dacht Esmeralda, „daar komen myn vrienden. De nieuwe vrienden van het zuiden". Ze trok haar liefste ge zicht spreidde haar vleu gels nartelyk uit en trip le, waggelend van aan stellerij de geluiden tege moet. „Hier ben ik," zei ze een voudig, en ze wachtte tot er een hoera zou op gaan onder de vogels of een welkomstlied voor de dappere mus, die de reis naar het zuiden gemaakt had. Maar niets van dat alles. De vogels, gewoon kraaien, mussen en spreeuwen, net als bij haar thuis, zaten haar met open mond aan te kijken. „Wat heeft 2 vroeg een spreeuw. „Esmeralda, kom eruit." riep een oude kraai. „Kijk.kljk," zei Esmeral da stralend, „ze weten al hoe ik heet. Mijn roep is me vooruitgegaan". Ze wilde op de kraai die zo uitnodigend met zijn poot wenkte afstappen, maar boem... er stootte iets gemeens., iets kouds en hards tegen haar kop je en haar nog altijd uit gespreide vleugels. „Au" schreeuwde Esmeralda en dat klonk helemaal niet deftig meer. Oplossing vorige week: 1. Australië 2. Engeland IJsland 4. Italië. NIEUWE KINDERPUZZEL Dit is een modern schildery, waarvan je niet kunt zien wat het voorstelt. Tóch kun je dit te weten komen, neem maar eens een goed zwart potlood en maak de vakjes zwart waarin de volgende nummers staan: 1, 2, 7, 11, 18, 25, 30, 34, 35, 36, 42, 45, 46, 49, 51, 55, 60, 63, 67, 74, 75, 78, 79, 81, 83, 84, 85, 88, 90, 91, 93, 95, 98, 100 en 103. Succes! FLOP VERGIST ZICH Op een warme dag kuiert Flop door het stadje. Dan komt hij voorbij een ijsioinkel. „Hé", roept hij verbaasd, „wat dat". Dan leest hij hardop de woorden, die op een kaart ge schreven staan: „lieden een reuze-sorbet voor vijfentwin tig cent". Reuze sorbet" mompelt Flop, „daar ben ik jammer genoeg veel te klein Maar Flop is een listig ventje. Hij rent vliegensvlug naar huis om een kwartiertje later met een ladder terug te ko men. „Ziezo", hijgt hij vol daan. Ilij gaat de winkel bin nen, plaatst zijn ladder tegen de toonbank en bestelt: „Een reuze sorbet!" en legt zijn kwartje neer. De ijscoman gaat met een verbaasd gezicht 1 het werk. Flop klimt op de ladder en kijkt naar de toonbank. Zie zoik geloof wel, dat ik ivu hoog genoeg sta, om die sor bet op te lepelen", denkt hij tevreden. „Hé, wat duurt het langmaar ja, het is ook een heel werk om zo'n reuze sorbet klaar te maken". De winkelier kijkt steeds nieuws gierig om. „Wat een vreemd kereltje is dat!" denkt hij. Dan komt hij de salon binnen met de sorbet in zijn hand. Flop kijkt danig op zijn neus, als hij het glaasje aanpakt. „Ga toch gewoon op een stoel zittenzegt de ijscoman. Flop klimt naar beneden. „Noemt U dat een reuze sorbet!" vraagt hij boos. „Hef is zonde van mijn kwartjeneem ik daarvoor een ladder mee!!" „Esmei'alda, kom,... je zult daar verhongeren," riep de kraai weer. Es meralda probeerde nog eens naar de vogel toe te gaan. Nee, weer stoot te ze zich. Opeens werd ze bang. Waren dit de geheimen van het zuiden, inzichtbare muren die haar tegenhielden? „Help me... help me dan toch," riep ze „jullie ken nen het zuiden beter dan ik. Help me toch om uit het zuiden te komen". „Hihi," gichelde een van de mussen, „je bent he lemaal niet in het zuiden, mus, je bent met je suffe hoofd in de broeikas ge vlogen". Esmeralda voelde dat ze beefde. Die stem was van Marietje Mus, haar nichtje, en wat de broei kas was wist ze ook. Hy stond helemaal niet zover van haar eigen warme nest onder de pannen. Vroeger toen ze nog niet zo verwaand was, had ze er vaak op het dak gezeten met haar familie en door een openstaand luikje van glas naar dé bloemen onder hen gegluurd. En nu was ze door dat luik je naar binnen gevallen, terwijl ze dacht dat ze j honderden kilometers van huis was. In de don kere nacht en met de wind die haar haar rich ting had doen verliezen had ze gewoon in een kringetje rond haar ei gen nest gevlogen! Toen de vogels buiten begrepen hadden wat er gebeurd was, gierden ze van het lachen. Die Es meralda! Ze dacht dat ze in het zuiden zat! Oei... wat een mop! Ze stoven naar alle kanten weg om het alle vogels in de buurt te vertellen. Een half uur later zag het zwart van de mussen, merels, lijsters, vinken, mezen, spreeuwen en kraaien in de tuin rond de broeikas waarin Es meralda als een wilde vleermuis heen en weer fladderde om het luikje et vinden. Het leek wel een circusvoorstelling, zo hard werd er om haar gelachen. En het duurde een hele dag voor er een eind kwam aan de ver schrikkingen voor Esme ralda. Tegen de avond kwam een man de broei kas binnen. Rrrtsj... over zyn hoofd heen stoof Es- maralda naar buiten. Omsingeld door de hele buurt, die als een zwarte wolk om haar heen war relde, bereikte ze haar nest, waar ze doodmoe in haar strootjes en veer tjes dook. Drie dagen hield ze zich schuil, zo schaamde ze zich. En toen ze eindelijk weer te voorschijn kwam, omdat ze wel moest van de hon ger, was ze een andere mus geworden. Ze heet gewoon weer Essie, ze wipt weer net zo brutaal als de anderen door de tuinen en met Marietje Mus, haar nichtje, praat ze over huishouden en nestjes bouwen. Precies zoals het hoort voor een doodgewone mus. -peest Jongens, kom eens kijken! Musjes, kom toch gauw! Merels, vinken, kraaien, roeken, spreeuw en kouw! Weet je wie dat uitroept midden in de sneeuw, net als een trompetter Moek, de grote meeuw. Alles wat kan vliegen, het hele vogelvolk fladdert naar beneden als een grote wolk. Hapjes, korstjes, kruimels, liggen op de sneeuw. 't Lijkt luilekkerland wel rondom Moek, de meeuw. Niemand durft te eten, alles staat verstomd. Eet maar jongens!, roept Moek, 'k weet van wie het komt. Dan blijft niemand achter, alles snoept en smult tot het eten op is en hun ma!ag gevuld. Mooi, knikt voor haar raampje oma Smit en lacht, want die had dat feestje in haar tuin bedacht. MIES BOUHUYS.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 9