VERSNELDE ONTWIKKELING NA STORMVLOED Ramp deed veel veranderen in Zeeuwse plattelandssamenleving Kinderen uit de rampdorpen zijn als alle andere kinderen.... TEMPO AANPASSING VERSNELD WINST UIT GROOT VERLIES VIJF JAAR GELEDEN: ramprouw ellendeverdrietruïnesevacuatie. Kon er nog ooit iets terechtkomen van het overspoelde Schouwen-Duiveland, van het ver dronken Kruiningen, van het zwaar geteister de Stavenisse en de andere overstroomde ge bieden. Dat was de beklemmende vraag die de getrof fenen zich in vertwijfeling stelden. Voor velen van hen leek het leven uitzichtloos geworden, maar toch We leven nu vijf jaar verder. In honderden families wordt het verlies van verwanten nog iedere dag als een pijnlijke leegte ervaren, maar materieel is er weinig meer dat aan die vreselijke februari-dagen van 1953 herinnert. Er kwam niet alleen het herstel van wat ver loren ging, doch veel meer dan dat. Door de grote offervaardigheid in alle delen van de wereld verrezen hier dorpshuizen, nieuwe wijk- gebouwen werden gesticht en de Staat heeft al meer dan honderd miljoen gulden aan de her verkaveling van de landbouwgronden uitgege ven. Dit alles ging gepaard met veranderingen, vaak zeer ingrijpende veranderingen in het le ven van de plattelander. Veel werd hem van bovenaf opgelegd, wat overweldigd liet hij soms het nieuwe over zich komen óf hij stond kritisch, ja af en toe zelfs sterk afwij zend, tegenover deze ontwikkelingen. Hoe is nu zyn oordeel na vijf jaar? Heeft de vreselijke februari-ramp hoe paradoxaal dit misschien ook moge klinken op sommige punten toch „winst" opgeleverd? We hebben die vraag voorgelegd aan de heer M. A. Stou ten te Stavenisse, een „eenvoudige Thoolse boer" zoals hij zelf zegt en zo maar een van- de duizenden gedupeerden. M. A. Stouten (50) en zijn vrouw (44) behoren tot de velen in het voor malige rampgebied, die binnen de tien jaar hun met hard werken opge bouwd bedrijf tweemaal zagen ge teisterd. Eerst woonden zij na hun M. A. STOUTEN: „Jammer, dat herverkaveling niet eerder kwam huwelijk in een nieuw huis aan de Molenweg onder St.-Maartensdijk. Ze hadden daar een klein landbouwbe drijf met 'n enkele jaren voor de oor log ingeplante boomgaard. Met de militaire inundatie kwam er ongeveer een meter water te staan: 't zoute water vernielde de boompjes. Op nieuw werd ingeplant en juist toen de boomgaard weer op produktie be gon te komen, kwam de ramp van 1953. Zondags drong het water ook de Noordpolder binnen en deed voor de tweede maal het werk van Stouten teniet. Maar zoals honderden van zijn collega's, ging Stouten niet bij de pakken neerzitten. Toen het wa ter was weggetrokken, begon hij voor de derde keer. Nu op het twintig hectare grote landbouw bedrijf in de polder aan het Mo lenpad. Het ouderwetse huis maakte plaats voor een nieuwe geriefelijke woning, de trots van mevrouw StoutenHage, die de vroegere ouderlijke woning met de mooie ouderwetse tegeltjes en de ramen met 48 ruitjes wel aar dig vond, maar het moderne com fort toch meer weet te waarderen. Waardering voor het nieuwe. Dat hebben boer Stouten en zijn vrouw beslist. Het zijn echter mensen met een heldere, nuchtere kijk, die niet alles zo maar klakkeloos aanvaar den. Neem bijvoorbeeld de herverkave ling, die ook de polder waarin de Stoutens wonen, niet onberoerd heeft: gelaten. Persoonlijk is hij er met zijn bedrijf, wat betreft de percecls- ligging, niet veel op vooruitgegaan. Het land waarop Stouten boert, vormde al een mooi recht blok. Daarom de herverkaveling maar overbodig noemen, dat wil hy toch ook weer niet. Hoofdonderwijzer N. Slingerland van Nieuwerlcerk: „De ramp hec.Jt geen stempel op onze kinderen ge drukt (foto P.Z.C. Stavenisse, januari 1958. Als een felle noordwester over de kale, uit gestrekte landerijen blaast, is de polder van Stavenisse als een onher bergzaam oord. h'et doodlopende Molenpad ligt dan stil en verlaten, want op de akkers is er voor de boer in hef hartje van de winter niets te beleven. Nergens is het dan beter dan thuis achter de kachel of in de schuur, waar hef vee in de stal een behaaglijke temperatuur heeft ge schapen. Zo is het ook in die januaridagen van 1953 geweest, in de rampnacht toen de zee bezit nam van de polder en de vrouw van boer Hage haar man achterna liep naar de dijk, naar het hoger gelegen deel van het dorp. Niet lang nadat zij de deur van haar 137 jaren oude woning had dichtgetrokken, klotste het water een paar meter hoog in huis. De pas in 1948 gebouv/de nieuwe schuur trotseerde het geweld, maar de woning werd onherstelbaar beschadigd en het vee in de stal verdronk Hage ging na het water niet meer terug naar zijn pachtbedrijf, zijn zoon die voorbestemd was om hem op te volgen,'kwam met zijn vrouw in het dorp om en daarom namen de dochter en de schoonzoon de open gevallen plaats op de boerderij in „Jammer alleen, dat het niet twin tig jaar eerder is gekomen. In de voorbije jaren kon het financieel be ter lijden. Nu de hoogconjunctuur voor de landbouw voorbij is en de prijzen van de vrije produkten steeds maar dalen, zal het niet gemakkelijk zijn om straks de herverkavelings- lasten op te brengen", zo vindt. hij. Maar als realist voegt hij er direct aan toe, dat het bij dalende inkom sten voor de boer ook wel zeer moei lijk zou worden, wanneer hij om niet achterop te genaken later zonder bijzondere subsidies voor drainages zou moeten zorgen of nieu we watergangen en wegen aan leggen. Dit laatste is dan wel een zaak van de polder of het water schap, maar de ingelanden moeten het toch opbrengen. Dasfrom ook zo is de mening van de heer Stou ten moet men de te betalen las ten niet volledig zien als kosten van de herverkaveling. Voor zover die misvatting bij som migen nog mocht bestaan, verzekert boer Stouten met nadruk, dat ook vóór de ramp de Thoolse landbouw helemaal niet achteraan kwam. De mechanisering van de trekkracht nam er al evenzeer hand over hand toe, maar zoals in andere getroffen ge bieden, heeft de ramp het tempo wè! versneld. Honderden paarden ver dronken en veel voor paardentrek- kracht gebouwde landbouwwerktui gen moesten worden vernieuwd, zo dat vele boeren na de ramp wat eer der overschakelden dan om finan ciële en andere redenen eigenlijk hun bedoeling was geweest. Omschakelen Sneller omschakelen. Zo is het ook in het dorpsleven gegaan. Illüllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllll n DE KINDEREN VAN NIEU- WERKERK zijn weer net als M alle andere kinderen: vrolijk j§ H en uitgelaten. Vele nieuwe, blijde gebeurtenissen hebben de herinnering aan een bittere H ervaring vervaagd, verdreven bijna. (foto P.Z.C.J GEEN TERUGSLAG OP DE JEUGD Zij verlieten ouderwetse lokalen en keerden terug in moderne scholen Vijf lange jaren in een kinderleven bijna een onmetelijke tijd hebben bij de Zeeuwse schooljeugd de bittere, scherpomlijn de gebeurtenissen van de ramp vervaagd tot onwezenlijke, neve- velige herinneringen, die niet meer schrijnenDe angstvi sioenen, die zich ook vastgezet moeten hebben in de dagdromen van de kinderen zijn verdreven door een overstelpende stroom van nieuwe, nu blijde gebeurtenissen. En vele jongens en meis jes van de lagere scholen associëren de wrange herinneringen nu zelfs met iets goedsZij kregen van allerlei te hulp schie tende instanties handen vol speelgoed, zij verlieten ouderwetse, bedompte klaslokalen en keerden terug in lichte, moderne scho len, zij werden verdreven uit soms oude huisjes en leven nu in nieuwe woningen.... Dat waren gebeurtenissen, die de aandacht van de kinderen zo opeisten, dat nu allang de scherpe lijnen in hun herinnering vervaagd zijn. En de onderwijzers in de ramp dorpen kunnen dan ook zeggen: „Het is aan de kinderen niet te merken, dat zij zulke vreselijke gebeurtenissen beleefden. Zij zijn als alle andere kinderen, vrolijk, uitgelaten. Neen, de ramp heeft geen stempel op hen gedrukt „In 1953 hebben heel veel mensen gezegd, dat de verschrikkelijke ramp gebeurtenissen hun terugslag zouden hebben op de jeugd," vertelt de heer J. M. de Nooijer, hoofd van de open bare lagere school in Renesse. Deze plaats heeft maar nauwelijks te lijden gehad van de ramp, want het aan stormende water kon het hooggelegen Renesse niet bedreigen. Toch weet hoofd-onderwijzer De Nooijer er alles van. Want Renesse met een be volking van ruim 800 zielen kreeg 1300 evacués te verzorgen en de openbare lagere school moest er dan ook twee nöodgebouwtjes bij in ge bruik nemen om de kinderen uit Se- rooskerke, Noordwelle en Ellemeet onderdak te brengen. „Men verwachtte." zo herinnert de heer De Nooijer zich, „dat er tientallen zenuwpatiënten zouden komen, vele kinderen zouden neu rotisch worden, de zenuwinrich tingen zouden overbezet raken, kortom er waren vele ongunstige verwachtingen". En wat is er van deze verwachtingen uitgekomen? „Gelukkig niets," zegt de heer De Nooijer, ,,de kinderen werden er geestelijk niet door aangetast". En die mening wordt ook onder streept door de woorden van de heer N. Slingerland, hoofd van de school met de hijhei in Nieuwer- kerk. Die school iiad voor de ramp 112 leerlingen, toen de school weer kon beginnen waren er nog 99 Hoofdonderwijzer J. Af. de Nooijer van Renesse: „Door de ramp is er in de laatste vijf jaren meer tot stand gekomen dan anders in tien tallen jaren (foto P.Z.O.J Veel te veel Overigens is de opvoeder in de hooftl- onderwyzer Slingerland wel eens in opstand gekomen in de jaren na de ramp. „Er waren zoveel schenkingen van speelgoed, onder meer van het Jeugd Rode Kruis, dat de kinderen vaak veel te veel kregen. Dat was psychologisch en pedagogisch niet goed. De kinderen kregen veel en toch wilden ze meer vertelt hy. Pas eind 1956 kwam de nieuwe school gereed, een uitstekend ge bouw: ramen, dia hele wanden in beslag nemen, ruime, frisse loka len, moderne kleuren... Maar er zyn slechts drie lokalen. „En dat ls één minder dan we nodig heb ben," zegt de heer Slingerland. Maar ja, in 1956 werd de bouw al aan banden gelegd, toen was geen mogelijkheid voor het vierde lokaal meer... Stouten formuleert het aldus „Door de ramp heeft de platte landsbevolking in een versneld tempo begrip gekregen voor de niet te stuiten ontwikkeling, wel ke Zeeland doormaakt". Vooral de jeugd. Als moeder van een acht tienjarige dochter en een elfjarig zoontje voegt mevrouw Stouten glimlachend aan de opmerking van haar man toe „Ja, voor ons ouderen soms wel eens wat tè snel De hieraan verbonden gevaren wor den overigens wel degelijk onder kend. Daarom wordt mogelijk meer dan ooit ook op het platteland aan dacht geschonken aan het gemeen schapsleven. De dorpshuizen en ver enigingsgebouwen bijvoorbeeld, zoals Stavenisse er ook een geschonken kreeg, zijn daarbij van groot nut Want het verenigingsleven op Stave nisse is actief Verdere „winst"punten van de ramp Dan komt mevrouw Stouten aan het woord. De huisvesting is over het algemeen sterk verbeterd. De over het algemeen ruime scha devergoeding voor huisraad heeft ze ker gunstig gewerkt, terwijl het ver blijf elders tijdens de evacuatiepe riode, ook veler inzichten op het punt van woongebruiken e.d. heeft gewij zigd. De evacuatie heeft trouwens nog meer positiefs opgeleverd. Want evenals in 1944, zijn bij de ramp in 1953, vele hechte banden ontstaan tussen de evacués en de mensen, die onderdak verschaften. Zó is er nog wel meer aan te wij zen, dat als direct of indirect gevolg van de ramn, vruchten voor de plat telandsbevolking heeft afgeworpen. Dat is de mening van liet echtpaar Stouten in Stavenisse en ongetwijfeld ook van vele anderen in de voorma lige rampgebieden. Dus toch: winst uit verlies I Ontredderde huizen, waarin de genadeloze vloedgolf gapen- n de toonden heeft geslagen, staan nog altijd als verstarde getuigen langs de wegen in de s rampgebieden. De slopershu- mer heeft de meeste van dezen verminkte gebouwen geveld, s maar op Schouwen-Duiveland vindt men er nog enkele. Zo- als deze ruïne bij Moriaans- hoofd. Maar de molen op de achtergrond loentehoielct weer. |j Het leven van alle dag heeft n zijn regelmaat hernomen (foto P.Z.C.) IHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlÜ En dus krijgen de leerlingen hun handenarbeid in een noodlokaaltje. Maar ondanks dat: tevreden met zo'n school moet men wel zijn. En vrijwel alle rampdorpen hebben zo'n school gekregen. Dan is het in Renesse anders. Ook daar heeft men door de ramp vele schenkingen gekregen: ceii Groene Kruis-gebouw en een verenigingsge bouw om maar iets te noemen. Maar de openbare lagere school van de heer De Nooijer zit nog' altijd be kneld in een ouderwets gebouwtje, dat letterlijk tegen de kerk aange plakt staat, „Arm" geschonken De heer De Nooijer, die behalve hoofd van de school ook nog voorzitter van het Groene Kruis en voorzitter van de muziekvereniging ..Luctor et Emergo is, en die verder nog een aantal andere bestuursfuncties heeft, is overigens niet blind voor de enor me vooruitgang. „Door de ramp is er in de afgelo pen v|jf jaar meer lot stand ge komen dan anders in tientallen jaren," zegt hy. „We zyn over stroomd met schenkingen," en hy voegt er aan toe: „We zyn „arm" geschonken" De schenkingen waren namelijk wel groot, maar toch blijven er grote las ten voor de gemeente. „Zo kregen we 100.000,— voor het dorpshuis, maar het kostte 150.000.voor de kleu terschool kwam er 40.000,—, maar als die straks gebouwd wordt zullen we zeker 60.000.— kwyt zijn; voor kerkverwarming was er 10.000, maar er was anderhalf keer zoveel nodig," vertelt de heer De Nooijer. Stuk voor stuk waren het aanbiedin gen, die geen zinnig mens, die het goede voor heeft met zyn gemeente, mag afslaan, maar er bleven voor die gemeente steeds veel kosten over. Ook bij vele andere gemeenten zal dat zo zijn. Maar vrijwel alle gemeenten hebben dit op de koop toe willen nemen. Graag zelfs, want in vijf jaren tyds hebben zy niet alleen do rnmpschade kunnen herstellen, neen er is meer gedaan: een achterstand van tien tallen jaren kon weggewerkt worden. En dat „arm schenken" moet dan ook niet al te letterlijk worden opge vat. Er staan to grote voordelen tegenover

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 6