PROVINCIALE BEGROTING AANVAARD
Mr. Van der Weel: Regering heeft toch WEL
begrip voor Zeeuwse moeilijkheden
Inzet van gesprek:
tweede boot!
ZORGEN over toenemende werkloosheid
Motie-Van Oorschot aangenomen
OPRECHTE WIL TOT GOEDE
SAMENWERKING
PROVINCIALE STATEN hebben gistermid
dag zonder hoofdelijke stemming de reeds eer
der ingediende motie-Van Oorschot aanvaard
over de toewijzing van slechts vijfhonderd wo
ningwetwoningen aan Zeeland. In deze motie
spreken de Staten nu als hun mening uit, dat dit
aantal te gering is om aan de behoeften van de
ze provincie met haar belangrijke ontwikke
lingskansen op enigszins redelijke wijze te vol
doen. Ged. Staten worden uitgenodigd er bij de
regering op aan te dringen in deze toewijzing
verbetering te brengen. Tevens wordt in deze
motie tot uitdruking gebracht, dat de regering
tot dusver onvoldoende rekening heeft gehou
den met de natuurlijke mogelijkheden van Zee
land om een bijdrage te leveren aan de natio
nale welvaart.
De Staten besloten tot aanvaarding van deze
motie, nadat Gedeputeerde Staten een uitvoerig
antwoord hadden gegeven op de vele opmerkin
gen, die de dag tevoren bij de algemene be
schouwingen waren gehouden. Het opvallende
daarbij was, dat het lid van Ged. Staten, mr. A.
J. van der Weel, enig voorbehoud maakte, toen
hij de „achteruitstelling van Zeeland" door
vrijwel alle sprekers naar voren gebracht on
der de loep nam. Hij bracht deze vermeende
achteruitstelling tot juiste proporties terug:
„Wij moeten niet altijd een houding aannemen
van pruilen als we het over de landsregering
hebben" zo zei hij vermanend tot de Statenleden,
„want steeds weer blijkt uit correspondentie en
gesprekken met Den Haag, dat er bij de rege
ring wel degelijk begrip bestaat voor de moei
lijkheden van Zeeland. Ons streven dient er der
halve op gericht te zijn dat begrip ook te bren
gen daar, waar het in leidende kringen nog
mocht ontbreken, opdat tenslotte datgene kan
worden bereikt, wat niet alleen in het belang
van Zeeland is, maar ook een nationaal belang".
Mr. Van der Weel ging in het licht
van deze beschouwing na, wélke hou
ding naar zijn mening Zeeland dient
aan te nemen met betrekking tot de
geringe woningtoewijzing. Deze toe
wijzing is geen gevolg van een wil
lens en wetens toegepaste achteruit
stelling van Zeeland, zo stelde hij
vast. „Onze teleurstelling betreft dan
ook de resultaten voor onze provin
cie van de formule, die bij de verde
ling is gebruikt", aldus betoogde de
ze Gedeputeerde. Hij zette uiteen,
dat bij het samenstellen van deze
verdelingssleutel twee factoren een
rol hebben gespeeld, namelijk de
bouwcapaciteit en het woningtekort.
Indien uitsluitend met de eerste fac
tor zou zijn gerekend, dan had Zee
land recht gehad op ongeveer 1200
woningen, indien alleen de tweede
had gegolden, dan zouden slechts 200
woningen zijn toegewezen.
Het resultaat ligt nu ongeveer in
het midden, namelijk 500, niette
min een rampzalig aantal. Bij het
vooroverleg was gebleken, dat
Zuid-Holland en Noord-Holland er
akkoord mee gingen, dal Zeeland
er 800 zou krijgen. De Centrale
Directie van de Bouwnijverheid
had zelfs een aantal van 900 be
cijferd. In het vooroverleg was
men tot dit akkoord gekomen om
dat Zeeland de betrekkelijkheid
had kunnen aantonen van het wo
ningbehoefte-cijfer. Immers in dit
Visserijprobleem van
gedeputeerde Schout
Het lid van Gedeputeerde Staten,
de heer A. Schout, die zich vrijwel
uitsluitend bezighoudt niet onder
wijszaken en met aangelegenheden
rond het maatschappelijk werk, zag
zich gisteren in de Staten plotseling
voor een visserij-probleem geplaatst.
Statenlid Van Oorschot had hém na
melijk gevraagd, w&arorn de Gedepu
teerde tijdens een vergadering van
een vrouwenvereniging in Zierikzee
zich pessimistisch had uitgelaten
over het slagen van de ocsterproe-
ven in het Veerse Gat.
Welnu, de heer Schout deed het uit
de doeken. „Als ik voor dames
spreek, dan doe ik dat niet in op
dracht van het college", zo zei hij,
terwijl de Staten ademloos toeluis
terden. „Gedeputeerden hebben mij
nooit gezegd: ga'heen en spreek tot
de dames! Daarom is alles wat ik
daar heb gezegd voor mijn verant
woording. Er heeft mij destijds in
Zierikzee een dame naar mijn per
soonlijke mening gevraagd en niet
naar die van het college. Toen heb
ik gezegd, dat ik wél in het slagen
van de mosselproeven geloofde, maar
dat de vooruitzichten voor de oester-
proeven mij minder gunstig leken.
Overigens bevond ik mij met deze
verklaring in goed gezelschap, want
dr. Korringa heeft tijdens een visse
rij-bijeenkomst in Vlissingen hetzelf
de gezegd". Bij de replieken schudde
Statenlid Van Oorschot nog wel ern
stig het hoofd over deze uitlating,
maar de heer Schout bleef overeen
komstig het devies van zijn partij
rustig temidden van deze woedende
golven. Waarmee het dames-Inci
dent was afgedaan.
De serieuze beantwoording van de
visserijaangelegenheden kwam voor
rekening van Gedeputeerde Van
Poelje. Hij deelde mede, dat het pro
vinciaal bestuur onlangs een voorstel
voor een schaderegeling ten dienste
van de garnalenvissers aan de rege
ring had gezonden. Binnenkort zal
het college de betrokkenen daarover
vertrouwelijk Inlichten. De heer Van
Poelje meende, dat er mogelijkheden
waren voor de sanering van de gar
nalenvisserij én verklaarde, dat aan
afschrijving van deze bedrijfstak ze
ker niet moet worden gedacht.
Ten aanzien van de oester- en mos
selproeven blijft het college van me
ning, dat deze experimenten moeter
doorgaan. Maar deze proefnemingen
«taan geheel buiten de kwestie vnn
de schadeloosstelling. Tenslotte zei
du heer Van Poelje te hopen, dat de
verdeelde visserij nog eens zal besef
ten dat eendracht macht maakt.
cijfer dient o.a. ook gecalculeerd
te worden de behoefte aan wonin
gen voor degenen, die zich ii) Zee
land willen vestigen. Bovendien
wordt bij de vaststelling van het
tekort steeds het Zeeuwse totaal
genomen, dat uiteraard ook wordt
beïnvloed door enkele kleine ge
meenten, waar toevallig géén wo
ningnood bestaat.
Niettemin is bij de eindverdeling een
sleutel toegepast, waarin minder in-
Afscheid van zes
Statenleden
Aan het einde van de Statenzitting
heeft de commissaris der koningin
gistermiddag woorden van afscheid
gesproken tot zes Statenleden, die
zich bij de komende verkiezingen
niet herkiesbaar hebben gesteld, na
melijk de heren mr. W. F. baron van
der Feltz (ch), Z. C. Salomé (arh.),
P. Boudeling (ar), A. L. S. Locke-
feer (kvp), A. I. Catsman (ar) en
M. den Boer (ch).
M. DEN BOER
...afscheid...
De commissaris dankte deze leden
voor hun werk in het belang van de
provincie en voor hun vriendschap.
Hij wenste hen voor zover zij zich
geheel uit het openbare leven zouden
terugtrekken, een welverdiende rust
toe. Namens de scheidende leden
sprak de heer M. den Boer sympa
thieke woorden van dank. Voorts
herdacht de .commissaris in enkele
sobere bewoordingen, hoe op 1 febr.
aanstaande het vijf jaar- is geleden,
dat Zeeland door de ramp werd ge
troffen.
Woorden van gelukwens tenslotte
sprak de commissaris tot een der
stenografen, die xceds vecrt.g jaar
lang de Statcnzittlngen notuleert. De
ji'bilaris sprak een passend dank
woord.
loed werd gegeven aan de bouw-ca-
paciteit. „Wij hebben dit feit te aan
vaarden", aldus mr. Van der Weel.
Hij achtte verhoging vrijwel uitge
sloten maar wel zag hij een theore
tische mogelijkheid een verschuiving
te krijgen van het aantal premiewo
ningen naar de woningwetwoningen.
Overigens wees hij er met nadruk
op, dat de verdeling van dit geringe
aantal bijzonder moeilijk is. Het is
zeker niet verantwooord om elk van
de nog altijd bestaande 101 gemeen
ten in Zeeland iets van deze 500 te
geven, zo zette hij uiteen.
Met betrekking tot de financiën van
de provincie wees deze Gedeputeerde
er op, dat de begroting sluitend kon
worden gemaakt, dank zij de ver
hoogde uitkering uit het provincie
fonds. In dit verband ging hij ook
nader in op de vergelijking, van de
heer Hommes tussen de provinciale
begroting van 1908 en die van 1958.
Op geestige wijze stelde mr. Van
der Weel de betrekkelijkheid van een
dergelijke vergelijking in het licht.
Zonder hoofdelijke
stemming
De provinciale begroting met bij
behorende stukken werden gisteren
z.h.s. vastgesteld. Er was bij de be
handeling van de artikelen vrijwel
geen discussie meer. De heer A. H. S
Stemerding kreeg de toezegging, dat
een proef zal worden genomen met
een geluidsinstallatie in de Staten
zaal en de heer G. J. van de Waal
kreeg te horen, dat Binnenkort met
verkeersdeskumdiigen zal worden over
legd hoe te handelen met het ver-
voersverbod wanneer de provinciale
boten op VlissingenBreskens twee
verschillende havens van Breskens
zullen aandoen. Tenslotte kreeg de
heer Wisse van de S.G.P. de aante
kening, dat hij geacht wenste te wor
den tegen de culturele posten van de
proviciale begroting te hebben ge
stemd.
Schrik over
asfaltdam
Burgemeester A. H. S. Stemer
ding van Oost- en West-Sou
burg verklaarde gisteren tij
dens de replieken bij de behan
deling van de provinciale begro
ting, dat hem ter ore was geko
men, dat de afsluitdammen van
het Drie-Eilandenplan een as-
falt-bekleding zouden krijgen.
„Is dat waar, meneer de voor
zitter?" vroeg hij geschrokken.
„Zo'n dam is toch allerminst in
overeenstemming met het land
schap?"
Gedeputeerde ir. G. P. M. Dikötter
verklaarde, dat ook het college onge
rust is over deze „asfalt-plannen".
Hij zette evenwel uiteen, dat een af-
sluitdam ook technisch zo goed mo
gelijk dient te zijn en in dit verband
is het gebruik van moderne midde
len voor dijkbouw wellicht te ver
klaren. Het college is echter diligent.
De diensten van de provincie zijn al
evenmin voor asfalt te vinden, aldus
deze Gedeputeerde. De heer Sterner-
DE ONDERHANDELINGEN MET MIN. ALGERA
Minister Algera heeft zoals be
kend tijdens de behandeling van
het ontwerp-Deltawet in de Tweede
Kanier toegezegd niet het provinciaal
bestuur van Zeeland te zullen over
leggen over een eventuele gezamen
lijke bestudering van het probleem
der vaste oeververbinding over de
Westersehelde. Tijdens een gesprek
met minister Algera heeft de com
missaris der koningin in Zeeland,
jhr. mr. A. F. C. de Casembroot de
bewindsman verzocht het provinciaal
bestuur daarover schriftelijk te wil
len berichten. In dezelfde geest is on
langs ook gesproken met de direc
teur- generaal van rijkswaterstaat,
ir. A. G. Maris. Tot dusver is deze
CONTACT TUSSEN DRIE PROVINCIES:
DE COMMISSARIS DER KONINGIN,
jhr. mr. A. F. C. de Casembroot, heeft
gistermorgen Zeelands Staten inge
licht over de gang van zaken bij het
interprovinciaal contact.
Nadat hij in het kort de voorge
schiedenis van dit contact had uiteen
gezet, verklaarde de commissaris, dat
er tijdens de bijeenkomst, die vorige
week in Middelburg was gehouden,
door de commissarissen en gedepu
teerden van Zuid-Holland, Noord-
Brabant en Zeeland, zeer openhartig
was gesproken over allerlei verschil
punten o.m. rond hét rapport Rand
stad en Delta. Voor dit rapport had
de commissaris weliswaar grote waar
dering, doch anderzijds stelde hij dat
niet alleen Zuid-Holland, maar ook
Zeeland en Brabant dienen na te gaan
welke mogelijkheden er voor hen in
het Deltagebied liggen. „Wij als
Zeeuwen zijn dat verplicht, omdat we
anders een provincie van bejaarden
zouden worden of een speeltuinver
eniging voor de Randstad, al dan niet
verzuildzo zei jhr. De Casem
broot. „Nu weet ik wel, dat we deze
zaken niet eng-provinciaal moeten be
kijken, doch nationaal, ja zelfs inter
nationaal. Maar dat zijn bijzonder
mooie leuzen: ieder doet graag na
tionaal en internationaal voor zover
het in het eigen schuitje van pas
komt.
Het grote winstpunt van het con
tact tussen de drie provinciale bestu
ren van vorige week noemde de com
missaris, dat er nu samenwerking
komt- Gebleken is, dat er een oprech
te wil bestaat om elkaar in te lichten
over wederzijdse plannen en voorne
mens. Er zal nu getracht worden zo
veel als maar mogelijk is één lijn te
trekken. „Ik heb het volste vertrou
wen in deze nieuwe samenwerking.
Met vertrouwen gaan wij in dit op
zicht de toekomst tegemoet", aldus de
commissaris. Hij herinnerde voorts
met instemming nog aan de woorden
van de Zuidhollandse gedeputeerde
Van Riel, die tegenover de pers had
verklaard, dat tenslotte het laatste
woord in deze zaak aan de provinciale
staten is.
Over het contact met België zeide
de commissaris, dat hier geen officiële
connecties bestonden, omdat dit een
zaak is van „Buitenlandse Zaken".
„Wij mogen slechts spreken over het
onderhoud van grenspaden Wel
is er contact via de E.TJ.'s, waaruit
o.m. het Brugse congres van vorig
jaar is voortgevloeid.
brief nog niet ontvangen, hetgeen de
commissaris betreurde, zoals hij gis
teren in de Staten verklaarde. Niet
temin had hij begrip voor dit uit
blijven, gezien de vele en drukke
werkzaamheden van het ministerie.
Het lid van Ged. Staten, de heer M.
J. van Poelje, kon gisteren de Staten
nog niet veel mededelen over het na
dere overleg met minister Algera
over de Westerschelde-veren. De Sta
tenleden hadden zich ongerust ge
toond over het verschil tussen de
rijksbegroting (bijdrage tekort Wes-
terscheldeveren: f 2 miljoen) en de
provinciale begroting (tekort f 5,6
miljoen). „Die twee miljoen moeten
we als een voorlopige raming be
schouwen" zei de heer Van Poelje,
die ten bewijze daarvan uit de me
morie van antwoord van minister
Algera een passage voorlas, waaruit
dit voorlopig karakter zou moeten
blijken. („Gehoopt wordt, dat
wijziging van de tarieven met het
aangevraagde bedrag kan worden
volstaan").
Overigens verklaarde de heer
Van Poelje met nadruk, dat de be
reidheid van het provinciaal be
stuur om met de minister te over
leggen over de tarieven uitslui
tend kon worden gezien in het
licht van het streven naar verbe
tering der Westerscheldeveren.
Met andere woorden: de bouw van
een tweede grote boot, tot dusver
door Den Haag op de lange baan
geschoven, is de inzet van de on
derhandelingen. „Wij hebben ons
standpunt aan de minister mede
gedeeld. Het woord is thans aan
hem. Wij hopen, dat hij spoedig
zal spreken...." aldus de heer Van
Poelje.
De Gedeputeerde verzekerde nog,
dat de Provinciale Staten niet voor
een voldongen feit gesteld zullen
worden, doch dat het al of niet aan
vaardbare resultaat der besprekin
gen in de Staten ter discussie zal
worden gesteld.
Tot de heer Schlingemann zei spre
ker. dat in de toekoms t waar
schijnlijk naar een ander systeem van
kaartverkoop bij de Westerschelde
veren zal worden gestreefd, namelijk
naar een verkoop op de wal.
Overleg met directeur-
generaal Arbeidsvoorziening
PROVINCIALE STATEN heb-
ben gisteren Gedeputeerden nog
eens bij herhaling gewezen op
tie ernstige werkloosheidsdrei
ging in Zeeland. Namens Gede
puteerden verzekerde de heer C.
Philipse evenwel, dat inderdaad
alle maatregelen zijn genomen,
die op dit gebied mogelijk zijn.
De Provinciale Commissie
Werkgelegenheid heeft de moei
lijkheden tijdig onder het oog
gezien, maar helaas moest door
de investeringsbeperking een
aanzienlijk deel van de voorge
stelde werken (tot een bedrag
van negen miljoen) in porte
feuille blijven. Dank zij de me
dewerking evenwel van de Her
verkaveling Zeeland en het mini
sterie van sociale zaken is het
niettemin gehikt nog een aantal
objecten in uitvoering te krij
gen.
Van deze objecten zijn er twee op
Schouwen-Duiveland gelegen. Met 't
eerste zijn 1019 man-weken gemoeid
en met het tweede 1024 man-weken.
Voorts zijn er twee objecten aange
wezen op Tholen, een van 2815 man-
weken en een van 2047 man-weken.
In de zak van Zuid-Bcvcland is een
object aangewezen, dat 2000 man-
weken zal vergen, terwijl er aan ge
werkt wordt nog een tweede er oij
te krijgen. Nu de werkzaamheden
van de Walcherse herverkaveling een
sterk aflopend karakter hebben, zal
het evenwel nodig zijn om mensen
van Walcheren tewerk te stellen in
de zak van Zuid-Beveland. Voor
Oost-Zeeuwson Vlaanderen wordt er
onderhandeld over projecten waar
mee in totaal 4,5 miljoen is gemoeid.
De heer Philipse gaf toe, dat al de
ze werken slechts een „druppel op de
gloeiende plaat" zijn. Er zullen nog
meer werkobjecten moeten komen.
Met de directeur-generaal van de ar
beidsvoorziening, dr. Mansholt zullen
daarom op korte termijn de moeilijke
omstandigheden, worden besproken,
waarin Zeeland met betrekking tot
de toenemende werkloosheid ver
keert.
Over de suggestie van de heer Ver-
cauteren werklozen in te schakelen
bij de dijksverhogingen, verklaarde
de heer Philipse, dat dit plan reeds
in studie is. In antwoord op een
vraag over tewerkstelling van Zeeu
wen in Limburg, zei de Gedeputeerde
C. PHILIPSE
...bezorgd...
dat het hier 115 vrijwilligers betreft,
uitsluitend ongehuwden, aie thans in
De Peel werken.
POLDERZAKEN.
De heer Philipse ging nog even in
het kort in op de polderconcentratie.
Daarbij verzekerde hij, dat achter de
schermen het werk aan de concen
tratie rustig voortgang ondervindt.
Zo zijn thans de leden voor overleg
commissie voor Oost Zeeuwsch-
Vlaanderen juist dezer dagen uitge
nodigd. Met Brabant wordt overlegd
over de samenvoeging van de inter
provinciale polders op de Brabants-
Zeeuwse grens tot één interprovin
ciaal waterschap. Tenslotte wees de
ze Gedeputeerde nog op de moeilijk
heden voor Noord-Beveland in ver
band met de aanpassmgs- en verbe-
teringswerken ten dienste van de wa
terhuishouding na totstandkoming
van het Drie-Eilandenplan. Er is
daarover reeds contact geweest met
de cultuurtechnische dienst, die een
uitvoerig rapport heeft uitgebracht.
Onder leiding van Gedeputeerden zal
nu met de streek over de financie
ring worden overlegd.
LANDBOUW
Ir. G. P. M. Dikötter ging namens
het college in op enkele opmerkingen
van mr. 8chlingemann over het in 't
gedrang komen van de landbouwbe
langen bij structuurplannen enz.
Spreker zag hier een taak voor de
P.P.D., die zou kunnen nagaan in
hoeverre on waar compensatie in
landbouwgronden voor gedupeerde
landbouwers te vinden is.
Men is thans bezig met de voorbe
reiding van een reorganisatie der
Vaste Commissie en der subcommis
sies van de P.P.D., teneinde deze
dienst beter te doen aanpassen bij de
eisen, die het Deltaplan aan Zeeland
stelt. Wellicht dat bij deze reorgani
satie rekening kan worden gehouden
met de landbouwbelangen.
Over de inpoldering van het land
van Saaftinge verklaarde de heer
Dikötter, dat hij binnen afzienbare
tijd meer licht in deze kwestie ver
wachtte. Hij meende, dat deze zaak
zich niet ongunstig ontwikkelde.
A. H. S. STEMERDING
...geschrokken...
ding tenslotte drong er op aan, dat
een eventuele midaendam door de
Zandkreek niet zal worden aange
legd. De heer Dikötter wees er op,
dat over deze dam nog slechts veron-
derstellendewijs werd gesproken.
Ontslagen bij gebrek
aan opdrachten
Het aannemersbedrijf N.V. Sanders
te.Delft, dat vrijwel permanent 300
man werkzaam had bij de aanleg en
het onderhoud van wegen, heeft on
geveer 150 man ontslagen. Dit om
dat rijk en provincie geen belangrijke
opdrachten meer hebben verstrekt op
het gebied van de wegenbouw. Ver
wacht wordt dat nog meer mensen
de straat op zullen gaan wanneer
het werk, dat nog onderhanden is,
voltooid zal zijn.
Binnenkort zal een staf van in
genieurs van de onderneming naar
Ethiopië gaan om daar een studie
te maken van de aanleg van 220
km. wegen op de hoogvlakte nabij
Jima, in het gebied van de koffie-
cultures. Aan de inschrijving voor
dit werk zullen aannemers uit de
gehele wereld deelnemen.
De directie van de N.V. Nedalo te
Hengelo heeft opnieuw een groep
personeelsleden van dit bedrijf (dat
o.a. oliehaarden fabriceert) ontslagen.
In enkele weken tgjds is de personeels
sterkte tot bijna de helft terugge
bracht. Bij het jongste ontslag zijn
80 mensen betrokken.
De directie van De Groot's Houtbouw
te Vroomshoop heeft als gevolg van
het uitblijven van opdrachten zich
genoodzaakt gezien 29 werknemers
te ontslaan. De ontslagenen hebben
voor het merendeel reeds vele jaren
in het bedrijf gewerkt. In 1957 heb
ben vrijwel constant 200 personen
werk in dit bedrijf gevonden.
Erepenning
voor „grootmoeder
van Nederlandse opera."
Mevrouw Cateau EngelenSewing
die meer dan 40 jaar geleden in ons
land en daarbuiten een bekend en
gevierd opreazangeres was, is tijdens
een drukbezochte receptie in een der
foyers van de Amsterdamse stads
schouwburg ter ere van haar 90ste
verjaardag op bijzonder hartelijke
en vaak ontroerende wijze gehuldigd.
Amsterdams wethouder voor de
kunstzaken, mr. A. de Roos zei, dat
de jarige zich mocht beschouwen als
„de grootmoeder" van al wat er nu
aan opera-activiteiten in ons land is.
Hij gewaagde voorts van de dank
baarheid van de stad voor haar
werk als pionierster en merkte op,
dat de jarige het ideaal heeft gehad,
dat er een Nederlandse opera zou
komen. „Wij hebben er nu een, al zijn
er die daaraan twijfelen."
Tot slot bood de wethouder mevr.
EngelenSewing dc bronzen ere
penning van dc stad aan. „voor haar
verdiensten als operazangeres."
Vluchtelingenprobleem
in Joego-Slavië opgelost.
Maandag zijn tc Belgrado de laat
ste uitreisvisa verleend aan Hon
gaarse vluchtelingen, die tijdens en
na de opstand in 1956 naar Joego-
Slavië zijn uitgeweken. Hiermee is
het probleem van de bijna 20.000
Hongaarse vluchtelingen in Joego-
Slavië opgelost.
Van de in totaal 19.781 Hongaren
zijn er 16 374 naar 27 andere landen
doorgereisd en zijn er 2773 vrijwil
lig naar Hongarije teruggekeerd. De
overige 634 Hongaarse vluchtelingen
hebben besloten in Joego-Slavië te
blijven.
De Hoge Commissaris der Verenig
de Naties voor de vluchtelingen, dr.
A. R. Lindt, heeft naar aanleiding
hiervan verklaard, dat dit de eerste
maal is geweest dat een probleem
van dergelijke omvang in een zo
korte tijd volledig is opgelost. Dr.
Lindt heeft de Joego-Slavischeauto
riteiten telegrafisch dank gezegd
voor hun optreden jegens de bijna
20.000 vluchtelingen en voor de
medewerking die zij bij de oplos
sing van het probleem nebben ver
leend. Gelijktijdig heeft de Hoge
Commissaris gelukwcnstelegram-
men gezonden aan alle regeringen
en particuliere organisaties die aan
de oplossing van het vluchtelingen
probleem in Joego-Slavië hebben
Hogere tarieven in
haven van Antwerpen.
De gemeenteraad van Antwerpen
heeft maandagavond besloten tot ver
hoging van de tarieven op de sleep
dienst in de dokken. Deze maatregel
zal een inkomstenvermeerdering van
ongeveer 28 miljoen frank tot gevolg
hebben. Andere haventarieven werden
reeds eerder aangepast.