PROVINCIALE BEGROTING AANVAARD Mr. Van der Weel: Regering heeft toch WEL begrip voor Zeeuwse moeilijkheden Inzet van gesprek: tweede boot! ZORGEN over toenemende werkloosheid Motie-Van Oorschot aangenomen OPRECHTE WIL TOT GOEDE SAMENWERKING PROVINCIALE STATEN hebben gistermid dag zonder hoofdelijke stemming de reeds eer der ingediende motie-Van Oorschot aanvaard over de toewijzing van slechts vijfhonderd wo ningwetwoningen aan Zeeland. In deze motie spreken de Staten nu als hun mening uit, dat dit aantal te gering is om aan de behoeften van de ze provincie met haar belangrijke ontwikke lingskansen op enigszins redelijke wijze te vol doen. Ged. Staten worden uitgenodigd er bij de regering op aan te dringen in deze toewijzing verbetering te brengen. Tevens wordt in deze motie tot uitdruking gebracht, dat de regering tot dusver onvoldoende rekening heeft gehou den met de natuurlijke mogelijkheden van Zee land om een bijdrage te leveren aan de natio nale welvaart. De Staten besloten tot aanvaarding van deze motie, nadat Gedeputeerde Staten een uitvoerig antwoord hadden gegeven op de vele opmerkin gen, die de dag tevoren bij de algemene be schouwingen waren gehouden. Het opvallende daarbij was, dat het lid van Ged. Staten, mr. A. J. van der Weel, enig voorbehoud maakte, toen hij de „achteruitstelling van Zeeland" door vrijwel alle sprekers naar voren gebracht on der de loep nam. Hij bracht deze vermeende achteruitstelling tot juiste proporties terug: „Wij moeten niet altijd een houding aannemen van pruilen als we het over de landsregering hebben" zo zei hij vermanend tot de Statenleden, „want steeds weer blijkt uit correspondentie en gesprekken met Den Haag, dat er bij de rege ring wel degelijk begrip bestaat voor de moei lijkheden van Zeeland. Ons streven dient er der halve op gericht te zijn dat begrip ook te bren gen daar, waar het in leidende kringen nog mocht ontbreken, opdat tenslotte datgene kan worden bereikt, wat niet alleen in het belang van Zeeland is, maar ook een nationaal belang". Mr. Van der Weel ging in het licht van deze beschouwing na, wélke hou ding naar zijn mening Zeeland dient aan te nemen met betrekking tot de geringe woningtoewijzing. Deze toe wijzing is geen gevolg van een wil lens en wetens toegepaste achteruit stelling van Zeeland, zo stelde hij vast. „Onze teleurstelling betreft dan ook de resultaten voor onze provin cie van de formule, die bij de verde ling is gebruikt", aldus betoogde de ze Gedeputeerde. Hij zette uiteen, dat bij het samenstellen van deze verdelingssleutel twee factoren een rol hebben gespeeld, namelijk de bouwcapaciteit en het woningtekort. Indien uitsluitend met de eerste fac tor zou zijn gerekend, dan had Zee land recht gehad op ongeveer 1200 woningen, indien alleen de tweede had gegolden, dan zouden slechts 200 woningen zijn toegewezen. Het resultaat ligt nu ongeveer in het midden, namelijk 500, niette min een rampzalig aantal. Bij het vooroverleg was gebleken, dat Zuid-Holland en Noord-Holland er akkoord mee gingen, dal Zeeland er 800 zou krijgen. De Centrale Directie van de Bouwnijverheid had zelfs een aantal van 900 be cijferd. In het vooroverleg was men tot dit akkoord gekomen om dat Zeeland de betrekkelijkheid had kunnen aantonen van het wo ningbehoefte-cijfer. Immers in dit Visserijprobleem van gedeputeerde Schout Het lid van Gedeputeerde Staten, de heer A. Schout, die zich vrijwel uitsluitend bezighoudt niet onder wijszaken en met aangelegenheden rond het maatschappelijk werk, zag zich gisteren in de Staten plotseling voor een visserij-probleem geplaatst. Statenlid Van Oorschot had hém na melijk gevraagd, w&arorn de Gedepu teerde tijdens een vergadering van een vrouwenvereniging in Zierikzee zich pessimistisch had uitgelaten over het slagen van de ocsterproe- ven in het Veerse Gat. Welnu, de heer Schout deed het uit de doeken. „Als ik voor dames spreek, dan doe ik dat niet in op dracht van het college", zo zei hij, terwijl de Staten ademloos toeluis terden. „Gedeputeerden hebben mij nooit gezegd: ga'heen en spreek tot de dames! Daarom is alles wat ik daar heb gezegd voor mijn verant woording. Er heeft mij destijds in Zierikzee een dame naar mijn per soonlijke mening gevraagd en niet naar die van het college. Toen heb ik gezegd, dat ik wél in het slagen van de mosselproeven geloofde, maar dat de vooruitzichten voor de oester- proeven mij minder gunstig leken. Overigens bevond ik mij met deze verklaring in goed gezelschap, want dr. Korringa heeft tijdens een visse rij-bijeenkomst in Vlissingen hetzelf de gezegd". Bij de replieken schudde Statenlid Van Oorschot nog wel ern stig het hoofd over deze uitlating, maar de heer Schout bleef overeen komstig het devies van zijn partij rustig temidden van deze woedende golven. Waarmee het dames-Inci dent was afgedaan. De serieuze beantwoording van de visserijaangelegenheden kwam voor rekening van Gedeputeerde Van Poelje. Hij deelde mede, dat het pro vinciaal bestuur onlangs een voorstel voor een schaderegeling ten dienste van de garnalenvissers aan de rege ring had gezonden. Binnenkort zal het college de betrokkenen daarover vertrouwelijk Inlichten. De heer Van Poelje meende, dat er mogelijkheden waren voor de sanering van de gar nalenvisserij én verklaarde, dat aan afschrijving van deze bedrijfstak ze ker niet moet worden gedacht. Ten aanzien van de oester- en mos selproeven blijft het college van me ning, dat deze experimenten moeter doorgaan. Maar deze proefnemingen «taan geheel buiten de kwestie vnn de schadeloosstelling. Tenslotte zei du heer Van Poelje te hopen, dat de verdeelde visserij nog eens zal besef ten dat eendracht macht maakt. cijfer dient o.a. ook gecalculeerd te worden de behoefte aan wonin gen voor degenen, die zich ii) Zee land willen vestigen. Bovendien wordt bij de vaststelling van het tekort steeds het Zeeuwse totaal genomen, dat uiteraard ook wordt beïnvloed door enkele kleine ge meenten, waar toevallig géén wo ningnood bestaat. Niettemin is bij de eindverdeling een sleutel toegepast, waarin minder in- Afscheid van zes Statenleden Aan het einde van de Statenzitting heeft de commissaris der koningin gistermiddag woorden van afscheid gesproken tot zes Statenleden, die zich bij de komende verkiezingen niet herkiesbaar hebben gesteld, na melijk de heren mr. W. F. baron van der Feltz (ch), Z. C. Salomé (arh.), P. Boudeling (ar), A. L. S. Locke- feer (kvp), A. I. Catsman (ar) en M. den Boer (ch). M. DEN BOER ...afscheid... De commissaris dankte deze leden voor hun werk in het belang van de provincie en voor hun vriendschap. Hij wenste hen voor zover zij zich geheel uit het openbare leven zouden terugtrekken, een welverdiende rust toe. Namens de scheidende leden sprak de heer M. den Boer sympa thieke woorden van dank. Voorts herdacht de .commissaris in enkele sobere bewoordingen, hoe op 1 febr. aanstaande het vijf jaar- is geleden, dat Zeeland door de ramp werd ge troffen. Woorden van gelukwens tenslotte sprak de commissaris tot een der stenografen, die xceds vecrt.g jaar lang de Statcnzittlngen notuleert. De ji'bilaris sprak een passend dank woord. loed werd gegeven aan de bouw-ca- paciteit. „Wij hebben dit feit te aan vaarden", aldus mr. Van der Weel. Hij achtte verhoging vrijwel uitge sloten maar wel zag hij een theore tische mogelijkheid een verschuiving te krijgen van het aantal premiewo ningen naar de woningwetwoningen. Overigens wees hij er met nadruk op, dat de verdeling van dit geringe aantal bijzonder moeilijk is. Het is zeker niet verantwooord om elk van de nog altijd bestaande 101 gemeen ten in Zeeland iets van deze 500 te geven, zo zette hij uiteen. Met betrekking tot de financiën van de provincie wees deze Gedeputeerde er op, dat de begroting sluitend kon worden gemaakt, dank zij de ver hoogde uitkering uit het provincie fonds. In dit verband ging hij ook nader in op de vergelijking, van de heer Hommes tussen de provinciale begroting van 1908 en die van 1958. Op geestige wijze stelde mr. Van der Weel de betrekkelijkheid van een dergelijke vergelijking in het licht. Zonder hoofdelijke stemming De provinciale begroting met bij behorende stukken werden gisteren z.h.s. vastgesteld. Er was bij de be handeling van de artikelen vrijwel geen discussie meer. De heer A. H. S Stemerding kreeg de toezegging, dat een proef zal worden genomen met een geluidsinstallatie in de Staten zaal en de heer G. J. van de Waal kreeg te horen, dat Binnenkort met verkeersdeskumdiigen zal worden over legd hoe te handelen met het ver- voersverbod wanneer de provinciale boten op VlissingenBreskens twee verschillende havens van Breskens zullen aandoen. Tenslotte kreeg de heer Wisse van de S.G.P. de aante kening, dat hij geacht wenste te wor den tegen de culturele posten van de proviciale begroting te hebben ge stemd. Schrik over asfaltdam Burgemeester A. H. S. Stemer ding van Oost- en West-Sou burg verklaarde gisteren tij dens de replieken bij de behan deling van de provinciale begro ting, dat hem ter ore was geko men, dat de afsluitdammen van het Drie-Eilandenplan een as- falt-bekleding zouden krijgen. „Is dat waar, meneer de voor zitter?" vroeg hij geschrokken. „Zo'n dam is toch allerminst in overeenstemming met het land schap?" Gedeputeerde ir. G. P. M. Dikötter verklaarde, dat ook het college onge rust is over deze „asfalt-plannen". Hij zette evenwel uiteen, dat een af- sluitdam ook technisch zo goed mo gelijk dient te zijn en in dit verband is het gebruik van moderne midde len voor dijkbouw wellicht te ver klaren. Het college is echter diligent. De diensten van de provincie zijn al evenmin voor asfalt te vinden, aldus deze Gedeputeerde. De heer Sterner- DE ONDERHANDELINGEN MET MIN. ALGERA Minister Algera heeft zoals be kend tijdens de behandeling van het ontwerp-Deltawet in de Tweede Kanier toegezegd niet het provinciaal bestuur van Zeeland te zullen over leggen over een eventuele gezamen lijke bestudering van het probleem der vaste oeververbinding over de Westersehelde. Tijdens een gesprek met minister Algera heeft de com missaris der koningin in Zeeland, jhr. mr. A. F. C. de Casembroot de bewindsman verzocht het provinciaal bestuur daarover schriftelijk te wil len berichten. In dezelfde geest is on langs ook gesproken met de direc teur- generaal van rijkswaterstaat, ir. A. G. Maris. Tot dusver is deze CONTACT TUSSEN DRIE PROVINCIES: DE COMMISSARIS DER KONINGIN, jhr. mr. A. F. C. de Casembroot, heeft gistermorgen Zeelands Staten inge licht over de gang van zaken bij het interprovinciaal contact. Nadat hij in het kort de voorge schiedenis van dit contact had uiteen gezet, verklaarde de commissaris, dat er tijdens de bijeenkomst, die vorige week in Middelburg was gehouden, door de commissarissen en gedepu teerden van Zuid-Holland, Noord- Brabant en Zeeland, zeer openhartig was gesproken over allerlei verschil punten o.m. rond hét rapport Rand stad en Delta. Voor dit rapport had de commissaris weliswaar grote waar dering, doch anderzijds stelde hij dat niet alleen Zuid-Holland, maar ook Zeeland en Brabant dienen na te gaan welke mogelijkheden er voor hen in het Deltagebied liggen. „Wij als Zeeuwen zijn dat verplicht, omdat we anders een provincie van bejaarden zouden worden of een speeltuinver eniging voor de Randstad, al dan niet verzuildzo zei jhr. De Casem broot. „Nu weet ik wel, dat we deze zaken niet eng-provinciaal moeten be kijken, doch nationaal, ja zelfs inter nationaal. Maar dat zijn bijzonder mooie leuzen: ieder doet graag na tionaal en internationaal voor zover het in het eigen schuitje van pas komt. Het grote winstpunt van het con tact tussen de drie provinciale bestu ren van vorige week noemde de com missaris, dat er nu samenwerking komt- Gebleken is, dat er een oprech te wil bestaat om elkaar in te lichten over wederzijdse plannen en voorne mens. Er zal nu getracht worden zo veel als maar mogelijk is één lijn te trekken. „Ik heb het volste vertrou wen in deze nieuwe samenwerking. Met vertrouwen gaan wij in dit op zicht de toekomst tegemoet", aldus de commissaris. Hij herinnerde voorts met instemming nog aan de woorden van de Zuidhollandse gedeputeerde Van Riel, die tegenover de pers had verklaard, dat tenslotte het laatste woord in deze zaak aan de provinciale staten is. Over het contact met België zeide de commissaris, dat hier geen officiële connecties bestonden, omdat dit een zaak is van „Buitenlandse Zaken". „Wij mogen slechts spreken over het onderhoud van grenspaden Wel is er contact via de E.TJ.'s, waaruit o.m. het Brugse congres van vorig jaar is voortgevloeid. brief nog niet ontvangen, hetgeen de commissaris betreurde, zoals hij gis teren in de Staten verklaarde. Niet temin had hij begrip voor dit uit blijven, gezien de vele en drukke werkzaamheden van het ministerie. Het lid van Ged. Staten, de heer M. J. van Poelje, kon gisteren de Staten nog niet veel mededelen over het na dere overleg met minister Algera over de Westerschelde-veren. De Sta tenleden hadden zich ongerust ge toond over het verschil tussen de rijksbegroting (bijdrage tekort Wes- terscheldeveren: f 2 miljoen) en de provinciale begroting (tekort f 5,6 miljoen). „Die twee miljoen moeten we als een voorlopige raming be schouwen" zei de heer Van Poelje, die ten bewijze daarvan uit de me morie van antwoord van minister Algera een passage voorlas, waaruit dit voorlopig karakter zou moeten blijken. („Gehoopt wordt, dat wijziging van de tarieven met het aangevraagde bedrag kan worden volstaan"). Overigens verklaarde de heer Van Poelje met nadruk, dat de be reidheid van het provinciaal be stuur om met de minister te over leggen over de tarieven uitslui tend kon worden gezien in het licht van het streven naar verbe tering der Westerscheldeveren. Met andere woorden: de bouw van een tweede grote boot, tot dusver door Den Haag op de lange baan geschoven, is de inzet van de on derhandelingen. „Wij hebben ons standpunt aan de minister mede gedeeld. Het woord is thans aan hem. Wij hopen, dat hij spoedig zal spreken...." aldus de heer Van Poelje. De Gedeputeerde verzekerde nog, dat de Provinciale Staten niet voor een voldongen feit gesteld zullen worden, doch dat het al of niet aan vaardbare resultaat der besprekin gen in de Staten ter discussie zal worden gesteld. Tot de heer Schlingemann zei spre ker. dat in de toekoms t waar schijnlijk naar een ander systeem van kaartverkoop bij de Westerschelde veren zal worden gestreefd, namelijk naar een verkoop op de wal. Overleg met directeur- generaal Arbeidsvoorziening PROVINCIALE STATEN heb- ben gisteren Gedeputeerden nog eens bij herhaling gewezen op tie ernstige werkloosheidsdrei ging in Zeeland. Namens Gede puteerden verzekerde de heer C. Philipse evenwel, dat inderdaad alle maatregelen zijn genomen, die op dit gebied mogelijk zijn. De Provinciale Commissie Werkgelegenheid heeft de moei lijkheden tijdig onder het oog gezien, maar helaas moest door de investeringsbeperking een aanzienlijk deel van de voorge stelde werken (tot een bedrag van negen miljoen) in porte feuille blijven. Dank zij de me dewerking evenwel van de Her verkaveling Zeeland en het mini sterie van sociale zaken is het niettemin gehikt nog een aantal objecten in uitvoering te krij gen. Van deze objecten zijn er twee op Schouwen-Duiveland gelegen. Met 't eerste zijn 1019 man-weken gemoeid en met het tweede 1024 man-weken. Voorts zijn er twee objecten aange wezen op Tholen, een van 2815 man- weken en een van 2047 man-weken. In de zak van Zuid-Bcvcland is een object aangewezen, dat 2000 man- weken zal vergen, terwijl er aan ge werkt wordt nog een tweede er oij te krijgen. Nu de werkzaamheden van de Walcherse herverkaveling een sterk aflopend karakter hebben, zal het evenwel nodig zijn om mensen van Walcheren tewerk te stellen in de zak van Zuid-Beveland. Voor Oost-Zeeuwson Vlaanderen wordt er onderhandeld over projecten waar mee in totaal 4,5 miljoen is gemoeid. De heer Philipse gaf toe, dat al de ze werken slechts een „druppel op de gloeiende plaat" zijn. Er zullen nog meer werkobjecten moeten komen. Met de directeur-generaal van de ar beidsvoorziening, dr. Mansholt zullen daarom op korte termijn de moeilijke omstandigheden, worden besproken, waarin Zeeland met betrekking tot de toenemende werkloosheid ver keert. Over de suggestie van de heer Ver- cauteren werklozen in te schakelen bij de dijksverhogingen, verklaarde de heer Philipse, dat dit plan reeds in studie is. In antwoord op een vraag over tewerkstelling van Zeeu wen in Limburg, zei de Gedeputeerde C. PHILIPSE ...bezorgd... dat het hier 115 vrijwilligers betreft, uitsluitend ongehuwden, aie thans in De Peel werken. POLDERZAKEN. De heer Philipse ging nog even in het kort in op de polderconcentratie. Daarbij verzekerde hij, dat achter de schermen het werk aan de concen tratie rustig voortgang ondervindt. Zo zijn thans de leden voor overleg commissie voor Oost Zeeuwsch- Vlaanderen juist dezer dagen uitge nodigd. Met Brabant wordt overlegd over de samenvoeging van de inter provinciale polders op de Brabants- Zeeuwse grens tot één interprovin ciaal waterschap. Tenslotte wees de ze Gedeputeerde nog op de moeilijk heden voor Noord-Beveland in ver band met de aanpassmgs- en verbe- teringswerken ten dienste van de wa terhuishouding na totstandkoming van het Drie-Eilandenplan. Er is daarover reeds contact geweest met de cultuurtechnische dienst, die een uitvoerig rapport heeft uitgebracht. Onder leiding van Gedeputeerden zal nu met de streek over de financie ring worden overlegd. LANDBOUW Ir. G. P. M. Dikötter ging namens het college in op enkele opmerkingen van mr. 8chlingemann over het in 't gedrang komen van de landbouwbe langen bij structuurplannen enz. Spreker zag hier een taak voor de P.P.D., die zou kunnen nagaan in hoeverre on waar compensatie in landbouwgronden voor gedupeerde landbouwers te vinden is. Men is thans bezig met de voorbe reiding van een reorganisatie der Vaste Commissie en der subcommis sies van de P.P.D., teneinde deze dienst beter te doen aanpassen bij de eisen, die het Deltaplan aan Zeeland stelt. Wellicht dat bij deze reorgani satie rekening kan worden gehouden met de landbouwbelangen. Over de inpoldering van het land van Saaftinge verklaarde de heer Dikötter, dat hij binnen afzienbare tijd meer licht in deze kwestie ver wachtte. Hij meende, dat deze zaak zich niet ongunstig ontwikkelde. A. H. S. STEMERDING ...geschrokken... ding tenslotte drong er op aan, dat een eventuele midaendam door de Zandkreek niet zal worden aange legd. De heer Dikötter wees er op, dat over deze dam nog slechts veron- derstellendewijs werd gesproken. Ontslagen bij gebrek aan opdrachten Het aannemersbedrijf N.V. Sanders te.Delft, dat vrijwel permanent 300 man werkzaam had bij de aanleg en het onderhoud van wegen, heeft on geveer 150 man ontslagen. Dit om dat rijk en provincie geen belangrijke opdrachten meer hebben verstrekt op het gebied van de wegenbouw. Ver wacht wordt dat nog meer mensen de straat op zullen gaan wanneer het werk, dat nog onderhanden is, voltooid zal zijn. Binnenkort zal een staf van in genieurs van de onderneming naar Ethiopië gaan om daar een studie te maken van de aanleg van 220 km. wegen op de hoogvlakte nabij Jima, in het gebied van de koffie- cultures. Aan de inschrijving voor dit werk zullen aannemers uit de gehele wereld deelnemen. De directie van de N.V. Nedalo te Hengelo heeft opnieuw een groep personeelsleden van dit bedrijf (dat o.a. oliehaarden fabriceert) ontslagen. In enkele weken tgjds is de personeels sterkte tot bijna de helft terugge bracht. Bij het jongste ontslag zijn 80 mensen betrokken. De directie van De Groot's Houtbouw te Vroomshoop heeft als gevolg van het uitblijven van opdrachten zich genoodzaakt gezien 29 werknemers te ontslaan. De ontslagenen hebben voor het merendeel reeds vele jaren in het bedrijf gewerkt. In 1957 heb ben vrijwel constant 200 personen werk in dit bedrijf gevonden. Erepenning voor „grootmoeder van Nederlandse opera." Mevrouw Cateau EngelenSewing die meer dan 40 jaar geleden in ons land en daarbuiten een bekend en gevierd opreazangeres was, is tijdens een drukbezochte receptie in een der foyers van de Amsterdamse stads schouwburg ter ere van haar 90ste verjaardag op bijzonder hartelijke en vaak ontroerende wijze gehuldigd. Amsterdams wethouder voor de kunstzaken, mr. A. de Roos zei, dat de jarige zich mocht beschouwen als „de grootmoeder" van al wat er nu aan opera-activiteiten in ons land is. Hij gewaagde voorts van de dank baarheid van de stad voor haar werk als pionierster en merkte op, dat de jarige het ideaal heeft gehad, dat er een Nederlandse opera zou komen. „Wij hebben er nu een, al zijn er die daaraan twijfelen." Tot slot bood de wethouder mevr. EngelenSewing dc bronzen ere penning van dc stad aan. „voor haar verdiensten als operazangeres." Vluchtelingenprobleem in Joego-Slavië opgelost. Maandag zijn tc Belgrado de laat ste uitreisvisa verleend aan Hon gaarse vluchtelingen, die tijdens en na de opstand in 1956 naar Joego- Slavië zijn uitgeweken. Hiermee is het probleem van de bijna 20.000 Hongaarse vluchtelingen in Joego- Slavië opgelost. Van de in totaal 19.781 Hongaren zijn er 16 374 naar 27 andere landen doorgereisd en zijn er 2773 vrijwil lig naar Hongarije teruggekeerd. De overige 634 Hongaarse vluchtelingen hebben besloten in Joego-Slavië te blijven. De Hoge Commissaris der Verenig de Naties voor de vluchtelingen, dr. A. R. Lindt, heeft naar aanleiding hiervan verklaard, dat dit de eerste maal is geweest dat een probleem van dergelijke omvang in een zo korte tijd volledig is opgelost. Dr. Lindt heeft de Joego-Slavischeauto riteiten telegrafisch dank gezegd voor hun optreden jegens de bijna 20.000 vluchtelingen en voor de medewerking die zij bij de oplos sing van het probleem nebben ver leend. Gelijktijdig heeft de Hoge Commissaris gelukwcnstelegram- men gezonden aan alle regeringen en particuliere organisaties die aan de oplossing van het vluchtelingen probleem in Joego-Slavië hebben Hogere tarieven in haven van Antwerpen. De gemeenteraad van Antwerpen heeft maandagavond besloten tot ver hoging van de tarieven op de sleep dienst in de dokken. Deze maatregel zal een inkomstenvermeerdering van ongeveer 28 miljoen frank tot gevolg hebben. Andere haventarieven werden reeds eerder aangepast.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 7