Een typische vertegenwoordiger van zijn generatie OOSTDUITSE FILMINDUSTRIE FLOREERT „TEXTIELMUSEUM" in de Ver. Stalen „Twee werelden-festival" deze zomer in Italië ZATERDAG 11 JANUARI 1958 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT WIJ HELDENVAN SIMON VINKENOOG Sferk autobiografisch werk Toen drie jaar geleden Simon Vinkenoogs eerste prozawerk, „Zo lang te water" verscheen, baarde het nog al opzien. Het werd om streden, er waren uitgesproken pro's en contra's (in de herdruk die we onlangs ontvingen is een ruime bloemlezing van die „liefdesver klaringen" opgenomen) en zoiets is altijd een tamelijk gunstig teken. Nu had Vinkenoog daar beslist een beetje op gespeculeerd. Hij weet zich een typische vertegenwoordiger van zijn generatie (d.w.z. van de mensen die thans om de dertig zijn, zelf werd hij in 1928 geboren), hij had, hoewel nog jong dus, reeds een tamelijk tumultueus leven achter zich, en hij legde daarvan in dat autobiografische boek op zeer vrij moedige wijze getuigenis af. Wij gebruiken hier het woord vrijmoedig, anderen zeggen „onbeschaamd" of iets van die aard. Het Neder lands publiek, en ook de Nederlandse kritiek, is geen grote vrijmoe digheid gewend. Henry Miller en Jean Genet, om twee beslist grote hedendaagse auteurs te noemen, kunnen niet in het Nederlands worden vertaald, Het gaat er nu niet over of men daardoor met het badwater tevens het kind weggooit; we constateren enkel dat nog steeds een soort Vic toriaanse opvattingen algemeen heersend zijn, en dat, tussen haak jes, werkelijk niet alleen in ons land. Vele jongeren echter hebben, „losgeslagen" heet dat dan, de Letterkundige kroniek door HANS WARREN meest gangbare opvattingen van fatsoen, moraal e.d. overboord ge zet, trekken zich van God noch ge bod meer wat aan (of beweren dat te doen vaak met een flinke dosis opzettelijkheid) en het getuigenis dat ze dan afleggen door hun le venswijze of in hun geschriften, geeft ongetwijfeld velen aanstoot. I n „Zolang te water" vertelt Vinken oog zonder blikken of blozen, soms zelfs met een zekere coquetterie, al lerlei zaken die men vroeger nu juist maai- liever verzweeg. Hij begint vaak daar, waar vroeger de stippel tjes stonden of de lezer te raden werd gegeven. Behalve dit openhartige, haast uitdagende verslag van zijn veelsoortige erotische belevenissen was er toch wel degelijk sprake van datgene wat men tegenwoordig „een houding in de tijd" pleegt te noemen, Onder de schijnbare nonchalance, on der deze haast treiterende houding van „Laat alles maar verrekken, ik verrek wel mee" is een bewogenheid en een gevoeligheid geborgen die men alleen dan over het hoofd ziet als men volkomen blind is. En wil men die om een of andere reden niet zien, dan zou men toch op zijn minst nog waarde ring kunnen hebben voor de puntig heid van Vinkenoogs persoonlijke no- teertrant. In menige korte volzin sug gereert hij de innoud van een hele bladzij, hij ziet zijn lezer voor vol aan, „Zolang te water" is zeker voor 70% boeiend en goed en eerlijk. We hebben het boekje nog eens herlezen na „Wij helden". Simon Vinkenoogs nieuwe prozawerk, en eigenlijk is „Zolang te water" in zijn geheel beter. „Zolang te water" was vrijwel volko men autobiografisch en „Wij helden" heeft ook een sterk autobiografische inslag. Viktor, de hoofdpersoon, zou een tweelingbroer van Vinkenoog kun nen zijn. De schrijver heeft hier echter ook een interessante poging gedaan, zijn wprk een extra relief te geven door het inlassen van een typisch romanprocédé. Zeker niet banaal, en getuigend van een in levingsvermogen, dat verwachtin gen rechtvaardigt. Culturele Cavalcade IN BELGISCHE kunstkringen is gro te verontwaardiging ontstaan over de verkoop van een triptiek „Maria Boodschap", die wordt toegeschreven aan „De meester van Flémalle", aan het Metropolitan Museum in New York. In de senaat zijn vragen ge steld over de omstandigheden waar onder de triptiek is verkocht. De Belgische familie De Hemricourt de Grunne zou dit op haar geweten heb ben. HET BEROEMDE Engelse Halle-or- kest zal ter gelegenheid van zijn honderdjarig bestaan een eerste con certtournee buiten Engeland begin nen onder leiding van Sir John Bar- birolli. KUNSTLIEFHEBBERS (of verza- laars van curiosa) kunnen voor hon derd Engelse ponden in het bezit ko men van William Green's „Verstik king". Het is een doek „met groe nen", verkregen door een mengeling van lcachelroet met petroleum, met de voet over hout uitgestreken. Dit kunstwerk is te zien op een tentoon stelling van moderne leunst in het Londense museum van dezelfde naam. HOLLYWOOD ziet 1958 met opti misme tegemoet. Vrijwel alle grote maatschappijen stellen zich voor meer films uit te brengen dan in het afge lopen jaar. Van Walt Disney is be kend, dat hij een programma heeft voor vijf films. Hij tekent eerst uiterst beknopt en toch bijzonder volledig Viktors jeugd, zijn reacties op de oorlog, zijn vlucht van huis, zijn hangen blijven in Pa rijs. Een vriend bezorgt hem dan werk in Zuid-Amerika (Vinkenoog is er zelf geweest), doch heeft voor nemens ate Viktor niet zo erg liggen, en ten slotte raakt hij in een los ver band samen levend met een paar vrienden en meisjes. Voorbestemd echter om eenmaal Susanna, een prostituée van Hollandse afkomst, te ontmoeten, wier geschiedenis en voorgeschiedenis als intermezzo in het boek werd ingelast. Dit intermez zo is buitengewoon aardig gechar geerd. Het is knap, het heeft ruimte en afstand, iets wat de meer autobio grafische gedeelten wel eens ont breekt. Die maken soms een vlakke indruk. Het minst weet Vinkenoog ons te boeien als hij een soort half- dromen-fantasieën op papier zet. Tegelijkertijd verscheen van hem ook een nieuwe gedichtenbundel, „Onder eigen dak". Het is een verzamelbun del, waarin hij zijn ongebundeld ge bleven werk van de jaren 1950-1956 onderbracht. Hij geeft dus een vrij goed beeld van zijn ontwikkeling als dichter in die jaren. Ook hier geldt wat we voor zijn proza zeiden: dit werk is veel minder „negatief" dan men aanneemt. Bewogenheid, deernis zelfs, spreken soms duidelijker uit een vloek dan uit een preek. Zelfs mis lukte verzen, als b.v. „Het trage uur" nr. 2, beginnend: „heeft marsman le chien andalou gezien.ik ken de tem pels waar hij heen moest vluchten" haken zich ergens vast. Ook al doet het er niets toe dat Marsman „Le chien andalou" waarschijnlijk niet heeft gezien. Er staan ook zeer ge slaagde verzen in de bundel; als een der beste noemen we „Alles is angst". Simon Vinkenoog: Wij helden, Bezige Bij, Amsterdam. Simon Vinkenoog: Zolang te water, 2e druk, zelfde uitgever. Simon Vinkenoog: Onder eigen dak, A. A. M. Stols, Den Haag. Amerikaanse jazz-ensembies naar Nederland Vele beroemde Amerikaanse jazz- ensembles zullen in 1958 naar Neder land komen om een of meer concerten te geven, voornamelijk in Amsterdam en Den Haag of Scheveningen. De reeks is geopend door de jazz pianist Erroll Garner, die in het uit verkochte Concertgebouw te Amster dam een concert gaf, Op 15 februari volgt de band van wijlen Glenn Miller, die thans onder leiding staat van Ray Mc Kinley. Op 16 maart treden onder meer op June Christie. Bud Shank en Bob Cooper in een programma, getiteld „Jazz West- coast". waarna op 12 april „An eve ning of jazz" wordt gegeven met als topsterren Ella Fitzgerald en Oscar Peterson. In mei komt „Jazz at the Philhar monic" weer naar ons land, nu iriet Stan Getz en J. J. Johnson. Het hoog tepunt van dit internationale jazzsei- zien valt echter in juli wanneer Louis Armstrong, waarschijnlijk in Scheve ningen en Amsterdam, zal optreden. Na Louis Armstrong komen dan nog de orkesten van Dizzy Gillespie (september), Shorty Rodgers (okto ber), Bennie Goodman (november) en Duke Ellington (december). Frits van llijk verlaat hel N.N.T.i;. Regisseur en acteur Frits van Dijk heeft zijn functie van artistiek leider van het Nieuw Nederlands Toneel Ge zelschap neergelegd. Hij zou zich niet langer kunnen verenigen met de gang van zaken bij de zogenaamde „sprei dingsgezelschappen" N.N.T.G.. Puck" en het Zuidelijk Tonele), die naar zijn mening teveel voorstellingen per seizoen moeten geven om dit ar tistiek verantwoord te kunnen doen. ereldieixtoonsteiiiHtf m optouw I)e opbouw van de wereldten toonstelling in Brussel is op het ogenblik in volle gang. Verscheide ne landenpaviljoens zijn al vrijwel gereed, zoals bijvoorbeeld het Tsje chische (foto onder), dat uisluitend glazen gevels heeft. De kosten van dergelijke gebouwen lopen vaak in de miljoenen Dit paviljoen waarvan de bruikbare oppervlakte 6000 vierkante meter 'bedraagt vergde dé lieve som van honderd miljoen gulden. Het Atonium (foto hiernaast) op de Wereldtentoonstelling wordt 110 meter hoog. Het is een 150 miljard maal vergrote voorstelling van een ijzeren molecule met negen atomen. Elke bol (atoom) heeft een diameter van 18 meter. De zaken worden groots aange pakt op deze expositie. Zo komt er verder o.m. nog een luchtbrug met een hoogte, van 15 meter, vanwaar men een prachtig uitzicht over het terrein zal hebben. Aan een met bomen be plante straat in een der woonwijken Washington staat een groot gebouw, dat een unieke functie in de Verenigde Staten vervult en mogelijk nergens ter wereld zijn ge lijke vindt: een museum dat geheel gewijd is aan tapij ten en textiel. Dit Textiel Museum wordt druk be zocht door kunstenaars, aklieden, anthropologen, etbnologën en geschiedkun digen, terwijl men er de gewone" museumbezoeker slechts bij uitzondering zal aantreffen. Daar vindt men collecties, die door de kenners met „zeldzaam" worden betiteld: Romeinse geweven stoffen, vaak even fijn als de thans vervaardigde; vele laat-15e- eeuwse en 16de-eeuwse ta- ajten uit Cairo; oude ipaanse tapijten van zeld zame schoonheid; de be roemde Peruaanse stoffen uit de tijd van vóór de ver overing door de Spanjaar den een representatieve col lecties van de verschillende produktie-centra in de Isla- mietische wereld van Spanje tot China. Het ontstaan van deze op merkelijke verzameling (thans bestaande uit 300 tapijten en 5000 stukken textiel) kan worden terug gevoerd tot een toevallige aankoop van de stichter en schenker van het museum, George Hewitt Myers, in zijn studententijd op het aatst van de vorige eeuw. Toen hij zich enkele kleden wilde aanschaffen voor zijn slaapkamer begon hij voor het eerst meer aandacht te schenken aan kleur en pa troon. Nu, meer dan een halve eeuw later, vullen de vruch ten van zijn liefhebberij en goede smaak vele zalen en een groot deel van het wandoppervlak van het museum. Het is een zeer persoonlijke collectie; Meijers ging bij zijn keus meer af op schoonheid van het voorwerp dan op zeld zaamheid of historisch be lang, terwijl hij er niet het minst op uit was de pro- dukten van een bepaald ge bied volledig in zijn bezit te krijgen. Niettemin mag men zeggen, dat als geheel beschouwd zijn verzamel woede een afgerond geheel heeft opgeleverd. In 192o verbouwde Meyers een groot huis tot museum, dat hij voor het.'publiek toeganke lijk stelde en waar elk jaar een tentoonstelling van een bepaald onderdeel wordt ge houden. Verder dan deze tentoonstel lingszalen komt de gewone bezoeker doorgaans niet. Met grote bereidwilligheid wordt de uitgebreide biblio theek, die vele zeldzame werken bevat, ter beschik king gesteld van de geleer den, die deze komen raad plegen en waai- een staf van zeven man hen op dit zeer spéciale terrein kan voor lichten. Verheugend is dat ongeveer een derde van de bezoekers uit het buitenland afkomstig is. In Spoleto, Italië, zal van 5 tot 29 juni een festival worden ge houden, dat is gewijd aan muziek, toneel, ballet en andere uitvoerende kunsten van Amerikaanse en Euro pese oorsprong het „Festival van twee werelden". De plannen tot het houden van zulk een festival werden deze week in New York bekendgemaakt door de bekende in Italië geboren componist en tekstschrijver Gian-Carlo Me notti. Goede resultaten van gedegen aanpak (Van onze filmmedewerker) Na de oorlog is niet slechts in West-Duitsland de filmindus trie snel opgekomen; dat gebeurde ook in Oost-Duitsland. De eerste naoorlogse Duitse films, die in ons land in vertoning kwamen, ,,Die Mörder sind unter uns" en „Ehe im Schatten" waren uit de Oostduitse studio's afkomstig. Sindsdien is, als gevolg van de scherper geworden politieke verhoudingen, een Oost duitse film in ons land een uitzon dering geworden, maar de hier ver toonde films lieten vrijwel alle sterke indrukken achter van de ar tistieke potenties van het Oost duitse filmbedrijf: Wozzek, Rota tion, Affaire Blum, Razzia, Der Rat der Götter, Die seltsamen Aben- teuer des Herrn Fridolin B., Der Untertan en andere. Regisseur Wolfgang Staudte, ove rigen» in VVest-Berlijn woonachtig en bij ons bekend door zijn regie van Ciske de Kat, verwierf zich vooral door zijn in de Oostdluitse studio's gemaakte films een grote naam tot ver over de grenzen van zijn in twééën gedeeld vaderland- De filmstudio's in Duitsland bevonden zich na de oorlog uiteraard in een de plorabele toestand. Dat gold natuur lijk ook voor de grote Ufastudio's te Babelsberg, in het door de Russen bezette gebied om Berlijn. Die studio's kwamen in het bezit van de Oostduitse filmmaatschappij, de Defa, en een recent bezoek heeft ons ervan kunnen overtuigen, dat in deze geheel herstel de en uitgebreide studio's volop wordt Christel, Bodensteïn in een der scènes van de kinderfilm ,JDas singende, klingende Baum- chen", die bij ons bezoek aan de Defa juist in produktie was. gewerkt: men was er bezig aan ten minste vier speelfilms tegelijk en zou daarmee de speelfilmproduktie in 1957 op 21 stuks brengen. De Defa bezit ook elders in Oost-Duitsland en te Oost-Berlijn studio's, o.a. voor jour naals, trucfilms, documentaires, pop pen- en tekenfilms enz. Zij maakt ook tal van co-produkties met' andere lan den. in de eerste plaats natuurlijk met landen in Oost-Europa, maar ook met Italië, Zweden, Frankrijk (Tijl Uilen spiegel!) en nu is zelfs een co-produk- tie met West-Duitsland in voorberei ding. Er werken bij de Defa ook enige Nederlanders, bijvo orbeeld de regis seurs Joris Ivens en Joop Huisken, die zich beiden voornamelijk met docu mentaires bezighouden. e Defa ressorteert onder de afde- Film van het ministerie van Cultuur. Ze krijgt op, hoeveel films zij jaarlijks moet produceren en hoeveel geld daarvoor beschikbaar zal zijn. Die sommen zijn zeker niet bij zonder hoog. Dat heeft o.m. tot ge volg, dat in Oost-Duitsland een uitwas vermeden is, waarmee het filmbedrijf in West-Duitsland al sinds jaren wor stelt: de te hoge gages van de sterren. De Defa bedrijft geen „star-cultus", aanvankelijk heeft ze zich zelfs ken nelijk schuldig gemaakt aan een te veel aan anti-„star-c,ultus". Bij het publiek bleef de verering voor de „sterren" echter leven, hel geïllus treerde Oostduitse filmblad is aan de kiosken onmiddellijk uitverkocht en toen Marika Rökk in Oost-Berlijn een Russische balletvoorstelling bezocht, juichte het publiek haar net zo lang toe als het Westberlijnse publiek pleegt te doen. Een rondgang door de uitgebreide .studiocomplexen gaf ons een indruk van de werkmethoden en de techni sche installatie. Een Amerikaanse regisseur, die in ons gezelschap was, en dia men uiteraard mag beschouwen als volkomen bevoegd tot oordelen, gaf als zijn mening te kennen, dat die werkmethoden rationeel en artistiek verantwoord zijn en dat de technische installatie perfect is. We zagen opnamen voor een muzikale komedie, voor een kindersprookjes film in een imponerend decor: een besneeuwd berglandschap met een meer, alles zo maar gemaakt in de studio. Er werd nog aan twee andere films gewerkt, o.a. aan een film. „Das Madchen vom Werkhof", die spe lend in een opvoedingsgesticht iets toont van de moderne opvoedings methoden, gebaseerd op het schenken en daardoor winnen van vertrouwen. In een showroom zagen we een aantal fragmenten van deze films, die reeds gereed waren gekomen en die uit stekende indrukken achterlieten. Er zijn in Oost-Duitsland circa 1500 permanente bioscopen (dat is. in verhouding, anderhalf a twee maal zoveel als bij ons), bene vens 'n groot aantal reisbioscopen, be- drijfsbioscopen-enz. Tot in de kleinste dorpen toe zijn er tenminste tweemaal per week filmvoorstellingen, ook als die niet „renderen" men acht het van belang, de gehele bevolking met de filmcultuur in aanraking te bren gen, Een prachtige, zeer instructieve film over het leven van Van Beet hoven. die in de gewone bioscopen vermoedelijk onvoldoende publiek zou trekken, vertoont men voor middel bare scholen en in bed rijf svoorstellin- gen; dat gebeurt met films, waarvoor men de aandacht van de bevolking wil vragen Zo werkt men aan de op- voeding tot waardering van goede films. Ons bezoek aan de Defa heeft ons ge leerd, dat er ook in Oost-Duitsland op filmgebied hard en met toewijding wordt, gewerkt. Ideologische verschil len tussen Westeuropeanen en Oost. duitse filmers mogen ons niet beletten te erkennen, dat men in het Defa- bedrijf van goeden wille is en soms uitstekende resultaten bereikt. Menotti noemde deze gezamenlijk on dernomen stap op cultureel gebied het eerste van een reeks op lange termijn geprojecteerde plannen die ten doel hebben jonge kunstenaars uit de Oude en de Nieuwe Wereld de erkenning te bezorgen, die hun toe komt. Daartoe werd door hem een stichting in het leven geroepen, ten einde in de VS gelden bijeen te bren gen ter financiering van het festival. Van Europese zijde wordt alle mede werking verleend, o.m. door het be schikbaar stellen van gebouwen en terreinen. Menotti stelt zich voor op deze wijze „jonge Amerikaanse kunstenaars met talent te introduceren bij een publiek van inernationale samenstelling, waardoor zij tegelijkertijd in de ge legenheid komen te werken en op te treden onder leiding van reeds geves tigde kunstenaars op velerlei gebied. „Bovendien," zo voegde hij eraan toe. „zal het de jeugdige kunstenaars uit de Nieuwe Wereld in contact brengen met die uit de Oude. terwijl onze kunstvrienden in het buitenland in de gelegenheid zullen zijn kennis te ma ken met de beste voortbrengselen van het Amerikaanse kunstleven." Het festivalprogramma voor de scho ne kunsten zal onder leiding staan van de jeugdige Italiaanse criticus en kunsthistoricus, Giovanni Urbani, die verbonden is aan het „Instituto (lel Restauro", de organisatie, die een belangrijk aandeel heeft in het behoud en de restauratie van Italië's kunst schatten. De muzikale leiding is in handen van Thomas Schippers, de jeugdige Ame rikaanse dirigent van de Metropoli tan Opera en gastdirigent van vele vooraanstaande Amerikaanse orkes ten. De afdeling Toneel staat onder leiding van Jose Quintero, dirceteur van de off-Broadway schouwburg „Circïe-in- the-Square" in New York en regisseur van een van de thans in Broadway gespeelde succesnummers. Eugene O'Neill's „Long Day's Journey into Night". Bij het toneel valt vooral de belang rijke Franse deelneming aan het fes tival te vermelden. Tot de belangrijke gezelschappen die daaraan zullen deelnemen behoort ook het Parijse gezelschap van Raymond Rouleau. 'De jonge Franse acteurs zullen „L'Arle- sienne" van Daudet brengen met de toepasselijke muziek, die door George Bizet werd gecomponeerd voor de Parijse première in 1872. De afdeling Ballet is in handen van de Amerikaanse choreograaf John But ler, die bekend is geworden door zijn werk aan het New-Yorkse ballet en voor de televisie. Het festival zal worden geopend met een uitvoering van Verdi's „Macbeth", dat door Amerikaanse vocalisten zal worden Uitgevoerd in een nieuwe uit voering, die ontworpen is en geregis seerd wordt door de Italiaan Luchino Visconti: Thomas Schippers zal daar bij optreden als dirigent. De uitvoe ring is financieel mogelijk gemaakt door de Italiaanse industrie-onderne ming Montecatini.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 5