Puzzel-rubriek
vê
13
f
KAPPIE en da Jcmisc/ie hoi
OFFICIËLE PUBLIKATIES
Het beertje in de stuiter
ZATERDAG 4 JANUARI 1958
PROVINCIALE ZEEÜW8E COURANT
Winnaars werden deze week de
volgende vijf personen:
Mevrouw F. W. Blaakman van
Luijk, Boulevard 52 te Breskens
f 5.P. Knuist, Rimmelandstraat 6
te Goes f 2.50; M. Dekker, Janne
Wekken 10 te Zierikzee f 2.50; H.
Toerse, Ritthemsestraat 84 te Sou
burg, f 2.50 en C. J. Geldhof, Bleek
25 te Middelburg f 2.50.
Oplossing:
Horizontaal: 1 aga, 4 Rotte, 8 oma,
11 beraad, 13 azalea. 15 e.v., 16 ziek
ten, 18 N.N., 19 abel, 21 Lyon, 23
karn. 24 nat, 26 snee, 28 ora, 29 ba
jes, 31 t.n.v., 32 vertoning, 33 Abo,
35 tinne, 36 aar, 38 leut, 40 ego, 41
kant, 42 krop, 44 land, 45 re, 46 gar
naal, 49 eb, 51 Ankara, 53 kokerij,
55 ido, 56 Kloos, 57 Est.
Verticaal: 1 Abe, 2 gevaar, 3 A.R.,
4 rail, 5 ode, 6 t.a.t., 7 ezel, 8 O.L.,
KLAVER
VIER
Schrijf In tik dar tien vak|ej ten 1 of 2
of 3. Optellen. Plak dit formulier op ge
frankeerde briefkaart met 50 cent extra
porto op adreszijde. Inzenden aam Klaver
Vier, Hilversum. Eén oplossing per kaart.
Prlfsan tot een totale x e n flfin -
waarde van minsten. lU.UUU."
Radlo-actie In samenwerking met en ten
bate van St.,.Prins Bernhardfonds",St.„Het
Nederl. Blindenwezen", Ned. Ver. Sociale
Zorg voor Minder-Vallden „AVO" en St.
„Ned. Org. voor Intern. Bijstand". Goed
gekeurd bij besl. v.d. Min. v. Justitie d.d.
27-8-1957 no. 1026/257.
9 mennen, 10 aan, 12 azen, 14 anijs,
17 kwajongen, 20 bravour, 22 ont
gaan, 23 kopal, 24 natie, 25 tenno,
27 Evert, 29 brt, 30 sie, 34 bekend,
37 anders, 39 toga, 41 kalk, 43 park,
44 Laos, 45 R.A.I., 47 ral, 48 ako, 50
bijt, 52 k.o., 54 Ee.
Nieuwe opgave:
Horizontaal: 1 niet fris, 4 verbou
wen, 8 Europeaan, 11 doorschijnen
de stof, 13 deel van eiland bij 't Ha
ringvliet, 15 noot, 16 slecht, 18 na
melijk, 19 oude lengtemaat, 21 half,
23 jongensnaam, 24 bedrukt, 26 slim,
28 zangstem, 29 stenen opstap, 31
boom, 32 handelsartikel, 33 modeko
ning, 34 lidwoord, 36 schildersattr.,
38 wormenvanger, 40 vettige sub
stantie, 42 heftig, 43 500 vel papier,
44 naaldboom, 46 sterk smakend, 47
deel van bijbel, 48 wegteren 51 Tan-
talium 53 en ook, 55 korte sok, 57
bid, 58 dier, 59 behoeftig.
Verticaal: 1 gewicht, 2 snoep, 3
muzieknoot, 4 verplaatstbare wo
ning, 5 loot, 6 echtgenoot, 7 onvrien
delijk, 8 bijwoord, 9 afgeleefd, 10
ogenblik, 12 weg, 14 voornaam, 17
opgeld, 20 schets. 22 sirene, 23 vrou
wenverblijf, 24 vergelding, 25 bode
aan universiteit, 27 bijbels lied, 29
vocht, 30 kern, 35 oudste, 37 onbe
zet, 39 weekdier, 41 talent, 43 kron
kelige stengel, 45 verstand, 46 boord,
47 windrichting, 49 opschudding, 50
voorzetsel, 52 eenheid van spanning,
(afk.), 54 milliampére, 56 bergplaats.
Oplossingen moeten aanstaande
woensdagavond in ons bezit zijn.
19. Kapple staarde zorgelijk
door zijn zeekijker naar het
kleine tankertje, dat de Kraak
nu voorbij was gevaren en
steeds verder voor raakte op de
trouwe sleepboot.
„Zoiets heb ik in m'n hele
loopbaan nog niet meege
maakt!" mompelde hij. „Een
scheepsmodel hoort in een
museum thuis, maar niet op
zeeDit is niet gewoonl
Geen wonder dat de Maat
schrok, toen hij dat ding zagl"
Op dat moment hoorde Kap-
pie plotseling een gestommel
op het achterdek en toen hij
zich omdraaide zag hij daar
de Maat, die zacht mompelend
naar de railing schuifelde.
„Hedaar!" riep Kapple. „Wat
doe je daarl?" En toen de
Maat zich omkeerde zag Kap-
pie, dat hij de Ionische bol in
zijn handen hield. „Te dek
sel!" brulde de gezagvoerder.
„Wat is dat voor gescharrel
met de lading! Blijf er Ja ail"
„Overboord gooienel
lende.mompelde de maat..
„Ik zal Jóu overboord gooien 1" tierde Kappie en
in een paar sprongen was hij bij de stuurman.
„Geef hier, dat ding! Over boord gooien.... Je lijkt
ja wel getikt, man!"
„D-dat ding is getikthakkelde de Maat. „L-
luister maar!"
Kapple bracht het voorwerp naar zijn oor en
hoorde toen tot zijn schrik inderdaad een regel
matig getik uit het toestelletje komen.
„Heb Jij hieraan geprutst, Maat?" vroeg hij streng.
„Nee.... ehdat is te zeggen...." stotterde de
stuurman ongelukkig. „Ik
„Juist!" sprak Kappie. „Er Is nog zó voor ge
waarschuwd! En nu is het zover! Wie weet wat
voor rampen er nu gaan gebeuren! Je wordt be
dankt, Maat!"
DIT DE ETHER
ZONDAG 5 JANUARI.
HILVERSUM I. 402 m 716 kc/s. 8.01
VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR. 12.00
AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VARA. 20.00—
24.00 AVRO.
VARA: 8.00 Nws. 8.16 Gevar. progr.
9.45 Geestelijk leven, caus. VPRO: 1Q.00
Voor de Jeugd. IKOR- 10.30 Caus. 10.35
Doopsgezinde kerkd. 11.30 Vragenbeantw.
AVRO: 12.00 Lichte muz. 12.30 Spnrtspie-
gel. 12.35 Zang en piano 13.00 Nws. en
SOS-ber. 13 07 De toestand in de wereld,
caus. 13.17 Meded. of gram. 13.20 Gevar.
progr. voor de soldaten 14 00 Boekbespr.
14.20 Strijkkwart. 14.45 Discussie. 15 10 Gr.
16.00 Dansmuz. 16.30 Sportrevue. VPRO:
17.00 Gesprekken met luisteraars, caus.
17.15 Het platteland nu. gesprek. VARA:
17.30 Voor de kinderen. 17.50 Nws. en
sportuitsl. Daarna: sportjourn, 18 30 In-
str. sext. 19.00 Discussie. 19.30 Annema-
rieke, hoorsp. met muz. AVRO: 20.00 Nws.
20.05 Lichte muz. 20.40 Nonsieur Max,
hoorsp. 21.05 Herdenkingsprogr. dr. Ralph
Benatzky. 21.55 Lichte muz. 22.15 Act.
.30 Gram. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Met de
Franse slag.
HILVERSUM II. 298 m 1007 kc/s. 8.00
NCRV. 9.30 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV.
19.45—24.00 KRO.
NCRV: 8 00 Nws.- en weerber. 8.15 Or-
gelconc. 8.30 Morgenwijding. 9.15 Vocaal
KRO: 9 30 Nws. 9.45 Kamerork. 10.00
Hoogmis. 12.05 Instr. octet. 12.20 Apolo
gie. 12.40 Vocaal dubbelkwartet. 12.55 K.A.
B.-Vormingsprogr. 13.00 Nws. en kath.
nws. 13.10 De Wadders, hoorspel. 13.30
Lichte muz. 13.45 Boekbespr. 14.00 Hoorn,
trompet en trombone. 14.15 Gram. 14.35
Brabants halfuur. 15.05 Pianorecital. 15.25
Muz. caus. 15.55 Gram. 16.10 Sport. 16.30
Vespers. IKOR: 17.00 Jeugddienst. 18.00
Het geladen schip. 18.30 De kerk aan het
werk. 18 40 Catechisatie voor varenden.
NCRV: 19 00 Nws. uit de kerken. 19.05 Gr.
19.25 Tot ziens in Jeruzalem, gesprek.
KRO: 19.45 Nws. 20.00 Bonjour Caroline,
HOOG
EN LAAG WATER
5 januari
nap
nap
nap
nap
Vlissingen
1.17
1.99
13.41
2.00
7.49
1.96
20.07
1.95
Terneuzen
1.48
2.14
14.10
2.15
8.16
2.12
20.35
2.11
Hansweert
2.24
2.26
14.50
2.27
8.49
2.26
21.09
2.25
Zierikzee
2.39
1.50
15.Q4
1.52
8.29
1.56
20.37
1.52
Wemeldinge
8.04
1.76
15.25
1.78
8.41
1.85
21.04
1.79
6 januari
nap
nap
nap
ap
Vlissingen
1.58
2.10
14.22
2.10
8.36
2.09
20.48
1.96
Terneuzen
2.29
2.24
14.53
2.24
9.05
2.25
21.18
2.11
Hansweert
8.09
2.34
15.38
2.34
9.39
2.39
21.52
2.25
Zierikzee
3.24
1.54
15.49
1.61
9.11
1.65
21.19
1.51
Wemeldinge
3.48
1.80
16.09
1.88
9.29
1.94
21.46
1.78
(Advertentie)
^^ollen'ó
Omlr Val Jciu'XT
I 7.40 per liter
I I slijter!! of
l'ollra \.V. Itollt'i'riaiii
blijspel m. muz. 20.30 Act. 20.45 De ge
wone man. 20.50 Cabaret. 21.20 U bent
toch ook van de partij?, caus. 21.30 Sprong
in het heelal, hoorspel. 22-10 Lichte muz.
22.35 Uit het bock der boeken. 22.45
Avondgebed en lit. kal. 23.00 Nws. 23.15
24.00 Gram.
MAANDAG C JANUARI.
HILVERSUM I. 402 m 746 kc/s. 7.00—
24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram.
8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.10 De groente
man. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Mor
genwijding. 10.00 Gram. 11.00 Idem. 11.45
Voordr. 12.00 Orgel en piano. 12.30 Land
en tuinbouwmeded. 12.33 Voor het plat
teland. 12.13 Lichte muz. 13.00 Nws. 13.15
Meded. of gram. 13.20 Lichte muz, 13.55
Beursber. 14.00 Voor de vrouw. 14.45
Piano, viool en hoorn. 15.15 Parapsycho
logische beschouwingen. 15.30 Gram.
17.00 Voor de jeugd. 17.15 Voor de pad
vinders. 17.25 Sportmozaiek. 17.35 Voor
de Jeugd. 17.50 Mil. comm. 18.00 Nws.
18.15 Regeringsuitz.: rubriek verklaring
en toelichting. Vragen rond de woon
ruimteverdeling. 18.25 Lichte muz. 18.50
AVRO fotowedstrijd. 18.55 Strijktrio.
19.25 Muzikale caus. 19.45 Regeringsuitz.:
landbouwrubr.: 1 De boer van Nooit-
gedacht. 2 Goed voeren noodzakelijk.
20.00 Nws. 20.05 De radioscoop. 23.00 Nws.
23 15 Koersen te New York. 23.16 Act.
of gram. 23.30—24.00 Frontloge.
HILVERSUM II. 298 m 1007 kc/s. 7.00—
24.0# NCRV.
NCRV: 7.00 Nws, en SOS-ber. 7.10 Ge
wijde muz. 7.50 Een woord voor de dag.
8.00 Nws.- en weerber. 8.15 Sportuitsl.
8.25 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor
de vrouw. 9.35 Kamerork. en pianoduo.
10.30 Theologische etherleergang. 11.15
Clavecimbel recital. 11.35 Promenade-ork.
12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land
en tutpbquwmeded. 12.33 Lichte muz. 12.53
Gram. of act. 13.00 Nws. 13.15 Lichte muz.
13.45 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15
Metropole-ork. 15 45 Gram. 16 00 Bijbel
lezing. 16.30 Strijkkwartet en piano. 16.50
Gram. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Voor
de jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45
Regeringsuitz.: Rijksdelen overzee. Gre
pen uit Suriname's geschiedenis, door W.
van Dijk. 18.00 Orgelspel. 18.30 Sport-
praatje. 18.40 Eng. les. 19.00 Nws.- en
weerber. 19.10 Op de man of, 19.15 School-
zang. 19.35 Volk en staat, caus. 19-50 Gr.
RIJKSSTUDIETOELAGEN
De minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen brengt ter kennis van be-
langhebbenüen. dat personen met een zeer goede studieaanieg, die met in staat
zijn de kosten van hun voorgenomen of reeds aangevangen studie te betalen
en die gedurende de cursus 1958' 1959 voor een riJksstudletoelage ter tegemoetkoming
in die kosten in aanmerking wensen te komen, zich vóór 1 februari 1958
dienen te wenden tot zijn ministerie, afdeling Rijksstudletoelagen, Nieuwe Uitleg 1,
's-Gravennage.
Rijksstudietoelagen kunnen worden aangevraagd voor:
1. Nederlandse universiteiten en hogescholen..
Diegenen, die reeds aan een inrichting voor hoger onderwijs studeren, dienen hun
aanvragen in te dienen door middel van een staat van inlichtingen, die bij de ad
ministratie van de universiteit of hogeschool verkrijgbaar is. Op grond van het
door de universiteit of hogeschool uit te brengen advies zal worden beslist of
deze toelage de vorm van een gift of renteloos voorschot zal dragen
Diegenen die voornemens zijn met ingang van l september 1958 voor het eerst een
universiteit of hogeschool te bezoeken, dus ook zij, die nog geen eindexamen h.b.s.
ot gymnasium hebben afgelegd, moeten hun aanvragen eveneens vóór 1 februari
1958 indienen. Deze toelagen worden verleend als renteloos voorschot. Aanvraag
formulieren zijn verkrijgbaar bij alle inrichtingen van middelbaar en voorberei
dend hogèr onderwijs en bij de afdeling Rijksstudietoelagen van het ministerie.
(Zij, die een toelage wensen voor de studie aan de Landbouwhogeschool te Wa-
geningen moeten hun aanvragen inzenden vóór l mei 1958 bij een der studiefond
sen, waarvan de adressen op schriftelijk verzoek worden verstrekt door de di
recteur van het landbouwonderwijs, Bezuidenhoutseweg 30 te 's-Gravenhage.)
2. Erkende Inrichtingen voor:
voorbereidend hoger en/of middelbaar onderwijs,
uitgebreid en middelbaar technisch onderwijs,
uitgebreid lager en middelbaar nijverheidsonderwijs,
scholen voor maatschappelijk werk,
erkende opleidingen voor middelbare akten cn
het Centraal instituut voor opleiding van sportleiders.
Deze toelagen worden verleend als renteloos voorschot en dienen later te worden
terugbetaald.
Voor net volgen van de driejarige vooropleiding voor lerares bij het nijverheidson
derwijs voor meisjes kunnen toelagen worden verleend, die niet behoeven te wor
den terugbetaald. Deze toelagen bedragen maximaal f 400,
Aanvraagformulieren zijn verkrijgbaar bij genoemde inrichtingen van onderwijs,
uio-scnolen en de afdeling Rijksstudietoelagen van het ministerie
3. Rijks-, gemeentelijke of aangewezen bijzondere inrichtingen tot opleiding van
onderwijzers(essen)
en gesubsidieerde of aangewezen opleidingen voor kleuterleidsters
Deze toelagen bedragen maximaal f 300.— per Jaar en worden verstrekt als gilt.
Voor hen, die wegens de afstand tot de te bezoeken school gedwongen zijn hoge
reiskosten te maken of in pension te gaan bestaat de mogelijkheid een grotere toe
lage te ontvangen. Opgemerkt wordt d$t de helft van deze toelage later moet
verstrekt61"11 mCt dlCn verstande> dat °P zÜn minst f 300 als gift wordt
Degenen, die reeds leerling van een kweekschool of opleidingsschool voor kleu-
SlXKKKlTa "nvt«e,ln "ml"" «oor middel van aan staat Van
inlichtingen, die bij deze scholen verkrijgbaar ls. De overige gegadigden kunnen
een aanvraagformulier verkrijgen bij alle h.h s en, gvmnasia, lycea, ulo-scho'en en
bu de afdeling Rijksstudietoelagen van het ministerie. scno.en en
üïi diegenen, die na beëindiging van de studie als bevoegd leraar/lerares aan een
onder wil Ide°óoiP?^t re' d h-°ger *,n/°' mlddelbaar onderwijs, nijverheids-
d?ee onderwijzer of als maatschappelijk werker een volie-
cafn wlrken kf n ^en zlJ, d'e als °»derwijzer(es) 0f kleuterleidster
feschoïden. pct' van de totale scbuld worden kwïjt-
BEKEND MAKING VAN HET
MINISTERIE VAN BUITENLANDSE
ZAKEN.
inzake sluiting van de termijn voor het
indienen van aanvragen tot toekenning
van een uitkering uit de door de Japan
se regering ter beschikking gestelde gel
den ten behoeve van burgerpersonen-
20.00 Radiokrant. 20.20 Lichte muz. 20.40
Speculanten, hoorspel. 21.50 Gram. 22.20
Boekbespr. 22.35 Gram. 22.45 Avondover
denking. 23 00 Nws. 23.15 Gram. 23.40—
24.00 Het evangelie in Esperanto.
TELEVISIEPROGRAMMA.
NTS: 20.30 Journ. en weeroverz. 20.45
22,?5 Filmprogramma.
Nederlanders, die tijdens de oorlog door
de Japanners in Azië geïnterneerd zijn
geweest.
Een leder, die meent voor bovenge
noemde uitkering in aanmerking te ko
men en sich daarvoor nog steeds nie»
per briefkaart heeft aangemeld, wordt
verzocht zulks alsnog zo spoedig moge
lijk te doen bij de Directie Overgangsza
ken Indonesië, Bureau Japanse Uitkerin
gen, Hooftskade 1 te 's-Gravenhage.
Aanvragen, welke na 1 april 1958 wor
den ontvangen zullen niet meer ln be
handeling kunnen worden genomen.
Degenen, die zich wei reeds hebben aan
gemeld, doch wier aanvrage niet is af
gehandeld, wordt dringend verzocht van
een eventuele adreswijziging zo spoedig
mogelijk aan hogervermeld bureau kennis
te geven.
„Kijk eens", zei Eefje
en ze strekte haar hand
uit midden in een kring
van vriendinnetjes,
„kijk eens wat ik heb"!
Langzaam deed ze
haar hand open.
„Ooohriepen ze al
lemaal tegelijk en nog
eens „oooh
Op Eefjes hand lag
een stuiter zo groot als
een klein appeltje; hij
was van heel héél licht
blauw glas gemaakt,
maar dat was nog het
mooiste niet. Midden in
de stuiter, in dat blauwe
glas zat een klein wit
ijsbeert je op zijn achter
ste pootjes.
„Hoe kom je eraan"?
vroeg Doortje.
„Dat is de mooiste
stuiter die er bestaat",
zei Leontientje.
„Waar heb je dié van
daan"?, vroeg Joost.
„Ssst..„", zei Eefje en
ze kreeg een beetje een
kleur.
„Is hij niet van jou?"
vroeg Leontientje.
„Jawel", zei Eefje,
natuurlijk is hij van
mij".
„Wil je hem ruilen"?
vroeg Paultje, „ik geef
je er honderd knikkers
voor".
„Ga nou gauw", riep
Leontientje, „ik geef je
er honderdvijftig".
„Niks hoor", zei Eef
je, „ik ruil hem niet. Ik
speel er ook niet mee.
Ik laat hem alleen maar
zien".
„Zie je wel dat hij niet
van jou ls!", zei Joost,
,jc 'schept er alleen
maar mee op".
Eefje kreeg nog meer
kleur, want het was
waar wat Joost zei,
de stuiter was wel van
haar, maar hij stond op
een voetstukje op de
kast, omdat hij zo mooi
was en wel meer dan
honderd jaar oud. „Denk
erom Eefje", had moe
der gezegd toen de
knikkertijd begon, speel
nooit met die prachtige
stuiter; daar is hij veel
te kostbaar voor".
Eefje had het niet
kunnen laten; ze wou
ermee opscheppen, pre
cies als Joost zei.
„Zie je wel.... zie je
wel... je zegt niets. Hij
is niet van jou", riepen
de andere kinderen.
„Wel waar! Wel waar!",
zei Eefje en ze wilde dat
ze hem maar nooit had
meegenomen.
De anderen lachten
haar uit; „speel er dan
ook mee", riepen ze, „of
ruil hem. Daar zijn stui
ters voor".
„Zullen w.e?", vroeg
Paultje, „kom Eefje;
kom mee spelen".
„Neee.... nee", stotter
de ze. „nee nu niet, ik
moet boodschappen
doen. Morgen, morgen
speel ik ermee.
„Haha haha... je jokt
ik zie het aan je ge
zicht", riep Joost. Dat
was teveel voor Eefje.
„Morgen!", riep ze,
„morgen voor schooltijd
speel ik met jou om
mijn stuiter".
„Afgesproken", zei
Joost; „half negen hier
op het pleintje".
„Afgesproken". zei
Eefje en toen holde ze
hard weg met de blau
we stuiter met het ijs-
beertje stijf in haar
hand. Ze holde meteen
door naar haar kamer
tje en zette hem weer op
zijn voetstukje bovenop
de kast.
„Wat ben je stil", zei
haar moeder later onder
het eten, „heb je veel
knikkers verloren?"
Eefje schudde van nee.
„Je bent misschien moe;
ga maar vroeg naar bed.
Zonder tegenspartelen,
zoals ze anders altijd
deed ging Eefje naar
boven. Ze hield haar
ogen aldoor op iets an
ders gericht, want ze
wilde beslist niet naar
de stuiter met het beer
tje kijken. „Oo", dacht
ze, „stel je toch voor dat
ik hem morgen verlies.
Stel je voor dat Joost
van me wint! En ik
moet mee spelen, want
ik heb afgesproken".
Ze lag er nog heel lang
over na te denken en
toen ze insliep droomde
ze er nog van. Ze werd
pas wakker van een
vreemd geluid; net of er
een steen op het zeil
viel. Maar het was geen
steen, want het ding dat
daar in het donker viel
begon te rollen. Rrrrr....
ging het over de vloer.
Eefje zat rechtop in bed
en staarde met grote
ogen de zwarte kamer
in. Wat was dat? Dat
kon alleen de stuiter
maar zijn! Ze knipte het
lichtje aan. sprong uit
bed en ging plat op de
grond liggen: het ding
rolde nog steeds. Ja. daar
zag ze hem glinsteren:
het was de stuiter met
het beertje erin! Eefje
kroop op handen en voe
ten over de grond en
probeerde hem te pak
ken. Hoepla, de stuiter
nam opeens een sprong
en nu rolde hij in de
vensterbank. „Ooooo
0000... niet doen!", riep
Eefje, want het raam
stond op een kiertje
open en de stuiter -met
het beertje zou er zo uit
kunnen rollen.
„Waarom niet Waar
om zou ik nipt. weg
gaan?", vroeg opeens
een zacht stemmetje.
„Wat? Wie? Wie praat
daar?", vroeg Eefje en
ze liep met grote ogen
naar de vensterbank
waar het stemmetje van
daan kwam.
„Ik.zei het beer
tje binnenin de stuiter
en het wees met zijn
witte voorpootje op zijn
borst. „Waarom zou ik
niet weggaan? Jij wilt
morgen met me gaan
rollen en me verruilen
of verspelen aan een an
der kind dat ook met
me rollen en gooien
zal".
„Nee.... nee— niet
waai!", fluisterde Eefje
bang.
„Welwaar....", knikte
het beertje, „ik heb het
je zelf horen zeggen;
morgen om half negen
ga je me gooien en rol
len over de straat. Nou,
daar vind ik mezelf
veel te kostbaar voor. Ik
ga op zoek naar een mu
seum, waar ze vast wel
een mooi rustig plekje
voor me hebben op een
zilveren voetstukje. Jé,
dat doe ik..... Dag Eef
je!" Het witte beertje
wuifde met zijn pootje
binnen in de blauwe
DE KOLENBOER
Heel Dommelerwou
zit te bibberen van kou.
In Dommelerwou is iets ergs aan de hand:
de kolenboer zit in de lappenmand.
Wat een strop, wat een strop,
alle kolen zijn op.
Geen schoorsteen die rookt en geen kachel
die brandt:
de kolenboer zit in de lappenmand.
Waarom ie daar zit?
Hij heeft last van de spit.
Hij roept van daar tegen iedere klant:
ik kan niet. Ik zit in de lappenmand.
Tot over zijn kin
zit hij erin.
En al roepen ze moord en roepen ze brand,
de kolenboer blijft in de lappenmand.
Maar wie hebben we daar?
Dokter Bulderaar
met een hele bittere drank in zijn hand
de kolenboer schiet uit de lappenmand.
Nu loopt hij weer hard
en nu ziet hij weer zwart.
Hij helpt heel Dommelerwou uit de brand:
Hier ben ik. Ik ben uit mijn lappenmand.
stuiter cn hoep deed de
stuiter en daar spron
gen ze weg, de nacht in.
Oo, wat moet ik doen
Oo, wat moet ie doen?
„Tranen rolden over
Eefje's wangen. Ze kon
de stuiter met achterna
gaan en ze zou hem
nooit, nooit meer terug
zien. Nu pas begreep ze
hoe dom ze was geweest
om met zo'n kostbare
stuiter en zo'n lief beer
tje te willen gaan knik
keren. Ze huilde in haar
bed tot het al licht werd.
Toen pas sliep ze in en
daarom hoorde ze na
tuurlijk de wekker ook
niet aflopen. Pas toen
moeder haar kamer in-
holde en riep: „Eefje....
Eefje, wat doe je Slaap
je nog? Het is al half-
negen.werd ze met
een schok wakker.
„De stuiterHet
beertje! „Eefje wist het
meteen weer; ze draaide
haar hoofd naar de kast.
Het voetstukje was leeg!
De tranen kwamen met
een weer terug. Oo, wat
moest ze tegen moeder
zeggen? Ze zou het da
delijk zien!
„Kom nou, kind...",
riep moeder, „treuzel
niet zo, „toe, kom nou
uit bed! „Hier, waar zijn
je schoentjes Moeder
bukte zich onder het
..Hé.....", zei ze op
eens, „hè, kijk hier nou
eens liggen. Hoe kan
dat?"
Ze kwam overeind en
wat had ze in haar
hand? De stuiter! De
prachtige stuiter met 't
beertje! „Hij moet van
zijn voetstukje zijn ge
rold", zei moeder, „mis
schien heeft iemand
hem er met afstoffen
niet goed opgelegd...."
Eefje hoorde al niet
meer wat moeder zei;
ze danste door de ka
mer met de blauwe stui
ter met het beertje in
haar hand en voorzich
tig héél voorzichtig leg
de ze hem terug op zijn
voetstukje. Het leek net
of het beertje zijn voor
pootjes over elkaar
vouwde en zuchtte: „hè.,
hè... daar zit ik gelukkig
weer!
„Eefje.... Eefje!", riep
een stem onder het
raam, .Eefje, waar blijf
je?"
„Daar is Joost", zei
moeder, „zeg maar dat
je je verslapen hebt".
Êefje boog zich ver
uit het raam. „Luister
eens Joost", riep ze, „ik
speel niet mee. Hij is
veel te kostbaar. Hij
hoort in een museum".
„Gelijk heb jeriep
Joost terug, „maar had
dat dan toch meteen
gezegd!"
„Dom van me, hè
Maar nou weet ik het,
hoor!" riep Eefje.
„Wat roep je alle
maal" vroeg moeder,
„waar hebben j'ullie het
over?"
„Over een berenlesje",
zei Eefje geheimzinnig"
en als ik uit school kom
zal ik U alles vertellen".
„Daar ben ik benieuwd
naar", zei moeder.
„Ik ook....", knikte 't
witte beertje binnen in
zijn huisje van blauw
glas. Maar dat laatste
zag of hoorde niemand.
Mies Bouhuys.
379
Dit is weer eens zo'n lucifer-puzzel. I nemen van slechts twee lucifers, maar
Mies Bouhuys. De bedoeling is. dat je door het weg- I 4 vierkantjes overhoudt.