c O WONEN op de Zuiderzeebodem 3 i(i{4 werkj niet te 3Ac/it 31JH 5 "özcHfvenpaqina H Bs ZATERDAG 4 JANUARI 1958 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT GOEDE WIL OVERWINT MOEILIJKHEDEN.. Niet elke vrouw past zich gemakkelijk aan in onze twaalfde provincie! EEN NEDERLANDER die zijn land en volksgenoten kent, kan gemak kelijk een Zeeuwse boerin onderscheiden van een Friese, alleen al door naar de hoofdtooi te kijken. En zeker kan men het verschil ook horen: de zachte „g" van de zuiderling en het volle ronde timbre tegenover het scherpe wat afgebeten kort praten van de noorderling. SINDS KORT is er een „twaalfde provincie", op de bodem van wat eens de Zuiderzee was hoe zijn daar de mensen en vooral: HOE ZIJN DAAR DE VROUW EN Hoe passen die vrouwen, die uit alle delen van Nederland komen zich bij elkaar aan? DAT IS een zo menselijk probleem, dat het onderwerp van studie is. Bij de bestudering is ook een vrouw ingeschakelddr. Louise Kaiser van de Gemeente Universiteit vau Amsterdam. In de nieuwe IJselmecrpolders wo nen Brabantse gezinnen en Friese, Groningse en Hollandse. Er wonen boeren, „burgers", arbeiders, midden standers uit alle elf provincies. En ze hebben allemaal erg veel moeite moe ten doen om aan elkaar te wennn. Dat viel vooral de vrouwen in dit bin nenlandse emigratiegebied niet mee. Friezen bijvoorbeeld voelden zich op de bodem van de Zuiderzee meer dan ooit Fiies. Ze waren maar niet zo een- twee-drie bereid hun aard en gewoon ten overboord te gooien. Dat hoeft ook niet. Maar toch kwamen die Friese ouders (en ook andere ouders uit weer andere delen van het land) met hun kinderen in conflict. Want en Fries jongetje kan heel goed vriendschap sluiten met een Brabant se flierefluiter en zo'n Fries jongetje komt dan bij zijn moeder thuis met vreemde woorden. Of Sjoerd heeft van Fonsje spelendenvijs geleerd een kruisje te slaan voor liet eten. Maar Fonsje vertelt zijn Brabantse moe der opgewonden dat hij bij Sjouke thuis zulke heerlijke koek gegeten heeft veel lekkerder dan nij ooit van „ons moeders" krijgt. Vrouwen hadden bij voorbaat veel moeite zich aan te passen aan de „vreemde" buurvrouw. Maar omdat Z(f van goede wille waren gingen ze eens een middagje bij elkaar óp be zoek om kennis te maken. Als ze thuis kwam zei buurvrouw A: „Oh, buur vrouw B is een best mens: maar 's middags kom ik er niet meer, want dan schenkt ze thee En buurvrouw B zegt van buurvrouw A: een lief mens hoor. maar ik was zo weer weg. Want ik kreeg kof fie, en 's middags drink ik altijd thee". Kloppen... of niet? En dan de klopgewoonten als aanlei ding tot ongenoegen. Tal van mensen weten niet eens wat klopgewoonten zijn, maar in de IJselmecrpolders zijn er ruzietjes van gekomen. In sommige delen van ons land klopt men op de achterdeur als men een praatje wil maken. In andere delen loopt men zo maar door. En door die verschillen in gewoonte kan het volgende gebeuren. Buur vrouw heeft een kopje van haar mooie servies uit handen laten vallen van schrik, toen buurvrouw Y zonder klop pen binnenkwam: ineens staat dat mens voor me, zomaar zonder kloppenMaar buurvrouw Y schrikt juist als ze hoort kloppen. Ze denkt, dat er iets gebeui-d is en holt naar de achterdeur. Daar siaac de buurvrouw, één niét klopgewoon ten. En buurvrouw Y zegt woedend: „Mens kom toch gewoon naar binnen. Er is toch geen brandEn intussen is de pap overgekookt. Ach, burenruzies kunnen uit een kleinigheid ontstaan. En zelfs al wordt het geen ruzie: buurvrouw A en B en en X heb ben intussen een andere vriendin ge vonden, omdat hun eerste contact niet meeviel. Zoetjesaan begint ook de spraak te veranderen bij deze gemengde be volking, maar merkwaardigerwijs hoeft dat niet veel te maken met het contact tussen Brabanders. Friezen en Hollanders of zo onder ling. De spraak van de kinderen wordt in de eerste plaats beïn vloed dooi' de leerkrachten. In een bepaald dorp zijn plotseling alle kinderen „scherp" gaan praten, zo als noordelingen, omdat toevallig alle leerkrachten Groningers wa ren. Op een andere schooi ontdek te men dat de kinderen „ronder" gingen praten, want de onderwij zeres was van Surinaamse origine, gine. Dan is er ook nog de liefde die de har ten beroert, ook in de IJselmeerpol- ders. Kan een blond Fries meisje ver liefd worden op een donkere Limburg se jongen? Natuurlijk kan dat. Én natuurlijk kan een stugge en stille Groningse jongen zijn hart verliezen aan zo'n zacht en vrolijk Brabants meiske. Maar iets anders is het of de twee gelieven wel vrijen mo gen als hij van Marknesse is en zij van Emmeloord. In het nieuwe land heeft men nog geen historisch stof der eeuwen vergaard, maar wél al veten. Marknesse is een beetje jaloers. Het is weliswaar het oudste dorp in de nieu we polder, maar Emmeloord kreeg meteen van de bouwers wat meer allure". Maar liefde overwint alles. Dat wordt ook dagelijks in de nieuwe polders bewezen. Liefde en genegenheid en goede wil overwinnen er veel moeilijk heden En daarom bloeien op de bodem van de Zuiderzee, ondanks de verschil lende geaardheid, de klopgewoonten en wat niet al, de gemeenschappen van Brabanders en Friezen, Limbur gers, Groningers, Hollanders en Zeeu wen. De „zaklijn" begint in New York ter rein te winnen. In een der zaken is men echter tot de conclusie gekomen dat de klanten de voorzijde niet van de achter zijde kunnen onderscheiden. Daarom wordt bij deze zaak thans een grote label in de halslijn van alle japonnen genaaid. Op deze label staat te lezen: „dit Is de voorkant". Dit zou uw menu voor de komende week kunnen zijn: Zondag: tomatensoep, gevulde kalfslap jes, wortelen, doperwten, aardappelen, grapefruit; maandag: roerei, bicten. gebakken aard appelen, broodschotelt.ie met appelmoes: dinsdag: gebakken kansplakken, andijvie, aardappelen, rödgröd: woensdag: tongfilets met kaassaus, aard appelkoekjes, veldsla, beschuit met bes sensap: donderdag: irish stew. krentenpanne- koekjes; vrijdag: gekookte vis. peterseliesaus, rijst, lofsla, schuimige griesmeelpudding <bo- nen in de week zetten); zaterdag: bruine bonen, spek, uien, aardappelpurée, yoghurt. ~Uan uzoutv tOt OZOHW et tijdstip voor het welgemeend opschrift „Pas beter op uzelf" lijkt mij bij uitstek gunstig met alle decemberdrukte achter de rug en de koudste maand van het jaar voor de boeg. Wat in het vrouwentaaleigen overgezet betekent: een overbelasting aan de ene kant, een tekort aan de andere. Met als gevolg een verhoogde kans op een krakende ineenstorting die in dit jaargetij niet veel minder dan een ramp betekent.» Een narigheid, waarvoor ik U bij mijn weten nog niet gewaarschuwd heb en waarom ik het bij dezen nu eens met verdubbelde nadruk doen zal. Ook al omdat ik tot mijn verbazen gemerkt heb, dat de huisvrouw nog al te vaak niet geleerd heeft op zichzelf te pas sen. Welnee: zij laat de catastrofe rustig op haar afkomen, en als zij plat op haar bed op apegapen ligt zucht zij hoogstens: Kan ik er iets aan doen dat ik het zo druk heb? Natuurlijk niet: en de maand decem ber weet wat drukte betreft vanouds een aardig partijtje mee te blazen. Het jaar sluit met een top van huise lijke gezelligheid en daar doen wij voor nog zoveel geen afstand van. Maar op wie komt weer het technisch gedeelte neer met alle rompslomp van inkopen, financieren, bakken, braden koken, afwassen, versieren, inpakken en opruimen Op moeder de vrouw als oeueh h\aKen: een mociuj De meeste vrouwen kijken 'alleen naar de kleur Als wc Homerus geloven mogen, werkten de Grieken met handschoe nen aau en de Romeinen, die met de vingers aten, droegen handschoe nen aan tafel. Madame de Pompadour wisselde twaalf per dag van handschoenen en er waren zeer kostbare paartjes bij, waarop portret ten geschilderd waren van haar gunstelingen die ze al even snel ver wisselde. Handschoenen zijn karakteristiek voor drager en draagster, zegt men en dat verklaart waarom men in plechtstatiger tijden bij formele visites niet het kaartje maar de handschoen liet afgeven, en het verklaart ook waarom Nederlandse meisjes met een bruidegom in Indië, vroeger trouw den met de handschoen. Handschoenen maken was en is voor namelijk handwerk; het moeilijkste is niet zozeer het stikken van de stukjes tussen de vingers het allermoeilijk ste is het rekken van het leer voor men het snijdt, opdat niet later de drager of draagster lange vingers krijgt of handschoenen die uitsloffen. Een handschoenen-coupeur kan per week niet meer dan circa honderd handschoenen snijden en dat nog pas na een opleiding van jaren. Daarom gaf de Nederlandse regering in de dertiger jaren van crisis en Matglanzend fluweel werd gebruikt voor dit mouwloze japonnetje, dat uiterst eenvoudige lijnen en een mi nimale garnering heeft. Bij dit jeugdige jurkje zal een van de drie romantische coiffures bijzonder goed passen! De zacht vloeiende lijnen van twee dezer kapsels worden verle vendigd door een fluwelen lint of een sieraad, u-aardoor het. effect van een speciaal, avondkapsel wordt verkre gen. werkloosheid toch werkvergunningen aan Oostenrijkse en Franse hand schoenen-coupeurs. op vooiwaarde dat ze Nederlandse jongelui hun vak zouden leren. Oostenrijkers waren er bij uit Tirol, waar men de gemzen schoot om hun velletje, er thuis hand schoenen van maakte en er dan alle jaarmarkten mee bezocht. En de ho ven, want dc Tlrolers waren eens hof leverancier in geheel Europa. Men heeft sindsdien handschoenen ge maakt onder andere van palingvel zeer sterk van de huidjes van ka beljauw, schelvis en haai: men maakt ze nog van huiden van apen, pecaris of navelzwijntjes en geiten en var kens, van lammetjes die te vroeg ge boren worden en aan nachtvorstjes bezwijken. En nieuw is het huidje van de kadot, een waterreptiel dat op Ce lebes voorkomt; het velletje is diago naal „geweven" in natuurlijke sche ring en inslag. Het kadot-velletje wordt gecombineerd met crochet, brei- sel van de moderne sporthand- schoen. Even moeilijk als het bewerken van het leer en het snijden, is het ontwer pen van modellen, want tenslotte moet elke handschoen vijf vingers ei» een kap hebben en wat zijn dan nog de mogelijkheden tot variatie? Niette min maakt men in één atelier elk half jaar al honderdtwintig verschillende modellen, met telkens een ander stik- seltje of rijgseltje. Korte handschoe nen voor bij de mantel én de tailleur, halflange voor bij een mouwloze jurk voor overdag en lange tot op de bo venarm bij strapless avond of cocktailjaponnen. Een paar milj'oen paar worden er in Nederland per jaar verkocht aan vrouwen aan wie als we dat zachtjes mogen opmerken al die moeite eigenlijk niet ëens be steed is. Want een vrouw koopt eén hand schoen zoals ze een automobiel zou kopen: om de kleur, en alleen om de kleur. Tot voor twee jaar was dat zwart, het keurige zwart van alle honderd handschoenen die verkocht werden waren er zestig zwart en dat was prettig omdat er ondèr zwart heel wat tekortko- minkjes van de leersoort verborgen konden worden. Doch plotseling De geitenleren handschoen: een ster ke en sportieve, dracht. wil de vrouw lichte handschoenen, hetgeen dan het probleem van handschoenen wassen oproept. Er zijn leersoorten suède die soms afgeeft die men met benzine moet wassen, doch de meeste handschoenen stellen een bad in een zeepsopje op prijs. Men trekt dan de handschoenen aan en wast gewoon de handen, zoals men dat 's morgens aan de wastafel doet. Bij het naspoelen alleen voor handschoenen van pecari of eland een paar druppels slaolie bijvoegen in het bad. Nooit handschoenen bij de kachel, op de centrale verwarming of in de hete zon drogen; beter is hét ze uit te drukken tussen handdoeken en dan goed uitgespreid te drogen leggen op een tochtige plaats. Niet op elkaar, dan gaat het leer schimmelen! Als de handschoenen bijna droog zijn, ze aantrekken, zodat ze weer in de vorm komen. En tenslotte een mode-tipje: probeer nooit handschoenen te kopen in de zelfde kleur als een japon of tailleur of mantel, want kleur heeft op leer een ander effect dan op stof. Veel be ter is het de handschoenen duidelijk te doen conttrasteren; men kan ze wel combineren met schoenen of handtas je. Maar winkels die dat in hun étala ges doen en van pumps, handschoenen en tasje een set maken, hebben geen succes. Want het plezier van het com bineren zit voor de vrouw in: het ge zellig winkelen en het lekker lang zoe ken tot wanhoop van winkeljuf frouwen. lAw [ted Opdat de ruggegraat goed uitrust De mens is een viervoe ter die er maar twee ge bruikt. en die zijn enige lotgenoot in de Schepping de aap nooit ge heel au serieux kan ne men, laat staan wat van hem wil leren. Bij voor beeld leren de ruggegraat af en toe eens wat te ont lasten door niet verticaal, doch horizontaal op han den en voeten door het le ven te gaan. Er zouden heel wat minder hernia- klachten zijn, als we niet do liele dag ons volle ge wicht lieten wegen op een kolommetje wervels waarin bovendien nog een zo kwetsbaar iets ^ls een teer zenuwstelsel is opge borgen. Een heistelling die gebouwd was als 's mensen skelet zou zeker afgekeurd worden en terecht. Nu Is af en toe op handen en voeten lopen een raad, die de lezeressen van ons toch niet willen aanne men. Alleen mensenkinde ren die nog niet kunnen lezen zijn zo verstandig dat te doen: we noemen ze kleuters en lachen ook om hen. Laten de volwassenen dan althans deze raad willen accepte ren: gun 's nachts uw ruggegraat rust. En dat wil zeggen: slaap niet te zacht. Een mens verslaapt een derde deel van zijn le ven en denkt zichzelf goed te doen door een zacht bed te kiezen. Dat Is fout. Dat is zo fout, dat men het 's morgens zelf voelen kan, want zacht slapen is zwaar werk, dat men duchtig gewaar VOOYK wordt in de botten: niet verkwikt doch als gebro ken wordt men wakker. En geen wonder, want de gehele nacht heel't de mis handelde ruggegraat in 'n onmogelijke kronkel moe ten liggen. Kleuters slapen nog goed: op een hard bedje en zonder kussen zelfs als een liefhebbende moe der haar kindje neerlegt op een lekker zacht kus sentje. vindt men baby 's morgens of na het mid dagdutje terug aan het voeteneind, waar hij kan slapen zonder last van dat kussen. Kinderen zijn heus verstandig van zich zelf; volwassenen niet, al eeuwen niet! Een paar eeuwen lang hebben volwassenen rechtop zittend geslapen. Dat beviel tenslotte toch niet, maar het restantje van die slechte slaapge- woonte is nog de peluw, die ouderwetse mensen aan het hoofdeinde heb ben in hun twee-persoons- bed. Er hoorde een schud- bed bij met veren vul ling (van kippen) of met dons voor wie meer geld had. Zo'n vijftig jaar ge leden begon men kapok te gebruiken als vulling, doch omdat zo'n bed wat moeilijker en op den duur helemaal niet op te schud den was. bedacht men de driedelige matras, waarin de kapok te juister plaat se gehouden werd met doorstiksels. Zulke ge capitonneerde matrassen hebben voor een hele ge neratie dienst gedaan cis martelbank. Kapok was overigens door onze relatie met In dië een typisch Neder landse bed-vulling; in het buitenlandpref ereerde men kattenstaarten, paarden haar, varens, zeegras, al pengras, konijnenvellen, schapenwol, en krijn. Al die bedden hadden een voordeel: ze waren eerlijk hard en een nadeel: zc waren hobbelig. Dat bezwaar werd op geheven toen men ma trassen ging maken die ten eerste niet langer drie delig waren, doch twee delig (het bovenstuk groot. het onderstuk klein), ten tweede een binnenvering kregen van gewone kleine meubelve ren van staal en men ten derde de schuim rubber matras uit één stuk bedacht. Dat hielp nog niet want het geheim van goed slapen zit hele maal niet in de matras, doch in wat men onder de matras heeft liggen en dat is in negen van de tien gevallen een spi raal. Elke spiraal buigt door, daar waar de zwaarste last komt te liggen en dat is in het midden, zodat elke nacht weer de ruggegraat in een vreemde kronkel komt te liggen, omdat vrijwel elke mens op zijn of haar zij slaapt. Stel u dat voor: schouders normaal en voeten nor maal, doch de heupen naar links of naar rechts een decimeter uitstekend. Doet u dat eens staande en blijf zo acht uur lang staan; dat houdt u niet vol maar u doet het wel slapend. Dr. W. J. H. Büngerberg de Jong. reumatoloog in Dordrecht, heeft in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (18 mei 1957) een aantal foto's gepubliceerd waarop men duidelijk de kronkels van de ruggegraat kan zien op verschillende bed-com- binaries, doordat hij zijn proefpersoon tevoren een wervelkolom met jodium op de rug getekend had. Zijn samenvatting: het best voldeed een binnen- veringmatras, rustende op een binnenveringonder- laag. Matrassen met een plank als onderlaag gaven- eveneens een goede stand der wervelkolom. Matras- sesn gelegd op een spi- sen gelegd op een spi raalveren onderlaag ho- deden bij onze proeven niet". Een binnenveiing-onder- laag dus, onder de ma tras: dat is wat men thans de box spring noemt en vroeger de springbak noemde. Wie voorlopig geen geld heeft een box spring te kopenzoeke eens bij zijn grootmoeder op zolder naar de spring bak. Wie geen grootmoe der meer heeft met een springbak, die legge brede planken onder de spiraal. En wat voor de rest het bedstel'betreft: er is te kust en te keur. Aller eerst de verende matras sen in één stuk. soms (latch ole) zo soepel dat men ze dubbel kan vou wen, soms (antihernia- matras) extra stram en vrij hard. Er zijn matras sen met mooie moderne tijkjes en er zijn er met plastic overtrek afwas- baar voor kinderen. Er zijn er met een winter- leant met schapenwol vul ling en een zomerkant met katoenen watten, en tenslotte zijn er de schuimrubber-matrassen met verticale vering koel zomers en warm 's winters. bet er op u jelf immer, die juist in deze dagen de be stedingsbeperking dc voorkeur ziet binnenwandelen, terwijl de hulp in de huishoudnig de achterdeur uitsluipt. n bij die overbelasting komt dan, vanzelfsprekend, het tekort aan gezondheidskansen tengevolge van diezelfde eigenaardige maand de cember. Het een zit muurvast aan het andere gekoppeld: de kortende dagen, het gure weer en de onttakelde na tuur drijven ons het eigen huis binnen waar wij ons óók al van ouds getroost hebben met licht, warmte cn huiselij ke gezelligheid. Maar wie lijdt vaak onder dit schadelijke decembertekort het meest Alwaar diezelfde moeder de vrouw. 'Om te beginnen komt zij met al die feestelijke beslommeringen veel min der dan anders in de buitenlucht: het jachtig boodschappen doen wilt U daar toch, hoop ik. niet bij rekenen? Nee, zo'n fikse dagelijkse kuier, al is het maar van een kwartier, om haar longen te ventileren van al de huis- lucht vol etengeuren en kolenstof en het winters trage bloed aan het stro men te zetten. Géén tijd, of misschien geen zin, na een hele dag reppen en redderen. Blijf dus over een uurtje zitten bij de gloeiende kachel een uurtje dat door de vermoeidheid uitdijt tot ver over normale bedtijd. Met als gevolg een tekort aan nachtrust, een moeilijk ontwaken, een prikkelbaar ochtend humeur en een trager tempo, dus nog meer achterstand. Van moeder op dochter is ons des wege ingeprent: als de r in de maand is. komt de levertraan uit de kast. En trouw gieten we lepels vol in de al of niet grage monden van onze spruiten, van september Lot eind april. Wij zouden ons halve moorde naressen vinden als wij het verzuim den maar het komt niet in ons op om óók een lepel mee te slikken. Ter wijl de voorzeide spruiten eigenlijk in een gunstiger conditie verkeren dan wij. Immers; zij hollen bij het eerste droge buitje naar buiten, zij dollen en ravotten in de sneeuw, zij krabbe len of zwieren urenlang op het ijs, zij moeten in elk geval elke dag door alle weer en wind. Maar wij zijn de ganse dag bezig in een slecht geventileerd huis, wij zien sneeuw vaak enkel als een bron van veel kliederige narigheid en eten bovendien nog mondjesmaat door gebrek aan eetlust. Praat ons dan niet van een lepel vettige, dégoutante le vertraan. Zoudt U, voor het weer op een griep tegen de schoonmaak of een stevige voorjaarsmoeheid uitdraait, niet wijs doen een klein tikje zelf zuchtiger te worden, in het welbegre pen belang van uw dierbaren egint U dus eens met een vast dagschema, waarin een half uur rust is uitgetrokken, desnoods verdeeld over driemaal tien minuten. Neem die rust op de geschiktste ogen blikken, en laat dan alle bellen en alle telefoons maar rinkeln tot zij gloeiend staan. Wie U beslist spreken moet komt heus nog wel eens terug. Neem die rust ook volkomen door zo veel als doenlijk te ontspannen. Languit gaan liggen, de voeten hoger dan het hoofd, een plaid over U heen en dan maar aan iets plezierigs, dro merigs denken: een weiland bij zo merdag, de zee bij avond, een mee slepende melodie, een boeiend verhaal. Als U bijna ondr zeil raakt is het doel bereikt en bij het opstaan zijn alle gejaagdheid en vermoeidheid uit U weggevloeid. Verwaarloos uw maaltijden niet. met name het ontbijt. Een huisvrouw die haar taak naar behoren verricht werkt langer en loopt verder per dag dan vele mannen: en zoiets houdt nie mand vol op een beschuitje en een af- geschonken slokje thee. Zorg voor de broodnodige aanvulling van net vita mine-tekort, liefst in de natuurlijke vorm van fruit, melk en rauwe groen te. Neem een lepel levertraan per dag als U dat spul niet zien kunt zijn er uitstekende smaakloze capsules te krijgen. Loop tenslotte elke dag min stens een kwartier in de buitenlucht, weer of geen weer, en dat in een straf tempo. Ga op rijd naar bed: achter stallig naaiwerk is morgen in te ha len. verloren slaap niet! Maar bovendien: beschouw uw ge zondheid niet als een bijkomstigheid die vanzelf wel in orde blijft, maar als .een waardevol aandeel in uw be drijfskapitaal en ga er, zonder ver wennerij of zelfbeklag, even zorgvul dig mee om als met uw linnengoed en huisraad. Zorgvuldiger zelfs: want een gezonde, vitale moeder is goud waarel voor elk gezin. SASKIA

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 11