Minister Mansholt kreeg de tijd
veel constructief werk te doen
DE VIJF RIETVINKEN
5 BANKROOF
ZtNTnA
Slaats fondsen gemakkelijker
De vreemde
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 21 DECEMBER 1957
KOPEREN MINISTERSJUBILEUM
Aan agrarische structuur is
nog veel te verbeteren
(Van onze parlementaire redacteur)
„Je kunt, als je de gelegenheid krijgt om een aantal jaren achter
een aan dezelfde taak te arbeiden, bepaalde opdrachten in werkelijk
heid omzetten; opdrachten, die ten dele bestaan in het afweren van
moeilijkheden en ten dele in het scheppen van een nieuwe situatie.
De belangrijkste taak van een minister is om scheppend werk te ver
richten. Hij kan er niet mede volstaan als een brandmeester van de
ene brand naar de andere te lopen. Een minister en met name een
minister van Landbouw dient de grondslagen te leggen o.a. voor een
betere boerenstand, voor de rationalisatie, voor een betere bedrijfs
voering, voor goed onderwijs. Dat is een kwestie van politiek op lange
termijn. Dat vergt een sterk uithoudingsvermogen".-
Aldus het antwoord van de minister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorzening, dr. S. L. Mansholt, op onze vraag, wat hij als de
mooie zijde van zijn langdurig ministerschap beschouwt, tijdens het
onderhoud, dat wij met hem hadden aan de vooravond van zijn kope
ren ministersjubileum. Op 24 december vervult dr. Mansholt het
ambt onafgebroken twaalf en een half jaar. Nog nooit voor hem is er
een minister geweest, die het zo lang aan een en hetzelfde departe
ment heeft uitgehouden.
ste tijd was, toen onze verhouding
tot Indonesië geregeld moest wor
den. We leefden in een periode van
het niet kunnen vinden van de juiste
oplossing. De politionele acties en de
maanden, die er op volgden hielden
de regering en uiteraard mij in een
voortdurende spanning. We hadden
het fnuikend gevoel aan beide zijden
niet gereed te zijn voor een oplos
sing, die elk het zijne gaf. Door de
politieke verhoudingen zowel in Ne
derland als in Indonesië zijn aan bei
de zijden fouten gemaakt.
We hebben daardoor nooit, de juiste
oplossing gevonden, die beide volken
in vriendschap en samenwerking
kon doen leven. Nu nog en
vooral thans ondervinden we
daarvan de gevolgen. De Indonesi
sche affaire is op een grote teleur
stelling uitgelopen. We kunnen al
leen nog hopen op de toekomst.
In het landbouwwerk zelf zijn even
eens momenten aan te wijzen, die in
druk op me gemaakt hebben. Maal
laat ik voorop stellen, dat ik
steeds met grote openhartigheid
door allen, met wie ik te maken
kreeg, tegemoet getreden ben. Bij al
le verschillen, die er bestaan, bleek
er toch een grote mate van overeen
stemming. We weten allen, waar we
heen willen, al kozen we niet steeds
dezelfde weg. Dat maakte het over
leg prettig.
Niettemin heb ik wel in uiterst span
nende vergaderingen gestaan met en
kele duizenden mensen tegenover me
bijvoorbeeld als het ging over de
melkprijs. Ik was eens in een bijeen
komst van Friese boeren, die mar
garine moesten eten en verschrikke
lijk kwaad waren op de overheid.
Toch is de samenkomst met applaus
geëindigd
En ik herinner me een grote verga
dering in Zwolle, waar de voorzitter
de zaak niet in dé hand kon houden.
Ik ben toen zelf achter de microfoon
gaan staan om de gemoederen tot
bedaren te brengen.
Ik heb het altijd als mijn taak be
schouwd de mensen op te zoeken en
met hen om te gaan. De landbouw
problemen zijn nu eenmaal ingewik
keld. Men moet een zaak begrijpen
om haar te kunnen beoordelen. Ik
heb dus steeds zoveel mogelijk tekst
uitleg gegeven.
De niet alleen uiterst bekwame,
maar ook optimistische, dr. Mans
holt blijkt dankbaar te zijn voor
de vele mooie momenten, die het
ministerschap hem heeft geschon
ken. Of er dan ook geen zwarte
kanten waren „Jawel", zegt hij,
„maar ze waren naar mijn me
ning ver in de minderheid. Het
hangt van de politieke constella
tie af, of er onaangename situa
ties ontstaan. Het kan bepaald
moeilijk worden, als je beleid niet
slaagt; als de tijd en de conjunc
tuur tegen zijn en je niet bereikt,
wat je zou willen. Men kan dat
echter geen zwarte kant van het
ambt noemen.
Die kwalificatie past meer op het te
kort aan persoonlijk leven. De func
tie neemt je helemaal in beslag, van
's morgens vroeg tot 's avonds laat.
Zij eist je voor het volle pond op,
vooral in tijden van grote drukte.
Elke dag brengt wat nieuws. Dat
verlangt een hoog tempo van wer
ken. Het gezinsleven komt daardoor
gauw tekort, doch als je maar zorgt
voor een behoorlijke tijdsindeling,
dan is daarvan nog wel het een en
ander te redden. De laatste helft van
de twaalf en half jaar heb ik ernaar
gestreefd de dagen nauwkeurig in te
delen en daardoor tijd voor het fa
milieleven te winnen".
Minister Mansholt bezit een eigen
boerderij in de Wieringermeer.
„Van het werken in het boerenbe
drijf komt in de praktijk echter
niets terecht", zo vertrouwt hij
ons toe. Wel onderhoudt hij voort
durend contact, wel blijft hij op
de hoogte van wat er omgaat en
wel geeft hij richtlijnen voor de
bedrijfsvoering. Het voordeel van
deze relatie tot de praktijk acht
hij, dat hij op de hoogte blijft
van lonen en prijzen en van wat
er verder onder de boerenstand
leeft. Veel moeite heeft hij daar
mede trouwens niet. „Want ik
heb veel vrienden en familie on
der landbouwers", zegt hij. „Als
ik met hen in gesprek kom, dan
zitten we al spoedig in een boe-
renpraatje. Mijn familie van va
derskant bestaat al sinds onheug
lijke tijden uit boeren. Ook ont
moet ik veel mensen uit land-
bou worganisati es
De weekends houdt dr. Mansholt vrij
voor zijn gezin en voor zich zelf.
„Des winters wandelen we veel en
des zomers vermaken we ons in de
watersport, die ons heerlijk naar
buiten brengt. Het is heel belangrijk
iets te hebben, dat je volkomen in
een sfeer brengt. Ik acht dat zelfs
een noodzakelijk element om fit te
blijven. Als ik 's avonds geen verga
dering heb, werk ik een paar uren in
mijn eigen werkplaats. Daarna ben
ik weer in staat me in de staats
stukken te verdiepen".
O]) onze vraag, welke zaken en ge-
beuternisscn in zijn ministeriële loop
baan de sterkste indruk op hem ge
maakt hebben, antwoordt dr. Mans
holt zonder aarzeling: „De moeilijk-
Ver vulde wensen
Overigens vond hij, dat men de za
ken met de nodige humor moest dur
ven bekijken. „Als je zwartgallig
van aard bent, dan moet je nooit het
ambt van minister aanvaarden. Je
zou het niet volhouden", verzekerde
dr. Mansholt met twinkeltjes in zijn
ogen.
De bewindsman was dankbaar voor
zijn lange ambtsperiode omdat hij
bepaalde dingen werkelijkheid heeft
zien worden.
„Een kort gesprek, dat je een
jaar of vijf geleden had, resul
teerde vaak in een concreet ding.
Ik herinner me eerste besprekin
gen over ruilverkavelingenik heb
ze klaar gezien met nieuwe boer
derijen en aanplantingen. Ik her
inner me een eerste onderhoud
over een nieuw laboratorium in
Wageningen; ik heb er de stu
denten zien werken. Ook in de
beleidssfeer kristalliseerde zich
iets, dat een vaste basis geeft aan
het verdere werk. En toch zijn er
agrarische aspecten, waarin te
weinig ontwikkeling zit. Dat ligt
aan de structuur van de Neder
landse landbouw.
Onze agrarische structuur is name
lijk in de loop der eeuwen bedorven
als ik het zo noemen mag door
een voortdurende „opsplitsing" van
bedrijven. Daarin moet door de uit
voering van cultuurtechnische wer
ken verbetering gebracht worden.
Die aanpassing bereiken we wel, al
gaat he£ langzaam en stukje voor
beetje en al is de toestand nog lang
niet ideaal. Als we niet méér doen
dan thans, zal het echter zeker nog
vijftig jaar duren, vóór we het erg
ste gehad hebben.
Er is dus nog een omvangrijke taak.
Het Landbouwschap en de organisa
ties zullen daaraan hun aandacht
moeten wijden. Het is niet alleen een
zaak van de overheid, al zijn er mis
schien wetten nodig.
We moeten groeien naar een goede
agrarische structuur. De bedrijven
dienen zo groot te worden, dat een
gezin er met toepassing van moder
ne bedrijfsmiddelen lonend kan pro
duceren. Aan de prijskant hebben we
in ons land ^eel kunnen doen door
het volgen van een doelbewust ga-
rantiebeleid. Wat de agrarische
structuur betreft, zijn we er echter
nog niet.
Minister Mansholt zou er graag zijn
tA avert entte)
(5 steens ^66.«"»het meesterwerk"
van 2 tot A
Alleenvertegenwoordiger voor
Middelburg en omstreken
W. J. CAMPER.
Lange Delft 51 Middelburg.
JAC. MOURER,
juwelier,
Havenplein, Zierikzee.
ntespaapbrieven
van de nationale
woningbouwlening 19s7
Er zijn Rentespaarbrieven
van f25.-. f100 -en f500.-.
Na 13 jaar is de waarde ver
dubbeld.*) Zij zijn verkrijg
baar bij alle banken, kassiers
en commissionairs. De stuk
ken van f 25.- zijn ook te
koop aan alle postkantoren.
Behoudens bevoegdheid
de Bank om na 10 jaar
tegen 175% af te lossen
krachten aan geven, doch hij vindt
aan de andere kant dat een minister
schap ook niet al te lang moet du
ren.
Dat brengt ons op de internationale
zijde van de landbouwvraagstukken.
„Van het begin af is het me duidelijk
geweest aldus de minister dat
de landbouwpolitiek niet nationaal is
op te lossen. Internationale samen
werking is onmisbaar. Als men pro
beert de vraagstukken toch natio
naal tot een oplossing te brengen,
dan koerst men in een sterk protec
tionistische richting.
Vóór de Tweede Wereldoorlog lag
dat volkomen fout. Toen werden de
scheidsmuren steeds hoger opgetrok
ken en sloot men zich op in autar
kie. Na de oorlog heb ik me daarom
al direct beziggehouden met de We
reld Voedsel- en Landbouworganisa
tie. Thans zijn we bezig met de
vormgeving aan het Europese Land
bouwbeleid. Dat is niet alleen een
mooie, maar ook een noodzakelijke
arbeid. Men heeft mij in mijn ge-
gratie wel voor een optimist uitge-
loof aan de Europese landbouwinte-
gratie wel voor ee noptimist uitge
maakt. De geschiedenis wordt niet
in één jaar geschreven. Is het opti
misme niet gerechtvaardigd, als we
zien, dat we thans al, twaalf en een
half jaar na de oorlog een E.E.C.-
vedrag hebben? Er zit een snel tem
po in!"
AvWWWVVWWvW^VWVVSA
J. DE VOOGD,
Scheldestraat 15, Vlissingen.
Amsterdamse
wisselmarkt
CONTANTE PRIJZEN.
Londen 10.60%—10.60'4, New York.
3.78%—3.79%, Montreal 3.84%—3.85,
Parijs 90.32%—90.22%, Brussel 7.57%
—7.57%, Frankfurt 90.11%—90.18%,
Zürich 86.46—86.51, Zürich (vrije
francs) 88 41%—88.46%, Stockholm
73.2G%—73.81%, Kopenhagen 54.78—
54.83, Oslo 52.99%—53.04%, Milaan
60.61%—60.66%, Wenen 14 55%—
14.56%, Turkse verr. dollar 3.79%—
3.79%..
vvwvwvvwwvwwvvw
AMSTERDAMSE EFFECTENBEURS
Nederland 1948 (3%)
Nederland 1955 (3%)
Nederland 1947 (3%) 3
Nederland 1937 3
Dollarlening 1947 3
Investeringscert. 3
Nederland 1962-64 3
Nederland N.W.S. 2%
Ned. Indië 1937 3
Nat. Handelsbank
Ned. HandelmiJ.
Alg. Kunstzijde Unie
Berghs' en Jurgens
Calvé-Delft
Hoogovens n,r.
Ned. Kabelfabriek
Philips
Unilever
Wllton-Feljenoord
Kon. Petroleum Mij.
Amsterdam Rubber
Holland Amerika Lijn
Kon. Paketvaart
Rotterdamse Lloyd
Scheepvaart Unie
Stv. Mij. Nederland
H.V.A.
Dell Mij.
Bank van Ned. gem, 414
Van Berkels Patent
Centrale Suiker
Kon. Mij. De Schelde N.B.
Intern. Nlclcel
Anaconda
Baltimore en Ohio
Bethlehem Steel
General Motors
Kennecott
New York Central
Pennsylvania
Republic Steel
Shell Oil Comp.
Tide Water
U.S. Steel
IS dee. 20 dec.
79% 80%
80% 81%
85 84%
79% 79%
89% b. 90
89% 89% 1.
88ft 88%
59 59
230 236
220 220
220ft 223%
305% 307%
188 b. 190%
142.70 148.40
43% 43%
129
129
107% 103
116 b. 114%
107 103%
125% 124
88% 88
55 Vg 55 b.
89% 89%
165 164
160% 162
137 140%
70% 72%
41^ 42%
24%
33% 34%
32% 32%
78% 81
161%
12yg
36H 37,4
69% 69%
21 22%
48 50
PREMIELENINGEN.
Amsterdam 1951
Breda 1954
Eindhoven 1954
Enschede 1954
Den Haag 1952 I
Den Haag 1952 II
Rotterdam 1952 I
Rotterdam 1952 II
Utrecht 1952
78% 78%
71% 71% b.
72 b. 72 D.
74% 72%
82% 82%
81% 81%
84% 84%
83% 83%
90
198. Aan het ontbijt kreeg meneer Ruiterberg een
lumineus idee. „We gaan nu straks Wimpie opblazen",
zei hij. „maar van het effect dat dit heeft op de men
sen die rondom het meer wonen, krijgen we niets te
horen, tenzij Meneer Ruiterberg keek Huub even
aan, „Tenzij, dat jij Huub, je gewapend met verrek.j-
ker en fototoestel onder het volk waagt. Ik kan in
mijn eentje Wimpie wel oppompen, terwijl Henk en
Riek op de uitkijk gaan staan om mij voor ongenode
gasten te waarschuwen". Zij vonden het een uitmun
tend idee en vooral het plan een foto van Wimpie te
maken viel in goede aarde. „Misschien kan je die wel
aan een buitenlandse krant verkopen, Huub". riep
Henk enthousiast. „Die betalen je er grif honderd pop
voor of misschien nog wel meer!" Dadelijk na het
ontbijt begon meneer Ruiterberg met het monteren
van de luehtslang aan de zware voetpomp, die hij had
meegebracht. Tussen het riet werd een veilig plekje
opgezocht en het duurde niet lang of de zaak was
voor elkaar. Meneer Ruiterberg deed een paar slagen
en zag, dat de wijzer van de drukmeter goed i
Amsterdam 1956
I
73%
90
Amsterdam 1956
XI
82%
82%
Amsterdam 1956
III
82%
82%
Amsterdam 1933
)C en A)
86 1.
83%
Dordrecht 1956
74 b.
74 b.
Alkmaar 1956
74%
74 b.
ANP-CBS BEURSINDICES.
18-12 19-12 20-12
230.89 230.39 234.90
123.36 122,65 122.89
115.68 114.01 112.34
104.93 104.44 105.26
67.07 66.89 66.24
164.49 163.89 165.91
Intern, concerns
Industrie
Scheepvaart
Banken
Indon. fondsen
Algemeen
BEURSOVERZICHT.
Voor de laatste officiële beursdag van
deze week heerste er een opgewekte
stemming, met behoorlijke omzetten, in
de hoek van de aandelen Kon. Olie.
Zwitserland bracht hier leven In de
brouwerij door de stukken op verschil
lende prijzen uit de markt te nemen. In
de morgeliüren werd ingezet op f 145.30.
dit bleek te laag, want de koers steeg
snel tot f 147^80. Op deze prijs opende
de officiële beurs. Het hoge niveau kon
echter ntet gehandhaafd blijven, doch
na een reactie tot f 146.70, steeg de koers
opnieuw om op circa f 147 de markt te
verlaten. Ten opzichte van eergisteren
bedroeg de gemiddelde winst ruim 4
gulden, terwijl het fonds f 2.50 boven pa
riteit New York lag.
De staatsfondsen ondergingen gisteren
een lichte reactie op de aanhoudende
vaste tendentie van de vorige dagen.
Over de gehele linie werd circa lager
genoteerd.
Vanzelfsprekend profiteerden de ove
rige internationale waarden van de goe
de stemming ln de oliehoek. Aandelen
Philips werden eveneens door Zwitser
land gesteund en waren ruim 3 punten
•hoger. Unilevers hadden van arbitrage
aanbod te lijden. De koers van deze aan
delen was in de morgenuren zeer vast
9P 312, plus 6 pet. vergeleken bij eergis
teren, op geforceerde aankopen door de
beroepshandel. De officiële beurs plukte
hiervan de wrange vruchten, want na
een opening op 310 bood de markt niet
voldoende weerstand en liep de koero
snel terug tot 305 pet. Bij het scheiden
van de markt werd 306 pet. genoteerd,
vrijwel onveranderd bij de vorige slot-
prijs. AKU's goed prijshoudend, K-L.M.
kon zich 1 gulden verbeteren op f 94.
Scheepvaarten waren aan de lage kant.
In een dunne markt ieden Holland-Ame-
rika Lijn 4, K.P.M. 3 punten verlies. De
overige fondsen circa 1 punt lager. Van
Nievelt opende 2 punten boven eergiste
ren, doch kwamen tegen het slot op 139.
vrijwel onveranderd. Dit fonds verloor
sedert de emissie in het begin van 1957
op een basis van 150 pet. plus claim
f 600, circa 70 punten.
In de cultures ging vrijwel niets om en
de koersen stelden zich om en nabij het
vorig slot.
Gisteren voor het eerst notering voor
de 4.4 miljoen gulden 4% pet, obligaties
Rotterdam. De koers werd vernomen op
89 a 89% pet.
f A avert ent ie J
Tel. 2737
Segeersstraat 28 M"'lelburg
FEUILLETON
door ALLAN PENNING
18
„Nee", zei Lizzy, maar het klonk
weifelend. Ze keek of ze het zaakje
niet vertrouwde en tenslotte kwam
er stuntelig uit:
„Nou ja, allenig dat meissie voor
juffrouw Presbone
Een elektrische schok ging door de
machtige borst van Annie Presbone.
Haar ogen schoten vuur en met één
ruk sloeg ze haar armen gekruist
over haar borst. Uitdagend deed ze
een stap naar voren.
„Een meissie voor mijn..,? D'r .is
voor mijn nooit niet een meissie ge-
wees en je mos je schame, Lizzy Jo
nes, om zulke gemene leugens te
vertelle en mijn een affront an te
doen
De arme Lizzy werd bleek van
schrik onder de dreiging van de for
midabele Annie Presbone.
Met een benepen stemmetje en zich
half verschuilend achter de anderen
zei ze: „En toch is dat meissie hier
voor je geweest".
Het zag er naar vechten uit, maar
voordat juffrouw Presbone tot de
aanval kon overgaan, trad Pilchard
als een tweede Salomo, tussen beiden.
„Wacht eens, juffrouw Presbone....
Laat juffrouw Jones nu even rustig
vertellen. Dan weten we hoe het zit".
„Ik weet niks van een meissie", zei
Annie vastberaden en uitdagend.
„Wat zou Lizzy er nu aan hebben
zo iets uit haar duim te zuigen?
Kom juffrouw Jones, vertel het eens
precies".
„Wel, ik sting de stoep te boene
en toen kwam er een meissie, zo'n
jong ding, knap in de klere en die
zegt tegen mijn: bent U juffrouw...
en even staat ze te piekere, zodat ik
zeg Jones heet ikEn toen zeg
zenee, U mot ik niet hebbe en
toen zeg ik wie mot U hebbe, juf
frouw Presbone, offe En pal daarop
zeit ze: „Ja, die mot ik hebbe... en
ik zeg, nou, die is bove... Nou ja en
zo wipt ze naar bove en ik weet na
tuurlijk niet beter, dan dat ze Annie
mos hebbe..."
„En toch weet ik van geen meissie
af", beet Annie. Maar nog waren de
woorden niet uit haar mond of een
ander vrouwelijk fort maakte zich
los uit de massa en riep:
„Dat meissie is bij mijn geweze...
Zo een met van die grote zwarte
ogeen ze zeit tegen mijn ben U
juffrouw Jones...? Nee, zeg ik, dat
ben ikke niet, maar Lizzy Jones zal
U wel benede in het pertaai vlnde...
En temet was ze weg ook..."
„Nou", viel Lizzy bij, terwijl ze
met haar schort de van emotie voch
tige mondhoeken afdroogde, „das ca
seweel. Mijn vraagt ze naar Annie
en Jeanne naar mijn. En an mijn heb
ze niks gevraagd, want ik dacht nog
zo: die heb het ook niet lang ge
maakt met Annie... Nou zien ik het
weer voor meZe vloog, om zo
te zegge, d'r uit en bijna nog over
men emmer heen. En gelukkig regel
recht in de armen van de postbode.
I A Uvert en Ho
neem
J NEUROTOXIC f
zenuwUalmerend F
n:st verdovend. m
maar genezend 1 f
die net aankwam, die" maakte 'r een
lolletje van en hij zei nog: nou, zegt
ie, dat zal me elke dag gebeure, dat
ik mot zo'n meissie in me armen de
dag begin
„Een allervreemdst geval", zei
Pilchard. „Iemand die een boodschap
komt doen en dan helemaal geen
boodschap heeft
Hij dacht even na.
„Als de dames Jones en U dan nog
zo goed zouden willen zijn mij een
beschrijving te geven van de jonge
dame in kwestie, dan zou ons dat
misschien op weg kunnen helpen...
Jonge, jonge, wat een vreemde men
sen lopen er toch rond
HOOFDSTUK 13
Inmiddels zat William Ernest Bread-
weight als een geslagen hond in de
eenzaamheid van zijn cel. De schan
de van tussen twee dienaren- van de
wet te zijn weggevoerd onder de
priemende ogen van het gehele per
soneel, dat tot dusver altijd mèt eer
bied en afgunst naar hem had opge
zien, zou voor eeuwig zijn Kains-
merk zijn. Zelfs de wetenschap van
zijn volkomen onschuld kon hem
niet uit deze diepe poel van ellende
verlossen.
Nóg was hij geen gevangene met
een nummer. Nog was hij Ernest
Breadweight, een verdachte, met alle
voordelen en privileges danraan ver
bonden. Hij mocht roken, maar zelfs
de meest geurige Corona-Corona uit
sir Arthur's voorraad zou hem niet
hebben kunnen verleiden. Hij mocht
zijn eigen lunch, zijn eigen diner be
stellen, maar hij, voor wie de maal
tijd meer een soort eredienst was
dan het blote voldoen aan de harde
verlangens van een maag, kon aan
niets anders denken dan aan vlees,
groente en aardappelen. Droomna-
men van een epicuristische uitspat
tingen als Timbale de Crevettes,
Champignons aux cendres, Pommcs
de terre Duchesse, Perdreaux en cas
serole Bonne Femme, en hoe al de
wondere titels ook mogen zijn, ze
waren als met één veeg uit zijn her
senen weggevaagd.
Het interesseerde hem niet. Hij
slokte automatisch naar binnen wat
t A river ten tie
hem werd voorgezet en informeerde
alleen elk kwartier van de dag wan
neer hij nu eindelijk zou worden
voorgeleid. Niemand was in staat
hem daaron een afdoend antwoord
te geven. Voor hen was het immers
alledaagse kost. Iedereen wilde al
tijd weten wanneer ze werden voor
geleid. Het wachten was steeds op
het vooronderzoek en tja dat bleef
een kwestie van allerlei gewichtige
autoriteiten.
Zo zat Ernest op zijn harde brits.
Star blikte hij naar het stalen deur
paneel in het midden waarvan als
de grootste ering die een mens
treffen kan het luik zat. Het luik,
waardoor, wanneer het werkelijk
menens zou worden, hem de brok
kuch en de blikken kroes met wate
rige melk zou worden toegeschoven.
Het deed hem denken aan 't voede
ren van de wilde beesten in de die
rentuin en hij griezelde. Was hij mis
schien een wild beest...?
Na enige tijd scheen het luik in de
deur te versmelten. Het werd alles
tot één groot grijs waas, waarin zijn
gedachten zich in beelden afspiegel
den als een angstwekkende kaleido-
coop van het gebeuren der laatste
weken.
(Wordt vervolgd)