Eenzaamheid als grondthema in een gevarieerde verhalenbundel KLORIS EN ROOSJE al sinds 1707 SCHILDER exposeert CHURCHILL in Amerika .W Op aandrang van Eisenhower „Het Nederlands Ballet" brengt een première D" ZATERDAG 7 DECEMBER 1957. PROVINCIALE ZE EÜW8B COO RANT „OVERDAG": NIEUWE UITGAVE Anna Blaman op haar best in haar novellen HOEWEL WE DIRECT toegeven dat Anna Blaman een van onze interessantste hedendaagse schrijfsters is, moeten we toch be kennen dat we nog nooit een roman van haar onverdeeld hebben kun nen bewonderen. „Vrouw en vriend" is mogelijk het gaafst, doch in haar meest bekende werken, „Eenzaam avontuur" en „Op leven en dood" heeft de schrijfster eerlijk gezegd te veel hooi op haar vork genomen, en welk een waardering men ook voor haar krachtprestatie mag hebben: volkomen geslaagd blijkt zy niet. Schandaal en sensatielust hebben aan haar bekendheid helaas bijgedragen. Anna Blaman heeft het geenszins verdiend: deze vrouw werkt met hartstochtelijke eerlijkheid aan de uitbeelding van haar allesbeheersende thema, dat der menselijke eenzaamheid, en dat zij daarbij enkel onvolwassen geesten heeft geprikkeld zal haarzelf wel licht het meeste ergeren. Keer op keer geeft Anna Blaman op schrij nende wijze gestalte aan dit eenzaamheids-probleem. Men hoeft het niet met haar eens te zijn, men kan van oordeel zijn dat het niet zó erg is als zij het voelt of voorgeeft dat neemt niet weg dat dit werk waarheid is, niet alleen Anna Blamans waarheid, maar ook die van duizenden en duizenden eenzame, uitgestoten of zich uitgestoten voelende mensen. Behandelt Anna Blaman haar grondthema in een roman, dan dreigt men soms op de duur door de bomen het bos niet meer te zien. Bijkomstigheden overwoekeren en vertroebelen er de helderheid. Maar in de novelle is zij van een overtui- luciditeit. Het viel ons op dat Letterkundige kroniek door HANS WARREN de jury die haar dit jaar de P. C. Hooftprijs toekende, speciaal haar novellistisch werk („Ram Horna") memoreerde. Inderdaad komen in Anna Blamans novellen al haar voortreffelijke kwaliteiten als schrijfster en stiliste tot hun volle recht, terwjjl daarin voor de over- ladenheid en verwarring die haar romans bedreigt geen plaats is. Het wordt weer zonneklaar bewe zen met haar nieuwe novellenbun- del die dezer dagen van de pers kwam, „Overdag" geheten. We aar zelen niet, dit Anna Blaamns beste boek te noemen. Het is als geheel voortreffelijk, en de allerbeste no vellen eruit, behoren tevens tot de beste uit onze hedendaagse littera tuur. Welk een variatie dit boek ook biedt in zijn twaalftal verhalen, weerom is eenzaamheid de grondtoon. „Hotel Bonheur" waarmee de bundel opent, geeft een reisimpres sie uit Frankrijk. De toeriste die het verhaal vertelt, is de eerste gast in een nog niet officieel geopend hotelle tje in Tours. Een kort moment even 's avonds bij aankomst, even 's morgens bij 't weggaan, volstaat om een diep-peilend contact te leggen tus sen de reizigster en het echtpaar dat het hotel gaat exploiteren. De man lijdt aan een onoverkomelijke levens angst, gelijkend op die van de toeriste. Zij was „aan levensangst gestorven, en daarna herboren in een aura van eenzaamheid". Ze ziet de man in een bedorven, heeft ze een zielig smoesje klaar „Hij heeft zijn vrouwtje kenne lijk gemist, hij vertikte het om bin nen te komen, als hij me zag, ten minste". De circusartiest" verhaalt van de laatste waanzinnige strijd van een jongleur die niet meer mee kan. „Theodoor en de rechtvaardig heid" mogelijk het allermooiste ver haal uit de bundel (het zou in een boek met verhalen uit de wereldlitte ratuur een goed figuur slaan) geeft een wijs en berustend beeld van de willekeur die het leven beheerst. Een stomdronken nietsnut, Theodoor, loopt het water in om zich te verdrinken, doch een Engel die over zulke gebeur tenissen de wacht houdt, laat hem redden: de reden waarom Theodoor zich wilde verdrinken was al te on benullig. Een jong, gelukkig schip- perspaar vist hem op en neemt hem aan boord. Weldra weet Theodoor met z'n mooie praatjes en „fijne" manie ren de eenvoudige schippersvrouw te verleiden. Hij parasiteert op hen en aat van boord zodra hij haar beu is. ie schipper, die achter de toedracht komt, wordt zwaarmoedig. „En op een nacht heeft hij er genoeg van, hij ANNA BLAMAN ...eenzaamheid... moment van grote ontreddering. Zijn vrouw troost hem beschermend de toeriste staat er buiten, gaat onge merkt weg, verder op haar eenzame reis. Marolus" is wellicht nog schrij nender. Een door haar geliefde verlaten vrouw komt een tijdje werken in het huis van een vriendin die met vakantie is. Ze treft in het huis een oude, wat vies wordende ka ter aan, die ze heel goed verzorgt. Maar als het dier op een slapeloze nacht bij haar op bed springt, en zij haar wanhoop teruggekaatst ziet in zijn grote ogen, breekt haar weer stand opeens en slaat om in een ont lading van razende woede. Zij ranselt het oude beest het huis uit. Het komt niet meer terug, hoe ze de komende dagen ook zoekt en navraag doet. Als haar vriendin van vakantie terugkomt en naar de kater informeert, wiens afwezigheid alle verdere dagen heeft loopt op kousevoeten naar de reling en laat zich voorzichtig in het water glijden". Zijn vrouw hoort het niet, niemand hoort het ook de Engel zal het op zijn beloop laten De arme student" en „De kerst kalkoenen" zijn kerstverhalen, in hun soort superieur, en stel lig de opneming in deze bundel waard. Ze zorgen voor afwisseling. In de wat langere novelle „Spelen of sterven" treft de magnifieke tekening aan het begin: de eenzaamheid van een niet- populaire schooljongen die een vriend je thuis uitnodigt als zijn ouders af wezig zijn. In het derde deel van dit verhaal treedt reeds de vertroebeling op die Anna Blamans werk vaker be dreigt, en de dood van de jongen doet onwaar, geforceerd aan. De twee eer ste delen van de vertelling getuigen daarentegen van een zeldzaam sterke inleving: de scène waar de jongen door het boksende vriendje wordt ge molesteerd is bijzonder goed. „De zwemmer", hoewel op zichzelf niet zo opvallend, Intrigeert door zijn mees terlijke opzet: terwijl een vrouw met een andere vrouw theoretiseert (de schrijfster met haar dubbelgang ster?) over wat men voor de mede mens kan en moet doen, verdrinkt vlakbij hen een zwemmer omdat ze niet op hem let, hem uit het oog ver liest op het kritieke ogenblik. Vader, moeder en zoon" toont de eenzaamheid waarin de mensen in een klein gezin elk voor zich leven, elk met eigen moeilijkheden. Het slot is nauwelijks minder navrant dan van „Hotel Bonheur": hoewel twee van de drie, de vader en de moe der, elkaar wat nader komen, wordt de zoon vergeten. „In de nacht", waar van vooral net knappe slot opvalt, en het titelverhaal, „Overdag" besluiten de bundel. „Overdag" is een buitengewoon triest verhaal over een nog jonge maar al wat verdorde vrouw, wier moeder kostgangers heeft. Haar lief deleven heeft zich op de kamers van die kostgangers afgespeeld; het zijn twee zielige ervaringen, en de vrouw past op voor een herhaling. Als zij op een dag na een heftige schok, veroorzaakt door de plotselinge dood van een ziekelijke kostganger, wat medeleven van een ander onder vindt, wordt ze toch naar die man toegedreven. Doch het verleden her haalde zich. „Ze voelde geen liefde, geen wellust, niks. Het enige dat er in haar omging was doodsangst dat ze zou gaan huilen. Dat gebeurde dan ook niet, haar gezicht bleef even koud en droog als haar hart". „Zo eindigt „Overdag". Het is de ab solute eenzaamheid. Op onontkoom- baro wijzo waargemaakt. Uitgave: J. M. Meulenhoff, Amsterdam. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIi H Zoals gemeld is tijdens een n |i persconferentie in Amsterdam de 15-jarige Marianne Sar- staedt, het enige Nederlandse meisje dat misschien in aan- merking komt voor de rol van Anne Frank in de film Het Achterhuis", voorgesteld. Na- datruim 600 brieven waren M binnengekomen, werden 70 m meisjes uitgenodigd voor een onderhoud met de heer Owen Mclean, directeur van een Amerikaanse filmmaatschap- M pij. Op de foto ziet men de heer Mclean (links) en mej. §1 Sarstaedt, die in Amsterdam woont en voor een kwart van li Joodse bloede is, tijdens de persconferentie. CA ar iotte cr Izomi Charlotte Kohier, die onlangs werd gehuldigd en die velen in Zeeland zich ongetwijfeld nog herinneren van haar laatste optreden in onze provincie (met „Frasquïta") treedt volgende week onder auspiciën van de Z.V.U. (in Vlissingen in samenwerking met 't Nut) op in Vlissingen, Goes en Zie- rikzee en wel met de novelle „Yvette" van Guy de Maupassant. Indien ooit het gezegde „Goede wyn behoeft geen krans" van toepassing is geweest, dan is het zeker wel op het optreden van deze waarlijk zeer begaafde voordrachtskunstenares. In „Yvette" kreeg Charlotte Kohier weer alle gelegenheid haar briljante talen ten ten volle te ontplooien. (Van een speciale correspondent) Wat de Engelsen tot nu toe ont houden werd, zal binnenkort de Amerikanen en Canadezen ten deel vallen: een tentoonstelling van 3d®„Churchills", de dertig beste schilderijen uit de rond 500, die sir Winston Churchill tot nu toe heeft gemaakt. De expositie, die op aan drang van president Eisenhower georganiseerd heet te zijn, is een gebaar van anglo-Amerikaanse vriendschap. Zij wordt volgend jaar februari in Kansas City geopend en zal in minstehs twaalf steden steeds gedurende drie weken worden getoond. Wanneer een Engelsman de schilde rijen van de beroemde staatsman wil zien, dan moet hij óf naar de Londen- se Tate Galery gaan, welke van Sir Winston een in 1930 geschilderd ri- vièralandschap „The Loup River, Alpes Maritimes" ten geschenke kreeg óf hg moet de zomertentoon- stelling van de Royal Academy be zoeken. Daar exposeert Churchill na melijk jaarlijks één schilderij. Dit jaar was het „De Zwarte Zwanen bij Chartwell". In de laatste tijd werkt Churchill te Cap d'Ail, aan de Franse Rivièra, aan twee schilderijen een zeestuk en een landschap met bomen in de nabijheid van de villa van So merset Maugham. De Amerikaanse dansmeester choreograaf David Lichine, die begin dit jaar in zes weken tijd zes van zijn balletten met „Het Ne derlands Ballet" heeft ingestudeerd, heeft het afgelopen weekend in Den Haag doorgebracht om één van deze zes werken, „De Verloren Zoon" (Prodigal Son) op muziek van Serge Prokofieff, „preniièreklaar" te ma ken. De vijf andere door hem inge studeerde balletten „La Création" einlgen slechts weten, dat Sir Winston volkomen toevallig deze hobby ontdekte. Het was in mei 1915, korte tijd, nadat hij als Eerste Lord van de Admiraliteit moest aftreden. Op een zondag kreeg hij in zjjn huis een kinderverfdoos in handen. Plotseling had hij het gevoel te willen schilderen. De volgende dag liet hij een complete uitrusting komen om zijn „sluimerend talent" een ont- plooiingsmogelijkheid te geven. Hij stelde ezel en doek in de tuin op, keek naar de prachtige bloemen rond om hem heen, staarde naar het kale lin nen en weer naar de tuin. Hij had geen idee, hoe hij moest beginnen. Tenslotte leek het hem het beste te beginnen met het eenvoudigste wat hg vinden kon: de blauwe hemel. Een schuchtere blauwe penseelstreek. Een angstige pauze. Op dat ogenblik kwam een oude bekende van de fami lie, Lady Laverly, de tuin in. „Waar om aarzelt U Geeft U mij dat pen seel eens die grote". Sir Winston gaf later een beschrijving van wat toen volgde: „Hup, in de terpetyn, (zonder muziek), „Invocatie" (17e Eeuws Venetiaans hoboconcert), „So litude" (Antonio Francesco Bonpor- ti), „Graduation Ball" (Johann Strauss/Antal Dorati) en „La Ren contre" (Henri Sauguet) hebben, zoals bekend, hun première reeds be leefd. „Het Nederlands Ballet" zal op maandag 6 januari 1958 in De Rot terdamse Schouwburg zijn eerste voorstelling van „De Verloren Zoon" geven. Het Amsterdams Kunstmaand- orkest onder leiding van Anton Kers jes zal medewerking aan dit optre den verlenen. Een dag later, dinsdag 7 januari, zal, eveneens met mede werking van het Kunstmaandorkest, in de Koninklijke Schouwburg de eerste Haagse voorstelling worden gegeven van dit ballet, dat in de ori ginele decors en kostuums van Georges Rouault zal worden uitge voerd. De titelrol zal worden gedanst door Jaap Flier. Olga Dzialiner en Annemarie Verhoeven zijn de zusters van de verloren zoon, Aart Verstegen en Conrad van de Weetering zijn vrienden. Willy de la Bye en Rudi van Dantzig (de vader) dansen de andere hoofdrollen. Lichine verblijft op het ogenblik in Londen, waar hij tot Kerstmis met Anton Dolin's „London Festival Bal let" zal werken. Het is niet uitgeslo ten, dat hij nog een weekend naar Den Haag overkomt om dan niet al leen „La Rencontre" opnieuw in te studeren door het vertrek van Linda Manez moet de bezetting opnieuw worden bezien), maar ook om een nieuwe pas de deux aan het repor- toire van Sonia Gaskell's groep toe te voegen. Luchtig werkje na de zware Gijsbrecht (Van onze toneelmedewerker) We schrijven anno zeventienhonderd en zeven, de 19e december, namiddag. In de Amsterdamse Schouwburg, door Jacob van Campen aan de Keizersgracht gebouwd, is het vol en benauwd. Op de gaanderij houdt het „gemeene volk" zich onledig met proppen en schillen naar beneden te gooien, waar in een ruime halve cirkel vóór het to neel de staanplaatsen zijn van de burger stand. Ook daar wordt volop gesnoept, ge rookt en gedronken. Om van het gekrakeel nog te zwijgen. Rondom tegen de achterwand, in twee etages boven elkaar, zijn de „kamertjes", twintig loges, waar elke plaats niet minder dan 32 stuivers kost. Maar daat zit men dan ook om gezien te worden. Of niet gezien. Dan zijn de gordijntjes dicht en speelt zich binnen een eigen toneelstukje af, al te vaak óók berustend op de aloude driehoek waar van men op de planken getuigt in Franse comediespelen. Vanmiddag is echter dc beurt weer geweest aan het Amsterdams Treurspel, Gysbrecht van Aemstel. Een vertoning, die opgeluisterd werd met ingelaste tableux-vivants zoals van de gru welen die de slodaten deden daar in het kloos ter. Men heeft er luidkeels foei by geroepen, zoals men eveneens luidruchtig Gysbrecht heeft aangespoord als hij het zwaard omgespt om Amsterdam te redden. Maar wederom is die redding mislukt, en Amsterdam in vlam men ondergegaan. Een droef einde van dit droef Kerstspel. Geen einde om zo maar naar huls te gaan, naar de maaltijd. Dat hebben de schouwburg directies al zeer snel ingezien na de première iu 1638. Sedert 1646 krygt men daarom een luchtig werkje toe: een dansdivertissement, of een klucht. Ook vandaag zal men een vrolijk slot aan de voorstelling maken. Met* iets nieuws, van Meester Bruysero, die bekend is geworden als opera-dichter, in samenwerking met zjjn vriend, de componist Serfaas de Ko ning: Het Boere-Opera, of Kloris en Roosje. Die opera was al eerder opgevperd, in Den Haag, waar in 1688 „de vrijadje van Cloris en Roosje'1 in première ging. Sedertdien is er flink gedokterd aan het stuk. Buysero heeft nieuwe scènes geschreven, andere ontleend aan buitenlandse werken. Bovendien wordt er ge fluisterd dat de grote Thomas van Malsem, die vanmiddag de Gysbrecht speelde, voor zichzelf en zijn vrouw, Pieternelletje Kroon, een apar te scène heeft bijgeschreven Zo ging tweehonderdvijftig jaar geleden dan voor het eerst „De Bruiloft van Klo ris en Roosje", die sedertdien onverbre kelijk aan de Gysbrecht is verbonden. Een vreemde mésaillance tussen het gedragen treurspel en de boerse grollen, door de tijd aanvaard en geadeld tot de traditie, die het nog steeds is. Zoals ook die ingelaste figuren traditie zijn gebleven, genaamd naar hun eer ste vertolkers, Thomasvaer (van Malsem) en Pieternel (Kroon), die telkenjare opnieuw hun bespiegelingen geven over wel en wee van stad en land, afgelost met hun heilwens voor Vorst of Vorstin. In die tweehonderdvüfttg jaren is er nog wel een en ander gewijzigd In De Bruiloft. Nieuwe liedjes zjjn ingevoegd door Jacob van Rijnsdorp, en omstreeks 1760 heeft Bartholomeus Ruloffs het geheel opnieuw op muziek gezet, meer naar de smaak des tijds. Trouwens, op aandringen van de Am sterdamse dominee's, nog immer geheel niet tevreden met Vondels „katholiek treur spel", zijn dan in elk geval In Kloris en Roosje enkele passages te ondeugend be vonden en geschrapt op last van hoger hand In de huidige tijd, als we in stemmige kledij naar de Nieuwjaarsopvoeringen gaan om van Vondel's drama te genieten; als we om de kunst komen van de schrijver en spelers, en hoesten achter onze hand; in deze tijd doet het een beetje bizar aan om zo'n grove klucht als toetje opgediend te krijgen. Beide stukken zijn hetzelfde gebleven, maar ons gedrag in de schouwburg, onze instelling tegenover het toneel, is wel heel erg veranderd sinds die tijd dat men sinaasappels pelde, achter de gordijn tjes vrijde, en luidkeels meeleefde met wat er op de planken gebeurde. Slechts in één opzicht heeft de Kloris en Roosje nog iets bewaard van die ruwere, rondborstige tijden waarin het ontstond. Daar merken we in de zaal niet zo veel van. Maar op het toneel is het tot traditie gewor den om tijdens het bruiloftsmaal te schran sen en te drinken van wat de koopmansstand, nu de middenstand, aan 't spelend gezelschap cadeau geeft (terwille van de reclame). Als Thomasvaer en Pieternel op de voorgrond hun Nieuwjaarswens staan uit te spreken, ver dringen daarachter de spelers maar bok het kantoorpersoneel en de toneelknechten van het gezelschap zich om de hoog opgediste ham men en taarten, pasteien en wijnflessen. De scène duurt maar kort. Wie dus aan zijn trek wil komen, moet wel haast vervallen in de ta felmanieren van Jan Steen. Zo zal ook dit jaar weer na elke Gysbrecht de Bruiloft opgevoerd worden. En tydens de eerste paar voorstellingen zullen weer de keurige toneeldirecteuren en verfijnde actri ces op de achtergrond, onherkenbaar ver momd als boeren, met handen en tanden de feestdis te l\jf gaan, onderling grappen ver kopend, elkaar plagend, om met een laatste en extra volle mond op te springen en te dan sen als het stuk dat vereist. Alsof niet enkele kwartieren tevoren uit die zelfde monden de statige verzen van Vondel hadden weerklonken op een manier, waarvan men tweehonderdvijf tig jaar geleden nooit heeft kunnen dromen. SIR WINSTON CHURCHILL ...kunstschilder... een klodder blauw, een klodder wit. een woedend uitgeknepen tube op het al lang niet meer schone palet en toen meer grote, snelle strepen op het verschrikte linnen. De ban was gebroken. De aarzeling verdween. Dc greep het grootste penseel wat erbij was en viel met de woede van een amokmaker op mijn slachtoffer aan". irect daarna ging Churchill bij James Sleator de latere pre sident van de Royal Hibernian Academy lessen nemen. Verder kreeg hij ook steun van Lady Lavery, Sir William Orpen en later ook van Sir John Lavery, in wiens studio hg als leerling werkte. Na de eerste we reldoorlog schilderde Churchill vaak in Frankrijk onder de naam van Charles Morin en exposeerde zjjn, schilderijen in Frankrijk. In de eerste plaats schilderde Sir Winston voor zjjn plezier. Tientallen iaren lang heeft hg zijn belofte ge- iouden nooit een schilderij te zullen verkopen. Naar links en rechts gaf hy schilderijen weg. Zo bijvoorbeeld aan de heer Willi Sax, zijn Zwitserse verfleverancier, die hij in 1955 een landschapsstudie uit de Provence ten geschenke gaf. In het jaar 1949 benaderde de Chris telijke Vereniging van Jonge Meisjes Lady Churchill met het verzoek of haar echtgenoot niet een schilderij ter beschikking zou willen stellen voor verkoop bij opbod. „Onmogelijk", meende Lady Churchill eerst, maar tenslotte zij was zelf bestuurslid van deze vereniging verklaarde zij zich bereid haar echtgenoot in deze functie een brief te schrijven. De aan hef luidde: „Zeer geachte heer Chur chill..." En zo kwam een van zijn beste interieurs op de veiling: „The Blue Room", Trent Park 1934". Voor 1250 guineas ging het naar een Bra ziliaanse koper, die het aan het mu seum van Sao Paulo schonk. Culturele Cavalcade ANTON COOLEN's roman ,JDorp aan de rivier" wordt verfilmd. Be gin volgend jaar beginnen de opna men, onder regie van Fons Radema kers en met adn de camera Ed van der En de. Hugo Claus schrijft het scenario voor deze film, die uitge bracht wordt door de N.V. Nationa le Filmproduktie Mij. te Utrecht. GEORGE SZELL, de 60-jarige diri gent en muziekdirecteur van het Cleveland Orchestra uit de Ver. Sta ten, die met ingang van het sei zoen 195811959 benoemd is tot vaste eerste dirigent van het Concertge bouworkest naast Eduard van Bei num) leidt in het reeds begonnen seizoen negen concerten. Op het pro gramma staat ook een Nederlands werk en wel de derde symfonie van Lex van Delden, die het Concertge bouworkest reeds eerder onder Alex ander Kraunhals heeft uitgevoerd. In het seizoen '58-59 sal SzeJl 21 concerten met het Concertgebouw orkest geven. LOUIS THOMAS, de S6-jarige Fran se auteur, heeft de jaarlijkse ,JPrix du Quai des Orfèvres" gekregen voor zijn politieroman ,J?oison d'Avril". (Aan de Quai des Orfèvres is het hoofdbureau van de Parijse politie gevestigd). De prijs bedraagt duizend gulden. MARGARET JOHNSTON, een van Engelands begaafdste toneelspeel sters, is gecontracteerd voor een der hoofdrollen in de verfilming van Norman Krasna's toneelstuk „Kind Sir". In deze film, die de titel „In discreet" zal dragen, speelt zij de xusterról naast Ingrid Bergman, die Cary Grant als tegenspeler heeft.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 5