Eenzaamheid als grondthema in
een gevarieerde verhalenbundel
KLORIS EN ROOSJE al sinds 1707
SCHILDER
exposeert
CHURCHILL
in Amerika
.W
Op aandrang van
Eisenhower
„Het Nederlands Ballet" brengt een première
D"
ZATERDAG 7 DECEMBER 1957. PROVINCIALE ZE EÜW8B COO RANT
„OVERDAG": NIEUWE UITGAVE
Anna Blaman op haar best
in haar novellen
HOEWEL WE DIRECT toegeven dat Anna Blaman een van onze
interessantste hedendaagse schrijfsters is, moeten we toch be
kennen dat we nog nooit een roman van haar onverdeeld hebben kun
nen bewonderen. „Vrouw en vriend" is mogelijk het gaafst, doch in
haar meest bekende werken, „Eenzaam avontuur" en „Op leven en
dood" heeft de schrijfster eerlijk gezegd te veel hooi op haar vork
genomen, en welk een waardering men ook voor haar krachtprestatie
mag hebben: volkomen geslaagd blijkt zy niet.
Schandaal en sensatielust hebben aan haar bekendheid helaas
bijgedragen. Anna Blaman heeft het geenszins verdiend: deze vrouw
werkt met hartstochtelijke eerlijkheid aan de uitbeelding van haar
allesbeheersende thema, dat der menselijke eenzaamheid, en dat zij
daarbij enkel onvolwassen geesten heeft geprikkeld zal haarzelf wel
licht het meeste ergeren. Keer op keer geeft Anna Blaman op schrij
nende wijze gestalte aan dit eenzaamheids-probleem. Men hoeft het
niet met haar eens te zijn, men kan van oordeel zijn dat het niet zó
erg is als zij het voelt of voorgeeft dat neemt niet weg dat dit
werk waarheid is, niet alleen Anna Blamans waarheid, maar ook die
van duizenden en duizenden eenzame, uitgestoten of zich uitgestoten
voelende mensen.
Behandelt Anna Blaman haar
grondthema in een roman, dan
dreigt men soms op de duur door
de bomen het bos niet meer te zien.
Bijkomstigheden overwoekeren en
vertroebelen er de helderheid. Maar
in de novelle is zij van een overtui-
luciditeit. Het viel ons op dat
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
de jury die haar dit jaar de P. C.
Hooftprijs toekende, speciaal haar
novellistisch werk („Ram Horna")
memoreerde. Inderdaad komen in
Anna Blamans novellen al haar
voortreffelijke kwaliteiten als
schrijfster en stiliste tot hun volle
recht, terwjjl daarin voor de over-
ladenheid en verwarring die haar
romans bedreigt geen plaats is.
Het wordt weer zonneklaar bewe
zen met haar nieuwe novellenbun-
del die dezer dagen van de pers
kwam, „Overdag" geheten. We aar
zelen niet, dit Anna Blaamns beste
boek te noemen. Het is als geheel
voortreffelijk, en de allerbeste no
vellen eruit, behoren tevens tot de
beste uit onze hedendaagse littera
tuur.
Welk een variatie dit boek ook
biedt in zijn twaalftal verhalen,
weerom is eenzaamheid de
grondtoon. „Hotel Bonheur" waarmee
de bundel opent, geeft een reisimpres
sie uit Frankrijk. De toeriste die het
verhaal vertelt, is de eerste gast in
een nog niet officieel geopend hotelle
tje in Tours. Een kort moment
even 's avonds bij aankomst, even 's
morgens bij 't weggaan, volstaat om
een diep-peilend contact te leggen tus
sen de reizigster en het echtpaar dat
het hotel gaat exploiteren. De man
lijdt aan een onoverkomelijke levens
angst, gelijkend op die van de toeriste.
Zij was „aan levensangst gestorven,
en daarna herboren in een aura van
eenzaamheid". Ze ziet de man in een
bedorven, heeft ze een zielig smoesje
klaar „Hij heeft zijn vrouwtje kenne
lijk gemist, hij vertikte het om bin
nen te komen, als hij me zag, ten
minste".
De circusartiest" verhaalt van de
laatste waanzinnige strijd van
een jongleur die niet meer mee
kan. „Theodoor en de rechtvaardig
heid" mogelijk het allermooiste ver
haal uit de bundel (het zou in een
boek met verhalen uit de wereldlitte
ratuur een goed figuur slaan) geeft
een wijs en berustend beeld van de
willekeur die het leven beheerst. Een
stomdronken nietsnut, Theodoor, loopt
het water in om zich te verdrinken,
doch een Engel die over zulke gebeur
tenissen de wacht houdt, laat hem
redden: de reden waarom Theodoor
zich wilde verdrinken was al te on
benullig. Een jong, gelukkig schip-
perspaar vist hem op en neemt hem
aan boord. Weldra weet Theodoor met
z'n mooie praatjes en „fijne" manie
ren de eenvoudige schippersvrouw te
verleiden. Hij parasiteert op hen en
aat van boord zodra hij haar beu is.
ie schipper, die achter de toedracht
komt, wordt zwaarmoedig. „En op
een nacht heeft hij er genoeg van, hij
ANNA BLAMAN
...eenzaamheid...
moment van grote ontreddering. Zijn
vrouw troost hem beschermend de
toeriste staat er buiten, gaat onge
merkt weg, verder op haar eenzame
reis.
Marolus" is wellicht nog schrij
nender. Een door haar geliefde
verlaten vrouw komt een tijdje
werken in het huis van een vriendin
die met vakantie is. Ze treft in het
huis een oude, wat vies wordende ka
ter aan, die ze heel goed verzorgt.
Maar als het dier op een slapeloze
nacht bij haar op bed springt, en zij
haar wanhoop teruggekaatst ziet in
zijn grote ogen, breekt haar weer
stand opeens en slaat om in een ont
lading van razende woede. Zij ranselt
het oude beest het huis uit. Het komt
niet meer terug, hoe ze de komende
dagen ook zoekt en navraag doet. Als
haar vriendin van vakantie terugkomt
en naar de kater informeert, wiens
afwezigheid alle verdere dagen heeft
loopt op kousevoeten naar de reling
en laat zich voorzichtig in het water
glijden". Zijn vrouw hoort het niet,
niemand hoort het ook de Engel zal
het op zijn beloop laten
De arme student" en „De kerst
kalkoenen" zijn kerstverhalen,
in hun soort superieur, en stel
lig de opneming in deze bundel waard.
Ze zorgen voor afwisseling. In de wat
langere novelle „Spelen of sterven"
treft de magnifieke tekening aan het
begin: de eenzaamheid van een niet-
populaire schooljongen die een vriend
je thuis uitnodigt als zijn ouders af
wezig zijn. In het derde deel van dit
verhaal treedt reeds de vertroebeling
op die Anna Blamans werk vaker be
dreigt, en de dood van de jongen doet
onwaar, geforceerd aan. De twee eer
ste delen van de vertelling getuigen
daarentegen van een zeldzaam sterke
inleving: de scène waar de jongen
door het boksende vriendje wordt ge
molesteerd is bijzonder goed. „De
zwemmer", hoewel op zichzelf niet zo
opvallend, Intrigeert door zijn mees
terlijke opzet: terwijl een vrouw met
een andere vrouw theoretiseert (de
schrijfster met haar dubbelgang
ster?) over wat men voor de mede
mens kan en moet doen, verdrinkt
vlakbij hen een zwemmer omdat ze
niet op hem let, hem uit het oog ver
liest op het kritieke ogenblik.
Vader, moeder en zoon" toont de
eenzaamheid waarin de mensen
in een klein gezin elk voor zich
leven, elk met eigen moeilijkheden.
Het slot is nauwelijks minder navrant
dan van „Hotel Bonheur": hoewel
twee van de drie, de vader en de moe
der, elkaar wat nader komen, wordt
de zoon vergeten. „In de nacht", waar
van vooral net knappe slot opvalt, en
het titelverhaal, „Overdag" besluiten
de bundel.
„Overdag" is een buitengewoon
triest verhaal over een nog jonge
maar al wat verdorde vrouw, wier
moeder kostgangers heeft. Haar lief
deleven heeft zich op de kamers van
die kostgangers afgespeeld; het zijn
twee zielige ervaringen, en de vrouw
past op voor een herhaling.
Als zij op een dag na een heftige
schok, veroorzaakt door de plotselinge
dood van een ziekelijke kostganger,
wat medeleven van een ander onder
vindt, wordt ze toch naar die man
toegedreven. Doch het verleden her
haalde zich. „Ze voelde geen liefde,
geen wellust, niks. Het enige dat er
in haar omging was doodsangst dat ze
zou gaan huilen. Dat gebeurde dan
ook niet, haar gezicht bleef even koud
en droog als haar hart".
„Zo eindigt „Overdag". Het is de ab
solute eenzaamheid. Op onontkoom-
baro wijzo waargemaakt.
Uitgave: J. M. Meulenhoff,
Amsterdam.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIi
H Zoals gemeld is tijdens een n
|i persconferentie in Amsterdam
de 15-jarige Marianne Sar-
staedt, het enige Nederlandse
meisje dat misschien in aan-
merking komt voor de rol van
Anne Frank in de film Het
Achterhuis", voorgesteld. Na-
datruim 600 brieven waren M
binnengekomen, werden 70 m
meisjes uitgenodigd voor een
onderhoud met de heer Owen
Mclean, directeur van een
Amerikaanse filmmaatschap- M
pij. Op de foto ziet men de
heer Mclean (links) en mej. §1
Sarstaedt, die in Amsterdam
woont en voor een kwart van li
Joodse bloede is, tijdens de
persconferentie.
CA ar iotte cr Izomi
Charlotte Kohier, die onlangs werd
gehuldigd en die velen in Zeeland zich
ongetwijfeld nog herinneren van haar
laatste optreden in onze provincie
(met „Frasquïta") treedt volgende
week onder auspiciën van de Z.V.U.
(in Vlissingen in samenwerking met
't Nut) op in Vlissingen, Goes en Zie-
rikzee en wel met de novelle „Yvette"
van Guy de Maupassant.
Indien ooit het gezegde „Goede wyn
behoeft geen krans" van toepassing
is geweest, dan is het zeker wel op
het optreden van deze waarlijk zeer
begaafde voordrachtskunstenares. In
„Yvette" kreeg Charlotte Kohier weer
alle gelegenheid haar briljante talen
ten ten volle te ontplooien.
(Van een speciale correspondent)
Wat de Engelsen tot nu toe ont
houden werd, zal binnenkort
de Amerikanen en Canadezen ten
deel vallen: een tentoonstelling van
3d®„Churchills", de dertig beste
schilderijen uit de rond 500, die sir
Winston Churchill tot nu toe heeft
gemaakt. De expositie, die op aan
drang van president Eisenhower
georganiseerd heet te zijn, is een
gebaar van anglo-Amerikaanse
vriendschap. Zij wordt volgend jaar
februari in Kansas City geopend en
zal in minstehs twaalf steden
steeds gedurende drie weken
worden getoond.
Wanneer een Engelsman de schilde
rijen van de beroemde staatsman wil
zien, dan moet hij óf naar de Londen-
se Tate Galery gaan, welke van Sir
Winston een in 1930 geschilderd ri-
vièralandschap „The Loup River,
Alpes Maritimes" ten geschenke
kreeg óf hg moet de zomertentoon-
stelling van de Royal Academy be
zoeken. Daar exposeert Churchill na
melijk jaarlijks één schilderij. Dit jaar
was het „De Zwarte Zwanen bij
Chartwell". In de laatste tijd werkt
Churchill te Cap d'Ail, aan de Franse
Rivièra, aan twee schilderijen een
zeestuk en een landschap met bomen
in de nabijheid van de villa van So
merset Maugham.
De Amerikaanse dansmeester
choreograaf David Lichine, die
begin dit jaar in zes weken tijd
zes van zijn balletten met „Het Ne
derlands Ballet" heeft ingestudeerd,
heeft het afgelopen weekend in Den
Haag doorgebracht om één van deze
zes werken, „De Verloren Zoon"
(Prodigal Son) op muziek van Serge
Prokofieff, „preniièreklaar" te ma
ken. De vijf andere door hem inge
studeerde balletten „La Création"
einlgen slechts weten, dat Sir
Winston volkomen toevallig
deze hobby ontdekte. Het was
in mei 1915, korte tijd, nadat hij als
Eerste Lord van de Admiraliteit
moest aftreden. Op een zondag kreeg
hij in zjjn huis een kinderverfdoos in
handen. Plotseling had hij het gevoel
te willen schilderen. De volgende dag
liet hij een complete uitrusting komen
om zijn „sluimerend talent" een ont-
plooiingsmogelijkheid te geven. Hij
stelde ezel en doek in de tuin op, keek
naar de prachtige bloemen rond om
hem heen, staarde naar het kale lin
nen en weer naar de tuin. Hij had
geen idee, hoe hij moest beginnen.
Tenslotte leek het hem het beste te
beginnen met het eenvoudigste wat hg
vinden kon: de blauwe hemel. Een
schuchtere blauwe penseelstreek. Een
angstige pauze. Op dat ogenblik
kwam een oude bekende van de fami
lie, Lady Laverly, de tuin in. „Waar
om aarzelt U Geeft U mij dat pen
seel eens die grote". Sir Winston
gaf later een beschrijving van wat
toen volgde: „Hup, in de terpetyn,
(zonder muziek), „Invocatie" (17e
Eeuws Venetiaans hoboconcert), „So
litude" (Antonio Francesco Bonpor-
ti), „Graduation Ball" (Johann
Strauss/Antal Dorati) en „La Ren
contre" (Henri Sauguet) hebben,
zoals bekend, hun première reeds be
leefd.
„Het Nederlands Ballet" zal op
maandag 6 januari 1958 in De Rot
terdamse Schouwburg zijn eerste
voorstelling van „De Verloren Zoon"
geven. Het Amsterdams Kunstmaand-
orkest onder leiding van Anton Kers
jes zal medewerking aan dit optre
den verlenen. Een dag later, dinsdag
7 januari, zal, eveneens met mede
werking van het Kunstmaandorkest,
in de Koninklijke Schouwburg de
eerste Haagse voorstelling worden
gegeven van dit ballet, dat in de ori
ginele decors en kostuums van
Georges Rouault zal worden uitge
voerd. De titelrol zal worden gedanst
door Jaap Flier. Olga Dzialiner en
Annemarie Verhoeven zijn de zusters
van de verloren zoon, Aart Verstegen
en Conrad van de Weetering zijn
vrienden. Willy de la Bye en Rudi
van Dantzig (de vader) dansen de
andere hoofdrollen.
Lichine verblijft op het ogenblik
in Londen, waar hij tot Kerstmis met
Anton Dolin's „London Festival Bal
let" zal werken. Het is niet uitgeslo
ten, dat hij nog een weekend naar
Den Haag overkomt om dan niet al
leen „La Rencontre" opnieuw in te
studeren door het vertrek van Linda
Manez moet de bezetting opnieuw
worden bezien), maar ook om een
nieuwe pas de deux aan het repor-
toire van Sonia Gaskell's groep toe
te voegen.
Luchtig werkje na de zware
Gijsbrecht
(Van onze toneelmedewerker)
We schrijven anno zeventienhonderd en
zeven, de 19e december, namiddag. In
de Amsterdamse Schouwburg, door Jacob
van Campen aan de Keizersgracht gebouwd,
is het vol en benauwd. Op de gaanderij
houdt het „gemeene volk" zich onledig met
proppen en schillen naar beneden te gooien,
waar in een ruime halve cirkel vóór het to
neel de staanplaatsen zijn van de burger
stand. Ook daar wordt volop gesnoept, ge
rookt en gedronken. Om van het gekrakeel
nog te zwijgen.
Rondom tegen de achterwand, in twee
etages boven elkaar, zijn de „kamertjes",
twintig loges, waar elke plaats niet minder
dan 32 stuivers kost. Maar daat zit men dan
ook om gezien te worden. Of niet gezien.
Dan zijn de gordijntjes dicht en speelt zich
binnen een eigen toneelstukje af, al te vaak
óók berustend op de aloude driehoek waar
van men op de planken getuigt in Franse
comediespelen.
Vanmiddag is echter dc beurt weer geweest
aan het Amsterdams Treurspel, Gysbrecht van
Aemstel. Een vertoning, die opgeluisterd werd
met ingelaste tableux-vivants zoals van de gru
welen die de slodaten deden daar in het kloos
ter. Men heeft er luidkeels foei by geroepen,
zoals men eveneens luidruchtig Gysbrecht
heeft aangespoord als hij het zwaard omgespt
om Amsterdam te redden. Maar wederom is
die redding mislukt, en Amsterdam in vlam
men ondergegaan.
Een droef einde van dit droef Kerstspel.
Geen einde om zo maar naar huls te gaan,
naar de maaltijd. Dat hebben de schouwburg
directies al zeer snel ingezien na de première
iu 1638. Sedert 1646 krygt men daarom een
luchtig werkje toe: een dansdivertissement, of
een klucht. Ook vandaag zal men een vrolijk
slot aan de voorstelling maken. Met* iets
nieuws, van Meester Bruysero, die bekend is
geworden als opera-dichter, in samenwerking
met zjjn vriend, de componist Serfaas de Ko
ning: Het Boere-Opera, of Kloris en Roosje.
Die opera was al eerder opgevperd, in Den
Haag, waar in 1688 „de vrijadje van Cloris en
Roosje'1 in première ging. Sedertdien is er
flink gedokterd aan het stuk. Buysero heeft
nieuwe scènes geschreven, andere ontleend aan
buitenlandse werken. Bovendien wordt er ge
fluisterd dat de grote Thomas van Malsem, die
vanmiddag de Gysbrecht speelde, voor zichzelf
en zijn vrouw, Pieternelletje Kroon, een apar
te scène heeft bijgeschreven
Zo ging tweehonderdvijftig jaar geleden
dan voor het eerst „De Bruiloft van Klo
ris en Roosje", die sedertdien onverbre
kelijk aan de Gysbrecht is verbonden. Een
vreemde mésaillance tussen het gedragen
treurspel en de boerse grollen, door de tijd
aanvaard en geadeld tot de traditie, die het
nog steeds is. Zoals ook die ingelaste figuren
traditie zijn gebleven, genaamd naar hun eer
ste vertolkers, Thomasvaer (van Malsem) en
Pieternel (Kroon), die telkenjare opnieuw hun
bespiegelingen geven over wel en wee van
stad en land, afgelost met hun heilwens voor
Vorst of Vorstin.
In die tweehonderdvüfttg jaren is er nog
wel een en ander gewijzigd In De Bruiloft.
Nieuwe liedjes zjjn ingevoegd door Jacob
van Rijnsdorp, en omstreeks 1760 heeft
Bartholomeus Ruloffs het geheel opnieuw
op muziek gezet, meer naar de smaak des
tijds. Trouwens, op aandringen van de Am
sterdamse dominee's, nog immer geheel
niet tevreden met Vondels „katholiek treur
spel", zijn dan in elk geval In Kloris en
Roosje enkele passages te ondeugend be
vonden en geschrapt op last van hoger
hand
In de huidige tijd, als we in stemmige kledij
naar de Nieuwjaarsopvoeringen gaan om van
Vondel's drama te genieten; als we om de
kunst komen van de schrijver en spelers, en
hoesten achter onze hand; in deze tijd doet
het een beetje bizar aan om zo'n grove klucht
als toetje opgediend te krijgen. Beide stukken
zijn hetzelfde gebleven, maar ons gedrag in
de schouwburg, onze instelling tegenover het
toneel, is wel heel erg veranderd sinds die tijd
dat men sinaasappels pelde, achter de gordijn
tjes vrijde, en luidkeels meeleefde met wat er
op de planken gebeurde.
Slechts in één opzicht heeft de Kloris en
Roosje nog iets bewaard van die ruwere,
rondborstige tijden waarin het ontstond.
Daar merken we in de zaal niet zo veel van.
Maar op het toneel is het tot traditie gewor
den om tijdens het bruiloftsmaal te schran
sen en te drinken van wat de koopmansstand,
nu de middenstand, aan 't spelend gezelschap
cadeau geeft (terwille van de reclame). Als
Thomasvaer en Pieternel op de voorgrond hun
Nieuwjaarswens staan uit te spreken, ver
dringen daarachter de spelers maar bok het
kantoorpersoneel en de toneelknechten van het
gezelschap zich om de hoog opgediste ham
men en taarten, pasteien en wijnflessen. De
scène duurt maar kort. Wie dus aan zijn trek
wil komen, moet wel haast vervallen in de ta
felmanieren van Jan Steen.
Zo zal ook dit jaar weer na elke Gysbrecht
de Bruiloft opgevoerd worden. En tydens de
eerste paar voorstellingen zullen weer de
keurige toneeldirecteuren en verfijnde actri
ces op de achtergrond, onherkenbaar ver
momd als boeren, met handen en tanden de
feestdis te l\jf gaan, onderling grappen ver
kopend, elkaar plagend, om met een laatste
en extra volle mond op te springen en te dan
sen als het stuk dat vereist. Alsof niet enkele
kwartieren tevoren uit die zelfde monden de
statige verzen van Vondel hadden weerklonken
op een manier, waarvan men tweehonderdvijf
tig jaar geleden nooit heeft kunnen dromen.
SIR WINSTON CHURCHILL
...kunstschilder...
een klodder blauw, een klodder wit.
een woedend uitgeknepen tube op het
al lang niet meer schone palet en
toen meer grote, snelle strepen op
het verschrikte linnen. De ban was
gebroken. De aarzeling verdween. Dc
greep het grootste penseel wat erbij
was en viel met de woede van een
amokmaker op mijn slachtoffer aan".
irect daarna ging Churchill bij
James Sleator de latere pre
sident van de Royal Hibernian
Academy lessen nemen. Verder
kreeg hij ook steun van Lady Lavery,
Sir William Orpen en later ook van
Sir John Lavery, in wiens studio hg
als leerling werkte. Na de eerste we
reldoorlog schilderde Churchill vaak
in Frankrijk onder de naam van
Charles Morin en exposeerde zjjn,
schilderijen in Frankrijk.
In de eerste plaats schilderde Sir
Winston voor zjjn plezier. Tientallen
iaren lang heeft hg zijn belofte ge-
iouden nooit een schilderij te zullen
verkopen. Naar links en rechts gaf
hy schilderijen weg. Zo bijvoorbeeld
aan de heer Willi Sax, zijn Zwitserse
verfleverancier, die hij in 1955 een
landschapsstudie uit de Provence ten
geschenke gaf.
In het jaar 1949 benaderde de Chris
telijke Vereniging van Jonge Meisjes
Lady Churchill met het verzoek of
haar echtgenoot niet een schilderij ter
beschikking zou willen stellen voor
verkoop bij opbod. „Onmogelijk",
meende Lady Churchill eerst, maar
tenslotte zij was zelf bestuurslid
van deze vereniging verklaarde
zij zich bereid haar echtgenoot in deze
functie een brief te schrijven. De aan
hef luidde: „Zeer geachte heer Chur
chill..." En zo kwam een van zijn
beste interieurs op de veiling: „The
Blue Room", Trent Park 1934". Voor
1250 guineas ging het naar een Bra
ziliaanse koper, die het aan het mu
seum van Sao Paulo schonk.
Culturele
Cavalcade
ANTON COOLEN's roman ,JDorp
aan de rivier" wordt verfilmd. Be
gin volgend jaar beginnen de opna
men, onder regie van Fons Radema
kers en met adn de camera Ed van
der En de. Hugo Claus schrijft het
scenario voor deze film, die uitge
bracht wordt door de N.V. Nationa
le Filmproduktie Mij. te Utrecht.
GEORGE SZELL, de 60-jarige diri
gent en muziekdirecteur van het
Cleveland Orchestra uit de Ver. Sta
ten, die met ingang van het sei
zoen 195811959 benoemd is tot vaste
eerste dirigent van het Concertge
bouworkest naast Eduard van Bei
num) leidt in het reeds begonnen
seizoen negen concerten. Op het pro
gramma staat ook een Nederlands
werk en wel de derde symfonie van
Lex van Delden, die het Concertge
bouworkest reeds eerder onder Alex
ander Kraunhals heeft uitgevoerd.
In het seizoen '58-59 sal SzeJl 21
concerten met het Concertgebouw
orkest geven.
LOUIS THOMAS, de S6-jarige Fran
se auteur, heeft de jaarlijkse ,JPrix
du Quai des Orfèvres" gekregen
voor zijn politieroman ,J?oison
d'Avril". (Aan de Quai des Orfèvres
is het hoofdbureau van de Parijse
politie gevestigd). De prijs bedraagt
duizend gulden.
MARGARET JOHNSTON, een van
Engelands begaafdste toneelspeel
sters, is gecontracteerd voor een der
hoofdrollen in de verfilming van
Norman Krasna's toneelstuk „Kind
Sir". In deze film, die de titel „In
discreet" zal dragen, speelt zij de
xusterról naast Ingrid Bergman, die
Cary Grant als tegenspeler heeft.