5.95 Verhalen op rijm houden aandacht van het grut gevangen DE VIJF RIETVINKEN BRYLCREEM s BANKROOF BRYLCREEM JO FIBBE IÉT KIEIS'E HUIS OP DE PRAlRi? Waar zijn onze schepen? De vreemde mmam 10 PR0V1N01ALB ZEEUWSE O O U R AN T DINSDAG 3 DECEMBER 1957 UIT DE KLEURIGE KINDERBOEKEN-ETALAGES „De band van 3b" tussen Vestdijk en Pietje Mier NU, TEGEN vijf december, heerst er een grote en gezellig drukte in "3e winkelstraten van Vlissingen, Middelburg, Goes en alle andere Zeeuw se plaatsen en plaatsjes. De winkels zijn afgeladen met mooie, leuke of alleen maar smakelijke cadeaus en de duizenden aspirant-Sinterklazen, die de straten bevolken kijken hun ogen uit, kiezen en kopen ten slotte. De boekwinkels slaan als altijd weer lang geen gek figuur: zij bieden etalages vol kleurige kinderboeken, zodat de Sint wél de keuze heeft. Natuurlijk bevindt zich veel kaf onder het koren, maar het koren is er dan ook wel naar! Zo hebben we nu een achttal boekwerkjes voor ons liggen, waarvan vier een rijmende inhoud hebben. Er zijn twee deeltjes „Rood-wit- blauw", bloemlezingen van kinderge dichten (uitgevermij. Puwaer) verza meld door dichteres-schrijfster-jour naliste (én P.Z.C.-medewerkster) Mies Bouhuys. Deel I biedt erg veel vermaak, versjes van Annie M. G. Schmidt en Han G. Hoekstra, van Guillame van der Graft en Bertus Aafjes en dan nog van talloze andere groten uit de wereld van de poëzie en van de kin derpoëzie maken het boekje tot een juweeltje. Deel II bevat o.m. een van de speelse liedjes van Guido Ge- zelle. Ook dit boekje is sterk aan te bevelen, temeer omdat de prentjes van Atie Siegenbeek van Heulekom heel fris en heel aardig zijn. „Het circus van Piet Pijpkaneel", dat leu ke rode boekje van Dolly de Ville- neuve is zo mogelijk nog minder „zwaar" en „serieus" dan voornoem de werkjes. „Dolly" maakte er aar dige tekeningen bij, wellicht wat stijfjes, maar toch voor dit boekje heel geschikt. In „De poes van de buren" gaat dezelfde Dolly de Ville- neuze zich op een lieftallige manier te buiten aan „poezengebabbel". Trouwens, ook andere sterk tot het kindergevoel sprekende bees tjes maakt zij tot onderwerp van haar rijmpjes en plaatjes. Voor de zeer jonge '„generatie" die een groot liefhebber van „poëzie" is zijn deze boekjes waarlijk heel leuk. Op die kleintjes maakt het rijmende verhaal namelijk aanmerkelijk meer Indruk dan het „gewone" verhaaltje. Beide boekjes: Meulenhof, Amster dam. Wat natuurlijk absoluut niet wil zeggen, dat de meeste kleuters niet ondersteboven zullen raken van die twee zéér charmante ge- schriftjes van Annet van Battum: „Pietje mier en zijn vriendjes" en „Het wereldje van Pietje Mier". Het uitbundig gebruik van ver kleinwoorden in de titels kondigt reeds de sfeer aan, waarin de ver haaltjes want dit zijn géén rijmpjes zijn getrokken: lief en teder zijn deze kleine dieren- histories, evenals trouwens de goede tekeningetjes van Belleke (Advertentie) home-dispenser (grote pot, compleet met auto matische spuit) prijs is natuurlijk weer verkrijg baar bij Een ideaal geschenk, zelfs voor de meest verwende mannen Dolhain. Eveneens uitgegeven door Meulenhof. De hoofdstukken in „Het wereld je van Pietje Mier" luiden o.m. „Ri- nus Vlieg", „Dora Duizendpoot" en YAAMi Het kleine huis op de prairie Na „Het kleine huis in 't grote bos" heeft de uitgeverij Van Breda te Hulshorst thans van dezelfde schrijf ster, Laura Ingalls Wilder, een twee de boek het licht doen zien: „Het klei ne huis op de prairie". Het waar ge beurde verhaal van een pioniersgezin wordt in dit boek voortgezet. Vader en moeder trekken met hun dochters Mary en Laura naar het verre westen, 't Indianengebied, waar zij een huis bouwen, dat het centrum wordt van nieuwe belevenissen. Een boekje, waaruit grote liefde voor de natuur en de gave om sfeer te tekenen blijkt, en dat tegelijk de innigheid heeft van 'n terugblik in persoonlijke herinne ringen. Een woord van lof verdient ook A. C. Tholema, die het boek in vlot Ne derlands vertaalde. „Jolanda Libel". Al even aardig is „Pietje Mier en zijn vriendjes", zo dat wij U niet anders kunnen aan raden, dan de Sint van het bestaan dezer voortreffelijke boekjes te ver wittigen. Voor jongens, die nog niet aan Si mon Vestdijk toe zijn en voor wie „Pietje Mier" toch weer te kinder achtig is, schreef Johan Blinxma „De band van 3b", een boek vol spanning en avonturen, die de mees te heren van tussen de 12 en 15 zelf altijd wel beleefd hebben of hebben willen beleven. Soms is het boekje iets te „tam", maar meestal weet het door een sympathieke sfeerteke ning toch wel te boeien. L. V. Veen's Uitgeversmaatschappij. Een beetje los hiervan staat de bundel met kerstverhalen „Toen ging de hemel open", waartoe ver schillende bekende auteurs op dit ge bied aardige bijdragen leverden. Een inleidend woord van ds. F. H. van Aalst opent de bundel. Deze verhalen zijn zeer geschikt voor de donkere dagen rond Kerst mis". Men kan „Toen ging de he mel open" (uitgeverij Van Gorcum) gerust in de schoen doen. Of onder de kerstboom leggen. VAN SINTERKLAAS EN PIETERBAAS. S. Abramsz verzorgde voor de uit geverij P. van Belkum Az. te Am sterdam een uitgave van tien liedjes met muziek en tien foto's „Van Sin terklaas en Pieterbaas". De foto's laten de kinderen de jaarlijkse 'intocht van de goedheilig man te s A'dam meebeleven; de liedjes (waaronder enkele bekende zoals „Op de hoge, hoge daken", en „Zoetjes gaan de paardevoetjes" zullen kunnen bijdra gen tot verhoging van de feestvreug de., Nieuwe uitgaven van Van Gorcum Comp. Een onderhoudend kinderboekje is „Afgedreven maar gered", een ver haal dat op Texel speelt en verteld wordt door mevrouw D. A. Cramer- Schaap, schrijfster van o.m. „Bijbel se verhalen voor jonge kinderen". Jan Lutz tekende het omslag en de il lustraties, welke ook in de thans bij Van Gorcum Comp. (G. A. Hak dr. H. J. Prakke) te Assen versche nen tweede druk bijdragen tot de aantrekkelijkheid van het werkje. Mevrouw I. C. Thomson-Wentholt verzorgde voor dezelfde uitgeverij een bundel verhalen naar het Amerikaans van Rufus M. Jones: „Hebreeuwse helden". De geschiedenissen van No- ach, Abraham, Jacob, Jozef en ande re Oudtestamentische figuren zijn in dit boek, waarvan eveneens een twee de druk het licht heeft gezien, op voorlezenswaardige manier op het pa pier gezet. (Advertentie) Uit Engeland voor Sinterklaas Prijs compleet 5.95 nieuwe vullingen altijd voorradig d 3.95 Andere Brylcreem geschenken: Potten 1.40 en 2.05 Tuben !.-> 1.50 en 1.85 Speciaal voor Sinterklaas 1957 per „stoomboot uit Engeland" aangekomen de wereldberoemde Brylcreem in de nieuwe automatische Brylcreem-pomp. Gezond, glanzend en correct haar nu bereikbaar door een simpele druk op de knop i Kan het nog gemakkelijker, hygiënischer, zuiniger? Haast ul De voorraad is beperkt! "The perfect hairdressing Beecham (Nederland) N.V, l Voor engros: Jacq. Mot N.V,Amsterdam Alhena 30 Buenos Aires n. Santos. Alwaki 3-12 te Penang verw. Alkaid 30 R'dam n. Antwerpen. Alphard 3-12 te Las Palmas verw. Alcor 29 Las Palmas n. Rio de Janeiro. Boskoop 1-12 ten anker Caripito. Advertentie) 'n Overvloed van plezierige presentjes. Brouwenaar v. d. Kamer LANGEVDELE 6—8 - MIDDELBURG - TEL. 2670 182. Nadat meneer Ruitenberg een door Henk gezet kopje thee had gedronken, nam deze de leiding van de werkzaamheden. Daar hadden ze uiteraard geen potte- kijkers bij nodig en daarom kregen Henk en Riek op dracht op de uitkijk te blijven en dadelijk te waar schuwen als er onraad zou zijn. „Maar eerst ga ik eens poolshoogte nemen op het meer", zei meneer Ruiten berg. Dat moet op een heel speciale manier gebeuren en daar heb Ik Jullie hiulp bij nodig". Meneer Ruiten berg haalde uit de bagage een geweldige klos touw, heel dun touw overigens, en liep daarmee naar het roeibootje. De Jongens, met nieuwsgierige gezichten liepen met hem mee. „Er zit achthonderd meter touw aan deze klos", zei meneer Ruitenberg, „en dat gaan we al roelende uitzetten. Want verder dan achthonderd meter mogen we met „Wlmpie" niet uit de kust. We hebben ook maar achthonderd meter slang, waarlangs we hem van verse lucht moeten vooralen". Kuub be gon er iets van te begrijpen. „Dus U pompt hem van de wal af op?" vroeg hij. „en niet in het bootje?" Caltex „The Hague" p. 29 Ushant. Caltex „Pernis" p. 29 Kp. Dagata. Caltex „Rotterdam" 29 Sidon n. Pernis. Crania 29 406 m. w.n.w. Kp. Flnisterre. Corilla 29 850 m. z.t.w. Calcutta. Delfshaven 2-12 te Rotterdam. Dalerdljk 1-12 te Rotterdam. Groote Beer 7 Aden verw. Haulerwljk 29 Esbjerg n. Batonrouge. Houtman 29 80 m. n. Salu archipel. Kalydon 2-12 te Fao. Mara 2-12 Suez n. Mena al Ahmadi. Kosicia 1-12 te Curagao. Kota Baroe pas. 1-12 Guardaful n, Belawan. Loosdrecht pass. 1-12 Ouessant n. Hamburg. Maashaven 20 Rotterdam n. Hamburg. Merwelloyd 1-12 te Djeddah. Mijdrecht 29 360 m. n.n.w. Perim. Noordam 2 New York verw. Neass Commander 1-12 Fawley n. Tripolls Ondina 2-12 Singapore n. Migata. Ouwerkerk 1-12 te Hongkong. Parkhaven 29 150 m. o. Bahla. Purmerend 29 450 m. o. Paramaribo. Rita 1 Bukom verw. Rijndam 1-12 St.-Thomas n. Dominica. Sloterdijk 30 Vlissingen. Sumatra 29 Algiers n. Port Said. Straat Lombok 2-12 te Mauritius. Tawali 1-12 R'dam n. Port Said. KERKNIEUWS NED. HERV. KERK Beroepen te Hoogkerk en Leeg- kerk J. J. van Ravenswaay te Veen- dam. Aangenomen: naar Madrid-New York U.S.A. (Scotch Presbyterian Church); G. J. Geurtsen te Utrecht; naar Zonnemaire (toez.) W. S. Duve- kot, vic. te Souburg. Benoemd tot hulpprediker te Mus- selkanaal J. van der Wal, hulppredi ker te Terwolde. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Goederede: A. J. Wijn malen te Maartensdijk. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Aarlanderveen-Nieuw- koop B. Bijleveld te Noorderloos. REMONSTRANTSE BROEDERSCHAP Beroepen te Hoorn mej. Da. J. Mayer voorgangster Ned. Prot. Bond te Badhoevedorp die dit beroep ook aannam. Tomlrl 30 Karatsji Tibia 29 -000 m. z.w. St.-Vincent. TJisadane 2-12 te Kaapstad. Vasum 2-12 te Port Said. Wonogirl p. 29 Azoren. Wonosari 30 New Orleans. Zulderkerk 2-12 te Fremantle. Zo xaeht kleurig! Zo zacht,zo kleurig als 'n vlinder. Een „pl6k"-fijn geschenk I 0 8 E|il S K ZAKDOEKEN Zakdoeken voor dames en heren dour ALLAN PENNING 2 Als gevolg van de vreemde hou ding van de bankier kwam mr. John. Whitemoor twee uur te laat voor zijn mondaine verplichtingen. Zijn humeur was tien graden onder nul, maar toen de portier van de „Flo wer Club" boog, steeg het kwik. Ge nadiglijk knikte mr. Whitemoor te rug. „Een latertje, mr. Whitemoor.., Zaken natuurlijk... Heeft U de krant al gezien? De Cheshire Bank..." Het kwik viel. Het was olie op het vuur. „Schei uit, man. Je hoort van daag niets, anders". „Ik hoop, dat U er niet in zit, mr. Whitemoor", zei de portier vol me deleven. „Ik voor mij houd me bil de Spaarbank. Als ze die leeg halen, is de Staat er goed voor... Zo denk ik er tenminste over". „Gelijk heb je, Featherstone. Blijf bij de spaarbank zo lang je nog wat in je kous kunt stoppen. Bij de te genwoordige levensstandaard valt 't anders niet mee", zuchtte mr. John Whitemoor, terwijl hij even in de spiegel keek of zijn witte vlinder correct gestrikt was. Daarop trok hij het hagelblanke vest naar bene den. „Correct", dacht hij, toen hij de zware gouden horlogeketting even door zijn vingers Het glijden. „Geeft cachet... diplomaat of politicus... Zo'n ketting is traditie..." Mr. Whitemoor daalde de zes tre den af, die over de breedte van het keldertje naar het plankier leidde, dat dansvloer heette. In stille bewondering kelten vijf paar ogen naar mr. Whitemoor. Die van Jenny, Eve, Mildred, Vera en een allercharmantste, maar zelfbe wuste dame, waarvan hij de naam nog niet kende. Het intrigeerde hem. HOOFDSTUK 3. Voor een bankdirecteur wiens ge moedsleven slechts tot emotie kan worden gewekt door een niet ge slaagde emissie of de onverwachte val van een valuta, moet een be zoek van politiemannen, met of zon der uniform, onoverkomelijk zijn, al is ook de bank voo.r duizenden en nog eens duizenden bestolen. Toen sir Arthur H. Winslowe op tien mei, precies vijf minuten voor half elf, door het marmeren portaal van de Cheshire Bank schreed, kon hij niet vermoeden, dat hij luttele twaalf uur later een slaappil zou slikken om zijn geschokt zenuwge stel tot bedaren te brengen. De portier, die met zijn rits me dailles meer op een schout-bij-nacht leek dan op Bill Sanders met vijf tig shilling per week, slikte zi'jn1 morgengroet in en maakte een lich te buiging voor de almachtige pre sident-directeur. Hij toch, als eerste had in het prille morgenuur het tra- gische nieuws reeds vernomen. De schade was hem nog niet bekend en eerst later op de dag zou hij verne men, dat twintig duizend pond van de bank in rook was opgegaan. Twintig duizend pond, het geaccu muleerde salaris van vele generaties Bill Sandersen... Als morgengroet kreeg de hoogste der hogen de ongeluksmare te ho ren van een ietwat beschroomde secretaris, die er part noch deel aan had. Gelijk de correspondentie van Bismarck, zou de ochtendpost wel geruime tijd onder een loodje slui meren, alvorens daaraan aandacht zou worden besteed. Sir Arthur was een man van wei nig woorden. Zelfs onder deze moei lijke omstandigheden liet hij zich niet tot breedsprakigheid verleiden. Met een uitdrukking op zijn gelaat, die zijn intelligentie geen eer aan deed, vroeg hij: „En wie heeft dat dan wel ge daan?" James Hillborn en Sydney Franks, respectievelijk hoofdkassier en se cretaris, die (als de renboden van wijlen Job) hem de droeve boodschap hadden gebracht, bleven het ant woord schuldig. Ze wisten slechts één ding met zekerheid: zij hadden er part noch deel aan. De kluis was niet geforceerd, de kluis was ook lang niet leef geplunderd. Slechts een paar blokjes goud waren zoek, een klein stapeltje gouden blokjes. Ze hadden maar een paar dagen in de „safe" van de bank geöliiimei-d en nu waren ze foetsie...! De hoofdkassier en de secretaris, ieder gewapend met een eigen sleutel hadden, zoals gebruikelijk, des mor gens om half tien de zware kluisdeur geopend en het eerste, dat de kas sier zag was, dat de blokjes ggud verdwenen waren. Een tikje bleek rond de neus stamelde hij: „Het goud..., het goud..'.!" Jfe De secretaris rende door de kluis als een fox-terrier die een rat. heeft geroken. Toen commandeerde hij: „Bel de politie op... ogenblikkelijk en niets aanraken". Dat laatste herinnerde hij zich uit tal van detetive-verhalen, die tot zijn meest geliefde literatuur be hoorden. Alsof een spook hem op de hielen zat rende de kassier naar de tele foon en geen kwartier later had de rechercheur Bowers zich aan het lo ket gemeld. Achter hem, de duimen in de gordelriem gestoken, torenden vier reusachtige politieagenten, die iedereen aanstaarden alsof hij de da der was. Rechercheur Bowers was de kalm te in persoon. Voor hem was dit schering en inslag. Diefstal was dief stal. Of het nu om tien of twintig duizend pond ging, ljet hem koud. Hij zou er geen cent wijzer van wor- d. „Vertelt U maar eens rustig wat er gebeurd is", zei hij tegen Hillhorn, die zo overstuur was, alsof het zijn eigen spaarduitjes waren. „Ja, wat moet ik vertellen... er valt (Advertentie) niet te vertellen", stamelde hij ver bouwereerd. „Mijnheer Franks, hier weet evenveel, of beter gezegd, even weinig als ik... Toen we gisteravond samen de kluis hebben gesloten, lag het goud er nog en vanmorgen was het weg". „En, toen U vanmorgen de kluis open maakte, heelt U toen niets aan het slot gemerkt?" Hillborn keek Franks aan. Franks keek Hillborn aan. Gelijktijdig schudden ze het hoofd. „Heb jij iets bemerkt, Hillborn?" vroeg Franks. „Ik niet... Niets bijzonders...", antwoordde de hoofdkassier. „Jij wel, misschien?" „Niets... Het ging even gemakke lijk en soepel als. altijd. We hebben nooit last met die sloten". „Zozo, dan moeten we wel aanne men, dat de kluisdeur met een sleu tel moet zijn geopend", zei Bowers, „Sporen van braak had U natuur lijk direct gezien, niet waar, heren?" „Natuurlijk", beaamden beiden in koor. „Enne... U beiden hebt slechts leder één van de twee sleutels? U moet dus allebei aanwezig zijn om de deur open te maken, nietwaar?" „Zo is het", zei Franks. „Is er nu nog iemand anders, die de sleutels van die kluisdeur heeft?" vroeg de rechercheur. Ze keken elkaar wat bedremmeld aan. Toen nam Franks het woord. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 12