Op 1 januari verdwijnt restje romantiek van fluit en rookwolk =1=041 MONSTERDINER KOSTTE PER GAST VIJFHONDERD GULDEN ei school oo\reis naar Amsterdam DONDERDAG 28 NOVEMBER 1957 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 13 LAATSTE NAAR MUSEUM Stoomlocomotieven worden in stukjes gehakt en kapot gebeuld (Van onze speciale verslaggever) Met ingang van 1 januari 1958 zullen alle locomotieven met stoom- tractie voor de Nederlandse Spoorwegen hebben afgedaan.. Per week sneuvelen twee van deze kolossale trekpaarden onder de slopershamer en de tijd is niet ver meer, dat alle stoom-locomotieven tot schroot zullen zijn verwerkt. Slechts één stoom-Iocomotief zal de dans ont springen: de Jumbo 3737, die op het spooremplacement te Roosendaal wordt opgepoetst en klaargemaakt om over enige tijd de juiste datum is nog niet bekend voor goed te verdwijnen achter de hechte muren van het Nederlandse Spoormuseum te Utrecht. Nog eenmaal zal deze Jumbo het genoegen mogen smaken een aantal wagons door het vertrouwde Nederlandse landschap te trekken. Dit zal de laatste trein met stoomtraktie zijn Het wordt een officiële afscheidsrit en als we goed zijn ingelicht, zullen na afloop spoorwegmensen en an dere autoriteiten het glas heffen op de dieselelektrische. tractie en de zuchtende Jumbo letterlijk de rug toedraaien, omdat deze de tech nische evolutie niet volgen kon De stoom-locomotief is feitelijk reeds geruime tijd van de Nederlandse spoorbanen verdwenen. Sporadisch gebruikt men zo'n honderdtonner nog wel voor het rangeren en ook sukkelt er nog een op de lijn tussen Maastricht en Eijsden (Belgische grens), maar als algemeen middel van vervoer is de stampende, brie sende en sidderende stoom-loc met al zijn romantiek reeds lang verle den tijd. In de rumoerige sloperij van de N.V. Vereenigde Utrechtse Ijzerhandel aan de Lage Weide te Utrecht hebben in de loop der laren honderden van deze machtige slepers hun Waterloo ge vonden. Geen wonder, dat dit groot bedrijf de reputatie geniet van de locomotief-verdelger bij uitnemend heid. Door de grote routine, die zij zich na vele jaren arbeid eigen maakten, zijn zes branders in staat in een week tijds twee van de grootste locomotieven (honderd ton per stuk) met wielen schoorsteen en tender incluis, te slo pen tot enorme en gesorteerde hopen schroot. Met een regelmaat van twee per week komen de „ter dood veroordeelden" op eigen kracht het hek van de slope rij binnengepuft. Ogenblikkelijk wer pen de branders zich op de gave huid van de bovenbouw, die in een dag tijd verandert in een roestige berg ver wrongen en puntige staalschilfers. Dan volgen de vlampijpen en als die verwijderd zijn, wordt de koperen vuurkist naar boven getakeld. Vol gens een vastgesteld plan, wordt de locomotief van boven naar beneden, onderdeel voor onderdeel, in kleine stukjes „gehakt". Drie soorten Het schroot van dé locomotieven wordt in drie soorten onderscheiden: het staal, het gietijzer, het koper. Het staal van hoog gehalte gaat naar de Nederlandse staalindustrie, waar het wordt gesmolten en tot nieu we staalplaten wordt gewalst. De staalplaten zijn bestemd voor de auto-industrie. Zo leeft de oude loco motief als middel van vervoer voort in de lichte, snelle personenauto's en in de vrachtwagens. die hun transporten als concurrenten voor de spoorwegen tot ver over de landsgrenzen brengen. De koperen vuurkisten gaan naar de non-ferro-smelterijen, waar men ze omvormt tot radiateurblokken of hoogspanningskabels, waaronder de verdringers, ,de elektrische locomo tieven, zich voorwaarts spoeden. Het gietijzer van de vlampijpen en de cilinderblokken wordt „kapot-ge- beuld" onder het acht-tons zware blok van de beul-installatie en als schroot doorgezonden naar de giet ijzer industrieën, waar men er alle mogelijke onderdelen van maakt. Zo sneuvelt de oerdegelijke en ouder wetse locomotief onder de hamers der techniek, die haar in het verleden wrochtte. Weg is de romantiek van het snerpende geluid van de stoom fluit, dat zich tot ver over de polders voortplantte: weg ook de lange, witte rookpluim, die zich langzaam voort zette boven de verre bosrand. Moeilijk afscheid Cees van de Akker, de werkbaas van Van Seumereh, zoals de sloperij door de Utrechters, naar een van de directeuren genoemd wordt, heeft al heel wat locomotieven zien verdwij nen. Zijn vader en ook zijn grootva der werkten op de sloperij en dat is de reden, dat de namen van Seume- ren en Van de Akker dikwijls in een adem worden uitgesproken. Van Seumeren is groot geworden in het slopersbedrijf en Van de Akker heeft als vakman alle lief en leed met het bedrijf gedeeld. Met het slopen der locomotieven heeft Van de Akker ook de machi nisten en de familieleden van het „Jumbo-volk" zien komen. Verlegen komen ze de sloperij opgewandeld, als zij op de een of andere wijze hebben vernomen, dat hun locomo tief op de slachtbank staat. „Eerst slaan ze met hun hand aan de pet", vertelt Van de Akker, „en dan blijven ze als een klein kind met een bevroren glimlach op het gelaat minutenlang naar de machi ne staren. Dat is ie nou", zeggen ze dan en vervolgens krijg je een lang verhaal te horen over die prach tige „kast", waarop ze het grootste deel van hun leven hebben doorge bracht. Ze zijn de loc. als hun eigen dom gaan beschouwen en het af scheid valt hun even zwaar als bij voorbeeld het sterven van een hond, die jaren lang lief en leed in huis met hen heeft gedeeld". „Als ze hun geschiedenis hebben verteld", zo gaat Van de Akker ver der, „dan vragen ze bedeesd of ze een stukje als herinnering mogen meenemen. Wij geven ze dan meest al het nummer op de koperen plaat en dan moet je eens zien hoe blij ze zijn. Het slopen van de locomo tief vinden ze dan gelukkig zo erg niet meer". Afschaffing douane papieren bij invoer motor voertuigen Op de bijeenkomst van Douanedes kundigen van de commissie voor het Europese binnenlandse vervoer der economische commissie voor Europa der Verenigde Naties, welke alhier wordt gehouden, is door West-Duits- land. Zweden en Zwitserland mede gedeeld, dat zij van het begin van 1958 af alle douanepapieren bij de tij delijke invoer van motorvoertuigen zullen afschaffen. Deze 3 landen volgen hiermede het voorbeeld van Oostenrijk, dat reeds eerder hiertoe was overgegaan. Voor Zweden zal de regeling ook gelden voor commerciële voertuigen (bussen, vrachtauto's en taxi's); HONGKONG ZETTE KLOK TERUG Rijkste banket sedert Mandsjoe-dynastie. (Van een speciale correspondent) In Hongkong vond kortgeleden het kostbaarste en meest pompeuze ban ket plaats sedert de val van de Mandsjoe-dynastie in 1912. Het feest eten een getrouwe kopie van de enorme diners in het keizerlijk pa leis ten tijde van de Ch'ing-dynastie bestond uit 32 gangen, die royaal over middag- en avondmaal van twee opeenvolgende dagen verdeeld werden. Tegen de honderdvijftig gul den per persoon betaalden de 28 gasten. Maar eigenlijk hadden zij ruim vijfhonderd gulden moeten be talen om de werkelijke kosten te dekken van dit lucullisch festijn. Tweehonderd eenden moesten het tijdelijke met het eeuwige verwisse len, omdat men hun tongen gebra den nodig had voor een der hoofd schotels. Honderd grote kikvorsen moesten er voor dienen om aan een bepaald gerecht een bepaalde smaak te geven. Het kostelijke Mandsjoe-gerecht, dat „Heerlijk Altijd-groen" heet werd in zilveren terrines naar de beide tafels gedragen, waaraan de gasten vol verwachting hadden plaatsgenomen. Dit soepachtige gerecht bestaat voornamelijk uit kippeniertjes en het tere merg van met de hand ge plukte bamboeloten, waarvan een pond aljeen al zo'n honderdvijftig gulden kost. Berentenen werden tien dagen lang in koud water geweekt. Natuurlijk zou warm water de huid veel sneller hebben opgelost maar dat weten allen, die deze delicatesse kennen daar zou de karakteristieke wild- smaak van het vlees onder geleden hebben. Ieder haar moest zorgvuldig getrokken worden, opdat het vlees niet beschadigd zou worden. „Drakenkristallen" heet een andere opgediende lekkernij. Deze wordt ger maakt uit de inwendige organen vari; een zeldzame vis, welke in de Siberi sche rivieren wordt gevangen. Wanneer deze twee weken lang in een marinade gelegd worden, zoals het behoort, dan glinsteren zij als kristallen en smelten op de tong van een kenner als tere dauwdroppels op een lotusblad. De bereiding van de verrukkelijke, lijmachtige haaievinnesoep duurde twaalf dagen. Bovendien werd iedere gast nog een heel gebraden speen varken geserveerd. Naast de 32 hoofdschotels werden nog 16 andere voornamelijk uit fruit bestaande gangen opgediend, acht verschillende soorten toespijs en 32 soorten gebak. Als gasten waren twintig vrouwen en acht mannen verschenen, allen op middelbare leeftijd, die uit San Francisco en Honoloeloe kwamen en van Chinese afkomst waren. „Zij schenen allen wel van Chinees eten te houden", verklaarde met typisch Oosterse bescheidenheid de heer Wong Yoe de gerant van het restau rant Tai Toeng, waar het maal ge serveerd en toebereid was. „Wij jammerlijken hebben ons best gedaan in onze tien onbedui dende keukens en met ons armza lig personeel van veertig koks onder de weliswaar goedbedoelde maar zwakke leiding van onze keukenchef Foeng Ngau. Foeng, die nu reeds zestig jaar oud is, heeft 35 jaar lang in ons restau rant leren koken. Hij bezit ijver en geestdrif en heeft misschien over enkele jaren de mogelijkheid de Mandsjoekeuken waardig te worden". De heer Wong gaf toe, dat zijn restaurant door dit banket een zwaar verlies had geleden. Want als de gasten de werkelijke kosten be taald hadden, had hun dit ruim vijf honderd gulden gekost. Maar de heer Wong schoof dergelijke laag bij de grondse gedachten royaal terzijde en verklaarde: Het was een be- scheiden vr iendschapsgebaar". I. Met snijbranders wordt de laatste stoomlocomotief tot schroot versne den. Russisch slagschip in '55 op mijn gelopen: 1500 doden. Het Russische slagschip Novoros- siisk van 23.000 ton (gebouwd in 1911) zou op 29 oktober 1955 in de haven van Sebastopol zijn gezonken, waarbij 1500 opvarenden de dood zouden hebben gevonden, aldus een bericht van de correspondent te Bonn van het Deen se conservatieve blad Berlingske Ti- dende. Slechts 21 bemanningsleden zouden er het leven afgebracht hebben. De correspondent schreef dat de Russen erin geslaagd waren deze ramp twee jaar lang voor het westen verborgen te houden totdat een der getuigen, kapitein Predtsjefski, onlangs naar West-Duitsland uitweek en het ver telde. De Novorossiisk, het oude Italiaanse oorlogsschip Giuli Cesare, zou op een Duitse mijn zijn gelopen, waardoor de romp een scheur van zeven bij een meter had gekregen. Raketdeel van Spoetnik I vrijdag naar beneden! De mogelijkheid bestaat, dat het ra ketdeel van de eerste Russische kunstmaan vrijdag a.s. naar beneden komt, zo heeft het Britse ministerie van bevoorrading maandag bekend gemaakt. Deze voorspelling is geba seerd op berekeningen van het lucht vaartinstituut te Farnborough. De eerste spoetnik zelf zal volgens de ze berekeningen ongeveer half janua ri in de dampkring terugkeren. Zekerheid omtrent het einde van het raketdeel heeft men uiteraard niet, omdat de juiste vorm en het gewicht ervan niet bekend zijn. De tweede spoetnik zal waarschijn lijk circa drie maanden om de aarde blijven draaien en dus niet voor fe bruari naar beneden komen. Nieuw pistool-mitrailleur voor luchtmacht De Koninklijke Luchtmacht zal bin nenkort beschikken over een nieuw wapen: de Uzi, een pistool-mitrail leur van Israëlisch fabrikaat. De Uzi zal het Amerikaanse geweer, de P- fourteen, dat sterk verouderd is ge raakt, vervangen. De Uzi is klein van formaat de leng te bedraagt slechts 86 centimeter. Het wapen weegt 2.9 kilogram, heeft een theoretische vuursnelheid van 550/600 schoten pe rminuut en een mondingssnelheid van 410 meter per seconde. De effectieve schootsaf stand bedraagt tweehonderd meter. Het magazijn van de Uzi kan twintig patronen (9 mm kaliber) bevatten. Naar wordt verwacht, zal de vervan ging welke geleidelijk geschiedt, eind 1958 geheel zijn voltooid. Door GERDA PAULUSSE winnares van de P.Z.C.-opstellenwedstrijd 's Morgens om 5 uur moest ik al opstaan, want de bus zou om kwart voor zes ons al naar de trein brengen omdat de trein om tien over zes al naar Amsterdam zou vertrekken. Gelukkig versliepen we ons niet en zo kwam het, dat ik om half zes al bij school was.' Er waren al meer kinderen die in groepjes stonden te pra ten. Na een poosje kwam de bus, die ons vlug naar het sta tion bracht waar de trein net aankwam. Gelukkig mochten we er gauw in en precies om tien over zes vertrok de trein onder luid gejuich van alle kinderen. Weldra begon de trein hard door te rijden en na nog een paar scholen opgepikt te heb ben hoefden we bijna niet meer te stoppen. Tot de Sloepolder was het landschap vrijwel het zelfde, bouw- en weiland. Maar in de buurt van Goes zagen we 't meest boomgaarden. We kregen ook nog een leuke kaart in de trein die we in Roosendaal (daar moesten we natuurlijk stoppen) aan enkele heren konden geven, die be loofden dat ze de kaarten voor ons op de post zouden doen. Na tien minuten reed - i trein weer door en nu gingen we naar het noorden. Lage Zwaluwe, Moerdijk. Bij Moer dijk gingen we de bekende bruggen over, het was wel wat eng als je zo in het water keek, maar dat moest je dan maar niet doen. In de trein hadden we ook veel pret. Ik nad met nog vijf meisjes twee banken tegenover elkaar ver overd. In Rotterdam gingen we over tal van viaducten en dikwijls kregen wij een deel van de stad te zien. Delft's- Gravenhage. In deze plaats zagen we net als in Rotter dam en Dordrecht grote fa brieken staan. Leiden Ja we schoten al lekker op. Nu Haarlem nog en dan waren we er haast. De trein reed nu aan één stuk door naar Haar lem. Daar stopten we even en toenop naar Amsterdam. Ja dat laatste stukje konden we niet meer op .ons plaats blijven zitten. We stonden al lemaal voor de ramen met de „bagage" om toch maar vlug uit de trein te zijn. Eindelijk, eindelijk kwamen we in Am sterdam aan, we wilden alle maal tegelijk de deur uit, maai de onderwijzers en onderwijze ressen zorgden er wel voor dat dit niet gebeurde En toen ineens stonden we op het perron. We moesten di rect doorlopen naar een lange tafel, waar allemaal bekertjes limonade op stonden. We kre gen er allemaal één en toen het op was wandelden we naar de bus die ons naar Schiphol zou brengen. De bustocht duur de een half uur en toen die verlopen was stonden we voor de ingang van het grote vlieg veld. We kregen een rondlei der mee en van alles wat wij zagen, vertelde hij wat. Van de vliegtuigjes voor Nieuw- Guinea, van de Scandinavië- expres en tal van andere vlieg tuigen. We zagen ook dikwijls de vliegtuigen opstijgen en da len. Dat was een aardig ge zicht. We hoorden ook nog door de microfoon de piloot en de man van de radartoren met elkaar praten. Dat ging in 't Engels, andere talen mogen ze niet spreken, zei de gelei der. We gingen ook nog naar de hangaar, daar werden de vliegtuigen gewassen en nage zien. Nadat we ons brood met een flesje limonade opgegeten hadden, vertrokken we weer met de bus naar Artis. Daar verheugde ik me echt op. Na een goed half uur kwamen we in Artis aan. Daar zetten *e onze koffers neer en gingen we in groepjes de tuin in. Ik was met een groepje van zes. We gingen over de kinderboer derij, die nu net open was. De kleine biggetjes liepen zo maar met de kippen door elkaar. Dat was erg grappig. Daarna liepen we weer verder en we zagen van alles, papegaaien, zebra's, leeuwen, tijgers, te veel om op te noemen. De oli fanten waren erg leuk. Onze meester vertelde dat één van de olifanten een slurf vol zand over mensen gespoten had, om dat die mensen hem plaagden. Ook de apen waren erg leuk. Er waren heel kleine aapjes bij en als die zo tussen de tak ken slingerden was dat een erg grappig gezicht. We kwa men ook nog bij de lopende takken en kakkerlakken. Ik vond die kakkerlakken erg griezelig. We wilden nu alle maal graag naar 't aquarium. Daar was het prachtig. Het was er donker, want enkel de aquariumbakken verspreidden een zacht licht. Het ene aqua rium was nog mooier dan het andere. De zeepaardjes voor al vond ik erg leuk en de zee sterren erg mooi. Nadat we al les goed bekeken hadden, lie pen we weer langs een andere weg door de tuin terug. Wc kwamen een paar onderwijze ressen tegen, die zeiden dat we rechtdoor moesten lopen. Daar stonden nog meer kinderen. Als we er allemaal waren zou den we een glas limonade in het hotel krijgen. Na een poos je waren alle kinderen er en dus gingen we naar het hotel. Op het terras er voor stonden lange tafels met banken en toen we allemaal zaten, zou den we ln het mooie Artis een consumptie krijgen. Daar kwamen de kelners al en we kregen allemaal een heerlijk glas ijskoude ranja. Heerlijk voor de dorst. Toen dat op was, wandelden we gezamen lijk in de rij Artis uit naar de Heerengracht. Daar lagen de rondvaartbootjes, die ons door de grachten van Amsterdam zouden varen. De bestuurder van ons bootje' was een aar dige en tevens ook een leuke man. Toen een kind hem een snoepje wilde geven, zei hij: ,,'t is eigenaardig, snoepjes lust ik niet, maar wel een si gaar..." We voeren een hele tijd langs de Heerengracht, waar prachtige huizen uit de 17e eeuw staan. Ook stonden er hele rijen auto's langs de grachten en de bestuurder ver telde, dat er elke week twee auto's in de gracht vielen. Men had er in Amsterdam dan ook een aparte brandweer voor ge reserveerd... We kwamen ook nog langs het standbeeld van Thorbecke, de bekende minis ter uit de 19e eeuw... Langs de Tweelinghuisjes, die precies eender waren Langs het huis van de burge meesterLangs de Blauwe- en de Melkmeisjesbrug... en fin, er was van alles te zien. Een poosje later voeren we het Y op en de bestuurder liet het bootje heerlijk schommelen. We zagen een heleboel sche pen liggen, o.a. „het Hospi taal Kerkschip" en de „Oran je". We zagen ook nog de „Schreierstoren" staan, waar vroeger de vrouwen en kinde ren van de mannen afscheid namen, als deze laatsten naar zee gingen. Toen we een poos je op het Y rondgedobberd hadden, keerde de bestuurder om en vlak voor het Centraal Station stopte hij. We vonden het wat jammer dat de boot tocht afgelopen was, maar ja, we moesten zo met de trein mee, die ons weer naar Vlis- singen zou brengen. Maar we hadden niet te klagen. De dag was immers nog niet om? Het was nog maar zes uur; om tien uur waren we pas thuis. Op het station hadden we de trein gauw gevonden. En al spoedig zaten we er weer in. We aten eerst ons brood op en daarna bewonderden we de dingen die we gekocht hadden. Verder hebben we de tijd gekort miet spelletjes, zodat we weer gauw in Vlissingen aan kwamen. De bus stond al klaar en hij bracht ons in een wip weer naar Souburg, waar onze ouders al op ons stonden te wachten. Moe maar voldaan rolden we die avond in bed Het was een fijne dag ge weest. Een dag, om nooit te verge ten. P. L. school, Souburg.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 9