Bijna brak walvisoorlog uit
I C
Poolse ouutrijders-organisaties
in Nederland bestaan tien jaar
Oókalaan
de sigaar?
J
Qnassis
S OCEANEN VAN GELD:
vertelt zijn levensverhaal
LNx^EilDAG 21 NOVEMBER 1957
P tto V I N C i A. L. h, A hj h; U W h, VOU ti AN T
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiHiiiiiiiiimiiiiiniiniinniiiiiiiiiiiiii!
IX
Op de meest onverwachte ogenblikken duikt
Onassis in Monte Carlo op. Misschien is Ti-
na er niet. En dan kan men hem, in een van zijn
grijze of blauwe flanellen pakken hij schijnt
voor deze kleuren een voorkeur te hebben rond
de speeltafels zien lopen. Hij heeft uiteraard be
langen bij de speelbank. Maar zijn bezoeken zyn
geen zaken bezoeken. Hij komt niet om te gokken
Want gokken in te re eert hem niet.
Het zit gen- cu. v.;g niet in mijn bloed, zegt hij.
En niettemin: g; iens ter wereld heeft hogere
inzetten gewa: g in de scheepvaart, dan juist
deze man. En toen hij besloot de walvisvaart te
gaan beoefenen, speelde hij ongetwijfeld héél
Ik denk, dat ik
aan een uitdaging
gehoor gaf
Zelfs zijn vrienden konden het
nauwelijks geloven, toen zij
in 1948 hoorden, dat hij een
vloot uitrustte. Want... als je niet
alles afweet van de jacht op de
walvis in de ijzig koude wateren
van Antarctica en de Stille Oceaan
dan is dit de twijfelachtigste gok,
die een man maar maken kan.
De verdiensten kunnen enorm zijn.
Maar de kans op verlies eveneens.
In Onassis' woorden: een verlies
of een winst van tien miljoen is
hier een peuleschil. Het kost een
fortuin om een middelgrote vloot
op te bouwen. En nog eens een for
tuin om deze uit te rusten en, zelfs
hoog. Hy beschreef het tegenover my als: „Een
ervaring, die ik nooit zal vergeten, zo erg was zij".
Het is een flamboyant verhaal en toch, hoe langer
men Onassis kent, des te minder lamboyant lykt
hij. Hij kleedt zich sober, eet en drinkt matig en is
gereserveerd in alles, behalve in roken. De asbak
ken werden stampvol, terwijl hij mij zijn geschie
denis vertelde. Maar de manier, waarop hij in de
walvisvaart zijn intrede deed, was allesbehalve
rustig. De echo van zijn komst ging rond de we
reld. Sommigen noemden hem een avonturier in de
goede, ouderwetse betekenis. Anderen noemden)»
hem de moderne Odysses. Zijn vijanden en dat
zyn er vele kreten hem uit voor „de vogelvrije
walvisvaarder" of „de piraat der walvisvaarders".
belachelijk maken. De president
had net een Martini op en wilde
zijn glas opnieuw vullen, toen een
ander lid van de oppositie met het
zelfde commentaar naar hem toe
kwam.
Dat was te veel voor de president.
Hij riep zijn adjudant: „Zoekt U
contact met de minister van mari
ne en de minister van luchtvaart",
beval hij. „Zeg hun, alle beschik
bare middelen in te zetten tegen
deze expeditie en haar hierheen te
brengen, dood of levend".
Uiteraard oogstte hij hiermee de
nodige bijval van de gasten op zijn
„party". Binnen een paar uur
maakten bommenwerpers en ja
gers en ik weet niet wat nog meer,
jacht op onze vloot. We werden
Door Graham Stanford.
én seizoen maar, te exploiteren.
En daarna is de omvang van de
vangst en de prijsvorming van de
walvisolie nooit te voorspellen. Bo
vendien is de walvisvaarder van
deze eeuw gebonden aan de restric
ties van de Internationale Walvis
Commissie. Hem wordt voorge
schreven, wanneer, waar en hoe
hij mag vangen want de walvis
sterft langzaam uit en moet zo
lang mogelijk in stand worden ge
houden. Dat is dus heel wat anders
dan in de dagen van Moby Dick,
toen idereen zijn eigen gang ging.
De grote walvisvaarders zijn "de
Noren. Zij perfectioneerden het
harpoeneerkanon en namen rond
de eeuwwisseling de leiding. Zij
hebben deze gehouden, gevolgd
door Engeland. De walvisvaart is
voor Noorwegen zeer belangrijk.
Eerste Griek
Vóór Onassis had nooit een
Griek zich gewaagd aan de
walvisvangst. We kennen nu
Onassis voldoende om ons te rea
liseren, dat hij ook deze olie zou
willen veroveren. De vooruitzich
ten waren goed. De olicprodukten
van de walvis waren gevraagd.
Met kennis en geluk konden mil
joenen worden gemaakt. Dus
ondanks alle waarschuwingen
wierp Onassis zich, met de Duit
sers als partners, op de walvis
vaart. Hij bouwde de resten van
hun vooroorlogse vloot weer op,
verbouwde eigen schepen. Hij be
reidde zich erop voor, de wereld
van de walvisvaart de handschoen
toe te werpen.
Tweemaal ontmoette ik hem in die
twee woelige jaren. Hij had toen
heel weinig tijd om te praten. Zijn
eenmans-oorlog woedde, een strijd
met de naties, die al jaren in dit
bedrijf waren. Duizenden mijlen
legde hij door de lucht af om bij
zijn walvisvaarders te kunnen zijn.
Om met de kapiteins van zijn sche
pen te kunnen confereren, zijn be
manningen te zien, de fijne knepen
van deze zeer gespecialiseerde in
dustrie onder ae knie te
zich wel voorstellen, hoe lk ont
vangen werd. Het was een volko
men gesloten bedrijf. En daar
houd ik niet van.
Onassis rustte vijf expedities uit.
Maar pas in 1954 werd hij door
zijn walvisvaart bijna in een privé-
oorlog verwikkeld. Tot dat ogen
blik had men alleen woorden ge-
richt tot Onassis. Maar nu men
zal het zich ongetwijfeld herinne
ren werden oorlogschepen en
vliegtuigen uitgezonden om zijn
vloot van jagers en het modern
uitgeruste fabrieksschip „Olympic
Challenger" aan te houden. Dit
was een verbouwde Amerikaanse
tanker. De jagers waren gekocht
uit een vloot van overtollige Ca
nadese schepen en in Kiel ver
bouwd.
Gebeten
Het was Peru, dat de schepen en
de vliegtuigen uitzond. Waar
om was Peru zo gebeten op
Onassis
In 1954 hadden Peru, Chili en
Ecuador samen besloten, een zone
van 200 mijl breed langs hun kus
ten voor alle visvangst, te sluiten.
Er was voor het vissen in deze
zone een speciale vergunning no
dig. Het was een revolutionaire
maatregel en zij veroorzaakte in
de walvisvaart de nodige deining.
Tot nu toe waren territoriale wate
ren nooit breder geweest dan drie
tot twaalf mijl. Voor één keer wa
ren de concurrenten het met Onas
sis. eens. Dit was.een onrechtvaar
dige beperking meende zij, een
aanfluiting van
zee.
Het was een pikante situatie waar-
in Onassis veel plezier had. Langs
de kust van Peru loopt de Hum-
boldtstroom, een ijskoude golf
stroom, die wemelt van dierlijk le
ven, vooral van plapkton, het voed
sel der walvissen. En dit trok juist
Onassis en zijn schepen naar deze
wateren,
Maar laat hem zelf vertellen over
de dag, dat de walvisoorlog bijna
uitbrak.
Via de regering van Panama
was overeengekomen, dat onze
vloot de kust op 50 mijl mocht na
deren. Dit had de president van
Peru beloofd aan de president van
Panama. Wij geloofden in die be
lofte, toen wij koers zetten naar de
Humboldtstroom. Niettemin kwa
men wij niet dichter bij de kust
dan 200 mijl.
En nu.gebeurde het volgende,
ging hij voort.
Na twee maanden van jagen en
precies vijf dagen voor de sluiting
van de jacht zonden wij twee boten
de 200-mijls zone binnen om waar
nemingen voor het volgend seizoen
te verrichten.
Peru zond
schepen en
vliegtuigen uit
Onassis bij zijn aankomst op het
vliegveld van Athene
opgebracht, de schepen werden be
zet en de Peruanen dachten, dat
wil als een Panamese vloot
hulpeloos en zonder verdediging
waren. De president van Panama
protesteerde. Maar er gebeurde
niets. Peru juichte.
Maar tot hun verbazing en
schrik verscheen de volgende mor
gen de Britse ambassadeur op het
ministerie van buitenlandse zaken
en deed de mededeling, dat Enge
land belangen had bij deze affaire.
„Engeland", zei de Peruaanse
minister verbaasd. Wat in 's he
melsnaam heeft Engeland hiermee
te maken?
Toevallig heeft Lloyd te Londen
deze vloot nu juist tegen déze ge
beurtenis verzekerd, zo kreeg de
minister te horen. Indien U de
vloot niet vrijgeeft, zal ons dit vijf
tig miljoen gulden kosten en in dat
geval zullen wij dit op U moeten
verhalen.
Na deze mededeling gaven zij
de gedachte op, de vloot te confis-
keren. In plaats daarvan kwam
een boete van tien miljoen. Lloyd's
betaalde de boete en Engeland
heeft nog steeds een vordering op
Peru voor dit bedrag.
i de vrijheid van de
En al die tijd waren de moeilij:
den, moeilijkheden, j
den,
moeilijkhe-
Protesten, dat hij zondigde tegen
de internationale afspraken. Dat
hij alle gebruiken negeerde. Dat
hij zich niets aantrok van oude
overeenkomsten.
Waarom ik er eigenlijk aan be
gon?
Onassis fronste eerst zijn voor
hoofd, toen ik het hem vroeg. Grin
nikte daarna.
Wel, je kunt er natuurlijk een
hoop geld mee verdienen. Maar
daarnaast was er iets in die wal
visvaart, iets dat niet tastbaar is,
wat me scheen aan te trekken. In
de eerste plaats: het is een hels
moeilijk vak om te leren. Ik denk
achteraf dat ik aan een uit
daging gehoor gaf.
En wat voor uitdaging!
Er is geen nauwer verweven ge
meenschap in de wereld, dan die
van de mannen, die de walvis ja
gen. Geen gemeenschap, die zich
zó verweert tegen buitenstaanders.
Vooral tegen een buitenstaander,
die er ook al in de internationale
scheepvaartwereld de vonken deed
afvliegen.
Ja, ze hielden die walvisvaart
behoorlijk exclusief, toen ik er pas
bij kwam. vertelde Onassis.
Hun hele hedoeling was, nieuwe
expedities te ontmoedigen. U kunt
Diezelfde dag zocht de corres
pondent van een Duitse krant con
tact met de vrouw van een van on
ze officieren en ondervroeg haar
over de 200-mijls zone. De vrouw
zei, dat zij daar niets van wist. In
zijn laatste brief had haar man
daarover niets geschreven. Hij
had alleen maar gezegd, dat alles
goed ging en dat zij op weg waren
naar Antarctica.
Dit Interview werd naar Peru
geseind en verscheen daar in een
avondblad precies op de avond, dat
de president een aantal politici §j
voor een cocktail in zijn buitenver
blijf had uitgenodigd. Terwijl de
gasten arriveerden, haalde ineens
een van de leiders van de oppositie
die krant te voorschijn. In een
schreeuwende kop stond daar
„BLUFFERS". En daarna volgde
een levendig, zij het niet. juist, ver
haal van een vermeende invasie.
Verzekerd
ijkt U eens, meneer de presi
dent, zei een lid van de oppo
sitie, kijkt U eens, hoe de
Duitsers ons land en de regering
K'
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIilllllilllllllllii
VEEL OMVATTEND WERKTERREIN
Op 24 november: feestelijke
bijeenkomst in Den Haag
De twee voornaamste Poolse onafhankelykheidsorganisaties in ons land
de Vereniging van Poolse Oudstrijders en de Poolse Kath. Vereniging in
Nederland, vieren zondag a.s. in Den Haag hun tienjarig bestaan en her
denken tegelijkertijd de Poolse onafhankelyksdag van 11 november 1918.
In het Ére-Comité van deze Poolse landdag, die tevens een grote manife
statie van de Pools-Nederlandse vriendschap zal zijn, hebben zitting
De minister voor maatschappelijk werk, mej. dr. Marga Klompé de bur
gemeester van Den Haag, mr. H. A. M. T. Kolfschoten de burgemeester
van Breda, mr. dr. C. N. 31. Kortman de bevrjjder van Breda, de Poolse
generaal 31. Slaczek mr. H. 31. L. H. Sark de rek tor van de Poolse Ka-
hoofdbestuur van de Vereniging van Poolse Oudstryders in Londen, S. So-
tholieke 3üssie in Nederland, pater B. Dambek de voorzitter van het
boniewski gn de voorzitter van de Besturenbond van de Poolse Onafhan
kelijkheidsorganisaties in Groot. Brit tannië, S. Lis.
De hoogtepunten van deze manifestatie van de vrjje Polen in ons land
zuiien zyn een plechtige kerkdienst en een feestelijke bijeenkomst, welke
's middags in de zaal „Custodia" zal worden gehouden. In het artistieke
gedeelte van de bijeenkomst zal o.a. optreden de bekende Poolse bariton
Z. Krukowski uit Brussel.
daten ook in de jongste oorlog niet
voor de vrijheid gestreden Eerst ter
verdediging van hun eigen land. maar
later ook ver buiten de grenzen. In
Noord-Afrika, in Italië, in Frankrijk,
in Noorwegen, België en laten wij
dat nooit vergeten ook in Neder
land. Tobroek, Monte Cassino, Anzio,
Falaise, Bologna, Arnhem, Axel en
Breda zyn plaatsen waar de Poolse
soldaten roem hebben verworven.
Roem, maar niet de vrijheid van hun
eigen land en volk. Als zij streden,
ver in de vreemde, dan zullen zij dat
hebben gedaan in de overtuiging, dat
zij vooral hebben gestreden voor wat
hen lief was. De Polen hebben gestre
den en zii hebben deel gehad aan de
overwinning. Maar... in die over
winning heeft hun land en volk niet
gedeeld. En dit is niet alleen de tra
gedie van de Polen, die zondag a.s.
in Den Haag het tienjarig ber.taan
van hun verenigingen zullen vieren,
maar van het gehele Poolse volk.
Reeds voor de oorlog woonden in ons
lingschap 1
net leven
Tien jaar verenigingswerk in balling
schap... In normale omstandigheden
geen bijzonder noemenswaardig tijd
perk. Maar voor de Vereniging van
'oolse Oudstrijders en de Poolse Ka
tholieke Vereniging in Nederland,
vormen deze tien jaren een lange en
niet bepaald een gemakkelijke weg.
Legio waren de moeilijkheden die
moesten worden overwonnen. Het zich
moeten aanpassen van de Polen aan
de levenswijze van ons land, welks
gewoonten zij niet kenden en welks
taal zij niet spraken, was weliswaar
een belangrijke, maar niet de grootste
moeilijkheid. Want diep in hun hart
worstelden zij met het schandelijke
verraad van Polen door de westelijke
mogendheden in Teheran en Yalta,
een tragedie waarmede de Polen zich
niet. konden en niet kunnen verzoenen.
En dit was trouwens ook de reden
waarom zjj in ballingschap zyn geble-
Want koevele Polen leven nog
ver van hun vaderland En met welk
een volharding hebben de Poolse sol-
f Advertentie/
land voornamelijk in Limburg
vierduizend Polen. Zij waren georga
niseerd in de r.-k. Bond van Poolse
Verenigingen in Limburg, die uit tal
van plaatselijke verenigingen bestond.
Na de bevrijding waarbij de Eerste
Poolse Pantser Divisie en de Poolse
Parachutisten Brigade een belang
rijke rol hebben gespeeld heeft de
Nederlandse regering aan een aantal
gedemobiliseerde Poolse militairen
werk aangeboden in de Nederlandse
industrie.
Dit aanbod werd door de Poolse
soldaten die het leven in bal
hebben verkozen boven
in de slavernij in hun
eigen land gaarne aanvaard
En zo arsiveerden in ons land 2300
gedemobiliseerde militairen var
ae Eerste Pantser Divisie, de Pa
rachutisten Brigade, van het be
faamde Tweede Legerkorps van
generaal Anders, de luchtmacht
en de marine. Bovendien kwamen
er in 1948 circa 1800 Polen van de
Poolse Bewakings Compagnieën er
yit de DP-kampen in West-Duits-
land. Het Poolse vereniginesleven
ontplooide zich opnieuw. En naast
de oude in Limburg, hebben zich
in verschillende andere plaatsen
o.a. in Breda, Amsterdam, Den
Haag, Eindhoven, Utrecht, Vlis-
singen en Venlo nieuwe Poolse ge
meenschappen gevormd. Vele van
deze Polen zijn na enige tijd weer
weggetrokken naar andere landen.
De blijvende groep heeft geleide
lijk haar plaats gevonden onder de
Nederlandse gemeenschap en
heeft zich volkomen aan het nor
male leven in ons land aangepast.
Een kleine groep van de Poolse
oudstrijders bezit reeds door na
turalisatie de Nederlandse natio
naliteit. De meesten zijn echter
vluchtelingen gebleven, die vurig
de vrijheid van .hun land verbeiden
om er dan eens terug te keren. En
het zijn dan ook vooral deze Polen,
die lid zijn van de Vereniging van
Poolse Oudstrijders of van de Pool
se Katholieke Vereniging in Ne
derland.
Vele taken
Het werkterrein van deze twee Poolse
verenigingen is zeer veel omvattend,
zodat hiervoor minstens een dozijn
Nederlandse verenigingen, met een
uitgebreide staf van speciaal geschool
de en bezoldigde medewerkers, nodig
zouden zijn.
De Polen wonder boven wonder
doen het met een betrekkelijk klein
team van idealisten, die na hun dag
taak in de Nederlandse industrie, het
enthousiasme weten op te brengen
zich te. wijden aan de Poolse zaak en
aan het werk onder hun landgenoten.
Want is er b.v. een Nederlandse ver
eniging aan te wijzen, die zich tege
lijkertijd bezig zou houden met het
behouden en realiseren van het idee
van een vrij en souverein Polen het
onderhouden en versterken van de
banden tussen Polen en Nederland
het verdedigen en verspreiden van de
historische waarheid over Polen het
bestuderen van de situatie in Polen
het verlenen van hulp aan vluchte
lingen. invaliden en zieken het orga
niseren van inzamelingsacties zowel
ten bate van Poolse kinderen in Duits
land als ten bate van de nife Ruglaad
terugkerende Polen het onderhande
len met werkgevers en autoriteiten
bij eventuele moeilijkheden samen
werking met de Nederlandse Federa
tie voor Vluchtelingenhulp en de ver
schillende nationale organisaties van
ontheemden als ook met vele Neder
landse verenigingen het organiseren
van nationale herdenkingenhet
stichten van bibliotheken en scholen,
organiseren van lezingen, het verle
nen van advies en hulp bij emigratie
het behartigen van de sport, het in
ere houden van de Poolse tradities,
het onderhouden van contacten zowel
met de Nederlandse, alsook met de
rije Poolse pers in ballingschap, het
organiseren van. kinderkolonies, het
verzorgen van graven van de gesneu
velde Poolse soldaten, enz. enz.
Bovendien he»»ft de Vereniging van
Poolse Oudstryders reeds vele malen
een beroep gedaan op het westen ten
einde de Poolse zelfstandigheid te be
snoei! Zo waren er o.a. protest
nota's en r- lute's inzake de vryheid
van Polen, de vervolging wan de Kerk,
de vrijla in~ van 200.000 Poolse sol
daten die door Rusland gevangen
werden gehouden, alsook inzake het
verlenen van economische bystand
aan Polen en erkenning door het wes
ten van de Oder-Neisse grens.
Want het voornaamste doel zowel
an de Vereniging van Poolse Oud-
♦-ijders als van de Poolse Katholieke
"ereniging is en blyft de stryd voor
Ie vryheid van Polen.
Kamerleden pleiten voor
ieugdvorming en voor
amateurs in kunst.
„Vele leden waren verontrust over
de wijze waarop bij de afdeling jeugd-
vorming en volksontwikkeling onder
de drang der noodzakelijkheid tot fi
nanciële beperking ingrijpend op de
subsidies is besnoeid, zulks in tegen
stelling met de voorzichtige manier,
waarop bij de andere afdelingen het
mes is gehanteerd", zo staat te lezen
in het voorlopig verslag van de Twee
de Kamer over de begroting van on
derwijs. Kunsten en wetenschappen.
De leden, hier aan het woord, kon
den zich niet onttrekken aan de in
druk, dat op dit deel der begroting,
waar nog zo weinig van wettelijk
vastgelegde rechten sprake is. volgens
de weg van de minste weerstand is in
gegrepen, en met een vrijmoedigheid,
die n'en déplaise det reffende betui
gingen in de memorie van toelichting,
de gedachte oproept, dat de centrale
betekenis van dit vormend werk voor
jeugd en volwassenen voor de geeste
lijke volkskracht juist in de huidige
omstandigheden weinig is beseft.
Zij wezen in de eerste plaats op de
aanzienlijke beperking, die in twee
etappes op de subsidie voor het
jeugdwerk is toegepast. Waarom juist
dit werk in tegenstelling met dat
voor jeugdzorg zo getroffen?
Bij de onderafdeling volksontwikke
ling is het de amateuristische kunst
beoefening, die een zware klap krijgt.
En weer vroegen deze leden daarin
door vele anderen bijgevallen
aarom deze beknotting op het ter
rein van juist de amateuristisch?
kunstbeoefening, terwijl bij de afde
ling kunsten o.a. voor muziek en
danskunst extra-subsidie is toege
kend?
Meer verbazing nog wekte bij deze
leden het volstrekt wegvallen van de
subsidie voor „Film en Jeugd", dat
zich ook nog toeslagen voor bijzon
dere opdrachten van sociale zaken en
van justitie onthouden zag en daar
door 87 pet. steun verloor.
Zij waren overtuigd, dat dit insti
tuut, dat in ons land onweersprekelijk
pionierswerk heeft verricht, deze be
jegening, die een doodvonnis is, niet
verdiend heeft.