OP STAP Stalen monsters verpletterden het Duitse front BRUID llli KIIIUPI1H DE VIJF RIETVINKEN NIEUWS UIT DE KERKEN WYNAND FOCKINK beroemde geneesmiddelen in 1 tablet doen wonderen! Chëfarine „4' At WOENSDAG 20 NOVEMBER 1957 PROVINCIALE ZEEUWSE OOURANT 20 NOVEMBER 1917: „DE TANKS KOMEN" Oostenrijker construeerde eerste pantserwagen Onder de diepste geheimhouding- ontwikkelden de Fransen en vooral ook de Engelsen gedurende de eerste wereldoorlog een „wonderwapen", dat tenslotte de gigantische stryd aan het westelijk front te hunnen gunste deed eindigen. Teneinde een vroegtijdige ontdekking te verhinderen van het projekt waaraan zy bezig waren, gaven zij de nieuwe oorlogsmachine de codenaam „Tank". Men wilde daarmee de indruk wekken, als zou het slechts gaan om een transportabele brandstoftank. Vjjftig van deze tanks werden voor het eerst Ingezet in de grote zomerslag van 15 september 1916. Hun werking was bepaald niet verpletterend. Een groot aantal van de veel te plompe en zich slechts langzaam voortbewegen de kolossen werd kapotgeschoten, niet weinige hadden motorpech en weer andere reden min of meer zoekend maar wat rond. Niet veel beter verging het de tanks in de grote VQorjaarsslagen in 1917 bij Arras, aan de Aisne en in de Champagne. Tijdens de gevechten in Vlaanderen gedurende de. zomer van 1917 konden ten gevolge van de on gunstige bodem, de tanks zich al evenmin behoorlijk ontplooien. Geen wonder dus, dat. de opperste Duitse legerleiding de gevechtswaarde van deze oorlogsmachines niet al te hoog aansloeg en er niet toe overging, met grote energie ook tanks aan te maken. Ze beslisten de oorlog Toen, op 20 november 1917, open de de historische tankslag bij Cam- brai hun de ogen te laat echter. Op. deze dag namelijk verden voor het eerst over een front eni ge honderden Engels nks inge zet. Gebruik makend n het ver- rassingselement ze' eze zeer geconcentreerde strijdg.oep zich onder bescherming van de och tendnevel in beweging, waarbij het anders gebruikelijke artillerie trommelvuur op de Duitse stellin gen achterwege bleef. En deze stellingen, die enige honderden meters diep waren en achter dicht prikkeldraad lagen, werden nu in zeer korte tijd volkomen verplet terd. Zo gehikte het de Engelsen een zeer diepe bres In het Duitse front te slaan. De tanks waren van de ene dag op de andere geworden tot een wapen van de eerste orde. De Duitse leger leiding probeerde weliswaar nog de enorme voorsprong, die de geallieer den op dit gebied verkregen hadden enigermate op te heffen. Tegenover de enkele duizenden gevechtswagens, waarover de Fransen en de Engelsen beschikten konden zjj echter slechts 75 buitgemaakte en weer opgelapte tanks en verder 15 van eigen niakely stellen. En daarmee was de oorlog be slist. „Landtorpedoboot" Het had misschien heel anders kun nen lopen, als In het voorjaar van 1903 kreeg de jonge Oostenrijkse kapitein van het leger, Gunter Burstyn, de zeldzame gelegenheid een vlootmanoeuvre bij te wonen aan boord van een torpedo boot. Met gespannen aandacht volgde hy het schouwspel en zag hoe de klei ne gemakkelijk wendbare boten de „vijandelijke" armada aanvielen en met hun torpedo's slagschepen en pantserkruisers buiten gevecht stel den en daarmee de strijdmacht van de tegenstander versloegen. De gedachte kwam bij hem op, of het met moge- j lyk zou zijn, „landtorpedoboten" te j construeren, die op een soortgelijke wijze tegen de versterkte stellingen konden worden ingezet. Tussen deze eerste gedachte en de uitvoering er van lag een lange, zware weg. Burstyn ontwikkelde een voertuig op „glijbanden", zoals hy de rupsband betitelde. Een onoverwinnelijke moei lijkheid leek eerst, hoe een dergelijk los voertuig te besturen, tot de uit vinder op de gelukkige gedachte kwam, de „glflkettingen" niet ge meenschappelijk, doch afzonderlijk van elkaar aan te drijven, respectie velijk af te remmen. Daarna kreeg de gevechtswagen een grote wendbaar- Ofschoon het op zichzelf een voordeel was, dat de wagen van Burstyn ge ringe afmetingen had, hield dit te vens het nadeel in, dat deze niet in staat zou zijn, wat brede sloten te overbruggen of steile hellingen te be klimmen. Om aan dit bezwaar tege moet te komen, voorzag de uitvinder zijn voertuig van voren en van ach teren van losse, op verstelbare beu gels aangebrachte wielen. De bewape ning van deze gevechtswagen zou uit een snelvuurkanon bestaan, dat voor al zou moeten dienen voor het bestre den van machinegeweerstellingen. Kans gemist Nadat Burstyndt „motorgeschut", zoals hij de door hem uitgevonden ge vechtswagen noemde, tot in de klein ste details had doorgedacht, op papier gezet en zelf in model had uitgevoerd, diende hy zijn project in by het mini sterie van oorlog te Wenen, dat ech ter niet wist, wat het ermee moest beginnen. Deze uitvinding kon men in geen enkel schema inpassen, ja het dreigde zelfs de grondbeginselen van de tot dusver gevolgde tactiek onder steboven te gooien. Zo zwierf dan het ontwerp van de ene afdeling naar de andere, van het ene schrijfbureau kwam het op het vol gende terecht, tot uiteindelijk het „Kaiserliche und Königliche Reichs- kriegsministerium", afdeling 7, bh decreet no. 7622 van 17 oktober 1911 definitief besliste, dat het „onderha vige projekt niet in aanmerking kwam tot voorwerp van beproeving op kosten van de legerleiding" ge maakt te worden. En daarmee miste men een kans, zo als die zich misschien eens in de hon derd jaar voordoet. En overwonnen de geallieerden in de tankslag bjj Cambrai. Ds. J. J. Hietkamp 25 jaar predikant. Vandaag herdenkt ds. J. J. Hietkamp, Ned, herv. predikant te Rotterdam- Delfshaven zijn zilveren ambtsjubile um. De jubilaris werd 5 februari 1908 geboren. Na zijn theologische studie aan de rijksuniversiteit t« Utrecht te hebben voltooid, werd de jubilaris in 1932 door het provinciaal kerkbe stuur van Noord-Holland toegelaten tot de Evangeliebediening in de Ned. Herv. Kerk. In de vacature van ds. A. T. W. Kruis, die naai Vlissin- gen vertrok, bracht de Ned. herv. gemeente van Serooskerke (W.) een beroep op kandidaat J. J. Hietkamp uit Enschedé, die dit beroep aannam. Op zondag 20 november 1932 werd kandidaat Hietkamp te Serooskerke door wijlen ds. C. M. Briët uit Heem stede in het ambt bevestigd. Zondag 19 juli 1936 verbond ds. Hiet kamp zich aan de Hervormde ge meente van Vlissingen die hij bijna zeven jaar diende. Óp 26 maart 1944 deed de jubilaris intrede in Rotter- dam-Delfshaven. Bevestiging en intrede ds. A. F. Goedendorp. Ds. A. F. Goedendorp beeft zon dagmiddag (17 november) afscheid genomen van de gereformeerde kerk van Den Burg op Texel en zal zon dagmiddag 1 december a.s., na 's- morgens vooraf te zijn bevestigd door ds. J. van der Leek van Ka- pelle-Biezelinge zijn intrede doen als predikant van de gereformeerde kerk van Nieuwdorp in de classis Goes, waar hij de opvolger wordt van ds. G. Aalbersberg, die in september van het vorige jaar naar Vlaardingen is vertrokken, waar hij thans werk zaam is als evangelisatie-predikant. "Dan en oeot Onze kinderen. In zijn voorwoord tot het boek „On ze kinderen" van de artsen N. I. Hey- broek, C. J. Heybroekd'Ancona en dr. C. G. QueridoNagtegaal heeft prof. dr. S- van Creveld indertijd ge schreven, een gelukkige omstandig heid te zien in het feit, dat drie art sen samenwerkten, die respectieve lijk hun sporen hebben verdiend op het terrein der kindergeneeskunde in de engere zin van het woord, het onderwijs in kinderverzorging en -op voeding en op dat der geestelijke hy giëne van de kinderleeftijd. Hierdoor kon een werk ontstaan, dat meer dan een der voorafgaande, praktische voor lichting geeft over lichamelijke ver zorging en geestelijke ontwikkeling van geboorte tot puberteit, welke ver langd wordt door allen, wie de ge zondheid van onze jeugd in de rui me zin van het woord ter harte gaat. H. Meulenhoff, Amsterdam, heeft nu van dit boek een gehele herziene, onverkorte goedkope uitgave doen verschijnen, die ongetwijfeld voor ve len in een behoefte zal voorzien. NED. HERV. KERK Beroepen te Ter Aar: A. den Har- tog te Amersfoort. Aangenomen naar Blokzijl (toez.): D. Keuning te Almen-Harfsen; naar Loppersum: dr. J. M. Bal jon te Blan kenham. GEREF. KERKEN Tweetal te Hoek (Zeeland): M. Boot, kand. te Woerden en W. B. van der Meulen, kand. te Amster dam. Beroepen te Amsterdam (vac. R. C. Harder): dr. F. H. von Meijen- feldt te Leiden; te Oosthem: W. B. van der Meulen, kand. te Amster dam; te Tijnje: E. de Vries, kand. te Emmen; te 's-Gravenhage-Loos- duinen (vac. J. B. Vogelaar): P. C. de Vries te IJselmonde. Bedankt voor Alphen aan de Rijn (derde predikantsplaats): G. W. H. Peddemors te Dirkshorn; voor Oen- kerk: H. J. Swlerts te Enkhulzen. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Sassenheim: Th. Rut- ters te Wildervank. BAPT. GEMEENTEN Drietal te Groningen (vac. G. Vegter): F. H. E. Huizinga te Hen gelo, W. Feenstra te Treebeek en H. van der Werf te Emmen. t Advertentie) PASSAGE de jonge jenever •veen Ja, dat is 'n beste jonge.' - per liter kelderfUs f 7.80 Advertentie) Bi| pijn, griep ol „landerig" gevoel zorgt een enkel labiet dal U weer mei plezier Uw werk kunt doen I 171. Baas Buizerd en Huub liepen naar hel huisje te rug. „Wil Je nou nog een bootje huren?" vroeg de man op een wat spottende toon. „Ik wel", zei Huuo, „ik logeer hier aan 't meer met een paar vrienden en dile zouden me vreselijk uitlachen als ze hoorden dat ik geen bootje had durven huren". De man liep zwijgend verder. Toen zei hij: „Nou, ik heb je gewaarschuwd 't Kost je een riks per dag en lk wil een waarborgsom van vijf en twintig gulden, want ik loop een mooie kans dat. Ik m'n bootje nooit terugzie". Huub haalde zijn portemonee te voorschijn. „Misschien loopt 't wel los", zei hij. In het kamertje van baas Buizerd betaal de hij huur voor vier dagen en bovendilen legde hij een briefje van vijf en twintig gulden op tafel. Hij moest zijn naam en adres op een voddig stukje papier zetten dat baas Buizerd ln de la van de tafel wegborg. Huub deponeerde daarna zijn fiets in het roeibootje, maakte het los. greep een der riemen en zette af. Het ging hem gemakkelijk af, want hij had vaak geroeid. Baas Buizerd stond hem na te kijken. ,Je kam nooit zeggen dat ik je niet gewaarschuwd heb, mannetje", zei hij nog. FEUILLETON door Margaret Malcolm op 31C „Daar heb je het viel Celia hem vlug in de rede. „Dat is nu juist wat ik bedoel. Ik neem aan. dat je wel eens een of msschen zelfs twee ver pleegsters hebt ontmoet, die alleen en uitsluitend belang stellen in hun werk en daarom meent, dat dit met alle verpleegsters het geval is. Maar daar in vergis je je. Er bestaat evenveel verschil tussen verpleegsters onder ling als In elk ander beroep, Vin Hii haalde de schouders op. „Niets wat ik sedert je komst hier van je heb gezien, bewijst me, dat je 't bij het rechte eind hebt", zei hij on gelovig. „Toen we in Sandy Bay wa ren. leek het anders, dat is zo, maar je bent niet hetzelfde meisje van ginds, Celia". „Ik heb je vroeger al gezegd van wèl", hield ze vol, „maar iemand kan niet altijd met vaoantie zijn Vin „O, dat weet ik wel", zei hij iro nisch. „Het leven ls nu eenmaal een realiteit en heel ernstig Dat hebben ze sinds ik weer thuis kwam. me tot vervelens toe voorgehouden Ik hoop te, dat jij me zou begrijpen, maar je bent al even erg als Greg in zeke re zin nog erger, want ik dacht..." Hij bleef steken en haalde de schouders op. „Och misschien is het mijn schuld, omdat ik zo vlug een oordeel had ge vormd Celia aarzelde even. „Vin", sprak ze tenslotte behoed zaam, je wilt, geloof ik. zeggen, dat als je had geweten hoe ik in werke lijkheid ben. je me niet ten huwelijk zou hebben gevraagd. Is het niet zo?" „Ik..." begon hij, ging evenwel niet verder, maar vroeg argwanend „Zeg eens waar stuur je op aan „Ik heb je dadelijk bij 't begin ge zegd, Vin, dat we elkaar beter moes ten kennen voor we samen gingen trouwen. Je weet dat ik daarvoor hier ben gekomen. Als je dus meent, dat we ons per slot van rekening hebben vergist, is het nog niet te laat..." „Ja, dat is liet wèl", zbi Vin nors. „Je hebt me met die verpleesrstersge- schiedenis voor de mal gehouden, maar tenslotte weet eMeon >|e familie ervan. En als je nu denkt, dat ik je zal vrijlaten en mezelf ten aanschou- we van de hele streek voor gek laat staan heb je 't glad mis. Neen, je hebt beloofd met me te trouwen en je zult met me trouwen „Zelfs terwijl we elkaar niet lief hebben vroeg Celia wanhopig. „O, neen, Vin, zelfs onze trots is da niet waard. Laat ons eerlijk zijn". „Maar Celia riep Vin, wiens boos heid eensklaps verdwenen scheen. Hij was inderdaad ontsteld en sprak nu op tedere, smekende toon „Dat kun je niet menen. Ik heb je zo nodig. O, ik weet, dat ik je het leven niet ge makkelijk heb gemaakt, maar ik heb het evenmin gemakkelijk gehad. Als we maar eerst getrouwd zijn. wordt alles anders, dat zweer ik je Liefste, ik kan niet buiten je. Je moogt me nu niet in de steek laten Hij sloeg de armen om haar heen en een ogenblik raakte ze weer onder de bekoring van zijn knappe verschij ning en zijn jeugd, die bij hun eerste ontmoeting zoveel indruk op haar hadden gemaakt. Bovendien, hy had haar immers nodig Ze bood geen weerstand toen hij haar dichter nan" zich toe trok, onstuimig haar liprc- kuste en 't haar al te moeilijk maa'- „neen" te zeggen. Toen echter, op b beslissende ogenblik, beging Vin ■- fout. Hij boog even heel behoedzar achteruit, om haar gezicht te kunne kunnen zien. Maar vergat daarbij, d' re nu ook liet. zijne kon bestuderen hem in de Ogen kijken. En hij war niet vlug genoeg om de blik van slu we berekening, ja van minachting voor de vrouw, die zich tegen beter weten in door zijn kussen liet over tuigen, tijdig te doen verdyvjjnen. Met een snelle beweging maakte ze zich uit zyn omhelzing los. „Neen riep ze hartstochtelijk, „neen Vin We kurmen niet met el kaar trouwen. Het zou een bespotting, een slechte daad zijn, die we ons hele verdere leven zouden betreuren Hij begreep dat ze het meende en deed geen poging haar van mening te doen veranderen. „Goed, als je het zo opvat", zei hij, nors de schouders ophalend, „dan is er niets aan te doen Maar ik wilde wel, dat je wat eerder tot dat besluit was gekomen, in plaats van tot de laatste minuut te wachten..." „Vin riep ze verwijtend. „Ja, ik had dat, geloof ik, niet moe ten zeggen", gaf hij toe. „Als ik eer lijk wil zijn, moet ik erkennen, dat ik geprobeerd heb, je met geweld over te halen". Ze antwoordde niet. Wat hadden ze per slot van rekening elkaar nog te •eggen Een proef, die nooit geno- ■••m had moeten worden, was falie- uitgelopen. Hoe minder er over •raat werd, hoe beter. Vin bleek hter anders over te denken, 'oor eens, Celia", hernam Vin, „ik niet zeggen dat je ongelijk hebt, "tr wil je desondanks iets voor me an .Als ik kan..." klonk het weifelend. „O, je kunt het 't heeft niet veel te betekenen", verzekerde hij, wat al te opzettelijk nonchalant. „Houd het alsjeblieft stil tot morgen". DOOR GONNY TEMMERMAN één van de winnaressen van de Zeeuwse opstellenwedstrijd, uit Aardenburg. ggrr«M,T 1 ■f':: ;f1UOV'' Bi uj d o rf ..1 Ja, daar had je de bus al. In 'n tijd van drie minuten zat ieder op z'n plaats. „Allen present?" Ja natuurlijk, met 'n schoolreis is immers iedereen op tijd. Daar reden we voor 'n dagje Aarden burg uit. Heerlijk! We zongen al gauw ons schoolreislied: 't Is zo heerlijk en zo fijn Om op stap te zijn Ja op stap met heel de klas Heel de dag is er jolijt wat 'n lange tijd En naar huls gaan we vanavond pas! We waren in 'n minimum van tijd in Breskens. Wat was 't water heerlijk rustig. De zon spiegelde op 't water dat 't 'n lust was. Daar gleed de Prins Bernhard voorbij. We zwaaiden. „Toet, toet", riep de boot. Nu al, wat gaat die tijd gauw voorbij. We passeerden Vlissingen, Middelburg met z'n Lange Jan, Goesvmet z'n televisie toren, Bergen op Zoom, Roosendaal. En dar zagen we... niet de groene trui, maar wel 't rodè dak van 't huis van Wim van Est. Halt, hier mochten we er uit om 'n verfrissing te nemen. Dat smaakte fijn! Dan weer verder naar Etten en de Moerdijkbrug over Wat is die lang zeg! Dordrecht, Zwijndrecht en daar ging 't op Rotter dm aan. We reden onder veel viaducten en ook onder de Maastunnel door. Brr... net of we lijken waren. 't Was' half twaalf toen we aan Blijdorp kwamen. De vlaggen hingen uit, niet voor ons hoor, maar omdat 't feest was n.l. 't honderdjarig bestaan van diergaarde „Blijdorp". Eerst eten, want onze magen vertelden dat 't etenstijd was. Daar kwam de gids al aan, die ons ging rondleiden. Hij vertelde ons veel. We zagen olifanten, beren, apen, die allerlei manieren uitoefenden, giraffen, die heel statig liepen met hun lange nekken. Gemakkelijk als je zo'n lange nek hebt, je kunt overal overheen kijken. O, kijk 'ns zeepaardjes, krokodillen, zeeratten, kangoeroes, vogels, buffels, zwijnen, zebra's en nog veel meer. 'n Neger reed door Blijdorp boven op 'n olifant. We zouden nog op de uitkijktoren gaan, dus toen we hem zagen gingen we al trappen klimmend er op. Je had er 'n prachtig over zicht van Rotterdam en Blijdorp. Vol lust liepen we weer de trap pen af. Vandaar af keerden we naar de uitgang. Kaarten kopen en schrijven en... daar reden we weer. In de terugreis landden we nog op de Wouwse Plantage aan. We ontmoetten daar de oude kapelaan die nog in Aardenburg had gestaan. Dat was 'n vrolijk weerzien. We pamen afscheid van recreatieoord „De Kloof", en reden naar de speeltuin in Bergen op Zoom. Heerlijk gleden we langs de kabelbaan naar beneden en speelden op de andere vermakelijkheden. Eigenlijk was de tijd daar veel te gauw om. We gingen bij Perkpolder over naar Kruinïngen met de pont. Zodoende reden we heel Zeeuwsch-Vlaanderen door. Al zingend na derden we Aardenburg en ja hoor, je zag al de mensen staan wach ten. We stormden uit de bus en vertelden 'nog lang van de heer lijke dag, die wij dank zij Blijdorp en Bergen op Zoom hebben gehad. Nu moet ik nog even vertellen, dat we zo'n leuk schildpadje, dat we in Blijdorp gezien hebben, als prijs gewonnen hebben van de Blijdorpwedstrijd uit „De Engelbewaarder". Gisteren kwam ze uit Blijdorp in Aardenburg aan. Ze maakt 't best. We hebben haar gedoopt en de naam gegeven Prijsje Blijdorp. We zijn er wat trots op. „Maar waarom vroeg ze ver baasd. „Wat maakt dat voor verschil? En bovendien moeten we de mensen die al uitgenodigd zyn zo gauw moge lijk bericht sturen". „Toch had ik het graag", hield hy koppig vol. „Komaan, Celia, wees sportief Als je er op aandringt, wil ik je de reden van myn verzoek wel meedelen, maar", voegde hij er grin nikend aan toe, „liever niet Eens zou dat jongensachtige ge grinnik haar vertederd hebben, maar ofschoon ze hem geen kwaad hart toedroeg, had ze Vin nu genoeg leren kennen om te weten, dat hij met be paald kieskeurig was met zijn midde len om een of ander doel te bereiken. ,,'t Spijt me, Vtn", zei ze vriendelijk, „maar als je wilt, dat ik je zin doe, moet ik rlc reden van je verzoek ken nen". „Nu °oad dan", hernam hij onwil lig. ,,'t Komt hierop neer Vanmor gen - orecies een half uur geleden - heeft Greg me een voorstel gedaan". „En vroeg ze ademloos. .Hij vel, dat hij, omdat we hier >>Hjkb' v niet gelukkig zouden zijn, bereid was de boerderij te verkopen". Celia viel hem verschrikt in de rede. „O, neen, Vin riep ze, „dat mag je hem niet laten doen 't Zou Greg's hart breken als hij Mallards móest verlaten „En 't zal mijn hart breken als ik er blijven moet", zei Vin zo ernstig, dat zij er van ontstelde. „Vin riep ze onzeker. „O. ik weet het wel. Ik heb geen best figuur geslagen, ik heb mijn E licht verzuimd en mijn werk ver- noeid. Maar wat je niet weet. is hoe dikwijls ik Greg heb benijd omdat Hij een vaste grondslag bezit, terwijl ik er hoegenaamd geen heb. Denk niet, dat ik alleen maar wil kankeren In de oorlogsjaren hebben we allebei ge werkt, Greg op zijn manier en ik op de mijne en misschien had ik toen het beste deel. maar nu is Greg er beter aan toe dan ik". „Niet als je Mallards verkoopt", zei Celia snel. „Als je dat doet, ontneem je Greg de grondslag van zyn bestaan, en ik vond, dat vooral jij dit moest nalaten, omdat je zelf iets dergelijks zegt te missen". „Misschien geloof je me niet, maar het is inderdaad zo", hield hij vol. „Hoe dan ook, ik moet hier weg moet mijn eigen baas zijn en een andere manier weet ik niet. Jij soms?" (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 9