Hulpverlening is geen aalmoes,
maar produktieve investering
LEZERS SCHRIJVEN
Weer Romeins schip ontdekt
Britse mijnwerkers zeggen „neen"
tegen Hongaarse kameraden
AFLUKIN-C
MAANDAG 21 OKTOBER 1957
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
GRIEKENLAND VOOR EN ACHTER
Bevolking van Chrysoupolis heeft
tekort aan technische kennis
(Van onze speciale verslaggever)
Tijd is in Griekenland geen geld, maar geduld. Het land is opgedeeld
in bergen en valleien, in talloze eilanden en eilandjes, lagunes en vaak
verslindende bezigheid met veel omhaal in de rotsachtige bergformar
diep in het land snijdende golven. Dat maak het reizen er tot een tyd-
ties of langs de grillig gekartelde kust. Een groot deel van het wegen
net verkeert, ondanks de voorvarendheid, waarmee na de burgeroor
log, vernieuwing en herstel ter hand werden genomen, in een erbarme
lijke staat.
Over een tocht van Patras naar de magistrale, verheven godenplaats
Delphi, een afstand van ruim 160 km, deden wij vyf uren.
De afstand van Athene naar het
noorden van Griekenland, naar
Tracie en Macedonië, is echter vele
malen groter, niet alleen geogra
fisch, maar ook sociografisch en
bestuurlijk gezien. Het is niet over
dreven te zeggen, dat Griekenland
in de laatste twintig jaren drie vij
anden heeft gehad, waarvan het
meer heeft geleden dan van over
stromingen en aardbevingen: de
bezetters uit de Tweede Wereld
oorlog Italianen, Duitsers, en
Bulgaren de communistische
guerilla's, die de wederopbouw van
het geschonden land en de vreedza
me arbeid van zijn diep beproefde
bevolking nog ruim vyf jaren heb
ben vertraagd, maar tenslotte ook
de centraliserende bureaucratie van
Athene.
De Griekse regering zelf heeft echter
ingezien dat centralisatie een dodelijk
gevaar is voor de bestuurbaarheid en
de economische en sociale ontwikke
ling van dit „bewerkelijke" land, waar
bovendien diepe armoede en grootste
welvaart elkaar binnen een afstand
van veertig kilometer afwisselden. Op
een met stenen bezaaide berghelling
waar veel jeneverbes groeide en klip
geiten onbeweeglijk op een rotsblok
stonden, dreef een gezin onder de felle
zon de pikhouwelen in de grond om
enkele meters aan een lapje bouw
grond met wat groente toe te voegen.
Na een half uur rijden daalden we af
in het dal van Amfissa. kort voor Del
phi, een der rijkste olyvengebieden
van Griekenland.
Sedert 1947 is nu een decentralisatie
met een overdracht van bestuursbe
voegdheden aan lagere organen in het
land gaande. De gemeentelijk autono
mie is in 1949 hersteld. Het is een nog
onvolgroeid proces, dat echter sterke
impulsen ontvangt van het koninklijk
nationaal instituut, een a-politiek, we
tenschappelijk geleide maatschappelij
ke organisatie, die zich tot doel heeft
gesteld de morele, sociale en materiële
levensvoorwaarden van het Griekse
volk te verbeteren.
Het instituut betrekt in zijn activiteit
ook de vrouw die pas in 1953 voor het
eerst een zetel in het parlement kreeg
en die nog steeds niet aan enig plaat
selijk bestuur deelneemt. In haar
trainingscentra tracht het instituut
vooral de ongeschoolde jeugd tech
nisch te ontwikkelen, op voorwaarde
dat de jongelui hun pas verworven
kennis gedurende een aantal jaren in
dienst zullen stellen van hun woon
plaats. Op initiatief van de koningin
is een speciaal fonds tot stand geko
men dat zijn zorgen uitstrekt over
vrouwen, meisjes en wezen.
Ontwikkelingsplan
Uitgaande van het beginsel van plaat
selijke ontwikkeling en zelfbestuur
heeft de Griekse regering een groot
aantal ontwikkelingsplannen voor de
achtergebleven gebieden in het land
in uitvoering gegeven. Het tekort aan
wetenschappelijk en praktisch ge
schoold kader en vooral aan water
bouwkundige en agrarische ervaring
Tijdens de laatste minuten van een
oefenvlucht boven de Steingletsjer
in Zwitserland stortte een reddings
vliegtuigje neer, waarbij vier in
zittenden werden gewond. Alpinisten
die aan het trainen waren voor de
Zwitserse Himalaja-expeditie 1958,
bevonden zich in de omgeving en
konden eerste hulp bieden, waarvan
de foto een beeld geeft.
heeft de regering er reeds in een aan
tal gevallen toe gebracht technische
bijstand van andere landen in te roe
pen. Zo zy'n Italianen belast met de
afsluiting van een lagune, ergens aan
de westkust, bij wijze van proef-inpol-
dering. Wij vernamen dat met de Ne
derlandse regering weldra onderhan
delingen zullen worden gevoerd over
de financiering en de technische uit
voering van de bouw van een stuw
dam bij het plaatsje Paradisos in de
rivier de Nestos.
In het centrum van dit ontwikke
lingsgebied ligt het vriendelijk,
6700 inwoners tellende dorpje
Chrysoupolis. In het ontwikke
lingsplan van de Griekse regering
voor het dal en de delta van de
Nestos een in de toekomst te be
vloeien gebied van 45000 ha - is dit
dorpje met naaste omgeving, op
verzoek van de regering van Grie
kenland, Joegoslavië en Turkije
een proefproject van de Verenigde
Naties geworden.
De Nederlander, dr. Cli. O. van der
Plas, vertegenwoordiger van het
Technical Assistance Committee van
de Verenigde Naties wil middelen
aangeven tot opvoering van de land-
bouwproduktie door bevloeiing,
marktonderzoek en technisch onder
wijs te stimuleren.
Wij hebben de gelegenheid te over
fehad om te constateren dat de
evolking in dr. van der Plas, die
in oktober 1956 zijn arbeid is be
gonnen, groot vertrouwen heeft.
Men waardeert zijn zeer persoon
lijke omgang met de bevolking, zijn
grote ervaring zijn onafhankelijk
oordeel en zy'n heldere adviezen.
Op zijn verzoek hebben de Verenigde
Naties voor een eerste technische uit
rusting ter waarde van 25.000 dollar
gezorgd in de vorm van tractoren en
bulldozers, die gebruikt worden om de
grond te nivelleren. Zonder nivelle
ring is irregatie vruchteloos. In het
dorp zal voorts een eenvoudige, sterk
op de praktijk gerichte technische op
leidingsschool worden gebouwd, waar
van de outillage door de Verenigde
Naties zal worden verzorgd.
T echnische school
Het is ln dit concrete program van dr.
Van der Plas, dat de Nederlandse Or
ganisatie voor Internationale Bijstand
(Novib) aanknopingspunten heeft ge
zocht voor z(jn hulpverlening, waartoe
een beroep op het Nederlandse volk
zal worden gedaan. Gedreven door het
beginsel van internationale solidari
teit, wil de Novib technische, econo
mische en financiële bijstand verlenen
in de node van andere volken. In het
harmonische samenspel van de Ver
enigde Naties met de Griekse rege
ring wil de Novib dit hulpproject van
hoofdzakelijk kwalitatieve en stimule
rende betekenis heiepen uitvoeren.
Het wil 50.000 byeen brengen voor
het gebouw van de technische school
in Chrysoupolis.
Een kleinere som voor het inrichten
van een bewaarplaats voor kinderen
van de landbouwende bevolking,
10.000 voor het aanleggen van een
pijpleiding in het dorp Elafochori en
tenslotte zal het tijdelyk een directeur
leveren voor de technische opleiding.
Wij hebben in het begin van deze eer
ste beschouwing naar aanleiding
van onze reis naar Chrysoupolis nogal
uitgeweid over de activiteit van
Griekse regering zelf. De Nederlandse
hulpverlening geschiedt niet
de
vorm van een aalmoes voor een bede
laar, het Griekse volk bedelt niet. Het
is individualistisch georiënteerd en be
zit een sterk persoonlijk nationaal ge
voel. Het tracht zichzelf te helpen.
Alleen uit een oogpunt van solidariteit
en mede-verantwoordelijkheid kan dit
Nederlandse initiatief morele en sti
mulerende betekenis hebben.
De burgemeester van een klein arm
Klaatsje ln Griekenland, dat door het
ion. Nationaal Instituut geholpen
was heeft eens gezegd: „zij gaven ons
geld en nu hebben wy water. Inplaats
van onze dochters terug te houden
van een huwelyk uit vrees dat zy wa
ter draagsters zouden worden en geen
echtgenoten, gaven wy haar nu een
bruidsschat.
„GROTE JONGEN MET GOUDEN LACH"
MAURICE CHEVALIER VERDWIJNT
„VOORGOED" VAN 'T PODIUM
„Ik geloof, dat het tijd is me te
rug te trekken. Al lang gelooft nie
mand me meer, wanneer ik de har-
tebreker speel". Met deze woorden
kondigde Maurice Chevalier onlangs
te Hollywood voor de zoveelste maal
zijn afscheid van cabaret en toneel
aan. „Maar ditmaal is het defini
tiefzei hij.
De mooie Maurice was eens het
symbool voor de mode bij de man
nen, voor het type van de wat op
pervlakkige hartenveroveraar bij de
vrouwen en voor levensstijl bij een
generatie, die in de sanguinische
boulevardier een onverwoestbaar
overblijfsel uit de „goede oude tijd"
meende te zien.
Maurice Chevalier was een volks
jongen uit Ménilmontant, de wijk op
de oostelijke helling van Montmart-
re. Toen hij elf jaar was, begon hij
op kermissen in Parijs de schom
mels luidkeels aan te prijzen, „lied
jes bij de draaiorgels te zingen en
de ateliermeisjes kushanden toe te
werpen. Toen hij 19 was, ontdekte
Mistinguett hem, de grote Mistingu-
ett, die toen al een bekende ster
was. Zij haalde hem in haar boule
vardtheater. Dat was in 1910. In de
tijd van „Maxim", het zenith van de
„Belle Epoque".
Uit de samenwerking met Mistin
guett groeide een persoonlijke gene
genheid en generaties lang werden
zij beschouwd als het beroemdste
artistenpaar ter wereld tot... de veel
jongere Maurice in 1928 met haar
brak en duizenden Parijse midinet-
tes en andere meisjes over de hele
wereld in snikken deed uitbarsten.
Chevalier hield de carrière van de
vlotte minnaar vóór en achter het
voetlicht nog heel lang vol, tot op
een leeftijd, waarop anderen al lang
aan andere dingen denken. In 1935
behaalde hij een wereldsucces met
de Hollywood-verfilming van „Mer
ry Widows" aan de zijde van Jean-
nette Masdonald. Wenen, Parijs en
Hollywood, drie perioden in de ge
schiedenis van het toneel waren hier
tot een glanspunt verenigd. Pas in
1949 speelde hij een vaderrol, in Re-
né Clair's voortreffelijke film „Zwij
gen is Goud".
Leger in Brazilië trad
op tegen stakers
Met tanks en pantserwagens is 't
Braziliaanse leger donderdag opge
treden tegen 40.000 stakers in Sao
Paulo. Minstens twee mensen kwa
men daarbij om het leven en 12 wer
den gewond. Twee fabrieken werden
door het leger bezet.
De militaire macht greep in nadat
posten en wachten bij een van de
twee fabrieken, waar kogels gefabri
ceerd worden, waren begonnen te
schieten. De andere fabriek is een
plaatijzerfabriek. Beide industrieën
vallen onder de jurisdictie van het le
ger, als zijnde van strategische aard.
De politie van de staat Sao Paulo
had geweigerd in te grijpen in dit ar
beidsconflict, waarin behalve de ar
ken ook werkers van textiel- en pa
pierfabrieken, looierijen en drukke
rijen betrokken zijn. Inzet van de sta
king is een loonsverhoging van 45
procent.
23 van de 25 bemanningsleden
van het Duitse schip „Hans Ollen-
dorf", voor anker in de Jutlandse
haven Kolding, zijn aangestoken door
de A-griep en moeten het bed hou
den.
Coupeer geen
paardestaarten!
(Van redactiewege bekort).
Nog steeds worden paardestaarten
afgehakt. Het is zeer te betreuren, dat
men juist in Zeeland de modegril van
het couperen zo in ere houdt. Geluk
kig zijn er ook boeren die hun die
ren de lange staarten laten behou
den. Zij kennen dan ook de gevolgen
van de coupatie: het dier, dat vooral
bij warm weer een ware insecten
plaag ondergaat, schopt en slaat met
de poten, soms zelfs tot bloedens toe,
maar staat machteloos tegenover de
vliegen. Als zo'n paard zijn natuurlij
ke dus lange staart nog had, zou
het de lastige insecten gemakkelijk
kunnen verjagen. Meestal wordt het
paard nog afgerost ook, als het zich
tegen de vliegen verzet door slaan en
schoppen enzovoort.
Ja, sommige mensen zijn zelfs trots
op een „keurig gecoupeerde staart"
van één hunner paarden.
Men zegt dan wel, bij wijze van
verontschuldiging: „maar dat is nu
eenmaal het rasBij mijn weten
m
(er rorgrolii
•grol me m
inltègeit
cfni de
tiTmlniirflfjCi
leid i»iï
Wegens overstelpende vraag tijdelijk in glazen verpakking
is er nog nooit een veulen met ge
coupeerde staart geboren
Coupatie van paarden is niet goed
te praten, ook niet met een „maar het
bedrijf eist het", en dergelijke uitla
tingen. Het is precies alsof men een
mens met de handen op de rug zou
binden en zo zou blootstellen aan de
willekeur van de stekende insecten.
Volgens mij zou het gevloek en het
gescheld uren in de omtrek zijn te
horen
Laat ons Zeeuwse volk zo verstan
dig zijn de „Dierenbescherming" te
helpen dit kwaad te bestrijden.
M. J. VAN DEN BERGE—
KLOOSTERMAN,
Oude Bossestraat 2, Kapelle.
KERKNIEUWS
NED. HERV. KERK.
Aangenomen naar Groote Lindt en
Heer Oudelands Ambacht J. H. Ren
ting te Gendt.
Bedankt voor Zoetermeer C. Spa
kenburg te Hendrik Ido Ambacht.
Benoemd tot bijstand in het pasto
raat te Oosterwijtwet D. Sienelink,
em. pred. te Hoogkerk.
Na gehouden colloquium toegela
ten tot de Evangeliebediening in de
Ned. herv. kerk, A. Geense Jr., wo
nende te Den Haag, vroeger te Goes.
GEREF. KERKEN.
Beroepen te Oud-Beierland G. Hen-
geveld te Woubrugge.
CHR. GEREF. KERKEN.
Tweetal te AarlanderveenNieuw
koop R. Kok te Veenendaal en M.
Vlietstra te Eemdijk, van wie eerstge
noemde is beroepen.
Beroepen te Doornspijk B. Bijleveld
te Noordeloos.
Bedankt voor Zaandam S. Wijnsma
te Broek op Langedijk.
DOOPSGEZ. BROEDERSCHAP.
Aangenomen naar Surhuisterveen
J. P. J. Knïpscheer, prop. te Am
sterdam.
Zal de blauwe Tyr-
rheense zee in de buurt
van het ver-afgelegen
Sardinië de oplossing
brengen van een van (ie
grote problemen der
archeologie dat daar
uit bestaat, dat men
niét weet, hoe de oude
schepen der Romeinen
er uit zagen f
Een groep Italiaanse
duikers zonder duiker
pak, die een enorme
hoeveelheid vazen ont
dekt heeft, JfS in onder
het zee-oppervlak de
'ontdekking dateert van
de maand september
is van meningdat hier
het eerste wrak gevon
den zou kunnen worden
van een Romeins zeeva
rend schip, uit de tijd
oudheid, daar dit vol
gens hen verborgen
moet liggen onder het
zand van de zeebodem
voor de rotsachtige kust
van Sardinië.
Als dit veronderstelde
schip gevonden zou kun
nen worden en gelicht
Iets, waarachter men
natuurlijk een groot
vraagteken moet plaat
sen dan, zo zeggen
Mogelijk dat het schip
kan worden gelicht
de archeologen, zou dat
de tweede grote histori
sche vondst van de eeuw
in Italië zijn, na de
ontdekking, een paar
weken geleden, van wat
naar men geloofthet
origineel is van de be
roemde groep van lao-
coon.
Vreemd genoeg voor
een volk, ivaarvan de
geschiedenis en de ge
woonten en gebruiken
in alle bizonderheden
beleend zijn, maar de
techniek van de scheeps
bouw is er tot nu toe 'n
gesloten boek gebleven.
Gianni Roghi, die de
leider was van de expe
ditie is van oordeel, dat
dit „het" is. Als er zich
werkelijk een schip zou
bevinden onder de enor
me hoop terracotta va
zen, dan zou het in per
fecte staat bewaard ge
bleven moeten zijn in
zijn graf van zand en
gemakkelijk naar boven
gehaald moeten kunnen
worden, dank zij de vrij
geringe diepte en het
glasheldere water.
Sommigen van de voor
naamste Italiaanse ar
cheologen zijn het met
Roghi eens, dat alles er
op wijst, dat hier een
schip ligt, dat 2000 Ja
ren oud is. Er was één
ding, dat de geleerden
ln verbazing bracht bij
het onderzoek van de
vazen, die Roghi en zijn
groep naar boven had
den gebracht.
De meesten ervdn wa
ren slank van lijn, met
lange halzen en be
hoorden tot het zoge
naamde „Italiaanse" ty
pe, daterend uit onge
veer 100 v. C., maar an
deren daarentegen
bolbuikig met korte hals
en ronde handvatten
behoren, naar men ge
looft, tot een type, dat
vier of vijf eeuwen jon
ger is.
Enkele mensen van de
wetenschap meenden,
dat zij misschien van
twee schepen afkomstig
zouden zijn, die op de
zelfde plek waren ge
zonken. Maar Roghi ge
looft niet aan die inge
wikkelde verklaring en
heeft hen verzocht er 'n
andere voor te vinden.
„Want de kans, dat
zoiets gebeurd zou zijn,
is even klein", besloot
hij, „als de waarschijn
lijkheid, dat een tweede
vliegtuig precies op de
zelfde plek neer zou
storten als een eerste
vliegtuig. Dat heeft
men tot nog toe nog niet
gezien.
VLUCHTELINGEN STUDEREN EN VOETBALLEN
Engelse arbeiders hebben slechts oog
voor inhoud van loonzakje
(Van onze Londense correspondent)
Het is bijna een jaar geleden dat in Hongarije de opstand tegen de
communistische machthebbers uitbrak. Tienduizend Hongaren vlucht
ten naar het Westen. Ook Engeland deed zijn naastenplicht door 18.000
vluchtelingen op te nemen of hun gratis de gelegenheid te bieden
naar Canada, Australië of Nieuw-Zeeland te emigreren. Alleen van de
Britse mijnwerkers kan men helaas! niet zeggen dat zij hun
plicht tegenover hun Hongaarse broeders hebben verstaan.
L)e mijnen zijn sinds 1947 genatio
naliseerd en de National Coal
Board (N.C.B.) heeft niet geaar
zeld, na overleg met de Nationale
Mijnwerkersbond, 3500 Hongaarse
mijnwerkers aan te nemen, om al
dus niet alleen de vluchtelingen te
helpen, maar ook enigermate te
i voorzien in het tekort aan mijn-
j arbeiders, dat op 12.000 man ge
steld kan worden. Doch de 700.000
Britse mijnwerkers zeiden „Neen!".
En zo doet zich het waanzinnige
I feit voor, dat de N.C.B. thans aan
800 Hongaarse mijnwerkers in to-
taal een weekloon van f 60.000 uit
betaalt zonder dat deze ook maar
één korrel steenkool produceren. De
i mannen wonen allerlei lessen bij,
I o.a. Engels, en voor de rest doden
zij de tijd met eindeloze partijtjes
tafeltennis en voetbal.
Van de oorspronkelijk aangeno-
men 3500 Hongaren, zijn er om
streeks 450 in de mijnen geplaatst,
zodat er iets meer dan 3000 over
bleven. De meesten daarvan waren
het wachten zo moe, dat in arren
moede elders werk zochten. Doch de
resterende 800 hopen nog steeds dat
zij eens te werk gesteld kunnen wor
den.
En intussen wordt hun loon
uitbetaald, want contract is con
tract, en de N.C.B. denkt er dan
ook niet aan haar verplichtingen
te veronachtzamen. Sinds de
3500 Hongaren werden aangeno
men, heeft de N.CJ3. aan oplei-
dingskosten en lonen reeds f 10
miljoen uitbetaald, en dat terwijl
heel Engeland steen en been
klaagt over de hoge kolenprijzen.
WAAROM
Vanwaar die zo klaarblijkelijk on
menslievende houding der Britse
mijnwerkers? Officieel geven zij als
reden op dat zij niet geraadpleegd
werden toen het besluit tot aannc-
mir van Hongaarse arbeidskrach
ten genomen werd. Het is blijkbaar
niet voldoende dat de N.C.B. de mijn
werkersbond raadpleegde: die ver
tegenwoordigt wel alle mijnwerkers,
maar het zijn de arbeiders in de
aparte mijnen die het laatste woord
hebben.
Doch het staat wel vast, dat dit
niet de ware reden is. De „eiland
mentaliteit" is in het Britse volk
nog altijd zeer sterk: alles wat „fo
reigner" (vreemdeling) is, wordt met
een scheef oog aangezien, "t waar:
na de oorlog werden er 10.000 bui
tenlandse arbeiders, meest Polen, in
de Britse mijnen te werk gesteld.
Dat zij door hun Britse vakgeno
ten werden toegelaten valt te ver
klaren uit de bondgenootschappelijke
geest, die tijdens de oorlog tussen
de Britten en de soldaten van het
Poolse emigrantenleger was ont
staan. Maar die tijd van internatio
nale verbroedering is lang voorbij,
en het oude, diep ingevreten wan
trouwen tegen „foreigners" doet
zich weer gelden.
Ten tweede zijn de Britse mijn
werkers beducht voor hun machts
positie, die hun lonen van f 150.
tot f 200.per week garandeert.
Ze zijn bang dat de werkloosheid
van de jaren '30 zal terugkeren en
dat liet dan uit zal zijn met de hoge
lonen. Vorig jaar trachtte de N.CJB.
de mijnwerkers ertoe te bewegen
Italiaanse mijnwerkers naast zich
te dulden, doch de mannen weiger
den: „Geen foreigners in de Britse
mijnen!" En of het nu gaat om
vrijwillig geëmigreerde Italianen of
door terreur tot vluchten gedwongen
Hongaren, allen zijn zij „bloody fo
reigners".
EN DANdie Hongaren wer
ken te hard! Zoals in vrijwel
alle Britse industrieën zijn ook
de mijnwerkers de mening toege
daan zachies-aan-dan-breekt-het
-lijntje niet! Het is een merk
waardig feit dat de Britse arbei
der in het algemeen ontzettend
weinig oog heeft voor de conse
quenties van zijn handelwijze
voor Engelands internationale po
sitie.
Al wat hem interesseert is de in
houd van zijn loonzakje. Moet Enge
land kolen tegen dure (én karige)
dollars uit Amerika betrekken, om-
dat er niet genoeg mijnwerkers
zijn? Dat mag 'm de mijnwerkers
pet niet drukken, zolang slechts het
loonzakje goed gevuld blijft!
Diezelfde onverschilligheid tegen
over vraagstukken die buiten de ei
gen, enge kring vallen, vindt men
in de houding der mijnwerkers te
genover de Hongaarse vluchtelingen.
De indruk van de Hongaarse op
stand begint na een jaar reeds te
vervagen, en bovendien zijn lang
niet alle mijnwerkers er dank zij
de Russische propaganda! van
overtuigd dat de opstand niet was
ingegeven door „westers-kapitalis-
tische kringen".
Een man als Arthur Horner, se
cretaris-generaal van de National
Union of Mineworkers, geeft open
lijk toe dat hij een communist is. En
al zijn lang niet alle leden van het
vakbondsbestuur communisten, het
is nu eenmaal zo dat het de secreta
ris-generaal is, die in een vakbond
de lakens uitdeelt. Doch ook hier,
zoals meestal het geval is met com
munistische invloeden in democrati
sche landen, is het moeilijk, zo niet
onmogelijk, te bewijzen dat hier
communistische agitatie in het spel
is.
Wat ook de waarheid is; die
800 Hongaren (om nog te zwij
gen van de 2300 die gedwongen
werden elders werk te zoeken),
weten nu hoeveel het hoge ide
aal van „solidariteit van het pro
letariaat" in de praktijk van het
Britse vakbondswezen waard is...
Lord Mills, de minister van Ener
gievoorziening heeft bekendge
maakt dat Engeland in 1956 steen
kool moest invoeren, voornamelijk
uit Amerika, ter waarde van f 250
miljoen. „Dat is evenveel als de
waarde van onze auto-export naar
Amerika in hetzelfde jaar", zei lord
Mills. Maar toch: die 800 Hongaren
mogen niet meehelpwi de produktie
van steenkool uit eigen bodem le
verhogen