Hulpverlening is geen aalmoes, maar produktieve investering LEZERS SCHRIJVEN Weer Romeins schip ontdekt Britse mijnwerkers zeggen „neen" tegen Hongaarse kameraden AFLUKIN-C MAANDAG 21 OKTOBER 1957 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT GRIEKENLAND VOOR EN ACHTER Bevolking van Chrysoupolis heeft tekort aan technische kennis (Van onze speciale verslaggever) Tijd is in Griekenland geen geld, maar geduld. Het land is opgedeeld in bergen en valleien, in talloze eilanden en eilandjes, lagunes en vaak verslindende bezigheid met veel omhaal in de rotsachtige bergformar diep in het land snijdende golven. Dat maak het reizen er tot een tyd- ties of langs de grillig gekartelde kust. Een groot deel van het wegen net verkeert, ondanks de voorvarendheid, waarmee na de burgeroor log, vernieuwing en herstel ter hand werden genomen, in een erbarme lijke staat. Over een tocht van Patras naar de magistrale, verheven godenplaats Delphi, een afstand van ruim 160 km, deden wij vyf uren. De afstand van Athene naar het noorden van Griekenland, naar Tracie en Macedonië, is echter vele malen groter, niet alleen geogra fisch, maar ook sociografisch en bestuurlijk gezien. Het is niet over dreven te zeggen, dat Griekenland in de laatste twintig jaren drie vij anden heeft gehad, waarvan het meer heeft geleden dan van over stromingen en aardbevingen: de bezetters uit de Tweede Wereld oorlog Italianen, Duitsers, en Bulgaren de communistische guerilla's, die de wederopbouw van het geschonden land en de vreedza me arbeid van zijn diep beproefde bevolking nog ruim vyf jaren heb ben vertraagd, maar tenslotte ook de centraliserende bureaucratie van Athene. De Griekse regering zelf heeft echter ingezien dat centralisatie een dodelijk gevaar is voor de bestuurbaarheid en de economische en sociale ontwikke ling van dit „bewerkelijke" land, waar bovendien diepe armoede en grootste welvaart elkaar binnen een afstand van veertig kilometer afwisselden. Op een met stenen bezaaide berghelling waar veel jeneverbes groeide en klip geiten onbeweeglijk op een rotsblok stonden, dreef een gezin onder de felle zon de pikhouwelen in de grond om enkele meters aan een lapje bouw grond met wat groente toe te voegen. Na een half uur rijden daalden we af in het dal van Amfissa. kort voor Del phi, een der rijkste olyvengebieden van Griekenland. Sedert 1947 is nu een decentralisatie met een overdracht van bestuursbe voegdheden aan lagere organen in het land gaande. De gemeentelijk autono mie is in 1949 hersteld. Het is een nog onvolgroeid proces, dat echter sterke impulsen ontvangt van het koninklijk nationaal instituut, een a-politiek, we tenschappelijk geleide maatschappelij ke organisatie, die zich tot doel heeft gesteld de morele, sociale en materiële levensvoorwaarden van het Griekse volk te verbeteren. Het instituut betrekt in zijn activiteit ook de vrouw die pas in 1953 voor het eerst een zetel in het parlement kreeg en die nog steeds niet aan enig plaat selijk bestuur deelneemt. In haar trainingscentra tracht het instituut vooral de ongeschoolde jeugd tech nisch te ontwikkelen, op voorwaarde dat de jongelui hun pas verworven kennis gedurende een aantal jaren in dienst zullen stellen van hun woon plaats. Op initiatief van de koningin is een speciaal fonds tot stand geko men dat zijn zorgen uitstrekt over vrouwen, meisjes en wezen. Ontwikkelingsplan Uitgaande van het beginsel van plaat selijke ontwikkeling en zelfbestuur heeft de Griekse regering een groot aantal ontwikkelingsplannen voor de achtergebleven gebieden in het land in uitvoering gegeven. Het tekort aan wetenschappelijk en praktisch ge schoold kader en vooral aan water bouwkundige en agrarische ervaring Tijdens de laatste minuten van een oefenvlucht boven de Steingletsjer in Zwitserland stortte een reddings vliegtuigje neer, waarbij vier in zittenden werden gewond. Alpinisten die aan het trainen waren voor de Zwitserse Himalaja-expeditie 1958, bevonden zich in de omgeving en konden eerste hulp bieden, waarvan de foto een beeld geeft. heeft de regering er reeds in een aan tal gevallen toe gebracht technische bijstand van andere landen in te roe pen. Zo zy'n Italianen belast met de afsluiting van een lagune, ergens aan de westkust, bij wijze van proef-inpol- dering. Wij vernamen dat met de Ne derlandse regering weldra onderhan delingen zullen worden gevoerd over de financiering en de technische uit voering van de bouw van een stuw dam bij het plaatsje Paradisos in de rivier de Nestos. In het centrum van dit ontwikke lingsgebied ligt het vriendelijk, 6700 inwoners tellende dorpje Chrysoupolis. In het ontwikke lingsplan van de Griekse regering voor het dal en de delta van de Nestos een in de toekomst te be vloeien gebied van 45000 ha - is dit dorpje met naaste omgeving, op verzoek van de regering van Grie kenland, Joegoslavië en Turkije een proefproject van de Verenigde Naties geworden. De Nederlander, dr. Cli. O. van der Plas, vertegenwoordiger van het Technical Assistance Committee van de Verenigde Naties wil middelen aangeven tot opvoering van de land- bouwproduktie door bevloeiing, marktonderzoek en technisch onder wijs te stimuleren. Wij hebben de gelegenheid te over fehad om te constateren dat de evolking in dr. van der Plas, die in oktober 1956 zijn arbeid is be gonnen, groot vertrouwen heeft. Men waardeert zijn zeer persoon lijke omgang met de bevolking, zijn grote ervaring zijn onafhankelijk oordeel en zy'n heldere adviezen. Op zijn verzoek hebben de Verenigde Naties voor een eerste technische uit rusting ter waarde van 25.000 dollar gezorgd in de vorm van tractoren en bulldozers, die gebruikt worden om de grond te nivelleren. Zonder nivelle ring is irregatie vruchteloos. In het dorp zal voorts een eenvoudige, sterk op de praktijk gerichte technische op leidingsschool worden gebouwd, waar van de outillage door de Verenigde Naties zal worden verzorgd. T echnische school Het is ln dit concrete program van dr. Van der Plas, dat de Nederlandse Or ganisatie voor Internationale Bijstand (Novib) aanknopingspunten heeft ge zocht voor z(jn hulpverlening, waartoe een beroep op het Nederlandse volk zal worden gedaan. Gedreven door het beginsel van internationale solidari teit, wil de Novib technische, econo mische en financiële bijstand verlenen in de node van andere volken. In het harmonische samenspel van de Ver enigde Naties met de Griekse rege ring wil de Novib dit hulpproject van hoofdzakelijk kwalitatieve en stimule rende betekenis heiepen uitvoeren. Het wil 50.000 byeen brengen voor het gebouw van de technische school in Chrysoupolis. Een kleinere som voor het inrichten van een bewaarplaats voor kinderen van de landbouwende bevolking, 10.000 voor het aanleggen van een pijpleiding in het dorp Elafochori en tenslotte zal het tijdelyk een directeur leveren voor de technische opleiding. Wij hebben in het begin van deze eer ste beschouwing naar aanleiding van onze reis naar Chrysoupolis nogal uitgeweid over de activiteit van Griekse regering zelf. De Nederlandse hulpverlening geschiedt niet de vorm van een aalmoes voor een bede laar, het Griekse volk bedelt niet. Het is individualistisch georiënteerd en be zit een sterk persoonlijk nationaal ge voel. Het tracht zichzelf te helpen. Alleen uit een oogpunt van solidariteit en mede-verantwoordelijkheid kan dit Nederlandse initiatief morele en sti mulerende betekenis hebben. De burgemeester van een klein arm Klaatsje ln Griekenland, dat door het ion. Nationaal Instituut geholpen was heeft eens gezegd: „zij gaven ons geld en nu hebben wy water. Inplaats van onze dochters terug te houden van een huwelyk uit vrees dat zy wa ter draagsters zouden worden en geen echtgenoten, gaven wy haar nu een bruidsschat. „GROTE JONGEN MET GOUDEN LACH" MAURICE CHEVALIER VERDWIJNT „VOORGOED" VAN 'T PODIUM „Ik geloof, dat het tijd is me te rug te trekken. Al lang gelooft nie mand me meer, wanneer ik de har- tebreker speel". Met deze woorden kondigde Maurice Chevalier onlangs te Hollywood voor de zoveelste maal zijn afscheid van cabaret en toneel aan. „Maar ditmaal is het defini tiefzei hij. De mooie Maurice was eens het symbool voor de mode bij de man nen, voor het type van de wat op pervlakkige hartenveroveraar bij de vrouwen en voor levensstijl bij een generatie, die in de sanguinische boulevardier een onverwoestbaar overblijfsel uit de „goede oude tijd" meende te zien. Maurice Chevalier was een volks jongen uit Ménilmontant, de wijk op de oostelijke helling van Montmart- re. Toen hij elf jaar was, begon hij op kermissen in Parijs de schom mels luidkeels aan te prijzen, „lied jes bij de draaiorgels te zingen en de ateliermeisjes kushanden toe te werpen. Toen hij 19 was, ontdekte Mistinguett hem, de grote Mistingu- ett, die toen al een bekende ster was. Zij haalde hem in haar boule vardtheater. Dat was in 1910. In de tijd van „Maxim", het zenith van de „Belle Epoque". Uit de samenwerking met Mistin guett groeide een persoonlijke gene genheid en generaties lang werden zij beschouwd als het beroemdste artistenpaar ter wereld tot... de veel jongere Maurice in 1928 met haar brak en duizenden Parijse midinet- tes en andere meisjes over de hele wereld in snikken deed uitbarsten. Chevalier hield de carrière van de vlotte minnaar vóór en achter het voetlicht nog heel lang vol, tot op een leeftijd, waarop anderen al lang aan andere dingen denken. In 1935 behaalde hij een wereldsucces met de Hollywood-verfilming van „Mer ry Widows" aan de zijde van Jean- nette Masdonald. Wenen, Parijs en Hollywood, drie perioden in de ge schiedenis van het toneel waren hier tot een glanspunt verenigd. Pas in 1949 speelde hij een vaderrol, in Re- né Clair's voortreffelijke film „Zwij gen is Goud". Leger in Brazilië trad op tegen stakers Met tanks en pantserwagens is 't Braziliaanse leger donderdag opge treden tegen 40.000 stakers in Sao Paulo. Minstens twee mensen kwa men daarbij om het leven en 12 wer den gewond. Twee fabrieken werden door het leger bezet. De militaire macht greep in nadat posten en wachten bij een van de twee fabrieken, waar kogels gefabri ceerd worden, waren begonnen te schieten. De andere fabriek is een plaatijzerfabriek. Beide industrieën vallen onder de jurisdictie van het le ger, als zijnde van strategische aard. De politie van de staat Sao Paulo had geweigerd in te grijpen in dit ar beidsconflict, waarin behalve de ar ken ook werkers van textiel- en pa pierfabrieken, looierijen en drukke rijen betrokken zijn. Inzet van de sta king is een loonsverhoging van 45 procent. 23 van de 25 bemanningsleden van het Duitse schip „Hans Ollen- dorf", voor anker in de Jutlandse haven Kolding, zijn aangestoken door de A-griep en moeten het bed hou den. Coupeer geen paardestaarten! (Van redactiewege bekort). Nog steeds worden paardestaarten afgehakt. Het is zeer te betreuren, dat men juist in Zeeland de modegril van het couperen zo in ere houdt. Geluk kig zijn er ook boeren die hun die ren de lange staarten laten behou den. Zij kennen dan ook de gevolgen van de coupatie: het dier, dat vooral bij warm weer een ware insecten plaag ondergaat, schopt en slaat met de poten, soms zelfs tot bloedens toe, maar staat machteloos tegenover de vliegen. Als zo'n paard zijn natuurlij ke dus lange staart nog had, zou het de lastige insecten gemakkelijk kunnen verjagen. Meestal wordt het paard nog afgerost ook, als het zich tegen de vliegen verzet door slaan en schoppen enzovoort. Ja, sommige mensen zijn zelfs trots op een „keurig gecoupeerde staart" van één hunner paarden. Men zegt dan wel, bij wijze van verontschuldiging: „maar dat is nu eenmaal het rasBij mijn weten m (er rorgrolii •grol me m inltègeit cfni de tiTmlniirflfjCi leid i»iï Wegens overstelpende vraag tijdelijk in glazen verpakking is er nog nooit een veulen met ge coupeerde staart geboren Coupatie van paarden is niet goed te praten, ook niet met een „maar het bedrijf eist het", en dergelijke uitla tingen. Het is precies alsof men een mens met de handen op de rug zou binden en zo zou blootstellen aan de willekeur van de stekende insecten. Volgens mij zou het gevloek en het gescheld uren in de omtrek zijn te horen Laat ons Zeeuwse volk zo verstan dig zijn de „Dierenbescherming" te helpen dit kwaad te bestrijden. M. J. VAN DEN BERGE— KLOOSTERMAN, Oude Bossestraat 2, Kapelle. KERKNIEUWS NED. HERV. KERK. Aangenomen naar Groote Lindt en Heer Oudelands Ambacht J. H. Ren ting te Gendt. Bedankt voor Zoetermeer C. Spa kenburg te Hendrik Ido Ambacht. Benoemd tot bijstand in het pasto raat te Oosterwijtwet D. Sienelink, em. pred. te Hoogkerk. Na gehouden colloquium toegela ten tot de Evangeliebediening in de Ned. herv. kerk, A. Geense Jr., wo nende te Den Haag, vroeger te Goes. GEREF. KERKEN. Beroepen te Oud-Beierland G. Hen- geveld te Woubrugge. CHR. GEREF. KERKEN. Tweetal te AarlanderveenNieuw koop R. Kok te Veenendaal en M. Vlietstra te Eemdijk, van wie eerstge noemde is beroepen. Beroepen te Doornspijk B. Bijleveld te Noordeloos. Bedankt voor Zaandam S. Wijnsma te Broek op Langedijk. DOOPSGEZ. BROEDERSCHAP. Aangenomen naar Surhuisterveen J. P. J. Knïpscheer, prop. te Am sterdam. Zal de blauwe Tyr- rheense zee in de buurt van het ver-afgelegen Sardinië de oplossing brengen van een van (ie grote problemen der archeologie dat daar uit bestaat, dat men niét weet, hoe de oude schepen der Romeinen er uit zagen f Een groep Italiaanse duikers zonder duiker pak, die een enorme hoeveelheid vazen ont dekt heeft, JfS in onder het zee-oppervlak de 'ontdekking dateert van de maand september is van meningdat hier het eerste wrak gevon den zou kunnen worden van een Romeins zeeva rend schip, uit de tijd oudheid, daar dit vol gens hen verborgen moet liggen onder het zand van de zeebodem voor de rotsachtige kust van Sardinië. Als dit veronderstelde schip gevonden zou kun nen worden en gelicht Iets, waarachter men natuurlijk een groot vraagteken moet plaat sen dan, zo zeggen Mogelijk dat het schip kan worden gelicht de archeologen, zou dat de tweede grote histori sche vondst van de eeuw in Italië zijn, na de ontdekking, een paar weken geleden, van wat naar men geloofthet origineel is van de be roemde groep van lao- coon. Vreemd genoeg voor een volk, ivaarvan de geschiedenis en de ge woonten en gebruiken in alle bizonderheden beleend zijn, maar de techniek van de scheeps bouw is er tot nu toe 'n gesloten boek gebleven. Gianni Roghi, die de leider was van de expe ditie is van oordeel, dat dit „het" is. Als er zich werkelijk een schip zou bevinden onder de enor me hoop terracotta va zen, dan zou het in per fecte staat bewaard ge bleven moeten zijn in zijn graf van zand en gemakkelijk naar boven gehaald moeten kunnen worden, dank zij de vrij geringe diepte en het glasheldere water. Sommigen van de voor naamste Italiaanse ar cheologen zijn het met Roghi eens, dat alles er op wijst, dat hier een schip ligt, dat 2000 Ja ren oud is. Er was één ding, dat de geleerden ln verbazing bracht bij het onderzoek van de vazen, die Roghi en zijn groep naar boven had den gebracht. De meesten ervdn wa ren slank van lijn, met lange halzen en be hoorden tot het zoge naamde „Italiaanse" ty pe, daterend uit onge veer 100 v. C., maar an deren daarentegen bolbuikig met korte hals en ronde handvatten behoren, naar men ge looft, tot een type, dat vier of vijf eeuwen jon ger is. Enkele mensen van de wetenschap meenden, dat zij misschien van twee schepen afkomstig zouden zijn, die op de zelfde plek waren ge zonken. Maar Roghi ge looft niet aan die inge wikkelde verklaring en heeft hen verzocht er 'n andere voor te vinden. „Want de kans, dat zoiets gebeurd zou zijn, is even klein", besloot hij, „als de waarschijn lijkheid, dat een tweede vliegtuig precies op de zelfde plek neer zou storten als een eerste vliegtuig. Dat heeft men tot nog toe nog niet gezien. VLUCHTELINGEN STUDEREN EN VOETBALLEN Engelse arbeiders hebben slechts oog voor inhoud van loonzakje (Van onze Londense correspondent) Het is bijna een jaar geleden dat in Hongarije de opstand tegen de communistische machthebbers uitbrak. Tienduizend Hongaren vlucht ten naar het Westen. Ook Engeland deed zijn naastenplicht door 18.000 vluchtelingen op te nemen of hun gratis de gelegenheid te bieden naar Canada, Australië of Nieuw-Zeeland te emigreren. Alleen van de Britse mijnwerkers kan men helaas! niet zeggen dat zij hun plicht tegenover hun Hongaarse broeders hebben verstaan. L)e mijnen zijn sinds 1947 genatio naliseerd en de National Coal Board (N.C.B.) heeft niet geaar zeld, na overleg met de Nationale Mijnwerkersbond, 3500 Hongaarse mijnwerkers aan te nemen, om al dus niet alleen de vluchtelingen te helpen, maar ook enigermate te i voorzien in het tekort aan mijn- j arbeiders, dat op 12.000 man ge steld kan worden. Doch de 700.000 Britse mijnwerkers zeiden „Neen!". En zo doet zich het waanzinnige I feit voor, dat de N.C.B. thans aan 800 Hongaarse mijnwerkers in to- taal een weekloon van f 60.000 uit betaalt zonder dat deze ook maar één korrel steenkool produceren. De i mannen wonen allerlei lessen bij, I o.a. Engels, en voor de rest doden zij de tijd met eindeloze partijtjes tafeltennis en voetbal. Van de oorspronkelijk aangeno- men 3500 Hongaren, zijn er om streeks 450 in de mijnen geplaatst, zodat er iets meer dan 3000 over bleven. De meesten daarvan waren het wachten zo moe, dat in arren moede elders werk zochten. Doch de resterende 800 hopen nog steeds dat zij eens te werk gesteld kunnen wor den. En intussen wordt hun loon uitbetaald, want contract is con tract, en de N.C.B. denkt er dan ook niet aan haar verplichtingen te veronachtzamen. Sinds de 3500 Hongaren werden aangeno men, heeft de N.CJ3. aan oplei- dingskosten en lonen reeds f 10 miljoen uitbetaald, en dat terwijl heel Engeland steen en been klaagt over de hoge kolenprijzen. WAAROM Vanwaar die zo klaarblijkelijk on menslievende houding der Britse mijnwerkers? Officieel geven zij als reden op dat zij niet geraadpleegd werden toen het besluit tot aannc- mir van Hongaarse arbeidskrach ten genomen werd. Het is blijkbaar niet voldoende dat de N.C.B. de mijn werkersbond raadpleegde: die ver tegenwoordigt wel alle mijnwerkers, maar het zijn de arbeiders in de aparte mijnen die het laatste woord hebben. Doch het staat wel vast, dat dit niet de ware reden is. De „eiland mentaliteit" is in het Britse volk nog altijd zeer sterk: alles wat „fo reigner" (vreemdeling) is, wordt met een scheef oog aangezien, "t waar: na de oorlog werden er 10.000 bui tenlandse arbeiders, meest Polen, in de Britse mijnen te werk gesteld. Dat zij door hun Britse vakgeno ten werden toegelaten valt te ver klaren uit de bondgenootschappelijke geest, die tijdens de oorlog tussen de Britten en de soldaten van het Poolse emigrantenleger was ont staan. Maar die tijd van internatio nale verbroedering is lang voorbij, en het oude, diep ingevreten wan trouwen tegen „foreigners" doet zich weer gelden. Ten tweede zijn de Britse mijn werkers beducht voor hun machts positie, die hun lonen van f 150. tot f 200.per week garandeert. Ze zijn bang dat de werkloosheid van de jaren '30 zal terugkeren en dat liet dan uit zal zijn met de hoge lonen. Vorig jaar trachtte de N.CJB. de mijnwerkers ertoe te bewegen Italiaanse mijnwerkers naast zich te dulden, doch de mannen weiger den: „Geen foreigners in de Britse mijnen!" En of het nu gaat om vrijwillig geëmigreerde Italianen of door terreur tot vluchten gedwongen Hongaren, allen zijn zij „bloody fo reigners". EN DANdie Hongaren wer ken te hard! Zoals in vrijwel alle Britse industrieën zijn ook de mijnwerkers de mening toege daan zachies-aan-dan-breekt-het -lijntje niet! Het is een merk waardig feit dat de Britse arbei der in het algemeen ontzettend weinig oog heeft voor de conse quenties van zijn handelwijze voor Engelands internationale po sitie. Al wat hem interesseert is de in houd van zijn loonzakje. Moet Enge land kolen tegen dure (én karige) dollars uit Amerika betrekken, om- dat er niet genoeg mijnwerkers zijn? Dat mag 'm de mijnwerkers pet niet drukken, zolang slechts het loonzakje goed gevuld blijft! Diezelfde onverschilligheid tegen over vraagstukken die buiten de ei gen, enge kring vallen, vindt men in de houding der mijnwerkers te genover de Hongaarse vluchtelingen. De indruk van de Hongaarse op stand begint na een jaar reeds te vervagen, en bovendien zijn lang niet alle mijnwerkers er dank zij de Russische propaganda! van overtuigd dat de opstand niet was ingegeven door „westers-kapitalis- tische kringen". Een man als Arthur Horner, se cretaris-generaal van de National Union of Mineworkers, geeft open lijk toe dat hij een communist is. En al zijn lang niet alle leden van het vakbondsbestuur communisten, het is nu eenmaal zo dat het de secreta ris-generaal is, die in een vakbond de lakens uitdeelt. Doch ook hier, zoals meestal het geval is met com munistische invloeden in democrati sche landen, is het moeilijk, zo niet onmogelijk, te bewijzen dat hier communistische agitatie in het spel is. Wat ook de waarheid is; die 800 Hongaren (om nog te zwij gen van de 2300 die gedwongen werden elders werk te zoeken), weten nu hoeveel het hoge ide aal van „solidariteit van het pro letariaat" in de praktijk van het Britse vakbondswezen waard is... Lord Mills, de minister van Ener gievoorziening heeft bekendge maakt dat Engeland in 1956 steen kool moest invoeren, voornamelijk uit Amerika, ter waarde van f 250 miljoen. „Dat is evenveel als de waarde van onze auto-export naar Amerika in hetzelfde jaar", zei lord Mills. Maar toch: die 800 Hongaren mogen niet meehelpwi de produktie van steenkool uit eigen bodem le verhogen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 11