ZEEHOND wordt schaars in Waddenzee en Zeeuwse wateren Astronomen verkennen de maan ARBEIDSBEZETTING IN LAND EN TUINBOUW NEEMT NOG AF DONDERDAG 17 OKTOBER 1957 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 11 EEN BESCHERMD DIER Weet je het verschil tussen een militair op mars en in rust, Lekkerman? Tuurlijk! Tijdens de mars zegt-ie: Burgerman... lekker man. Tijdens de rust (als hij z'n Ibis pakt) zegt-ie: Dobbelmann.. lekker man. a - aHER»cah Biologen achten gevaar voor uitsterven niet denkbeeldig (Van een speciale verslaggever.) Vorig jaar was het nog mogelijk om in de Waddenzee (Texel, Vlie land, Terschelling) of in de Zeeuws-Zuid-Hollandse wateren op vrij grote schaal op de zeehondenjacht te gaan, maar sedert enkele maan den heeft het ministerie voor Landbouw en Visserij in principe een algeheel verbod uitgevaardigd, dat zich thans nu de „gesloten tijd", die steeds vavn januari tot september liep, in feite beëindigd is in zijn volle zwaarte doet gevoelen. Dit wil niet zeggen, dat dtt merkwaardige en interessante dier, welks uitstervingskans door biolo gen verre van denkbeeldig wordt geacht, zich voor de mens geheel veilig kan voelen: er worden nl. aan enkele beroeps jagers nog wel vergunningen afgegeven, maar dit geschiedt toch op zeer beperkte schaal. Sedert onheuglijke tijdens was de robbenjacht voor menige „landja- ger" een sensatie; ze bood de gele genheid om aan jachtvrienden eens „iets geheel anders" aan te bieden. Hele gezelschappen stroopten vaak aan boord van een botter (onder lei ding van een ervaren schipper) be wapend met buksen en kijkers de kusten afen het geheel was voor hen een ongekend, spectaculair avon tuur. De beroepsmensen, die door de verkoop van huiden voor de pelsver- werkende industrie een echte zee honden-bontjas brengt iedere vrouw in extase en de kadavers aan kos- metische ondernemingen (het traan levert belangrijke basisstoffen) aan de kost moeten komen, hebben dus thans, wanneer ze tenminste een ver gunning krijgen, „ruim baan". Daar naast blijven echter de stropers uit winstbejag en een enkele keer uit sportieve overwegingen opereren en de rijkspolitie is bij een overtre ding thans nog ongemakkelijker dan voorheen. Magere cijfers Welke factoren hebben nu tot de noodtoestand ten aanzien van onze twee grote zeehondenkolonies (Wad denzee en Zeeuwse wateren) geleid? De intensieve jacht is niet als enige factor aan te wijzen het probleem is veel vérstrekkender en ingewik kelder. Laten we eerst voorop stellen, dat het totale bestand in de Neder landse wateren volgens de bioloog dr. A. C. V. van Bemmel, die een we tenschappelijk goed verantwoorde enquête omtrent leven en gedrag van de zeehond op zijn naam heeft staan, op het ogenblik op ongeveer 2200 dieren geschat wordten dit is nogal een mager aantal. Men weet niet, of men bij dit lage cijfer ook denken moet aan een zekere „emi gratie", maar zeker is, dat de zee hond die geen natuurlijke vijan den heeft voortdurend belaagd wordt door gevaarlijke parasieten, waarvan de longworm de meeste slachtoffers maakt. Indien men de statistieken uit andere landen be kijkt, ontwaart men nu ook geen be paald rooskleurige cijfers. Hoewel de „bevolkingsdichtheid" langs de Noor se fjorden onbekend is, liep het ge tal der huiden, dat hier als „jaarpro- duktie" de pelsmarkt bereikt, van 2000 tot 200 terug en dit zegt wel voldoende. In de Duitse Waddenzee heeft men stellig niet meer dan 1500 a 2000 zeehonden, terwijl Denemar ken ook niet hoger komt dan 1500. Aan de westelijke Schotse kust is de toestand echter in ieder opzicht re delijk te noemen, maar Engeland - eens zeer rijk aan zeehonden staat er op zijn beurt weer erg matig voor, al ontbreken er ook betrouwbare f gevens. In de Duitse Waddenzee ging het met de zeehond de laatste ja ren zo hard achteruit, dat men de jacht tot op 7 naar beneden schroefde, maar het merkwaardige verschijnsel doet zich voor, dat er van een stijging van het aantal totnogtoe geen sprake is. Men vermoedt derhalve, dat het over schot naar de voorheen veel in tensiever bejaagde Nederlandse Waddenzee verhulst, maar mis schien hebben de dieren het ook wel „verderop" gezocht of lijden de kudden grote verliezen door de longworm. Nu is het registreren van het „aan tal" een ogenschijnlijk simpel iets een verre van makkelijk kar wei, want de potsierlijke dieren hou den er een eigen „wisselvallige" le vensstijl op na, die geheel afwijkt van die der andere zee roofdieren. Tijdens de wintermaanden bevin den zich de zeehonden veelal op de buitenbanken, maar tegen het voor jaar trekken de wijfjes meer naar de kust en landinwaarts, terwijl het kroost, dat later het levenslicht aan schouwt, door de respectievelijke moeders reeds zeer kort na de ge boorte in het water gedwongen wordt. De tellers, die vanuit de lucht hun werk moeten doen overigens de beste methode kunnen dus nooit een betrouwbaar beeld krijgen. T weeling-tragedie In tegenstelling tot andere water dieren, waar de jeugd veilig achter moeder aanzwemt, gaat de baby-zee hond steeds vooraf. Deze merkwaar dige gewoonte heeft vaak zeer on prettige gevolgen, want naar schat ting bestaat 10 van alle geboorten uit tweelingen: op een gegeven ogen blik gaan de eigenwijze jongen na melijk elk een kant uitzwemmen en kan moeder er slechts één volgen Zo komen de bekende baby-zeehon dentragedies in de wereld, waarme de reeds verschillende dierenparken te worstelen kregen. Iedere voorzo mer vinden toeristen deze „weeskin deren" langs stranden en dijken de diertjes zijn dan veelal erg ver zwakt en schreeuwen erbarmelijk. Natuurlijk hebben zij lange tijd ge probeerd, zich weer bij de kolonie aan te sluiten, maar de familie zee hond mist ieder sociaal instinct: de verschillende moeders reageerden slechts met een snauw en een knauw. De kop van een zeehond. Zo'n vondelingetje, dat eerst dank baar schijnt voor menselijke hulp, negeert later nukkig alle inspannin gen met zuigflessen en gemalen gar nalenen zo komt dan toch het einde. Slechts het echtpaar G. J. de Haan, beheerders van het Natuur- en Historisch museum te Texel, en aan enkele andere dierenvrienden (dinnen) is het door veel geduld en liefde en kele malen gelukt, zeehonden babies groot te brengen, maar dat moet aan „leken" ernstig afgeraden worden. Men doet er beter aan de verstoten jongen pijnloos te laten afmaken. Gezien het Duitse voorbeeld kan nu niemand voorspellen, of de sluiting van de jacht ten onzent gunstige ge volgen zal hebben. In de laatste tijd was de jacht in vergelijking tot vroeger reeds beduidend terug gelo pen: zo werd de sport jacht in d( Zeeuwse wateren voornamelijk door Belgische toeristen beoefend en hun afschotcijfers voornamelijk van oudere dieren waren vrij laag. Het aantal huiden van jonge dieren (deze garanderen de beste bontkwali teit), dat jaarlijks verhandeld werd, schommelde om en nabij de 1000 en dit is ook wel eens aanzienlijk ho ger geweest zonder dat er iemand alarm sloeg. Geheel onaanvechtbaar zijn deze cijfers echter niet, want de zeehond, die een fijn gevoel heeft voor on raad, wordt vaak op verre afstand onder vuur genomen en kan eerst later aan zijn verwondingen sterven. Wilde gevechten Van half mei tot half juni zien de jongen het levenslicht (als regel in de Waddenzee iets eerder) en reeds vijf weken later begint opnieuw de paartijd en worden er meedogenloze gevechten tussen de mannetjes ge houden, waarbij ook bloed vloeit en het vrouwtje een zeer hooghartige In cellofaan verpakt ongeïnteresseerde houding aanneemt. Zoals we reeds zeiden, wordt de tweeling-kraamkamer door grote ge varen bedreigd, maar ook de enkeling kan moeder door een sterke stro ming bijv. kwijt raken. Want baby moge dan als zwemmer van huis uit een natuurtalent zijn kort na de geboorte moet er nog veel geleerd LANDBOUWTELLING 19S6 Vaste arbeiders in 3 jaar met 23.000 verminderd Volgens de landbouwtelling van december 1956 is het aantal vaste arbeidskrachten in de land- en tuin bouw, in vergelijking met 1953, ver minderd met rond 23.000. Deze ach- worden. Wanneer moeder het pasge boren jong in het water roept en het diertje als een steen van de zand plaat in het zite nat geplonst is, be ginnen de eerste onbehaaglijke sen saties. want eerst later leert het om voor het duiken de neusgaten te slui ten. (Ook de kunst om vis onder wa ter te bemachtigen zonder water bin nen te krijgen, wil geleerd zijn... het jonge dier verslikt zich hierbij nog menigmaal en komt hoestend en Sroestend boven). Indien moeder zee- ond niet zo'n dwaze haast had om haar kroost met het zilte nat ver trouwd te maken, zouden meer babies misschien betere levenskansen krij gen, maar hieraan valt nu eenmaal niets te veranderen. Ondertussen zul len we enkele seizoenen moeten af wachten om te zien, of de twee grote Nederlandse zeehondenkolonies groei gaan vertonen. Vaak worden zeehondenvellen tot portefeuilles en tasjes verwerkt. Zeer gewilde artikelen Een geliefkoosd tijdverdrijf van amateurastronomen is waar te nemen, hoe de maan een ster ver duistert. Als deze ster de maan „raakt", verdwijnt haar licht plot seling. Zelfs de uiterst gevoelige instrumenten van de beroepsastro noom nemen voordien geen teke nen waar, die duiden op een afne ming van de helderheid. Het licht van de ster wordt niet doffer, ver toont niet de geringste flikkering maar verdwijnt op stel en sprong. Als men vanaf do maan zou kun nen zien, hoe de aarde een ster verduistert, zou men echter een heel ander schouwspel gadeslaan. De ster zou geleidelijk doffer wor den en zich later, voor zjj ver dwijnt, donkerrood kleuren zoals do ondergaande zon. Bovendien zou liet er op lijken, dat de positie van de ster aan de hemel even eens door de straalbreking in onze dampkring zou veranderen. Aangezien een door de maan verduisterde ster onmiddellijk ver dwijnt, heeft men lang gemeend, dat de maan geen dampkring ha.d, althans niet een, die vastge steld kon worden door instrumen ten die licht „gebruiken". Men denkt er nu echter anders over. In het Britse tijdschrift „New Scientist" heeft de natuurkundige Bruce Elsmore van Cambridge ge schreven, dat men door middel van de nieuwe techniek van de radioastronomie een dunne gas- laag rond de maan heeft waar genomen en gemeten. De radio astronomen van Cam bridge's beroemde Cavendish labo ratorium gingen van de veronder stelling uit dat, als de maan een dampkring had, de gasatomen daarvan geïoniseerd zouden zijn gesplitst in elektrisch geladen deeltjes door het zonlicht, zo als dat ook aan de buitenkant van onze atmosfeer het geval is. Dit geïoniseerde gas veroorzaakt bre kingen en de mate daarvan geeft aan. hoe dicht het gas in kwestie is. Een prachtige gelegenheid deed zich voor toen ae maan aanstalten maakte de Krabspiraalnevel, de op drie na sterkste bron van radio golven in het heelal, te verduiste ren. Met een radioscoop konden de astronomen nauwkeurig vast stellen wanneer de radiogolven van deze spiraalnevel door de maan werden afgesneden. Na on geveer een uur kwamen de radio golven aan de andere kant weer te voorschijn. Ze waren inderdaad een weinig gebogen, toen de maan zieli van hen schoof. Alleen als men weet, welke gas sen een atmosfeer bevat, kan men de dichtheid er van vaststellen en aan de hand van radiogolven lukt dat niet. Elsmore schrijft, dat de zwaartekracht van de maan te ge ring is om lichte gassen als zuur stof en stikstof vast te houden, zoals dat in onze dampkring het geval is: het „maangas" moet aanzienlijk zwaarder zijn dan de ze gassen. Het is ook mogelijk dat de maan een „tijdelijkeat mosfeer heeft van helium en ar gon door radio-actief maange- steente afgescheiden, of dat er gassen vrijkomen door 't verdam pen van op de maan neergekomen meteoren. De Engelse natuurkun dige schat dat als de atmosfeer op de maan half permanent (zwaar) en half tijdelijk (licht) is de dicht heid ervan een vijfde triljoenste van de aardse dampkring is. Deze nauwelijks waarneembare hoe veelheid gas zal toekomstige maanpioniers niet beschermen tegen zonnestraling, meteoren of andere onplezierige verrassingen uit het heelal. Als de aardse dampkring tot de dichtheid van staal zou worden geperst, kwam er een staalplaat te voorschijn, die 125 cm. dik zou zijn. Zou men het zelfde doen met de atmosfeer op de maan, dan kreeg men een laagje, dat nog niet het miljoenste zou meten van de doorsnede van de dunste zeepbelhuid. teruitgang valt het meest op bjj de mannelijke gezinsleden (14.200). Daarentegen is de omvang van de tij delijke gezinsarbeid (mannelijk en vrouwelijk tezamen) met ruim 4600 arbeidsjaren toegenomen, terwyl ook in de groep vaste arbeidskrachten het aantal vrouwelijke gezinsleden met rond 3500 is gestegen. Deze fei ten blyken uit de eerste door het C.B.S. cyfers van de landbouwtelling december 1956. Bij beoordeling van de categorie vrouwelijke arbeidskrachten (in to taal 123.000) dient echter in het oog te worden gehouden, dat deze vrou wen voor 58 gemiddeld niet meer dan 2 dagen per week (c.q. 3 uren per dag) en voor 89 ten hoogste 3 dagen per week (4 a 5 uren per dag) in het bedrijf medewerken. Nog duidelijker blijkt de ontwikke ling van het arbeidsvolume uit het overzicht, wanneer de arbeidskrach ten in arbeidsjaareenheden worden uitgedrukt. De gemiddelde arbeidsbezetting in arbeidsjaareenheden per 100 ha liep namelijk achteruit van ?2,6 in 1950 tot 21,4 in 1953 en 20,4 in 1956. Door uitbreiding van hot aantal be drijven bij een afnemende landbouw grond is de gemiddelde bedrijfsgroot- te sedert 1950 met 10 gedaald, t.w. van 8,2 ha op 7,4 ha. Portugal neemt geen risico's meer. De Diario de Noticias weet te mei' den dat het nieuwe vulkaan-eiland in de Azoren ,fNovo" is gedoopt. Dit zou zondag door gouverneur Freitas Pimentel in Horta, hoofdstad van het eiland Faial, zijn bekendge maakt. Zaterdag werd de Portugese vlag op het nieuwe overzeese bezit ge plant om mogelijke buitenlandse aanspraken te voorkomen. Vele ja ren geleden, toen onder gelijke om standigheden een eiland in de Azo- ren-groep was ontstaan, had een Britse koopvaarder 'de Britse vlag erop geplant. Voor er echter een juridische strijd over het eiland dat Sabrina was ge doopt, kon ontbranden was het ei land echter reeds in het zoute wa ter van de Oceaan opgelost. Men verwacht dat ook Novo door de zee zal worden weggespoeld, wanneer de vulkaan tot rust is ge komen, maar Portugal neemt geen risico's meer. •Te Calcutta is een huis van twee verdiepingen ingestort, waardoor vijf tien bewoners om het leven zijn ge komen. Drie mensen werden gewond. De schoten van de jager waren raak. Drie jonge dieren lieten het leven

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 13