BIJ MONTY BEGINT DE VICTORIE
ZATERDAG 12 OKTOBER 1957
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
tiaar tiet oorloos dagboek \zati LORT) AlAN BROOKE da vechtcrhsncl van WlNSTON CRURCHIU.
(X)
HET NAJAAR van 1942 was
het kritieke punt in de
Tweede Wereldoorlog. Rommels
troepen waren in Noord-Afrika
een offensief begonnen en de
Duitsers bereikten hun verste
punten in Rusland. Alle hoop
was gevestigd op het Achtste
Leger in Noord-Afrika. Op de
nieuw benoemde commandant
Montgomery dus.
Monty was op het ogenblik
van Rommels aanval niet ge
reed voor een tegenoffensief.
Maar zijn tactiek om in de ver
dediging zo groot mogelijke ver
liezen toe te brengen aan de
vijand en zelf de troepen te spa
ren zonder evenwel grondgebied
te verliezen, slaagde. Het werd
een harde en bloedige strijd.
Van Londen uit was het moei
lijk een directe controle op gene
raal Alexander, de commandant
Midden-Oosten, en Montgomery
uit te oefenen. Brooke's opzet
was de ongeduldige en op aan
vallen beluste Churchill te doen
bewegen deze mannen volledig
vertrouwen te schenken. Intus
sen kon dan alle aandacht wor
den besteed aan een aan Chur
chill's brein ontsproten plan
voor een invasie bij Algiers, de
operatie „Torch" (Toorts).
Risico'8
De Amerikanen, die enkele we
ken tevoren nog zo enthousiast
waren geweest voor een invasie
op de Franse kust, zagen de ri
sico's van een landing in Alge
rije zwaar in, niet in het minst
vanwege de controle, die van
Spanje uit kon worden uitge
oefend. Zij voelden meer voor
een landing zuidelijker, aan de
Atlantische kust van Marokko.
Er waren grote risico's verbon
den aan de „operatie Torch".
Het enige steunpunt in de na
bijheid was Gibraltar, in feite
niet meer dan een fort een
vrij kwetsbaar fort zelfs.
De gevaren mochten dan iets
geringer zyn dan die, welke bij
een inval in Frankrijk te vrezen
zouden zijn, maar er waren
toch tal van bedenkelijke pun
ten. De Amerikaanse generaal
Eisenhower, die het commando
zou hebben over de geallieerde
strijdkrachten hier, zou zijn ge
hele strijdmacht op niet min
der dan 600 schepen moeten
aanvoeren90.000 man met vol-
Tioee mannen, van wie in be
langrijke mate het succes van de
strijd in Noord-Afrika afhing:
Churchill (in het midden) en
Montgomery (rechts).
De grootste crisis in de loopbaan van Lord Alan Brooke
als chef van de generale staf was het ogenblik waar
op de door hem naar voren geschoven Montgomery zijn
grote inval op Rommels troepen in Noord-Afrika niet wist
door te zetten. Na een moeilijke week, waarin Churchill
zijn ongeduld dreigde te verliezen, viel Montgomery op
nieuw aan: het werd de zwaarste slag, die Hitier tot dus-
Ver zou treffen.
^*WWWVWVWVW^W'VW\*\*V\WV\**W*AA/W*
ledige uitrusting plus een ver
sterking van 200.000 man. De
aanvoer moest geschieden over
een zeeroute van 1500 mijl van
Engeland of van 3000 mijl van
Amerika, met alle risico's van
onderzeeboten en luchtaanval
len.
Geheim
De troepen zouden moeten landen
in een neutraal gebied, waar geen
enkele haven en geen enkel vlieg
veld in de nabijheid zou zijn ter
ondersteuning Gibraltar was
500 mijl verder en de luchtstrijd
krachten waren vooral eerst aan
gewezen op de vliegtuigmoeder
schepen. En het gebied in Noord-
Afrika werd bewaakt door 200.000
man Franse troepen.
De plannen voor de operatie moes
ten in het diepste geheim en zeer
snel worden uitgewerkt, want de
winter naderde en de invasie
moest vóór het invallen van die
winter plaatshebben. Brooke had
er een hard hoofd in. Dit zou de
eerste operatie worden, waarbij de
Engelsen en de Amerikanen onder
opperbevel van Eisenhower zou
den moeten samenwerken. Zij had
den geen enkele ervaring. Boven
dien was Eisenhower wel generaal,
maar hg had nog nooit een vijan
delijk schot horen lossen
De oorlog was in een kritiek sta
dium gekomen. De vijand was
doorgedrongen tot de verste pun
ten, die hij in deze oorlog zou be-
reiken: de aanvallen duurden
voort, in Rusland, in Afrika en op
de Grote Oceaan ieder ogenblik n
konden de vijandelijke troepen er-
gens doorbreken en dat zou ramp-
zalige gevolgen hebben.
Ongeduld g
Aan het ongeduld van Churchill
was Alan Brooke wel gewend ge-
raakt, maar deze herfst werd de
samenwerking tussen belde man-
nen bijzonder op de proef gesteld.
Sir Winston zag alleen de grote M
lijnen en de details liet hij over aan
zyn adviseurs en aan de generale
staf. Maar deze details waren |f
vaak van beslissende betekenis. jg
Het ongeduld gold voornamelijk
Alexander en Montgomery, of, zo-
als zU werden genoemd, Alex en
Monty, die de grootste moeite had-
den Rommels aanval in te tomen
en geen kans zagen zelf de aan- M
val te openen. Talloze malen stel- n
de Churchill brieven en telegram-
men op, die de beide aanvoerders M
„de sporen moesten geven", maar
evenzovele malen wist Lord Alan
Brooke te verhinderen, dat die
boodschappen werden verzonden,
opdat „beide mannen de indruk
zouden blijven behouden, dat Chur
chill hen volledig vertrouwde,
waardoor zij moreel zouden zijn
gesterkt".
Churchill's ongeduld werd op
nieuw op de proef gesteld, toen
Eisenhower bekendmaakte niet
vóór 1 november met de operatie
„Torch" te kunnen beginnen
een maand later dan Winston had
gedacht. Maar ook hierbij heeft de
grote oorlogsleider zich neerge
legd, zij het na veel vijven en zes
sen.
Aanval
Op 14 oktober kreeg Alan Brooke
van Montgomery een informatie,
die streng geheim moest worden
gehouden. Het betrof het plan en
de datum van Monty's grote aan
val Monty stond erop, dat niemand
er iets van zou vernemen. Behalve
Churchill dan, die bijzonder was
ingenomen met het grote nieuws.
De volgende dagen waren moeilij
ke dagen. „Wachten op een aan
val ver weg", zo schrijft Brooke,
is veel erger dan de zware strijd
van nabij mee te maken". Sinds
de terugkeer uit Cairo had Brooke
zoals hij toegaf, zich opgegeten
IJPIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIU
van de zenuwen over het al dan
niet slagen van de aanval.
Brooke was nu optimistisch. Er
waren versterkingen gekomen, di
visies uit Engeland en troepen uit
Engeland en troepen uit Nieuw-
Zeeland, er waren scheepsladingen
vol geweren, kanonnen, tanks en
vlie^uigen in Egypte aangeko
men en hij verwachtte, dat Monty
ver in de meerderheid was verge
leken bij de troepen van Rommel.
Brooke zag, dat zijn taktiek om
niet eerder aan te vallen dan toen
de troepen op sterkte waren, een
succes was. Op 23 oktober rukten
Monty's mannen op
T eleurstelling
De eerste drie dagen verliep alles
precies volgens de plannen, die
Montgomery had opgesteld
maar de opmars ging nadien niet
in het tempo, dat hy zich had
voorgesteld. Na een week van
taaie gevechten, waarby tiendui
zend slachtoffers vielen, was het
offensief niet veel dichter by het
doel dan bij het beginIn Lon
den gingen geruchten, dat ook de
ze aanval wel op een mislukking
zou uitlopen.
Op de 29ste oktober schreef Alan
Brooke in zijn dagboek, dat Chur
chill een telegram naar Alexander
wilde sturen. „En het was geen
aangenaam telegram!" Later op
de dag moest Brooke bij de minis
ter-president komen.
„Wat, zo vroeg Churchill, heeft
„jouw Monty" eigenlijk gedaan
In de afgelopen dagen? Hij
heeft niets gedaan. Hij is zelfs
bezig troepen van het front te
rug te trekken. Waarom heeft
hij gemeld, dat hij in zeven da
gen tijd de slag zou winnen en
geeft hij nu, nog voor die ter
mijn verstreken is, op? Is er
dan geen enkele generaal meer
ln Engeland te vinden, die een
slag kan winnen? Zo ging hij
nog een tijdje door en ten slot
te wenste hij een bijeenkomst
Churchill wilde
klokken luiden
Alan BROOKE had Chur-
chill in lange tijd niet
zo opgewekt gezien als
na het bekend worden van
Montgomery's hernieuwde
aanval, die een grote bres
sloeg in de Duitse linies in
Noord-Afrika.
In het dagboek lezen wij:
„Churchill is opgetogen. Om
half vier 's middags liet hij
mij terugkomen om het plan
te bespreken alle kerkklokken
te laten luiden. IIc smeekte
hem hiermee nog even te
wachten totdat wij meer ze
kerheid hadden, opdat we
geen spijt zouden krijgen van
het feestelijke klokkengelui....
Om 11 uur moest ik op
nieuw bij Churchill komen. Hij
icas bezig met brieven en te
legrammen te dicteren aan
Roosevelt, Stalin, de doini-
ons, de commandanten enz.
Hij was erg opgewonden.
„Hef nieuws uit het Midden-
Oosten is de victorie, waar ik
altijd om heb gebeden. Alles
hangt van de ontwikkeling
daar af. Het succes in Libië
zal de Spanjaarden en de
Fransen gunstiger doen staan
tegenover de operatie „Torch".
Als „Torch" slaagt, houden
wij op met verder te verlie
zen; wij gaan dan langzaam
maar zeker naar de overwin
ning!"
van de generale staf onder zijn
leiding om de toestand onder
ogen te zien".
Tijdens deze bijeenkomst van de
staf had Brooke te strijden tegen
de opvatting, dat Alexander en
Montgomery geen vat meer zou
den hebben op de situatie. Tegen
over de minister-president en de
anderen zette hij uiteen, dat men
wellicht vermoedde, dat Monty in
de afgelopen drie dagen niets had
gedaan, maar dat hij in werkelijk
heid een serie tegenaanvallen van
Rommel moest doorstaan, waarbij
de Duitsers zeer zware verliezen
leden. Bovendien bracht het vech
ten in de woestijn grote moeilijk
heden mee. waardoor o.a. de zwa
re artillerie minder snel kon op
rukken dan de infanterie. Brooke
meende, dat het zeer verstandig
was van Montgomery op bepaalde
plaatsen troepen van het front te
rug te nemen. Deze kon hg straks
weer fris in de strijd werpen op
een andere plaats.
Het was generaal Smuts, de Zuid-
afrikaanse staatsman, die Alan
Brooke bijviel. Hij was dezelfde
mening toegedaan als de chef-staf
en wierp daarmee olie op de gol
ven. Churchill heeft zijn boze tele
gram aan Alexander die dag niet
verzonden
Alan Brooke echter zou een bijzon
der moeilijke tijd tegemoet gaan.
De dagen, die nu volgden, waren
de grootste crisis in zijn loopbaan
als chef van de generale staf.
T wijf el
Toch was Brooke niet helemaal
gerust. Zijn dagboek vermeldt: n
„Persoonlijk heb ik mijn eigen
angsten over de loop van de
gebeurtenissen en een gevoel
van twijfel aan de goede afloop
kan ik niet helemaal onder-
drukken. Teruggekeerd in myn
eigen kamer heb ik lange tijd
heen en weer gelopen. Ik voel j|
mij eenzaam. Het vertrouwen
was geschokt. Ik heb precies
gezegd was ik dacht dat Montv
te doen stond. In ken Monty
heel goed, maar het is niet uit-
gesloten, dat hij verslagen is..." n
De dagen kropen voorbij. Maar op Ij
2 november zond Montgomery een
telegram, waarin hij zei, dat hij in
de afgelopen nacht de aanval had
hervat. Tevoren had Brooke een j-
brief van hem gekregen, waarin
hij schreef: „Het is hier een kei- m
harde en bloedige strijd, die de af-
gelopen acht dagen is gestreden.
Wij stuiten hier op vreselijke te-
genstand; het is een afmattend §l
geploeter
Maar Montgomery was optimis-
tisch: „Het initiatief gaat nog
steeds van ons uit en tot dusver
heeft Rommel geheel naar mijn n
pijpen moeten dansen.
Zijn tegenaanvallen hebben geen
grote moeilijkheden gegeven. De j|
aanval van ons gaat nu eerst goed j|
beginnen; als wij slagen is dit het
einde van Rommels leger!"
Victorie!
De volgende dag, toen Alan M
Brooke een nieuwe parachutisten-
divisie te Andover inspecteerde,
bereikte hem het perheugende
nieuws: Montgomery's troepen
braken door de bres, die de Nieuw-
zeelanders in de Duitse linies had-
den geslagen. De tanks rukten op
en alsof dit succes nog niet groot
genoeg was vernietigde de lucht-
macht een Duits transport, dat
Rommel versterking moest bren-
gen
Brooke k
kreeg telefonisch te horen,
dat de kansen voor Rommel hope
loos waren. Maar hy wilde voor
alsnog niet al te grote waarde
hechten aan deze mededeling. Toch
zo schreef hij in zyn dagboek.
sprong ik een gat in de lucht
Toen Alan Brooke de volgende dag
in Londen terug was en. daar werd
begroet door een opgewonden,
maar voor alles opgewekte Chur
chill, werd hij bovendien verblijd
met het nieuws, dat Hitier zijn
troepen had opgeroepen te kiezen
tussen de overwinning en de
dood
Het was goed nieuws; het keer
punt in de oorlog was nabij.
[Illlllilllllllllllllllllllllilllllllllllll
Advertentie
Fotoboek en loflied in proza
over Joego-Slavië.
„In Joego-Slavië verliest men twee
maal zyn hart: eerst aan het land, en
dan, en voorgoed, aan de mens." Dat
zegt A. den Doolaard ln een nieuwe
Foto-Pocket van de uitgeverij Con
tact (Amsterdam-Antwerpen). Den
Doolaard beschrijft de verscheiden
heid van volken en landschappen, die
tezamen als Joego-Slavië worden aan
geduid, met groot enthousiasme.
Het boek geeft een indruk van de
oude volkscultuur en van het voort
schrijdende „technisch modernisme".
Welsprekend zijn ook de foto's in
dit boekwerk, die alle zijn vervaar
digd door Cas Oorthuys. Deze kunst
zinnige platen zullen bij de beschou
wers slechts één wens doen opkomen:
dit alles ook zelf eens in werkelijkheid
te mogen aanschouwen of het op
nieuw te mogen zienDe titel van
deze Contact-Foto-Pocket luidt: Dit
is Joego-Slavië.
By H. P. Leopolds Uitgeversmaat
schappij N.V. te Den Haag verscheen
een boek onder de titel „Joego-Sla
vië", dat veel uitvoeriger, naar ver
houding minder rjjk geïllustreerd
maar ambitieuzer van opzet is. De
kunsthistoricus Otto Blhalji-Merln en
zjjn vrouw Lise, die dit werk met de
ondertitel „Een klein land tussen de
werelden" schreven, zjjn zelf Joego-
Slaven.
Doordat zij vele reizen hebben ge
maakt in West-Europa, waarover zij
eveneens boeken schreven, was het
hun mogelijk, allerlei vergelijkingen
te maken met gebieden, die West-
Europeanen eerder verkend kunnen
hebben dan Joego-Slavië. Een veel
heid van facetten en contrasten wordt
in dit werk (uit het Duits vertaald
door C. W. Sangster-Warnaars) weer
gegeven in een stijl, die de indruk
wekt alsof een dichter een onuitput
telijk loflied zingt. Die zangerigheid
kan op de duur niet boeien, maar
neemt men deze uiting van vader
landsliefde op de koop toe, dan komt
men veel te weten over dit „hartver-
overende" gebied.
In beide boeken hebben de
schrijvers het vermeden, een be
oordeling te geven van het door
staatshoofd Tito gevoerde beleid.
Dat konden zij rustig overlaten
aan Tito's oegere vriend Milo-
van Djilas n een bock. dat bin
nenkort ook in Nederlandse ver
taling zal verschijnen: „De nieu
we klasse", en waarin het com
munisme een gevoelige aanval te
verduren krijgt.
Slikwerker overvallen door
vloed en verdronken.
(Van een correspondent.)
De slikwerker P. B. Kuiken, woon
achtig aan het Vliet te Zwartehaan
(Fr.) is donderdagmiddag nadat
men hem sinds woensdagavond had
vermist dood gevonden op het wad.
Ongeveer 250 nieter achter de woning
van zijn ouders bij wie hij inwoonde.
De heer Kuiken, die 45 jaar oud is
geworden en ongehuwd was, moet zijn
overvallen door de mist, terwijl hij
bezig was fuiken te lichten of dit
reeds had gedaan.
In de mist moet hij het spoor
bijster zijn geraakt, zijn krachten
moeten bij het lopen door het slik
zijn uitgeput en in de opkomende
vloed is hij daarna verdronken. Aan
vankelijk meende men, dat hij wel
ergens op bezoek zou zijn, doch toen
hij ook des nachts niet thuis kwam,
is men gaan zoeken, waarmee onder
meer leden van de rijkspolitie de ge
hele ochtend en middag bezig waren.
Toen het eb werd, vond men het ont*
zielde lichaam,