o
nzc
~üzontvenf!d(jina
Het sprookje van een prins en
een (roodharige) mannequin
y
HoiiMnegenlij! broodsnorltii in U l.-phouiv
VRIJDAG 11 OKTOBER 1957
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
0
c
„EEN LOT UIT DE LOTERIJ"
Dit jaar wordt Bettina de echtgenote
van Ali Kahn
Bij de paardenrennen van Longchamps, de belangrijkste premières
in Parijs, de grote verkopen van schilderijen kan men ze steeds zien.
Hand in hand. Zij, een slanke jonge vrouw met opvallend roodbruin
haar, groene ogen en steeds geraffineerd goed gekleed. Hij, middel
bare leeftijd, vaak onder een grijze hoge hoed en lichtelijk vermoeid
kijkend. Prins Ali Kahn, rasechte) afstammeling van Mohammed en
zijn verloofde, Bettina, dochter van een Normandische onderwijzer.
Bettina! Dat is eigenlijk de naam voor een levend geworden sprook
je van 1001 nacht.
Vlak na de oorlog kwam een jong meisje, dat in Elbeuf was op
gegroeid, naar Parijs, met als enige bagage een kartonnen doos. In
het ingeslapen stadje, waar ze op school was geweest, had ze steeds
gedroomd mode-ontwerpster te worden. Ze had jurken getekend en
hoeden en haar ouders meenden dat het prachtig was. Dus moest de
talentvolle dochter naar de hoofdstad. Daar bleek men echt niet te
zitten wachten op de modeontwerpsters uit Elbeuf. Ze werd nauwelijks
ontvangen en zag het leven al veel minder rooskleurig.
Op een goede dag besloot ze bij
Jacques Fath aan te kloppen. Met
haar kartonnen doos onder haar arm
trok ze naar het vermaarde maison
de haute couture. Juist even voor de
nieuwe wintercollectie er aan de uit
heel de wereld aangestroomde experts
getoond zou worden. Dat wil zeggen,
dat alle zenuwen daar tot brekens
toe waren gespannen, dat iedereen
ruzie maakte met iedereen en dat de
atmosfeer in huize Fath geladen was
met prikkeldraad. Niemand lette op
Simone Bodin (zoals de toekomstige
prinses eigenlijk heet). Ze zag trans
pirerende mensen door gangen hollen,
elkaar afsnauwen, half geklede man
nequins die op het punt stonden flauw
te vallen en voorts een blonde meneer,
waarvoor iedereen met groot respect
uit de weg ging. Dat was Jacques
Fath.
Op een gegeven moment ontdekte
de meester mademoiselle Bodin. Hij
schoot op haar toe, vroeg onvriende
lijk waarom ze niet eerder was ge
komen en trok haar mee naar de
kleedkamer. Het rode meisje uit Nor-
mandië was zo verlegen dat ze eerst
niets zei. Alleen maakte ze haar doos
open om Fath haar tekeningen te la
ten zien. Deze toonde daar niet de
minste belangstelling voor. Hij dacht,
dat ze de nieuwe mannequin was,
waarop hij vol ongeduld zat te wach
ten. Het kon hem niet schelen, dat dit
niet het geval bleek te zijn. Vijf mi
nuten later wat ze als mannequin ge-
engageerd.
Bij Jacques Fath is Simone al
heel gauw een van de beroemdste
Parijse mannequins geworden. Hij
heeft haar een ander gezicht ge
geven, een ander kapsel; alleen
haar eigen gracieuse manier van
lopen mocht ze behouden. Zelfs
haar naam moest ze veranderen.
„In het vervolg heet je Bettina",
heeft de meester beslist.
Het duurde niet lang of haar ro
de haar, de amandelvormige groe
ne ogen, de intelligente wipneus
met een enkele sproet waren in
heel de Franse hoofdstad bekend.
Het bleek nu ook dat zij bijzonder
fotogeniek was. Bettina poseerde
en de modebladen in Frankrijk en
Amerika hebben kapitalen geboden
om haar als exclusief model te
krijgen.
Maar het vak van mannequin is
niet zo mooi als het. lijkt. Als men
Bettina vroeg wat toch haar geheim
was om zo bewonderenswaardig slank
te blijven, dan antwoordde ze lichte
lijk schouderophalend: „De mensen
denken vaak, dat een mannquin hon-
f er moet lijden en urenlang gymnas-
iek moet doen om niet dik te worden.
Dat is onzin. Bij het presenteren van
al die nieuwe jurken moet ze zich da
gelijks zo vaak en zo vlug aan- en
uitkleden dat ze zelfs flink moet eten
om niet al te mager te worden".
Bettina zag ook in, dat men beter
kleren kan verkopen, dan ze alleen
maar aan de dure en verwende klan
ten te tonen. Dus is ze een eigen
modemagazijn begonnen, waarvi
de modellen
ontwierp. Een
verklaard, niet een derde maal in het
huwelijk te willen treden. Men heeft
dus lang gedacht dat de flirt met de
Parijse mannequin niet lang zou du
ren. Maar de afstammeling van Mo
hammed is van gedachten veranderd:
nog dit jaar zal Bettina in Ierland de
officiële echtgenote worden van prins
Ali Kahn. Maar voor de Normandi
sche onderwijzersdochter prinses
wordt, zal ze eerst haar katholieke
geloof moeten afschaffen om zich als
een trouwe dienares van de profeet
te kunnen ontpoppen.
Men kan zich er misschien enigszins
over verwonderen dat de leden van
de vorstelijke familie der Kahns, die
door veertig miljoen Ismaelieten als
halfgoden worden vereerd, zich kun
nen veroorloven op zulk een mondaine
en bijna ergerlijk luxueuse manier te
leven. Maar deze gelovigen schijnen
de ongekende rijkdom van hun leiders
juist te bewonderen. En of ze nu een
duidelijk beeld hebben van de wat
luchthartige manier waarop prins
Ali Kahn zijn dagen in het westen
slijt, dat is een vraag waarop we niet
graag bevestigend zouden antwoor
den. Wel is het waarschijnlijk dat de
dit jaar overleden Aga Kahn, het
geestelijk hoofd van de familie, het
toch verstandiger gevonden heeft om
zijn wereldse zoon Ali niet tot Aga te
benoemen. Hij koos daar zijn klein
zoon voor, die nog te jong is om een
„zwaar" verleden te hebben.
Er wordt over Bettina enorm
veel geschreven. Er gaat geen
week voorbij of men ziet haar
Twee mensen die momenteel in Frankrijk in het brandpunt van de be
langstelling staan, in verband met hun huwelijksplannen: de beroemde
mannequin Bettina en prins Ali Kahn. De levensgeschiedenis van Bettina
lijkt op een Duizend-en-een-nacht sprookje: het is het verhaal van het
eenvoudige en verlegen meisje dat naar de grote stad komt, daar een blik
semcarrière maakt en als kroon op deze carrière binnenkort de titel van
prinses zal verwerven.
In bovenstaand artikel vertelt onze Parijse correspondent Jan Brusse het
verhaal van de mannequin en de prinsdie, naar men zegt, samen zeer
gelukkig schijnen te zijn.
van haar meest geslaagde creaties
was een wonderlijke kruising: van
voren trui met een hoge boord, van
achteren een zonnepakje.
Afspraakje
Op een zaterdagmiddag is een
mondaine meneer als klant de win
kel binnengestapte. Hij heeft niets
gekocht, maar hij maakte een af
spraakje met de directrice. Sinds die
avond heeft Bettina haar bedrijf en
haar vak in de steek gelaten en met
haar toekomstige man zwerft ze door
de wereld.
Ali Kahn is reeds tweemaal ge
trouwd geweest. Zijn tweede vrouw
kent de wereld als Rita Hayworth. Na
van haar gescheiden te zijn heeft hij
VOL KLEUREN .1
Liefst 160 pagina's! Deze week o.a.
Libelle sprak met twee Moeders
van het Jaar.
ls uw babysitter tevreden over u?
De 12e Herenmodebeurs beioees heU
een Heer in Hollandis onder
geen hoedje te vangen!
Libcllc, Nnssnuplcln 7, Haarlem
foto's in de kranten. De boulevard
bladen hebben vaak voorspeld dat
de ex-mannequin nooit prinses zou
worden. Als men een plaatje kon
maken van de prins met een an
dere vrouw, dan was dat steeds
een aanleiding om te verklaren dat
Bettina In ongenade was gevallen.
Bettina heeft daar nooit op geant
woord. Dagelijks vragen journalisten
haar om een interview, hetgeen ze
steeds weigert. Een uitgever bood
haar een enorm bedrag om haar me
moires te schrijven. Ook dat weigerde
ze. Ze wil trachten uit de schijnwer
pers van de actualiteit te blijven. Ze
vindt zelf dat ze het grote lot uit
de loterij heeft getrokken. Maar ze
is, ondanks de onuitputtelijke rijk
dommen waarover ze kan beschikken,
toch het ietwat verlegen meisje ge
bleven dat tien jaar geleden met een
kartonnen doos onder haar arm naar
Parijs kwam om er haar geluk te be
proeven.
Oosterse sc(\oon(\eidsqel\eimen
De New-Yorkse schoonheids-experte Lilly Dache heeft de
zer dagen enkele geheimen openbaar gemaakt omtrent de
schoonheid der Oosterse vrouwen. Miss Dache, die juist te
ruggekeerd is van een verblijf van twee maanden in het Ver
re Oosten, weet nu wat de Oosterse vrouwen hebben, dat de
vrouwen in het Westen niet hebben: 'een mooiere huid en
mooiere ogen, een beter gevoel voor kleuren en een natuur
lijke aanleg voor de schoonheid en de charme in het alge
meen.
„Overal in het Verre Oosten", zei zij, „besteden de wou
wen heel veel aandacht aan haar ogen. Zij gebruiken veel
meer „eye-make-up" dan Amerikaanse en Europese vrouwen
en dat heeft veel effect. Zij gebruiken ook de lippenstift,
maar geen rouge. Het „opmaken van het oog" houdt in, dat
er een sterke bruine oog-schaduw wordt aangebracht, de lijn
boven het oog donker wordt geaccentueerd en er ook een
„slag-schaduw" onder het oog wordt geschilderd. In India
gebruiken mannen .vrouwen en kinderen een grijs poeder dat
zij op hun oogbollen aanbrengen, om die tegen de zon te be
schermen en om de schoonheid van het oog te vergroten".
„Oosterse vrouwen maken ook gebruik van een groot aan
tal soorten crèmes en parfums", zegt miss Dache. „Zij sme
ren haar huid in met een soort olie, totdat die glimt. Zij was
sen het haar ook tweemaal per week en olieën het. Zij bezit
ten een natuurlijke chic en gevoel voor kleuren. Zij zien er
dan ook zo aanminnig uit, dat iedere man zijn hart direct
aan hen kan verliezen", aldus de schoonheids-deskundige
miss Lilly Dache.
~öan uzóutv
C tot OZCUH)
Dezer dagen heb ik, eindelijk,
weer eens het genoegen gehad
naar een hoorspel te luisteren,
dat knap en vakkundig in elkaar zat,
boeide door een natuurlijke en leven
dige dialoog en langzaam aan een
vrrj onbenullige kring mensen wist op
te drijven naar een onverbloemd en
verbitterd woord en gevecht dat alle
meespelende karakters schel en haar
scherp belichtt...
„Gevaarlijke bocht", een klein mees
terstuk van J. B. Priestley, gelukkig
nu eens uitgezonden op een tijdstip
dat er met fatsoen naar te luisteren
valt.
Maar waarom gebeurt dit toch
maar zo zelden? Nu ik dit neerschrijf
bezin ik mij op een knipsel, dat mij al
maanden geleden werd toegezonden,
en waarin een bewering als boven
staande door een lezer niet „geno
men" werd. Ik had mij een amuse
mentsprogramma laten voorspelen,
maar het werd mij zo triest en treu
rig te moede van al die flauwe mop
jes en onnozele deuntjes, en ten slotte
van die waanzinnige overbetaalde
vragen-competities. dat ik de knop
maar weer snel heb afgedraaid. Naar
Diorhoe excentriek hij soms in mijn opvattingen mag zijnkan ook heus
■wel kleding ontwerpen die voor elke vrouw draagbaar is. Zoals het een
voudige getailleerde kostuum met de bijpassende driekwart mantel: een
trois-pièces dat niet alleen elegant maar tegelijkertijd bijzonder prak
tisch is. De losse driekwart jasafgezet met beverbontzal ook heel goed
staan op een nauwe effen rok of japon. Eet kleine hoedje is gemaakt uit
dezelfde ruitstof als het complet.
Het materiaal zijden crêpe is teruggekeerd in het modebeeld. Het is een
stof die bijzonder goed gedrapeerd kan worden en zich daarom uitstekend
leent tot het verwerken in een klein uit gaanstoilet" zoals op de illustra
tie staat afgebeeld: een eenvoudig japonnetje in zachtbruin, met als enige
garnering de a-symmetrische heupdraperie. Een modél dat lange tijd aan
trekkelijk kan blijven!
In het Amsterdamse R.A.I.-gebouw
demonstreren tien dagen lang
vier meester-bakkers aan tienduizen
den collega's-bakkers hoe het moet
hoe men bakken moet met de mo
dernste grondstoffen, het witste
bloem, het beste vet, de lekkerste
mout, het zuiverste melkpoeder, niet
de modernste machinale deegstam
per, de handigste rijskast en in de
heetste oven. Een bakkersvakbeurs
wordt er gehouden maar de in de
R.A.I. ronddrentelende huisvrouw zal
toch het liefst eens hier en daar wat
proeven.
Bij de jongmaatjes van de bakkers
vakschool bijvoorbeeld, die gebakjes
en taartjes en marsepeinen dingsig-
heidjes maken en gul uitdelen. Of bij
de stands van beschuit en eierkoek,
van Italiaanse snipperkoek en Zaan-
se honingkoek, sucadekoek en gem
berkoek, en echt verrukt zal ze wor
den in de enorme broodwinkel van
de R.A.I., waar ze 190 verschillende
soorten brood zal vinclcn. Want weet
U nog wal hoe. wg twaalf jaar gele
den snakten naar een snee brood, hoe
U op uw broodbonnetjes een miezerig
klef en grauw broodje kopen mocht
en hoe het eerste Zweedse wittebrood
net als hemels manna smaakte?
Een beetje stil van dankbaarheid
wordt men dan wel, ronddrentelend
langs de vitrines met Amsterdamse
sneers en Franse fluiten, de Drent
se stoeten en de casino's, de knip-
wegge en het oberlanderbrood, het
roombrood en het Rotterdamse
scheurbrood, de maanzaadgalles en 't
strengelbrood, de grote Leidse hoog-
jes en de boerenmikken.
En dan het kleinbrood de gal
letjes van Joodse herkomst en de
geraspte broodjes, die men at en nog
wel eet na een begrafenis. Het glu-
tenbrood voor suikerzieken, de brood
jes met een worstje erin gebakken
van de Amerikanen overgeno
men en de broodjes met een moot
paling, zoals de Zeeuwen eten. De
Parjjse bollen en de pistolettes, de
schnecken en de strooiselkoeken, de
tüg'crbollen en het Gronings hard-
brood zonder gist, de bruine- en de
zwarte roggebroodjes en de pomper-
nickels.
En dan de feestbroden: de abra
hams, die je krygt als je vijftig wordt
de duivekaters en de rode bloed-
broodjes, die vroeger offerandes voor
Germaanse goden waren, de spou-
wers en de nonnevotten, de wegge-
mannen en broodkerels voor Sinter
klaas en de steurs en timpen voor
Kerstfeest.
Honderdnegentig soorten brood, die
nog altijd in ons land gebakken
worden en die dan ook op tafel kwa
men toen onze Tweede Kamerleden
deze week op de bakkersvakbeurs in
de R.AJL kwamen eten. Toen werden
ook de speeches afgestoken, waarin
herinnerd werd aan de geschiedenis
van het brood, die teruggaat tot de
zeven vette en de zeven magere jaren
van Josef aan het hof der Pharao's.
En nog verder terug, tot in de tjjd
toen de Babyloniers hun munten
maakten en die afwogen tegen
graankorrels, waarvan dan nog het
het mij voorkwam, waren „die kapi
talen aan domme prijsuitdelerij mis
schien beter besteed aan honoraria
voor competente sprekers en tekst
schrijvers en cultureel waardevolle
programma's. En dan liefst niet in de
morgenuren of tegen middernacht".
Op deze verzuchting heeft ergens
een lezer vlam gevat, en zich
briesend gestort in een ingezon
den stuk dat er niet om liegt. Waarin
mij in de schoenen wordt geschoven
dat ik de radioprogramma's niet
meer om aan te horen vind, behou
dens die over de schilderkunst.
Dit is dan „een grove belediging
voor de talloze kunstenaars waaruit
onze symfonie-orkesten zijn gefor
meerd.' en die zich, met hun even
voortreffelijke dirigenten, uitsloven
om ons te laten genieten van grote
meesters als Bach, Haydn, Mozart
e.a. via de radio, en voor mensen
als Ritter, van Rijsinge e.a. Schoute
e.a. die ons op 't gebied van literatuur
wetenschap en muziek heel wat te
zeggen hebben". Alleen, mijn waarde
opponent, hoeveel tijd krijgen deze
cultuurdragers helemaal toegewezen
in het totaal van een weekprogram-
ma, dat zeven dagen van onafgebro
ken zeventien zenduren ter beschik
king heeft?
Ik vind het natuurlijk hartverhef
fend dat er nog tevreden mensen
in ons lieve land zijn, getuige deze
inzender, die meent dat cr „keuze is
uit talloze zeer hoogstaande pro
gramma's en dat „wij voor twaalf
gulden per jaar enorm veel schoons
te genieten krijgen", waarvoor hij
graag de bonte avond op de koop
toe (neemt), want iedereen heeft toch
recht op een verzetje?" Het is boven
dien „niet iedereen gegeven de wer
ken van b.v. Shakespeare. Schiller of
Molière te lezen of te begrijpen."
Daarom heeft de omroep zeker in
dertijd zo ongedacht veel brieven van
erkentelijkheid gekregen, toen zij één
keer de moed had op zondagmiddag
de volledige Midzomernachtsdroom
(in gewoon Nederlands, hoor! dat
kan óók nog) door een keur van be
roepsspelers te laten opvoeren.
Niettemin zou ik deze inzender grif
zijn dankbaarheid voor zovéél goeds
voor zo weinig gelds van harte gun
nen. als hij mij het genoegen had ge
daan van óók nog even mijn laatste
volzin te lezen, alvorens hij in de pen
klom.
an had hij, misschien, na raadple-
D
ging van alweer die radio-gids,
tot 'de ontdekking kunnen ko
men dat er weliswaar ondanks alle
massaleut nog heel wat horenswaar-
digs in dat drukwerkje vermeld staat
maar dat de gemiddelde luisteraar
nuchterweg niet in staat is daarom
zijn radio aan te zetten. Omdat hij
(of zij) öf bezig is het dagelijks brood
te verdienen, öf nodig naar bed moet
om voor diezelfde bezigheid de vol
gende morgen voldoende uitgeslapen
te zjjn.
Ik telde tenminste kortgeleden in
één weekprogramma zes klassieke
muziekuitzendingen in de morgen- en
middaguren, en twee na elf uur
's avonds, twee interessante lezingen
en twee verantwoorde en boeiende
toelichtingen op nieuwe grammo
foonplaten idem dito. Waaruit ik wel
moet opmaken dat de omroep vooral
kleuters, huisvrouwen met weinig
omhanden en nachtbrakers tracteert
on goede muziek.
De grote werkende rest moet het dan
maar doen met nu ia. snuffelt U
zelf maar eens. Van vijf tot zeven
doorgaans regerings-, vakvereni-
gings-, militair of snort-eommentaar,
waarvoor, denk ik. weinig lieden
spoorslags huiswaarts zullen snellen.
Tn de avonduren overwegend luchtige
en populaire muziekjes of zoveelste-
rangs luisterspelen, en on dé avond
van de week waarop ied^één in de
huiskamer zit., over beide zenders
lach- en gil-variété met familie-
comnetitie en fancv-prijzen.
Mun opponent moet mjj maar niet
euvel duiden dat ik zijn erkentelijk
heid voor zo'n averechts menu even
naief als nadelig vind. Want hij
schrijft er enkel een foutief program-
ma-beleid mee.
SASKIA.
begrip karaat stamt, gelijk aan drie
gerstekorrels of drie graankorrels.
Vijfhonderd jaar geleden woog men
in Engeland nog het zilver in grains
(graankorrels) en nog maar kort ge
leden verklaarde een econoom: „De
basis van heel ons leven van alle vol
ken. is niet het gov h«t is het
brood".
Twaalf jaar geleder, ••istcn wjj dat
ook denkt U er eens aan als mor
gen weer de bakker aan de deur
komt.