ROOS Dit is de Londense herfstmode J y^eclxt op eigen Mejen J ïdeaux n ~üan ozon tv C tot OZCUH1 JV r UW DOCHTER als mannequin? PRAATJE MET EEN PELSEUR ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1957 PROV1NOIALB ZEEUWSE COURANT Nu de herfst in versneld tempo met regen en wind de grote af takeling bespoedigt, grijpen wij niet enkel naar een Iwinset maar, in deze kolom althans, naar een voorlopig winterprogramma om on ze aandacht van die trieste buiten wereld af te leiden. Waarbij wij, om meteen op tem peratuur te komen, geen beter aan knopingspunt kunnen vinden dan 'n brief uit de lezeressenkring. waar in mij zelfs enigszins heftig mijn strijdvaardigheid en onverflauwd oproepen tot ,,emanicipatie" wordt verweten. Strijdvaardig ach mijn beste „Vera": U moest eens weten hoe weinig ik van de onvermoeide propagandiste in mij heb. Gelooft U mij, ik ben van nature geneigd om langs de kant van de heirbaan des levens op een hek te gaan zitten en de menselijke bedrij vigheid enkel glimlachend gade te slaan. Maar het ongeluk wil, dat ver stand en geweten met die ironische afzijdigheid geen genoegen nemen en hoofdschuddend"zeggen: O ja op een hek zitten, he? Belangstel- lend toekijken, nietwaar? En als het dan hopeloos spaak loopt, als er do den vallen bij wijze van spreken in welk water wü je dan je handen in onschuld wassen Pp je nek ben je mede schuldig Dan ben ik allang op de grond gesprongen om deze of gene drin- end aan de arm te schudden en esnoods te schreeuwen: Kijk uit! Je raakt eronder Geloof mij, waarde Vera, het is niet een zekere vechtlustigheid, maar het welzijn van onze hele samenleving en de toekomst van on ze kinderen, die mij de vrouw maar steeds weer hij de arm doen schud den: Word wakker! Word Méns! Een drang die ik, om tc beginnen, in uw hele schrijven deerlijk heb gemist. U hebt het in die vier dichtbe schreven kantjes die ik jammer genoeg niet volledig kan aanhalen nergens ook maar met één regel over het heil van die samenleving maar houdt U, echt vrouwelijk, aan dat van het individu, en dan. wel van een zeer bepaalde enkeling: De vrouw die graag een tweederangs positie inneemt. Of, om het met uw eigen slotwoorden te formuleren: „Ik hoop U hiermede overtuigd te hebben dat het „maar éen vrouw" zijn, het „zich willen (en kunnen) schikken naar de ander", het aan vaarden van de twecderangspasitie óók een roeping en wel een necl be langrijke kan zijn." En de bewijzen om uw theorie'te staven? Ten éerste de bovycring, dat „de meeste vrouwen trouwen ïnét'n man waarin zij de meerdere kiipnen zien, en zij bewonderen zijn man nelijke eigenschappen: in het laatste geval voplen zij zich „maar" een vrouw." Dit is mij werkelijk volkomen duister. Ik heb in mijn leven talrijke gelukkig getrouwde vrouwen ont moet, of brieven van haar ontvan gen. En zij zouden U, Vera, waarschijn lijk verwonderd vragen wat U met die specifiek „mannelijke" eigen schappen bedoelt, en op welk gebied die dan liggen? Zijn alle goede men selijke eigenschappen niet even ken merkend voor de man als voor de vrouw En voorts uw verwijzing naar de vrouwen van Darmjn. Pasteur, Edi son e.a., die „het belangrijke werk van hun man mogplijk hebben ge maakt door hem met de grootst mo gelijke zorg en liefde te omringen zonder zelf eisen te stellen!" Nu zou ik bij dat laatste direct willen opmerken dat primo: zul ke topfiguren in de mannenwe reld óók schaars voorkomen, en de houding van hun echtgenoten daarom niet als voorbeeld kan gelden voor alle vrouwen. Terwijl secundo dat omringen met de grootst mogelijke zorg en liefde toch zeker vanzelf sprekend geldt voor élke vrouw die haar functie als echtgenote ernstig neemt. Uw bewijsvoering en de mijne snij den elkaar dus mSar op één punt, dat U omschrijft als: „zelf eisen stellen." U wilt dat eigenlijk zien als iets aanmatigends, hoogstens te bil lijken waar het vrouwen betreft die „een gave hebben die buiten het huis houdelijk terrein valt en anderen die zich zo opgesloten voelen dat ze om haar persoonlijkheid tot zijn recht te laten komen een baan of liefheb berij naast haar huishouden moeten hebben." Maar voor de rest acht U dat zich aanpassen, „hun man en gezin als nummer één beschouwen" en voor zichzelf geen enkele eis stellen als iets vanzelfsprekends en prijzens waardigs, want: „er zijn zeker even veel zo niet méér vrouwen, die zich in het gezin volledig kunnen ont plooien. Wat is hulsvrouw niet een veelzijdig beroep!" Zó veelzijdig, Vera, dat de meeste van die zich binnen vier muren zo verrukkelijk ontplooiende vrouwen zo om en bij haar vijftigste, als de kinderen groot zijn en het huishouden veel minder werk vraagt, met zichzelf geen raad weten cn be ginnen te laboreren aan een onbe? wust gevoel van overbodigheid en doelloosheid, dat haar maar al te vaak van de ene doktersspreekkamer naar de andere drijft, en tot ernstige lichamelijke en geestelijke depres sies kan leiden. Waarom Omdat zij nooit, mede dank zij de ingeprente plicht der aanpassing en opoffering, de eis ge steld hebben van „iemand" te mogen zijn. een méns met een eigen persoon lijkheid en belangstellingssfeer. Wat dat inzicht betreft moet de emapejpgtie nog begingen. Saskia. Zen aantal hulsvrouwen in een voor stad van Birmingham heeft onder aan voering van de 24-Jarlge mrs Kelly Os borne he* besluit genomen dat de amoureuze avances van automobilisten in bun wijk niet langer „genomen" zul len worden. De dames hebben zich nu met water pistolen bewapend. „We zijn het moe door deze lieden aangesproken te worden en nu gaan we hun een les geven," zegt mrs. Osborne, Zij en haar jnede-kenau's vullen de wa terpistolen met een overigens onscha delijk kwalijk ruikend desinfectlemid- del, dat door de fabrikant voor gebruik in de keuken bedoeld is, f Advertentie) VOL KLEUREN! Liefst 160 pagina's! Met o.a. deze Begin van opzienbarend vervolgverhaal waaraan prijsvraag verbonden met TIEN DUIZEND GULDEN aan prijzen! Wat de Parijse mode- dictatoren ons komende winter willen laten dra gen, is door middel van woord en beeld iedere vrouw wel voldoende dui delijk geworden. De vraag is nu: wat doet men in de overige Euro pese modecentra Want de Nederlandse confectie richt zich niet alleen naar hetgeen men in de Licht stad voorschrijft, maar laat zich zeer zeker ook beïnvloeden door nou- veauté's uit Duitsland, Zwitserland, Italië en Engeland; allemaal lan den waar men ook wel iets van „mode maken" af weet. Hierboven enkele mo dellen, representatief voor de lijnen welke de Engelse ontwerpers de vrouw voor deze winter toegedacht hebben. Zij hebben zich kenpelijk ge ïnspireerd op de voort brengselen van hun Fran se collega's, maar daarbij zoals gewoonlijk, geen moment de praktische zijde uit het oog verlo ren. Dat blijkt wel uit deze modellen: een wijde reismantel van zilver grijs-met-zwarte langha rige mohair van Patter son, en een tweetal kos tuums, respectievelijk van Michael en Lachasse. ..Vooral de beide kos tuums dragen het stem- fiel van dc najaarsmode- ijn-1957de schouders zijn breed, de bustelijn wordt verwaarloosd, en verder zijn deze creaties blousend én tailleloos. Desondanks lijken ze zo op het. oog aantrekkelijk en draagbaar, in tegen stelling met veel wat momenteel uit Parus komt. „Per jaar kunnen maar ongeveer tweeduizend vrouwen in Nederland een bontjas kopen, die duurder is dan tweeduizend gulden. Bijvoorbeeld füngekruld Persianer in de nieuwe kleur saroc, lichtbruin met grijze flitsjes. «f fijngetekende breit- schwanz in de grafietkleur van het ongeboren Karakul-lamjnetje, of oce lot. afgezet met een brede rand zee hond, of nertz in de modieuze kleur nuances van bruin en grijs en zilver blauw. Maar ook beneden de twee duizend gulden is er goed bont.te koop. Behalve het konjjn in al de va riaties van bewerking en imitatie als seal electric (konijn als zeehond), biberet (konijn als bever) en taupi- net (konijn als mol), ook echt bont: veu'pn, mol, chevrctte, ofwel geit, en kalf". Deze uitspraak is van een man die het weten kan: van een pelseur. wat een mooie ouderwetse benaming is voor het vak van bontwerker. In ons klimaat heeft een mante' nogals eens iets te lijden van 'net weer en daarom wil de Nederlandse vrouw ongetwijfeld weieens weten, wat de sterkste bontsoort is. Dit lijst je kregen we van de pelseur: Beverbont is het sterkste dat er J bestaat. Laten we dit stellen op 100 dan wordt de volgorde aldus: bever 100 bisamrug 60 bisam- buik 50%; broadtail 40%; breit- schwanz 35 ocelot 60 panter 60 persianer 65 indisch lam 40%; sealskin 70%; petit gris 40-%yemen 30 kalf 35 kor nijn 35%; mol 15%; nertz 80%; veulen 55 murmel 50 blue back 40 gems 20 marter 65 Bont van 20 geldt ook als zwak bont, levensduur ongeveer 2 tot 5 jaar. Van 20 tot 30 4 8 jaar. Van 30 50 sterk bont, 5 tot 12 jaar. Van 50% tot 70%: zeer sterk bont, 8 tot 16 jaar. Boven 70%: 14 tot 50 jaar, iets voor het leven Deze gegevens gelden natuurlijk alleen voor de beste kwaliteiten bont, gedragen doqr verstandige vrouwen, die haar mantels geregeld laten na zien op slijtplekken en ze ook vak kundig opbergen in de zomer. Onze pelseur gaf nog een paar goede wen ken. Een vrouw die een beetje mol lig is moet geen langharig bont ko pen, oipdat het haar dik ipaakt. En een vrouw die veel in een auto zit, moet een heel sterke bontsoort ko pen. Zelfs al te innig gearmd lopen is niet goed voor het bont van de mouw. Bont mag natuurlijk ook niet mishandeld worden; een regenbuitje kgn het beestevelletje wel verdragen, maar het mag niet en nooit by de kachel gedroogd worden. Op bijstaande foto de bontmode voor 1957: een kort jasje van per sianer met een brede ronde kraag, een zeehondjak voor het jongemeisje. afgezet met boord en capuchon van tricot, en een modieuze mantel van glanzepd breitschwanz met een kraag vap witte nertz. Dan moet zij ook figuurlijk op sterke benen staan (Van onze redactrice) Aan het einde van de middelbare schooltijd van ieder meisje - staat een aantal beroepen die zeer beslist niet voor iedereen zijn weggelegdmaar die door een der gelijk romantisch waas zijn omge ven dat ze toch voor bijna ieder meisje dat de „sweet seventeen" ja ren heeft bereiktbijzonder aantrek kelijk zijn. Het beroep van stewar dess heeft door de jaren heen voor ieder modem meisje vele attractieve kanten behouden en dat is niet meer dan logisch bij een werkkringdie zozeer het begrip „(Ie vleugels uit slaan'' symboliseert; de papieren van de privé-secretciresse staan bij vele meisjes die voor het probleen' ■■van de beroepskeuze staan, oolc noj vrij hoog genoteerd, wellicht door dat een doorgaans, goede betaling hier lean samengaan met een be trekkelijk ruime persoonlijke vrijheid; en er is een tijd, ge weest dat ook het vak van ver pleegster voorkivam in deze ro mantische reeks". De misverstanden over het verpleeg ster sberqep zijn in middels xvel uit de weg geruimd, maar het is nog niet zo lang geler den dat vele jotigedechters zich ver gaapten aan de uiterlijke schijn van dit peroep dikwijls onder in vloed vati een bepaald soort feuille- ton-royiantieh waarmee in de ka-, lognmen van onze dames-weekbla den kwistig gestrooid wordt. De laatste jaren is aan de reeks van spectaculaire beroepen ook dat vay de mannequin toegevoegd. Was een mannequin in vroeger jaren voor de buitenwereld 'n „pasdame", die niet zelden werd bekeken als een vrouw die eigenlijk over de schreef ging en haar geld verdiende op een manier die niet strookte met de gangbare moraal tegenwoordig is zij doodgewoon een alleszins ge respecteerde werkende vrouw, maar dan een werkende vrouw die door velen van haar sexe-genoten in stil te of openlijk benijd wordt. Vooral de jongere garde heeft een open oog voor de aantrekkelijkheden van dit beroep want aantrekkelijk is het zeker. li j anneer zelfs vele vrouwen die W niet meer piep- en piepjong zijn, zo duidelijk haar inte resse tonen voor dit nog vrij jonge beroep, dan is het geen wonder dat de belangstelling van het meisje dat zó van de middelbare school komt,, nog veel groter is, Uiterlijk lijkt het ook wel gezellig: reizen, in goe de hotels logeren, altijd verzorgd eruit zien, avond aan avond in mooie kleding paraderen en de be- toonderende blikken van een veel-, tallig publiek opvangen.... Het is zo iets als „filmster in het klein". Voeg daarbij nog, dat de verdiensten niet mis zijn: welk modern meisje dat op eigen benen wil staan, ontkomt aan de bekoring van dit alles Dat de werkelijkheid iets anders is: dat is al vaak en in alle toon aarden verteld, maar wie jong iq en aan het begin van een loopbaan denkt te staan, legt zulke verhalen meestal achteloos naast zich neer. Dat is niet zo heel erg, want onder vinding is nog altijd de beste leer meester en de jonge bloem die zich in de juichende zelfverzekerdheid van het' weten dat ze jong en aan trekkelijk is, in dit beroep stort, wordt vapzelf wel met de werke lijkheid geconfronteerd. Die werkelijkheid is: in het hoog seizoen tioeemaal per dag drie uur achtereen door een zaal paraderen en aan het eind van die drie uur liefst nog even kwiek en met de zelfde opgewekte glimlach als aan het begin. Ondanks knellende schoe nen, kriebelende sjaaltjes en bij bepaalde temperaturen die moor dend hete nylonkousen. En na af loop van de show wanneer alleen 'n goéd bed en slaag nog belangrijk lijken, met dezeflde opgewektheid en vriendelijkheid nog een poosje nakaarten met de organisatoren van de modeshow voor w\e zo'n show doqr gaans een opwindender evenement is dan voor de manne quins zélf. Een uitstekende gezondheid een enorm fysiek uithou-. dingsvermogen zijn dus nodig en dat is dan maar de basis. Want veel belangrijker is het om ook figuurlijk op „sterke benen' kunnen staan. Óm de bedwelming van mooie kleren, goede salarissen en bewonderende blikken te kunnen nemen voor wat het is, om schijn en werkelijkheid, beroep en privé-le- ven scherp gescheiden te kunnen houden, om niet onder te gaan in de roes van het veel geld verdie nen. Want een goede mannequin heeft dat geld hard nodig; voor haar privé-kleding, schoonheidsverzor ging en wat dies meer zij. Voor haar zijn één paar flats, één paar sport schoenen en één paar pumps niet voldoende, zij heeft toel iets meer nodig dan drie paar nylons en een paar sieraden, en de belasting weet haar op zeker ogenblik evengoed te vinden als de „gewone" werkende ilddigi gikocbt modi gthiagu^ En het moeilijkste is, als men nog jong is, waarschijnlijk wel het (soms jarenlange) worstelen om het vinden en ontdekken van eigen stijl en persoonlijkheid, om het verwer ven van de mensenkennis die on ontbeerlijk is om een goed contact met het publiek te krijgen. De moeder wier dochter op zeker ogenblik thuis komt met de stellige mededeling dat ze mannequin en niets anders.' wenst te worden, behoeft niet in paniek uit te barsten in de veronderstelling dat't hierom een minder goed aangeschreven be roep zou gaan. Inpïaats daarvan zon ze het voor cn het tegen van dit vak eens rustig met de onder nemende jongedame kunnen bepra ten. Toegegeven: goede raadgevin gen aan dochters beneden de twintig jaar komen meestal grotendeels yeer op „boter aan de galg sme ren", maar iéts blijft er toch allicht van hangen, als steun op het pad naar een werkkring die voor de bui tenstaander onverdeeld aantrekke lijk lijkt, magr in werkelijkheid al lerminst enkel rozengeur en mane schijn is. En waarvan het boven dien zeer de maag is of *en wer kelijk intelligent mets'." met een behoorlijke schoolople '.ding er op de duur geestelijke voldoening in zal vinden. HAUTE COUTURE VAN OVERZEE

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 6