BEGROTING 1958 VALT MEE.... MINISTER VERLICHT GEMEENTELASTEN Zal veronderstelling uitkomen? Aandeel „provincie" in vooruitgang Ir. Witte verwacht in 1958 bouw van 80.000 woningen r OVERBESTEDING BEDRAAGT EEN MILJARD PER JAAR (Van onze economische medewerker) Na alles wat hierover gefluisterd werd, na alle schrikbeelden die zijn opgeroepen, kan niet anders gezegd worden dan dat de huidige begroting meevalt. Natuurlijk is er een tekort op de totale begroting. De minister berekent dit in eerste instantie op 440 mil joen. Maar houden wij rekening met nog te verwach ten uitgaven ad 305 miljoen en de hieronder nader te noemen verlaging van uitgaven ad 23 miljoen en een verhoging van de belastingen ad 107 miljoen, dan komen wij op een tekort van 615 miljoen. Doch dit is slechts 21 miljoen meer dan de vermoedelijke uit komst van de begroting 1957. Laten wij de extra in komsten voor 1957 door het benutten van de Marshall- pot buiten beschouwing, dan is er thans zelfs een ver betering van circa 350 miljoen. Uitgavenstructuur is star Waaraan is deze krachttoer nu te danken Het antwoord is niet eenvou dig. Er zijn belangryke bezuinigingen op de uitgaven bereikt, die evenwel volledig teniet gedaan worden door verhogingen in andere sectoren met het gevolg dat uiteindelijk de totale uitgaven ten opzichte van dit jaar 34 miljoen zullen stjjgen. Bij de inkomsen is het beeld even ingewikkeld: een stjjging van de belastingontvangsten maar een daling van de andere inkomsten doordat de staat niet meer behoeft te rekenen op een uitkering uit de Marshallpot, zodat tenslotte de totale inkomsten maar 13 miljoen omhoog gaan. Het in feite stijgen van de totale uitgaven blijkt echter voorname lijk te wijten te zijn aan een prin cipiële wijziging van het financiële beleid bij de woningbouwpolitiek. De rijksoverheid zal namelijk de voorschotten, die bij de bouw van woningwetwoningen wordt gege ven, voor haar rekening nemen. Dit eist f 540 miljoen. Hiermee worden de gemeenten dus ontlast, terwijl tevens de financiering ge waarborgd is. Voorts wordt aangenomen dat de Eu ropese Gemeenschappelijke Markt en de Euratom volgend jaar in werking zullen treden, hetgeen ons land 50 miljoen zal kosten. Ook wordt het onderwijs 60 miljoen duurder. Bij de middelen vinden wij een oplo pen der belastingen met een bedrag van 270 miljoen tot boven de 8000 miljoen, waarvan 6828 miljoen in 's .Rijks schatkist vloeien zal. Deze verhoging is te danken aan het door- Door J. B. KELHOLT. A .J werken van de reeds aangenomen be lastingmaatregelen en aan de loons verhogingen op 1 augustus. Toch was dit alles niet voldoende voor de over heid. Zij had meer geld nodig hoe veel meer, is op interessante wijze be- j-ekend. Elke begroting die een tekort ople vert, stelt de overheid voor de nood zaak ergens geld te lenen. Minister Hofstra wil echter geen beroep op de kapitaalmarkt doen, hij wil deze markt reserveren voor het bedrijfsle ven en de gemeenten. Deze laatste krijgen van hem een kans, doordat hij plotseling volkomen is om gezwaaid en een hogere, aan de marktrente aangepaste rente voor langlopende leningen accepteert. De minister heeft berekend wat hij uit eigen bronnen kan halen: 345 miljoen van de rijksfondsen en 60 Staatsschuld bedraagt 18.251 miljoen gulden. (Van onze parlementaire redacteur) Op het eind van juni j.I. bedroeg de totale Nederlandse staatsschuld 18.251 miljoen gulden. Hiervan vormt een bedrag van 16.376 miljoen de binnenlandse schuld. De gevestigde buitenlandse schuld was 1.875 mil joen. Ten opzichte van 30 juni 1956 is de nationale schuld met 782 miljoen gedaald Hiervan heeft 684 miljoen betrekking op. de binnenlandse en 98 miljoen op de buitenlandse schuld. Per hoofd van de bevolking be draagt de nationale schuld thans on geveer f 1660-dat is een respecta bel bedrag, doch daar staat tegen over, dat de Nederlanders gezamen lijk ook over verscheidene voorzie ningen beschikken, die hun het leven op ons kleine plekje grond mogelijk maken. Woningbouwprogramma miljoen uit de geblokkeerde huurver hoging, bij elkaar 405 miljoen. Het te verwachten kastekort, het hij werkelijk in 1958 denkt tekort te komen, selt hij op 535 miljoen, zo dat er 130 miljoen gezocht moet worden. TOVENAAR Heel vindingrijk tovert de minister deze miljoenen te voorschijn met een laging van de rijksbijdrage in de kloosheidspremie ad 23 miljoen en door een nieuwe belastingverho ging van 107 miljoen. Hiervan wordt echter alleen gezegd dat z\j zal bestaan uit een verhoging van de omzetbelasting op sigaretten, perso nenauto's en televisietoestellen en uit een verhoging van de vermogens belasting. (Tussen twee haakjes: ook enkele tarieven van de PTT gaan oih- hoog). Onaangenaam voor de onder nemers is dat de schorsing van de investeringsaftrek gehandhaafd blijft. Overzien wij nu al die tegen elkaar inwerkende krachten, dan vallen eerst de resultaten op: De minister heeft net gat in de be groting nagenoeg kunnen vast houden op de afmetingen van dit jaar het effect zou zelfs veel beter zijn geweest, als hij niet de financieiing van de bouw van de woningwetwoningen had overge nomen. Hij heeft hierdoor een grote last van de schouders van de gemeentebestuurderen afgeno men, hetgeen tevens de woning bouw kan vergemakkelijken. Hij heeft de belastingverhoging zeer beperkt, alleen enkele artikelen worden duurder, die niet direct tot de noodzakelijke levensbehoef ten behoren en verder moeten de vermogenden meer betalen. Hij kan het tekort op de begroting fi nancieren met beschikbare midde len, zodat hij geen inflatieverwek- kende gelden behoeft aan te trek ken terwijl hij bovendien nog de kapitaalmarkt vrijlaat. KEERZIJDE Willen wij objectief blijven, dan moe ten wij ook de keerzijde van de me daille laten zien: 1957 NIET BETER DAN 1956 Monetair evenwicht moet hersteld worden. (Van onze parlementaire redacteur) Een goed criterium voor de beoorde ling van de vraag, of het peil van de binnenlandse bestedingen te hoog is, vormt de ontwikkeling van het saldo van de betalingsbalans op de lopende rekening. Welnu, deze ontwikkeling laat er geen twyfel aan, dat we bo ven onze stand geleefd hebben. Werd in 1955 op transactiebasis nog een overschot van 960 miljoen ver kregen, in 1956 ontstond een tekort van 650 miljoen. Het eerste halfjaar van 1957 geeft een tekort van 500 600 miljoen. Indien men aanneemt, dat tegenover extra-voorraadvorming in het eerste halfjaar 1957 niet tot verdere voorraadvorming in het tweede halfjaar wordt overgegaan zal de betalingsbalans over '57 naar verwachting een ongeveer even on gunstig beeld tonen als in het afge- .open jaar. Naar de mening van de minister van financiën is in jaren van normale conjunctuur en van nor male voorraadvorming een overschot van circa een half miljard op de lo pende rekening van de betalingsba lans nodig. Daarnaast is het in tijden van hoogconjunctuur wenselijk, naar een groter overschot te streven, ten einde bij een eventuele omslag over voldoende reserves te beschikken. De overbesteding heeft in Neder land geleid tot een vergroting van de invoer en tot een vasthouden van exporteerbare produkten voor de binnenlandse markt, zomede tot enige prijsstijging, met name Gebrek aan personeel bij leger en luchtmacht. De voorziening van leger en lucht macht met beroepspersoneel baart nog zorgen. Er is nog steeds veel verloop en de tekorten worden lang zamer ingelopen dan minister Staf had gehoopt en verwacht. De land macht heeft 10 procent officieren en 17 procent onderofficieren, de lucht macht 19 proeent officieren en 21 procent onderofficieren te weinig. Beide functioneren, maar niet doel matig genoeg. De tekorten verlagen uiteraard ook de oorlogswaarde van de krijgs macht. Bovendien is de opbouw van de officiers- en onderofficierskorp sen niet regelmatig en zijn de be schikbare mensen niet evenredig over de verschillende wapens en dienstvakken verdeeld. De infante rie bijvoorbeeld heeft officieren te veel de luchtdoelartillerie kampt met een ernstig tekort. Het aantal vrijwillig dienende korporaals en soldaten liep het laatste jaar zelfs terug. Van de 6962 op 1 maart 1956, waren er een jaar later nog slechts 6330 in dienst. Nochtans blijft minister Staf optimistisch gestemd hij verwacht voor de naaste toekomst een verbetering Aan het inhalen van de achterstand wordt hard gewerkt. yan Jnvesteringsgoederen. Da re-., gering is vast van plan met de meeste kracht de vraag naar góe deren en diensten tot een even wichtiger peil terug te dringen en op deze wijze het monetaire even wicht spoedig te herstellen. By een overbesteding die thans nog ongeveer één miljard per jaar be loopt, mag, gezien de eisen, die de wo ningbouw stelt, niet worden verwacht zo vindt de regering, dat de tot dus ver getroffen maatregelen tot een vol doend herstel van het evenwicht zul len lelden. Daarom zijn de aangekon digde maatregelen op het gebied van de overheidsuitgaven en de overheids inkomsten onvermijdelijk. De gehele begroting drijft op de ver onderstelling, dat wij in 1958 geen al gemene loonronden krijgen en dat het algemene prijspeil stabiel zal blijven. Zullen de vakverenigingen zich hier bij neerleggen? De uitgavenstructuur is star ver dere, wezenlijke bezuinigingen zijn niet te verwachten. Er kan alleen muziek zitten in het uitstellen van nieuwe voorzieningen en in een ver dere verhoging van de efficiency. Hier zal het parlement ongetwijfeld nog wel het een en ander over op merken. Velen zullen een zucht van verlich ting slaken, omdat de belastingver hoging maar enkelen zal treffen. De niet-inflatoire financiering van het kastekort is een winstpunt evenals het aan zich trekken van de finan ciering van de woningbouw. Maar hier staat tegenover dat wy er ons bij moeten neerleggen, dat verdere bezuinigingen die hout snijden en die de overheidstaak beperken, tot de onmogeiykheden blijken te behoren. En bovendien moeten wij ons bewust zijn, dat het gehele gevaarte in bewe ging kan bomen, als toch de lonen en pryzen ln 1958 verder stygen. Nieuwe verhoging van PTT-tarieven (Van onze parlementaire redacteur) Het ligt in het voornemen van de regering om behalve de tariefsver hogingen, die reeds zijn ingevoerd, nog andere van kracht te doen wor den. Als gevolg hiervan kan rekening worden gehouden met een winstuit kering van 7,6 miljoen van 't staats bedrijf der P.T.T. aan de staat over 1958. Besloten is namelijk om nog in de loop van 1957 de tarieven van de P.T.T. enigszins verder te verho gen. Van de Staatsmijnen zal het rijk, naar verwacht wordt ,weer een uit kering van 10 miljoen als winstaan deel ontvangen en van het staats- gasbedrijf bijna 4 miljoen. In de particuliere sector zijn de exploitatiebaten voor het Rijk voor 1958 geraamd op 3 miljoen van de Maatschappij tot financiering van het nationaal herstel 3,5 miljoen van de Kon. Nederlandse hoogovens en staalfabrieken 0,5 miljoen van de N.V. Nederlandse springstoffen fabriek 4 miljoen van de K.L.M., 7 miljoen van de n.v. Breedband 5 miljoen van de n.v. Nederlandse Aardoliemaatschappij 0,6 miljoen van de n.v. Nederlandse Zoutindus- trie. Het aandeel van het Rijk in de opbrengst der luisterbijdragen is voor 1958 geraamd op 28,1 miljoen tegen 27,1 miljoen in 1957. De aflossing van verstrekte kredie ten betreffen hoofdzakelijk de P.T. T. (129,8 miljoen) en het Staatsgas- bedrijf (23 miljoen). SAMENVATTEND BEGROTINGSBEELD Ontwikkeling aan diep vaarwater (Van onze parlementaire redacteur) Aan de oplossing van urgentie- problemen van nationale rulmteiyke ordening moet met kracht worden voortgewerkt. Hierby staan op de voorgrond de maatregelen in het be lang van een goede ontwikkeling in het westen des lands, alsmede de vraagstukken verbonden aan een be tere spreiding van de bevolking over het gehele land. Hiervan uitgaande merkt minister Witte In zyn memorie van toelichting by de begroting van volkshuisvesting en bouwnijverheid ten aanzien van de ruimtelijke ordening o.a. nog op: „De ontwikkeling in overig Nederland vraagt op de eerste plaats de aan dacht omdat deze gebieden zelf aan spraak hebben op een volwaardig aandeel in de nationale vooruitgang. Hoe meer dit wordt verwezenlijkt, hoe meer ook het. westen daardoor zal worden ontlast". Een directe samenhang ziet minis ter Witte tussen de problemen in het westen en het tot stand komen van ontwikkelingen aan diep vaarwater elders in Nederland. Dit vraagstuk Consumentensubsidies moeten verdwijnen. Het streven van de regering biyft erop gericht de consumenten-subsi dies zo spoedig mogelyk geheel te doen verdwijnen. Dit schryft de mi nister van financiën in de miljoenen nota. Reeds het beleid van het vorige ka binet was erop gebaseerd, dat alge meen gebruikte goederen en diensten uit het inkomen worden betaald en dat de prijzen ervan niet door subsi dies uit de belastinggelden worden verlaagd. Het tegenwoordige kabinet heeft zich by dit standpunt aangeslo ten en een verdere stap in deze rich ting gezet in het kader van de beste- dingsbeperkende maatregelen. BOUWPROGRAMMA VAN 2800 MILJOEN Allerlei factoren wijzen op produktievermeerdering (Van onze parlementaire redacteur*. De regering verwacht, dat in 1958 ongeveer 80.000 woningen ge reed zullen komen en gaat in het bouwprogramma voor dat jaar er van uit, dat tevens met de bouw van 80.000 woningen zal worden be gonnen. Met de bouw van deze 80.000 woningen zal naar raming een bedrag van 1345 miljoen gulden zijn gemoeid, of ruim 60 procent van het totale bedrag ad 2827 miljoen gulden, waarop het gehele bouwprogramma voor 1958 wordt geraamd. In 1957 was van een bouwprogramma ad 2579 miljoen gulden ruim 56 procent of 1100 miljoen gulden voor de woningbouw begroot. Voor de andere sectoren van de nieuwbouw worden de volgende be dragen geraamd- boerderijen 45 miljoen (8 miljoen in de IlJselmeerpolders, 13 miljoen voor 180 boerderijen in ruilverkave- lings- en ontginningsgebieden, 17.5 miljoen voor herbouw van verbrande boerderijen, 4.5 miljoen voor herstel van oorlogs- en watersnoodschade overige agrarische gebouwen 24 miljoen; bedrijfsgebouwen voor de nij verheid 350 miljoen; idem voor handel en verkeer 135 miljoen; gehouwen voor gezondheidszorg 57 miljoen (in hoofdzaak voor zie kenhuizen, psychiatrische inrichtin gen en verpleeghuizen en slechts bij hoge uitzondering voor zweminrich tingen); scholen 190 miljoen (waarbij is gerekend op enige uitbreiding van het bouwprogramma voor land. en tuin bouwscholen) kerken 23 miljoen (wordt vol doende geacht voor de bestaande plannen); overige bijzondere gebouwen 33 miljoen; overheidsgebouwen 38 miljoen (tot het uiterste besnoeid); verbouw van gebouwen 90 mil joen (de drang tot net uitvoeren van verbouwingswerken duurt voort gemeenten en rijk zullen het uitgeven van goedkeuringen moeten matigen); weg- en waterbouwkundige wer ken 497 miljoen (beperking van on geveer 10 procent ten opzichte van 1957). Volledige werk gelegenheid Ter toelichting van dit bouw programma merkt minister Witte op, dat ln de gebouwensector geen beperkingen zijn toegepast op grond van mogelijke of te ver wachten financiële omstandighe den. Hot bouwprogramma is ge heel afgestemd op de verwachtin. Sen omtrent de bouwcapaciteit, [et regeringsbeleid blijft gericht op voortdurende normale en vol- MINTSTEK WITTE ....naar de 80.000.... ledige werkgelegenheid zonder overspanning van de bouwmarkt in de bouwvakken, waarbij zich hoogstens enkele verschuivingen zullen voordoen. Tevens werd gerekend met een stijging van het aantal arbeiders in de bouwnijverheid, met uitbreiding van het werken in de winter, met een verhoging van de arheidsproduktlvl- teit als gevolg van rationalisatie, me chanisatie etc. en niet een te ver wachten afneming van de spanning op de arbeidsmarkt. Met het oog op deze factoren acht de bewindsman een produktievermeerdering van 7,5 procent ten opzichte van 1956 aan vaardbaar. dient met voorrang te worden onder zocht. Daarnaast zal het aankomen op spreiding van daarvoor geschikte industrie en opvoering van de functie van overig Nederland voor het dien stenverkeer. In dit verband wijst de minister er op, dat de Rijksdienst voor het Na tionale Plan en het Centraal Plan bureau reeds een verkenning van de ontwikkelingsmogelijkheden per provincie hebben uitgevoerd en dat thans wordt onderzocht „in hoever de opneming van een groter bevol kingsaantal zou worden verwacht bij verschillende veronderstellingen voor verdere spreiding van be- staansbronnen". Het reeds begon nen „ambtelijk overleg in provin ciale sfeer" zal zo spoedig mogelyk moeten leiden tot nadere voorstel len. Met betrekking tot het westen ko men waarschijnlijk nog in de loop van 1957 de eerste samenvattende voor stellen van de werkcoinmissie westen des lands ter behandeling b(j de re gering. Zeer urgent zyn beslissingen voor het gebied aan de Nieuwe Waterweg. Het Rotterdamse haven- en industrie complex groeit stormachtig in de richting van de zee cn zal bij voort- faan van deze ontwikkeling in afzien- are t(jd de kust heben bereikt. De vraag moet dan ook onder ogen wor den gezien, hoe deze expansie zich op de duur zul dienen te voltrekken. Daarnaast moet reeds onmiddellyk worden voorzien in faciliteiten voor de moderne supertankers. Grote be langen van economische ontplooiing en van waterhuishouding liggen hier dooreen met vraagstukken van pla nologische ontwikkeling, volkshuis vesting, recreatie, natuurbescherming en bestuur. In 1958 minder ambtenaren Voor de eerste maal sedert jaren valt de raming van het aantal amb tenaren lager uit dan in een vorige begroting, ofschoon dc aanwas van de bevolking met 1,3 procent per jaar een overeenkomstige toene ming zou doen verwachten by vele onderdelen van de rijksdienst. De sterkte van het burgerlijk rijkspersoneel is voor 1958 ge raamd op 118.260 man. In de be groting voor 1957 bedroeg zij 120.702 man, zodat een verminde ring valt waar te nemen met 2442 man. Deze teruggang betreft voor 1366 man de militaire departemen ten en voor 1067 man de civiele departementen. Hij spruit oju. voort uit het besluit van de rege ring om een aantal aanvankelijk voorgenomen uitbreidingen niet te doen doorgaan. De bereikte verlaging spreekt nog sterker, als men voor ogen houdt, dat bijvoorbeeld bij de departementen van O. K. en W. en van verkeer en water staat (Deltawerken) niet aan uitbrei ding van het personeel valt te ontko men. Dit geldt wegens een ontoelaat bare achterstand eveneens voor o.a. het kadaster. Niet in de sterkte begrepen zijn personeelsleden, belast met niet tot een volledige dagtaak herleidbare ar beid, evenmin als het personeel in mi litaire dienst, de langdurig zieken, de geschorsten en dergelijken. De geza menlijke omvang van deze groepen was op 30 juni j.I. ongeveer 9550 man. Ook het personeel van de staatsbe drijven is, evenals vorige jaren, niet in de genoemde aantallen begrepen. In studie is een eventuele afkap ping of inkrimping van taken op grond van taakinventarisatie. Voorts onderzoekt men. of het mogelijk Is het steeds ingewikkelder geheel van salaris- en pensioenzaken te vereen voudigen. Het gebruik van moderne administratiemachines bevordert de regering met kracht. BIJ het ministe rie van financiën is sedert 1954 een elektronische rekenmachine in ge bruik, waarop alle belastingaanslagen voor het gehele land worden uitgere kend. Aan de efficiency blijft de regering, zo verzekert de miljoenennota, haar aandacht schenken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 6