DEZE MODE BRENGT ONS DE HERFST VAN 1957 (Van onze redactrice et de grote voor- en najaaremode-presentatie in Parijs gaan vaak min of meer spectaculaire gebeurtenissen in de modewereld samen. Dit voorjaar was het de verdwijning van enkele beroemde modehui zen waaronder dat van Oeneviève Fath, en tijdens de recente herfst- modeshows, kort voor het begin van de grote „présentations"kwam er be roering in de Parijse modewereld doordat de drie grote modehuizen Cha nel, De Givenchy en Balenciaga uit de bedrijfsvereniging traden waarbij alle bekende mode-ontwerpers van de Lichtstad zijn aangesloten. Een van de strenge voorschriften van deze vereniging is bijvoorbeeld het embargo op publikatie van foto's en tekeningen, waarmee de vereniging onder meer de belangen van de pers inzake gelijktijdige publikaties be oogt te beschermen. m it ruzietje tussen de vereniging en de drie bekende ontwerpers heeft IJ overigens geen wijziging kunnen brengen in de strenge voorschriften van de vereniging. Het foto-materiaal bleef, zoals gewoonlijk, geblok keerd. Tot vandaag. Vandaag, 27 augustus, kunnen de duizenden vrouwen die niet in de gele genheid waren (en vermoedelijk ook nooit in de gelegenheid zullen zijn), om met eigen ogen eens die toonaangevende Parijsé modeshows te aan schouwen, de nieuwe mode in beeld zien. Hier zijn ze dan: de toga-effec ten en de „versluierende" modelijnen, de „wegglijdende silhouetten" en de rechte kokervormige japonnetjes. En waar we dit jaar nog het meest nieuwsgierig naar zijn: de roklengte! De foto's geven een duidelijk beeld van de diverse opvattingen, wélke de Parijse modekoningen omtrent dit laatste punt huldigen. e Franse modekoningen hebben een keur van modellen ontworpen, waaruit ook iedere Nederlandse vrouw een ruime keus kan maken. Natuurlijk zijn wij niet in staat U alles te tonen, maar wat U hier ziet is de moeite van het bestuderen waard. Kort samengevat zijn de voor naamste veranderingen als volgt: De mantels zijn vooral ruim gehouden in de schouders en zijn uitge voerd in kont-harige wollen stoffen in de bestaande modetinten. De meeste mantels zijn of geheel gevoerd of gedeeltelijk afgewerkt met bont. De tailleurs zijn veelal vervaardigd van tweed of wollen stof van zeer fijne pastel-tinten. Voor het tweed wordt veel zwart-ioit of zwart beige ge bruikt. De wijde hoge kraag, die een zeer fraai effect geeft, zal in de winter niet zo practisch blijken te zijn, door de daarbij laag uitgesneden hals. De hoeden bij de diverse ensembles gedragen, zijn vrijwel van dezelfde stof of bont vervaardigd en worden allen, klein of groot, achter in de hals gedra gen. De japonnen, meestal van jérsey of dunne wollen stof vervaardigd, zijn voor liet merendeel zeer eenvoudig gehouden. Door een enkele knoop- of ceintuurgarnering heeft men verrassende effecten weten te bereiken. Eerste rij (van links naar rechts): Jeanne Lanvin: Links de creatie ,JSentleyen rechts EcureuAl. Bentley: Bestaat uit een grijs-beige wollen japon, waarvan de taille als een bexoeeg- bare ring op de heup ligt en waaraan een gerimpelde boven rok is bevestigd, die een nauwsluitende onderrok bedekt De mantel, waarvan de mouwen zijn gerimpeld in een om slag, is geheel gevoerd met bont. Een ronde hoed van het zelfde bont vervolmaakt het geheel. Ecureuil: Een dubbel dichtgeknoopte mantel van zwarte en beige wol met brede bontkraag en dito ronde hoed. Ontwerp: Een zeer fraaie mantel van astrakan. De ceintuur, losjes geknoopt, houdt de ruimte van voren bijeen, maar laat haar van achteren vrij. Vossenbont accentueert de kraag. Tweede rij: Desses: Voor de reis ontwierp Desses dit een voudige doch niettemin smaakvol mantelpakje van grijze wol len stof met hoge, wijde kraag. Pierre Cardin: Een wijn-rode, donzig-wollen mantel, waar van de zoom van achteren iets werd ingenomen en de brede kraag hoog kan worden dichtgeknoopt. Carven: „Orphee" een zeegroen wollen jurkje, waarvan de zijkanten op een wel zeer speciale manier zijn ingeknipt. De eenvoudige knoop garnering verhoogt de fijnheid van dit jurk je. Manguin: Een 7/8 mantel van zwarte wollen stof, waarvan de kraag hoog is afgezet met zwart bont, terwijl bij de mou wen van de elleboog tot de pols hetzelfde bont werd gébruikt. Een wijd uitstaand kapje van dezelfde stof completeert het stemmige ensemble. Dior: Tailleur van wit-zwarte tweed met klein bontkraagje en opgestikte zakjes. Schoenen, kousen, handschoenen, hoed en bijoux werden eveneens ontworpen door Dior. Derde rij: Claude Riviere. ,yJamin de Paris" een tailleur, ge ïnspireerd op een galopperende shetlandponny, van marine blauwe wollen stof. Het jasje heeft een dubbele rug en aan de rok is een loshangend pand bevestigd, dat het split in de rok kan bedekken. Pierre Cardin: Een tailleur van zwart-wïtte tweed met gro te opgestikte zakken. Bij het weglaten van de ceintuur ver krijgt het jasje een jekker idee. Guy Laroche: Deze mannequin schijnt nog wel de meeste schik te hébben in haar middagjapon van rose crepe, waarvan de taillenaad uitloopt in een van achter afhangende strik. Madeleine de Rauch: „Odalisque" noemde de ontwerpster dit ensemble, dat bestaat uit een lange tweed-jas met en bre de kraag van bever bont, gedragen over 'n gedrapeerde mous seline japon. De hoed, die diep over de oren wordt getrokken, is van hetzelfde materiaal vervaardigd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 11