Gedwongen forensen zijn dikwijls
slachtoffers van woningnood
P* 2.5C
Syrië: onweershoek in het Midden-Oosten
GEEN NADEEL VOOR GRAFISCHE
INDUSTRIE BIJ EUROMARKT
VR0V1N 01 ALB ZBBÜWBB COURANT
ZATERDAG 17 AUGUSTUS 1057
ALS MEN IN EEN ANDERE STAD WERKT
Niemand, voelt er iets voor om bij
ruilen de huilende partij te zijn
Elke morgen zitten de treinen, die uit Den Haag naar Amsterdam,
Rotterdam en Utrecht vertrekken, stampvol met Hagenaars, die in
een van deze plaatsen hun werk hebben. Op hetzelfde ogenblik vervoe
ren de treinen, die uit deze plaatsen naar Den Haag rijden, mensen
naar de Haagse ministeries, kantoren en fabrieken.
Huisvaders in het zuiden van het land verlaten elke maandag
ochtend vroeg hun gezinnen om zich naar hun werk in het westen of
noorden te begeven om pas aan het eind van de week terug te
keren. In de plaats waar ze werken zijn ze in pension. Maar in het
zuiden heeft men kostgangers uit andere delen van het land, die ook
slechts gedurende het weekeinde bij hun gezin kunnen zijn.
Voor het merendeel beschikken
deze gedwongen forensen over een
behoorlijke woning en toch zyn zij
en hun gezinnen slachtoffers van
de woningnood. Zij hebben te kam
pen met het woningruilprobleem.
Onder normale omstandigheden
zouden deze particuliere werkne
mers, ambtenaren en militairen, als
zy werden overgeplaatst of een
functie by een ander bedrijf aan
vaardden, een woning in hun nieu
we standplaats gezocht hebben en
verhuisd zijn.
Wie enige tijd met woningruil bezig
is, wordt een geroutineerd puzzelaar.
Hij combineert adressen uit adverten
ties, uit woningruilkranten- en gidsen,
waarop men zich kan abonneren. Als
een driehoeksruil mislukt, probeert hij
het met een vierhoeksruil. Lukt ook
dat niet, dan gaat hy desnoods verder
tot zeven- en achthoeksruilen toe. Hij
reist stad en land af om lotgenoten te
bewegen zich by een ingewikkelde
ruilcombinatie aan te sluiten. Hij be
zichtigt woningen, vraagt vergunnin
gen aan trekt zijn aanvrage weer in,
als een van de andere partijen niet
meer aan de ruil meedoet. Werken in
een andere plaats dan waar men
woont, kost tijd en geld en gaat ten
koste van het gezinsleven.
Slepend
Hoe komt het, dat bij zoveel vraag
en aanbod, vooral in de grote steden
(woninruilgidsen bevatten duizen
den adressen) de woningruil voor
het merendeel der betrokkenen toch
een slepende kwestie blijft? Waar
om slaagt men er in het algemeen
niet in zijn woning binnen redelijke
tijd te ruilen?
Men kan hiervoor verschillende ver
klaringen zoeken, maar geen enkele is
afdoende. Misschien benadert men de
kern van het probleem nog het dichtst,
wanneer men het gezegde in gedach
ten houdt „waar twee ruilen moet er
één huilen"! Niemand is bij een ruil
graag de huilende partij en zeker niet,
als de oorzaak van het huilen zou lig
gen in de woning, die men gaat be
trekken. Dan maar liever even wach
ten of er niet een betere woning te
vinden is! En met dit zoeken naar een
betere woning, gaan vaak maanden,
soms jaren heen. Daarom komt er op
het gebied van de woningruil zo wei
nig tot stand.
Daarnaast spelen de voorschriften,
waaraan de gemeenten zich op het ge
bied van de huisvesting houden, vaak
een belangrijke en vertragende!
rol.
„En wat zich in die periode op het
gebied van de woningruil heeft afge
speeld. daarover zou een dikke roman
te schrijven zijn, tot lering en vermaak
van velen", vertelde ons een vrouw
„Wij wisten al enige maanden tevoren,
dat de nieuwe functie in Utrecht
van mijn man zou ingaan en dus be
gonnen wij meteen vol optimisme
met onze ruilpogingen. We schakel
den enige ruilbureaus in en kregen op
die manier een behoorlijke hoeveel
heid adressenmateriaal, dat er voor
iemand, die Utrecht en omgeving niet
kent, heel aardig uitzag. Het grootste
deel was echter waardeloos: de wo
ningen waren ongeschikt of om ande
re redenen kon de ruil niet tot stand
komen."
..Een van de grootste struikelblokken
hij de woningruil". aldus deze huis
vrouw. „is, dat iedereen blijkbaar in
staat is een hogere huur te gaan be
talen. Wie een woning van vijftig gul
den per maand aanbiedt, krijgt daar
op gegadigden, die zeven of acht gul
den per week betalen: wie een wo
ning neeft van tachtig of negentig gul
den per maand vraagt een huis van
honderdvijftig of tweehonderd gulden.
Hoort men, dat een huls minder huur
doet dan men op het ogenblik zelf ver
woont, dan gaat men meestal niet eens
meer kyken omdat men dan zonder
meer aanneemt, dat het huis of de om
geving wel zo zullen z\jn, dat de ver
huizing een enorme achteruitgang zou
betekenen. Wil men In een enkel geval
een „goedkoop" huls accepteren, dan
steekt meestal het gemeentebestuur
er een stokje voor, omdat men by een
bepaald salaris nu eenmaal ook min
stens een bepaalde huur moet verwo
nen."
Mentaliteit
Een andere factor, die de woning
ruil stagneert, is volgens deze huis
vrouw, aat het rijk aan ambtenaren,
die overgeplaatst zijn een vergoeding
van reiskosten geeft zonder veel pres
sie op de betrokkenen uit te oefenen
om zo spoedig mogelijk te verhuizen.
Heeft zo'n ambtenaar een woning,
waarmee hij tevreden is en behoeft hij
niet al te ver te reizen, dan zal hij In
de meeste gevallen liever blijven wo
nen waar hjj woont. Het gezin, dat wij
bezochten, maakte het volgende geval
mee. Een woningruilbureau verstrekte
het adres van een vierkamerflat in
Utrecht, een tweede etage met vrij uit
zicht op een kanaal, huurprijs ca. zes
tig gulden per maand.
De man was ambtenaar, werkte in
Den Haag en reisde al langer dan een
jaar heen en weer. Een goed ruilob
ject dus voor de Hagenaar, die een wo
ning in Utrecht zocht en die een soort
gelijke flat van ongeveer dezelfde
huurprijs, ook met vrij uitzicht, be
woonde. Er was één verschil: de
Haagse flat had geen uitzicht op een
kanaal, maar op een vijvertje, waar'
omheen nog een plantsoen zou wor
den aangelegd. Het is nauwelijks te
êeloven, maar toen de Hagenaar de
trechtse woning ging bekijken, kree£
hy van de ambtenaarsvrouw te horen:
„Neen mynheer, wjj verhuizen alleen
naar Den Haag als we weer aan een
kanaal kunnen wonen. Myn man wil
nog wel een poosje blijven reizen, we
hoeven het toch niet zelf te betalen."
Jan c/fenatp
tvc/zötcpttuC
"Zet/ttftó exJÜj
&<x/ï ei* écVKX
Woningruil is Businessgeworden.
Gevolg: Raam-annonces, advertenties
in dagbladen, etc. etc. Er wordt ver
diend aan het probleemmaar het
probleem wordt er niet minder om.
De „economische binding" aan
de gemeente, waar men wil gaan
wonen, was tot voor kort een ver
eiste waarmee de woningruil stond
of viel. Een enkele randgemeente
van de grote steden nam het nog
wel eens gemakkelijk met dit voor
schrift, maar bijna overal hield
men zich aan de bepaling, dat men
ook bij woningruil slechts een
huisvestingvergunning kreeg, in
dien men in de betrokken gemeente
zijn werk had. Dit maakte het bij
voorbeeld onmogelijk, dat gepen
sioneerden hun woning ruilden.
Deze mensen zyn immers aan geen
enkele gemeente „economisch gebon
den" en moesten dus blijven waar ze
waren. Nieuwe richtlynen, die de mi
nister van maatschappeiyk werk on
langs heeft uitgegeven voor 't verle
nen van vergunningen, hebben hier
aan een eind gemaakt. Op dit punt zal
de woningruil dus wat gemakkeiyker
kunnen verlopen. Er blyven echter nog
tal van factoren over, die aan het rul
len van woningen in de weg staan.
Iedere zaterdag rond het middaguur
is er op de stations een gedrang van
„woningruil-forensen".
Hardboard troef in Soestdijk
(Van onze
correspondent
Het was In het voor-
Jaar van 1955. Er
woedde een zuidwester
storm. De familie .Bos
zat In de woonkamer
van hun huisje aan de
YVieksloterweg te
Soestdijk, toen bij een
hevige rukwind een
klap op de bovenver
dieping gevolgd door
gerinkel van glas de
rust verstoorde. De op
onderzoek uitgetrok
ken gezinsleden vonden
op een slaapkamer aan
de voorzijde een losge
slagen raam, waarvan
het glaswerk was ge
sneuveld. Daags na het
gebeurde op die storm
achtige voorjaarsnacht
in 1955 trok mevrouw
Bos naar de gemeente
om nieuwe ruiten in
haar losgeslagen raam
te krijgen.
Groot was haar verba
zing, toen een paar da
gen later een timmer
man wel de vernielde
sluiting kwam repare
ren, maar het gat in
het raam met een stuk
hardboard dichtspijker
de.
Dit was maar van tij
delijke aard, zo verze
kerde men.
Na ruim twee jaar, het
is nog niet zo lang ge
leden, ging de bewoon
ster weer naar de ge
meente om te vragen,
waar haar ruiten hie
ven. Inmiddels was het
board zo goed als ver
teerd. Er zou werk van
gemaakt worden en in
derdaad: ruim een
week geleden kwam
weer een timmerman.
Onder zijn arm klem
de hij stevig een stuk...
hardboard. Het oude
stuk werd verwijderd
en het nieuwe nam zijn
taak over: het ontsie
ren van dit blok hui
zen. samen met het
verveloze hout.
Wel scheelt het een
stuk in de was, want
gordijntjes in de kast
worden niet vuil.
Dit is een afbeelding van de natio
nale postzegel van 10 cent, welke op
SI augustus a.s. zal worden uitgege
ven ter gelegenheid van het onafhan
kelijk worden van de federatie van
Malakka. De zegel draagt de beelte
nis van de eerste minister Toenkoe
Abdoel Rahman, en verder een sym
bolische uitbeelding van hoe de men
sen van de verschillende rassen
waaruit de bevolking van Malakka
bestaat, de onafhankelijkheid
begroeten.
Nadat zich een explosie had
voorgedaan aan boord van de
£5.000 ton metende, onder Li
beriaanse vlag varende Griek
se, tanker „World Splendour",
is het schip deze week in de
buurt van Gibraltar gezonken.
De foto geeft een beeld van de
brandende tanker.
WWWWVWWS'WVVV\'\*'VV
STEMMEN UIT DE KERKEN
(Slot van pag. 3)
gegroeid tot 80.000. In 1947 was men
de 100.000 gepasseerd. In 1954 waren
er al meer dan 150.000, terwijl men er
op het ogenblik een 163.000 heeft. In
1965 hoopt men de 200.000 te hebben
gehaald. Het werk wordt dus wel ge-
aragen door een brede laag van de
bevolking van ons land. Deze leden
en begunstigers, die in 700 afdelin
gen zijn georganiseerd, maken het
mogelijk dat ons bijbelgenootschap
kan voortgaan met zijn werk.
Wanneer we horen van die zeer
grote getallen bijbels die jaar in jaar
uit in ons land worden verspreid,
zouden we mogen denken dat in de
zelfde mate ook de kennis van de
bijbel zou moeten toenemen. Dit
blijkt echter niet het geval te zijn.
Het is al weer enige jaren geleden
dat er een bericht in de pers de rond
te deed over een onderzoek dat men
had ingesteld op een middelbare
school. Een aantal eenvoudige vra
gen was opgesteld om enig idee te
krijgen van de bijbelkennis van jon
ge mensen, die dag in dag uit worden
volgepropt met alle mogelijke en on
mogelijke kennis, die nodig wordt
geoordeeld, opdat zij later in het le
ven kunnen slagen. Het resultaat
was nog een heel stuk slechter dan
men had verwacht.
Ook in 0}e kerkelijke gemeenten is
de bijbelkennis bij medelevende ge
meenteleden heel wat geringer dan
dit vroeger het geval was. Vroeger
waren er die „bijbelvaste christenen"
Wat bijbelkennis betrof, haalden zij
een hojjer cijfer dan menige predik
kant. Dit geslacht sterft uit. Toch
blijft voor de kerk de vraag naar de
praktische bijbelkennis een belang
rijke vraag. Prof. Berkhouwer merkt
in dit verband op dat kennis en be
langstelling ten nauwste samenhan
gen. „En in een ernstig gebrek aan
bijbelkennis onthult zich in ieder ge
val een niet serieus en telkens weer
naar de Schrift luisteren." We gelo
ven dat prof. Berkhouwér hier pre
cies in de roos schiet. Hoewel het
aantal bijbels vermeerdert, wordt
blijkbaar het werkelijke contact met
hetgeen de Heilige Schrift te zeggen
heeft, minder en dit vindt z'n oor
zaak in een geestelijke verarming.
De Bijbelgenootschappen verstrek
ken bijbels zonder verklarende, aan
tekeningen, zonder commentaar.
Daarvoor zullen de kerken moeten
zorgen. Parate bijbelkennis is nodig,
maar dit is toch niet alles. Nog no
diger is dat met de Heilige Schrift
wordt geleefd als het boek, waar
door God ons ook nu nog iets te zeg
gen heeft.
Wanneer de wil en de begeerte
om te luisteren er is, dan zal ook de
bijbelkennis toenemen. Het schijnt
echter wel dat in deze tijd, waarin
alles er op berekend is om de dingen
vlug te doen en iedereen steeds meer
wordt voortgejaagd, de tijd ontbreekt
om rustig met dit Boek te gaan zit
ten om luisterende te lezen en daar
komt het tenslotte op aan.
H.
F. G. MEIJER OP STUDIECONFERENTIE:
Veel aandacht nodig voor
produktiviteitsverhoging.
De directeur van het bureau van
de Federatie der Werkgeversorgani
saties in het Boekdrukkersbedrijf,
de heer F. G. Meyer, is van mening
dat de Nederlandse grafische in
dustrie in het algemeen hekeken
geen nadelen zal ondervinden van
de Euromarkt en de vrijhandelszone,
die volgens de verwachting daarbui
ten zal worden Opgericht. Er zitten
voor deze industrie wellicht voordelen
in deze economische samenwerking
vanwege de mogelijkheid, de markt
naar derden-landen te vergroten. De
grafische industrie dient deze ont
wikkeling nauwlettend te volgen,
waartoe een studiecommissie zal
worden gevormd, die in algrafisch
verband gaat samenwerken.
Deze mening uitte de heer Meyer,
toen hij gisterochtend sprak over „de
betekenis van de Euromarkt en de
vrijhandelszones voor de grafische
industrie", tijdens de laatste dag van
de zomerstudieconferentie, die onder
auspiciën van de „Vereniging van
jonge en aanstaande patroons in de
grafische bedrijven" en de Amster
damse Grafische School in het ge
bouw van de school te Amsterdam
werd gehouden.
„Uit de gepubliceerde overzichten,
die betrekking hebben op het alge
meen loon- en produktiviteitspeil
blijkt wel", zei spreker, „dat de gun
stige positie die Nederland enige ja
ren geleden innam, voor een deel is
teniet gegaan. Er zal daarom bijzon
dere aandacht aan de produktiviteit
dienen te worden besteed benevens
aan de belangrijke kwestie van de
vernieuwing van het machinepark.
Als wij kans zouden zien de produk
tiviteit omhoog te brengen en de in
vesteringen op de juiste wijze te doen
feschieden, dan zal de grafische in-
ustrie ongetwijfeld sterk staan ten
opzichte van de consequenties van
de Europese Integratie", aldus de
heer Meyer.
Als laatste spreker op de studie
conferentie voerde prof. mr. P. Borst,
buitengewoon hoogleraar aan de
Vrije Universiteit te Amsterdam en
adviseur van de Federatie der Werk
geversorganisaties in het Boekdruk
kersbedrijf, het woord over: „Kartel-
beheersing mede in verband met de
Europese integratie".
Spreker concludeerde na een uit
eenzetting over de kartels of onder
nemersovereenkomsten hier te lande
(in het drukkersbedrijf: prijstarlef,
periodiekenbesluit en machinefonde),
dat hoe meer de internationale ge
meenschap een feit wordt, hoe min
der mogelijkheid er zal zijn voor de
kartels, zelfs in bedrijfstakken als de
grafische, die voor een groot deel
voor de nationale markt werkt.
,We zullen erop moeten rekenen,
dat er een grote ongecontroleerde
concurrentie komt. Daarbij is geluk
kig voor het Nederlandse grafische
bedrijf een belangrijke factor de ser
vice en de kwaliteit", aldus prof.
Borst.
Dank zij de rust, die de kartelle
ring in deze bedrijfstak' de laatste
veertig jaar heeft gebracht, zal het
volgens de hoogleraar mogelijk zijn,
om bij die komende concurrentie als
Nederlandse producenten een goed fi
guur te slaan. Daartoe moeten ech
ter alle hens aan dek, aldus prof.
Borst.
Plaatsbespreken voor de
veerpont over Grote Belt
Alle automobilisten, die van plan
zyn gebruik te maken van de veer
pont over de Grote Belt tussen Ny-
borg en Korsor, dienen van te voren
een plaats voor hun auto te reserve
ren. Daartoe wordt bij het passeren
van de Duits-Deense grens een for
mulier verstrekt, dat gesteld is in het
Frans, Duits, Engels en Esperanto.
Wie zich opgeeft voor woningruil,
kan op gezette tijden bezoek ver
wachten. Kritisch bezoek, dat met
keurende blik door uw vertrouwde
kamers gaat. En vaak komt dan een
paar dagen later het briefje: en
daarom zien wij toch maar van wo
ningruil met U af..."
Een land vol van
tegenstellingen
(Van een speciale correspondent.)
Men zegt, dat Damascus de oudste
wereldstad ls op onze aarde. Het is
juist: reeds meer dan vijfduizend
jaar komt de naam Damascus voor in
de spannende, boeiende geschiedenis
van de mensheid. De volken, die over
Damascus geheerst hebben zijn ver
dwenen, de stad zelf bleef bestaan.
Iedere keer opnieuw. Assyriërs en
Babyloniërs, Phoeniclërs en Grieken.
Romeinen en Joden gaven haar wet
ten, de heerscharen der Perzen en
Mongolen marcheerden door haar
straten, ten tijde van de kruistochten
werd om haar bezit bitter gestreden,
de mohammedaanse heersersgeslach
ten Amajiaden, Abassiden en Ma-
meiukken legden haar hun wil op.
In de 16e eeuw werd Damascus door
de Turken veroverd en tot het einde
\an de Eerste Wereldoorlog bleef
het een juweel in het rijk der Osma
nen, dat door de dichter werd bezon-
Ejen als het „Halssnoer der Schoon-
icid".
Toen bestreden Engeland en
Frankrijk elkaar om het bezit van
Damascus; uit de Eerste Wereld
oorlog kwamen de vele mandaten
voort en Frankrijk, dat in dit op
zicht de meerdere van Engeland
bleek, kreeg het mandaat over dat
stuk van het Turkse rijk, dat se
dertdien Syrië heet.
Het nieuwe land was een vrij
willekeurige schepping: Van de
zee was het geschieden door het
tot zelfstandig gebied verklaarde
Libanon en toen men in 1939 ook
nog het land rond Alexandrette
van Syrië afnam en aan Turkije
gaf, bleef geen enkele bruikbare
naven over. Damascus werd Sy-
rië's hoofdstad en hier werd, tij
dens de Tweede Wereldoorlog, de
onafhankelijkheid geproclameerd.
In 1941 sloeg het uur der vrijheid,
maar toen de Fransen wegtrokken,
werd Syrië opnieuw wat het dooi
de eeuwen heen was geweest: de
onweershoek van het Middenoos
ten. Wie Syrië wil begrijpen, moet
naar het verleden kijken. Want si
tuaties als hier, komen niet plot
seling
DE STEM VAN MOSKOU.
Syrië is reeds lang een trouwe
bondgenoot van Egypte. Het ligt in
een strategisch ongemeen belangrijke
hoek van de oostelijke Middellandse
Zee en is daarom ook voor Egypte
hoogst belangrijk. En ten tweede
en daarmee komt het in de wereld
politiek uit vele in Damascus ge
houden redevoeringen kon men In de
afgelopen tijd de stem van Moskou
horen.
En opdat men deze stem vooral
goed zou horen, wordt er een bijzon
der onplezierige bijklank aan gege
ven, door de wapenzendingen van
Rusland en satellieten, die naar Da
mascus stromen. Dat de stem van
Moskou niettemin niet vol en zuiver
klinkt, dat er geen duidelijke afba
keningen zijn, daarvoor zorgt een er
fenis, die nu eenmaal op Syrië de
verplichtingen van een geschiedenis
van vele duizenden jaren drukt.
ROEP OM WATER.
De Syrische boer roept niet om
land, hij roept om water. De vrucht
bare strook van de Levant, waar
graan en vruchten kunnen gedijen is
slechts smal. Door de invoer van een
Amerikaanse katoensoort, die het
hier „doet", is het gelukt ook dit
„witte goud" voor Syrië rendabel te
maken. En hieruit kómt de enige in
dustrie van het land voort: de textiel
industrie. Voor een deel kan het land
de katoen zelf verwerken. Het delven
van mineralen is pas begonnen, de
aanwezige waterkracht wordt slechts
voor drie procent benut. De reorgani
satie van bevloeiingssysteem is in
volle gang. Van de Eufraat staan
vandaag 17.000 pompinstallatics en
de meeste daarvan worden aangedre
ven door dieselmotoren.
INNERLIJKE SPANNINGEN.
Syrië is een land van zeer sterke
tegenstellingen onder de bevolkings
groepen en nationale minderheden. Er
bestaat en ook dit is een deel van
de Turkse erfenis een sterk gevoel
van samenhorigheid onder de gods
dienstige groepen, want in de Turkse
tijd waren de geloofsgemeenschappen
tegelijkertijd de eenheden van net
openbare recht en de hoofden van
deze eenheden genoten meer aanzien
dan welke regering ook. Er zijn ech
ter ook de tegenstellingen onder de
nationale minderheden: de gevreesde
Droesen zijn door of ondanks
verschillende strafexpedities niet uit
geschakeld, de Armeniërs vormen
een hechte minderheidsgroep. Wel
ligt Soeweida, de hoofdstad van het
gebied der Droesen, op slechts 150
km van Damascus, maar in het er
tussenliggende rotsgebergte zijn mo
gelijkheden te over voor het voorbe
reiden van rebellie. De opstand van
1925 is evenmin vergeten als de vre
selijke slachting onder de christenen
in 1860.
Het probleem van het weer in de
landbouw tewerk stellen van de hon
gerende stadsbevolking, het opheffen
van sociale spanningen, de problemen
rond üitbouw van industrie en verbe
tering van de waterhuishouding, de
tegenstellingen der godsdienstige
groepen en nationale minderheden, de
kloof tussen de onderhorige en de
vrije, binnen de stam onafhankelijke,
Bedoeinen: dat alles maakt Syrië
voorlopig nog tot een moeilijk te
doorgronden deelnemer aan het poli
tieke spel van het Middenoosten.
Daarom klinkt Moskou's stem niet
zuiver, al ziet het er de laatste dagen
naar uit, dat een sterker toenadering
zeker niet tot de onmogelijkheden be
hoort.