macci KIPPEMILLOIKOEP 5"»"" Landbouw zal in 1958 weer zeer hoge uitgaven eisen DE VIJF RIETVINKEN Op haar bestemming Dr. Mansholt laat ruilverkaveling waarschijnlijk onaangetast DE ZITTENBLIJVERS OP DE MIDDELBARE SCHOLEN MAANDAG 5 "AUGUSTUS 1957 PROVINCIAL E ZEEUWSE C O U R A N T 5 fAdvertentie fAttJ 1 PER ZILVER2 i* DOOR STRENG STRUCTUURBELEID (Van onze parlementaire redacteur.) De minister van Financiën, de heer Hofstra, heeft aan zyn ambtgeno ten niet alleen de eis gesteld, dat z\j op hun departementen, dat wil zeg gen op het hun ter beschikking- staande administratieve apparaat, zoveel mogelijk bezuinigen, maar ook, zo vernamen we, dat het eindcijfer van hun afzonderlijke begrotingen voor 1958 geen hoger bedrag zal aanwijzen dan voor 1957. Dat een aantal ministers hierdoor voor een zeer zware, zo geen onmo gelijke taak gesteld is, blijkt o.a. uit de begroting van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, die naar het zich laat aanzien o.a. door het natuurlijke accres van de bevolking en door de geboartegolf van vlak na de tweede wereldoorlog (die nu ongeveer de middelbare school bereikt en daardoor vele voorzieningen noodzakelijk maakt), voorlopig elk jaar wel ongeveer honderd miljoen meer zal eisen. Bijzonder moeilijk is ook de situa tie voor de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening. Dr. Mansholt heeft in de Memorie van Antwoord op zijn begroting voor '57, die verscheen kort nadat de regering het Nederlandse volk met do nota betreffende de beperking van de be steding: n had verrast, duidelijk de beginselen van zijn politiek uitge stippeld. In het bijzonder wenst hij aandacht te besteden aan het struc tuurbeleid en aan het garantiebeleid. waarbij uiteraard ook gedacht is aan de belangen van de consumenten. Aangezien dit beleid geen kwestie is van een enkel jaar, maar van een lanaere periode, vormt het de basis voor de verwachtingen omtrent de landbouwbegroting voor 1958. Wat het structuurbeleid betreft, moet gedacht worden aan de cultuur technische werken, aan de verbete ring van de economische positie van de boerenstand en aan de ruilverka veling. Op het gebied van de cultuurtech nische werken valt het een en ander te versoberen. Over 1957 is de gewone dienst van de Landbouwbegroting met het oog op de bestedingsbeperking met ongeveer 19 miljoen verlaagd, waar van circa 14 miljoen ten laste kwam van het programma van cultuurtech nische werken. In het bijzonder wer den daardoor de cultuurtechnische werken van gemeenten en water schappen en boerenwerken getrof fen. De overige 5 miljoen was. over een groot aantal posten verspreid. Verwacht mag worden, dat de temporisering van de cultuurtechni sche werken ook op de begroting van 1958 zijn weerslag zal vinden. In zoverre is er dus wellicht nog enige mogelijkheid om het begrotingscijfer te drukken, al mag niet uit het oog verloren worden, dat het structuur beleid hierdoor wordt doorkruist. Ruilverkaveling Aangezien in 1957 geen bezuinigin gen zijn doorgevoerd in de sector van de ruilverkavelingen, moet wor den aangenomen, dat ook de begro ting van 1958 op dit punt geen be perkingen te zien zal geven. Er is op het ogenblik 120.000 ha in uitvoering Een verminde ring zou tengevolge hebben, dat een aantal werken, die reeds ge deeltelijk in uitvoering zijn, dus danig zouden moeten worden af- feremd of uitgesteld, dat het lok van ruilverkavelingen hier van ernstige schade zou ondervin den. Wel is over 1957 het voor de herverkaveling Zeeland die bijna 40.000 ha groot is be schikbare bedrag met 10 procent verminderd. Aanvankelijk was be sloten deze herverkaveling in 1960 te beëindigen. Het bleek' echter technisch mogelijk de werkzaam heden tijdelijk in een iets langza mer tempo te laten verlopen. Aangezien de minister niettemin hoopt deze herverkaveling in 1960 of uiterlijk 1961 gereed te heb ben, ligt de verwachting voor de hand, dat voor 1958 hierop niet verder versoberd za.l worden. Het zal deze bewindsman bijzon der zwaar vallen het uit het struc tuurbeleid voortvloeiende normale accres van uitgaven op een verant woord niveau te houden, al ligt het voor de hand, dat een zekere mate van afremmen verondersteld moet worden. Deze afremming zou ook zijn weerspiegeling kunnen vinden in een vermindering van de personeelskos ten. Het is ons bekend, dat de rege ring zich op het ogenblik dit geldt dus ook voor de landbouw ernstig bezint op het wezen van een aantal taken, die de overheid sinds .jaar en dag vervult en die ook door haar be kostigd worden. Zy zijn steeds als typische overheidstaken beschouwd, doch men vraagt zich nu af, of zy misschien minder tot de bemoeiingen van de overheid dan wel tot die van het bedrijfsleven behoren. Met name wat allerlei o'nderzoekings- en voor- li chtingstaken betreft, steunt de landbouw sterk op de overheid. Het departement van Landbouw gaat krachtiger werken aan het eco nomisch weerbaar maken van de boerenstand. Daarin past een verbe tering en uitbreiding van de oplei- dings-, dat is van de onderwijsmoge lijkheden. In zoverre is er een zekere parallel te trekken met de stijging van posten op de beeroting van K. en W. Het streven naar ae verbete ring van het landbouwonderwijs, noodzakelijk ook door de toenemen de mechanisatie, is reeds tot uiting gekomen in de reorganisatie van dit onderwijs. Al zal dit bij elkaar de begroting van Landbouw niet met tientallen miljoenen belasten, toch is dit ze ker een zaak ven enkele miljoenen. Door de nationale omstandigheden, een snel groeiende bevolking op een klein gebied, is daaraan niet te ont komen. Hogere garantieprijzen De debatten over de bestedingsbe perking hebben geleid tot het aan vaarden van een betere beloning van de boer door verbetering van de grondslagen van de kostprijsbereke ning, uitlopende op hogere garantie prijzen. Die wijziging moet in de begroting van liet Landouw Egalisa tiefonds verdisconteerd worden, voorzover althans de garantieprijzen verhoogd zijn mede tengevolge van de algemene kostenstijging in de landbouw bestaat de kans op een groter tekort in het Landbouw Egalisatiefonds, tenzij een verbete ring optreedt in de prijzen bij de af zet, hetgeen echter niet direct te verwachten is. Inmiddels heeft de regering duide lijk laten blijken, dat niet onder alle omstandigheden 't verhoogde niveau der garantieprijzen moet leiden tot hogere staatsuitgaven. Zo is het stel sel van de monopolieheffing, waarbij de regering in een normale situatie met toeslagen aan de verbouwers met name van voedergranen zou hebben gewerkt, vervangen door een systeem, waarby de hogere prijzen der produkten niet worden overbrugd door toeslagen van de regering, maar zullen leidén tot verhoogde pryzen voor de consument. Weliswaar geeft dit systeem on 't ogenblik grote narigheid in de Neder lands veehoudery, omdat men daar een recht op restituatie van door de hogere monopolierechten verhoogde prijzen der voedergranen kan laten geiden, doch de regering beschouwt dit blijkbaar als een kwestie van la ter zorg, waarvoor nog een oplossing moet worden gevonden. Tenslotte is er nog het probleem van de subsidies. Het parlement heeft besloten een subsidie van vier cent per liter op de melk te handhaven. Het streven van de regering is om van de subsidies af te komen. Zal de nrijs van de melk dus moeten worden opgevoerd, of zal de overheid er miljoenen aan moeten blijven Klasse bev. niet bev. herex. 1 naar 2 62 29 2 2 naar 3 48 25 4 3 naar 4 37 20 5 4 naar 5a 11 4 2 4 naar 5b 12 15 5 LEZERS SCHRIJVEN Enkele oorzaken Met belangstelling heb ik de vele kolommen in de P.Z.C., waarin uit slagen van alle mogelijke examens werden bekendgemaakt, doorlopen. Als Zeeuw, die al ruim 50 jaar bui ten de provincie woont, ben ik steeds nieuwsgierig naar bekende namen. Ik moet bekennen, dat ik er maar weinige thuis kon brengen. Echter is mij bij het doorlezen der lange rijen namen iets anders opgevallen. Het heeft mij getroffen, dat op sommige scholen zeer veel leerlingen niet ver hoogd worden. Als voorbeeld neem ik de r.h.b.s.. te Vlissingen met de vol gende resultaten: Hieruit blijkt, dat slechts ruim 60 van de leerlingen verhoogd werd. Volgens mij is hier iets niet in de. Het lijkt mij erg moeilijk de diagnose van deze ziekte vast te stel len. Ik geloof, dat hiervoor verschil lende oorzaken gezocht moeten wor den. Ik neem aan, dat zowel de onderwijzers van de lagere als de leraren van de middelbare en andere scholen volkomen voor hun taak be rekend zijn. Ik begin bij de ouders. Ik meen, dat niet zelden door hoogmoed en eer zucht der ouders kinaeren naar een school gezonden worden, waar de stakkerds niet thuis horen. Zou een verantwoorde test hier misschien uit komst kunnen brengen? In de tweede plaats moeten m.i. veel mislukkingen geweten worden aan de jeugd zelf. Ik ken kinderen, wie het aan voldoende ernst en plichtsgevoel ontbreekt, die niet oor deelkundig kunnen studeren, die te weelderig worden opgevoed. Een der oorzaken kan ook gezocht worden in de lagere school, waarvan het leerplan niet is ingericht op voor bereiding voor het middelbaar onder wijs. Daardoor ontbreekt ten enen male de aansluiting tussen die twee soorten van onderwijs. Ik geloof, dat spenderen, omdat het een belangrijk vblksvoedsel geldt? We nemen aan, dat de regering hierin geen zelfstan dige beslissing zal nemen, doch de beide Kamers der Staten-Generaal uitspraak zal laten doen. Ook het verlies op de geïmporteer de 120.000 ton suiker zou zijn invloed op de begroting kunnen hebben, als het niet werd afgewenteld op de con sumenten. Maar dit laatste is te ver wachten. 89. De auto die Huub in de verte zag naderen, reed blijkbaar over een kronkelige weg, want soms sche nen de koplampen hem recht in de ogen, dan weer wa ren ze geheel verdwenen. Langzaam maar zeker kwam de auto dichterbij, en na een tijdje begon Huub te ge loven, dat het een autobus moest zijn, want hij zag dat de gehele wagen verlicht was. „Stel je voor, dat ik daarin mee kon rijden", dacht Huub, „dan ben ik zo veilig als in Abrahams schoot". Hij begon weer wat sneller te draven en geen vijftig meter verder bereikte hij een vrij brede met klinkers bestrate weg. Veel tijd om zich daar over te verheugen kreeg hij niet, want de autobus was vlak bij. Huub zette haastig zijn twee korven langs de berm van de weg, rukte zijn zakdoek tevoorschijn en begon daarmee heftig te zwaaien, er wel voor zorgend, dat de chauffeur hem in het schijn sel der koplampen goed kon zien. Dat deed deze ook, want de bus verminderde vaart en kwam met hevig gepiep der remmen tot stilstand. Huub greep zijn manden en rende naar de deur, die openklapte. „Kan ik alsublieft meerijden", vroeg hij hijgend. het moeilijk uitvoerbaar is, het peil van de lagere school op te voeren en dat van de middelbare te verlagen. Men is nu eenmaal aan wettelijke voorschriften gebonden. Zolang die gaping tussen l.o. en m.o. bestaat, kan men de opleiding voor het toe latingsexamen niet missen. En deze opleiding ontaardt soms in een dras tische arillerij. Leerkrachten bij het lager onderwijs moeten de moed heb ben tegen de ouders te zeggen: „Ik vind uw kind niet geschikt voor de h.b.s. Tenslotte moet men zich afvragen, of ook aan het m.o. gebreken kleven. Deugt het systeem wel? Ik weet, dat sommige leerlingen leven van de ene repetitie op de andere. Zij stude ren alleen als er een repetitie wordt opgegeven. Dit lijkt mi] funest. Een repetitie moet een toets op de studie zijn en niet een gelegenheid tot stu die. Is het programma niet overladen? Ik geloof, dat de leerstof zowel kwa litatief als kwantitatief gericht is op de capaciteiten van de allerknapste leerlingen. Zou het niet mogelijk zijn, evenals in Engeland, een systeem van keuzevakken in te voeren? Is bij de opleiding van leraren wel voldoende aandacht geschonken aan hun pedagogische vorming? Resumerend, ben ik van oordeel, dat veel mislukking en leed voorko men kan worden, indien 1. de ouders een beter begrip toon den voor de gaven van hun kin deren; 2. de kinderen meer ernst met de studie konden maken; 3. de aansluiting tussen lager en middelbaar onderwijs verbeterd werd; 4. het systeem en het leerplan der h.b.s. werden herzien; 5. bij de opleiding van leraren meer tijd werd besteed aan pedagogiek. Waardenburg. M. C. Blankert. Terreinhuur voor de V.C. Vlissingen De voorzitter, van de Stichting Sportbelangen heeft in de raadsver gadering fel gereageerd op enkele passages uit mijn rede, gehouden tij dens de jaarvergadering van de V.C. Vlissingen en daarbij zelfs het woord „demagogisch" gebruikt. Gezien de eerste betekenis van het woord dema. gogie (de kunst om het volk te lei den) zal ik dit maar als compliment opvatten. Niettemin verdient een en ander wel enige toelichting. Vooropgesteld, moet worden, dat de V.C. Vlissingen nimmer heeft ver zocht om voor haar een uitzondering te maken on de tariefregeling voor de terreinhuur. Zij heeft verzocht om een wijziging van de regeling zonder meer, dus geldende voor alle gebrui kers van de gemeentelijke sportvel den. Het verzoek is afgewezen op grond van een bewering van een bezoldigd KNVB-functionaris, een terrein-des kundige, die t.a.v. de financiën van de voetbalclubs zeker niet als deskun dige kan worden beschouwd. Juist daarom heeft de V.C.V. een enquête ingesteld onder alle amateur eerste klassers. De resultaten van deze enquête lie gen er niet om en zij tonen glashel der aan, dat de V.C.V. per elftal drie maal zo veel terreinhuur betaalt dan het gemiddelde bedrag, dat de ama teur eerste klassers betalen, die ter reinen huren, welke eigendom zyn van en worden onderhouden door de ge meente. Een andere vergelijking dan die per elftal was niet mogelijk, om dat de V.C.V. niet de vrije en voort durende beschikking heeft over de velden. De V.C. Vlissingen neemt dus t.a.v. de te betalen terreinhuur duidelijk een ongunstige uitzonderingspositie in bij de amateur eerst klassers, even als trouwens t.a.v. het gebruik der velden. Alle andere amateur-eerste klassers hebben namelijk de vrije en uitsluitende beschikking over een of meer velden, ook indien deze eigen dom zijn van de gemeente. De amateur-eerste klassers, die vel den huren, welke eigendom 7,\Jn van en onderhouden worden door de ge meente en een percentage van de re cette aan terreinhuur moeten afstaan, (dus precies als in Vlissingen) beta len gemiddeld f 131,28 aan terrein huur, Het maximumbedrag, dat be taald wordt is f 168, - per elftal. Het totaal-gemiddelde van alle ama teur eerste klassers bedraagt f 138,61. De VC. Vlissingen betaalde f 503,35. Cyfers, die voor zichzelf spreken. Er zijn een aantal gemeenten ge noemd, welke een hoger percentage vragen dan in Vlissingen het geval is. Het zou vrij gcmakeiïjk zijn, om een nog veel indrukwekkender lijst van gemeenten te produceren, waar do voorwaarden aanmerkelijk gunstiger zijn. Zulks is echter niet terzake die nende. omdat door mij slechts een vergelijking is gemaakt met de ama teur-eerste klassers. De V.C. Vlissingen heeft noch de Stichting Sportbelangen, noch de ge meente gevraagd om een tegemoet koming in de reiskosten. Wel is er een desbetreffend verzoek van een aantal Vlissingse sportverenigingen. Het initiatief niertoe is echter niet uitgegaan van de V.C. Vlissingen, doch van een bestuurslid van de Stichting Sportbelangen. Hoe dit in de discussie betrokken kan worden, is mij dan ook een raadsel. De V.C. Vlissingen zou alle verant woordelijkheid op de overheid willen afwentelen. Het is nog al teleurstel lend om dat tc vernemen, nadat de contributie en de donatie met 50 (/o en de entreeprijzen gemiddeld met 100% werden verhooga. waardoor de ze ver boven het landelijk gemiddel de zijn gekomen. Men zou hieruit eer der mogen concluderen, dat de V.C.V. alles gedaan heeft om tot een ren dabele exploitatie te komen en zeker niet tegen de overheid wenst aan te leunen. Overigens, de subsidie, welke de V.C. Vlissingen van de Stichting Sportbelangen ontving voor het jeugdwerk, bedroeg precies 4.% van het exploitatietekort. Is het werkelijk onsportief om met eerlijke middelen een strijd te voeren tegen iets, wat men onjuist of on rechtvaardig acht! Heeft men werke lijk gebrek aan burgerzin, Indien men kritiek uitoefent op een semi-over- heidsorgaan? Geeft men daarbij eer. slecht voorbeeld aan de jeugd? Ik weiger dit aan te nemen en zal er mij zeker niet toe laten verleiden, deze strijd in het persoonlijke vlak te trekken. Het gaat hier om zaken en zelfs om heel belangrijke zaken. A. W. Levering. Voorzitter V.C. Vlissingen. Klappert j es-ellende Die is sinds ruim een week in Mid delburg w-er over ons gekomen. De honden, d er gevoelifr voor zijn, lij den er het meest van en natuurlijk ook zij, die de hond moeten begelei den. of die door de hond begeleid worden. Het is nu zaak alleen dan met je hond uit te gaan wanneer de kinde ren te bed liggen. De hond weet niet waar hij het zoeken moet, trekt je voort of vlucht ergens een openstaande deur in. Hoe 'ang nog die manie? Iemand, die zijn hond aan de lijn lucht. (Advertentie; - ra arcreme Feuilleton 40 Hij glimlachte ineens zo vriendelijk, dat ze er helemaal van opleefde. „Het spijt me, Ann, dat ik wat humeurig ben. Neem al mijn gemopper maar met een korreltje zout en begrijp, dat ik precies als Ned doe. Ik probeer je te hinderen, omdat ik ben teleurge steld." „Teleurgesteld? WaarinO!" Plotseling ging Ann een licht op. „Je bedoelt je werk". „Ja, natuurlijk bedoel ik mijn werk", zei Joe op eigenaardige toon. „Gaat het niet naar wens?" vroeg ze vol meegevoel. „Ik wilde maar, dat ik je met iets kon helpen". „Dat kun je", verzekerde hij. „Ver draag mijn boze humeuren en denk er aan, dat ik de narigheden die ik zeg toch niet meen". „Dat zal ik, Joe", beloofde ze opge lucht. Gelukkig maar, dat hij niet boos op haar was en dat zijn koelheid van de laatste dagen alleen uit onte vredenheid over zijn werk voort sproot. Op dit ogenblik begon het te rege nen, dikke, bitterkoude droppels, die door r.larc Rrelon Smilh eerst langzaam daarna steeds sneller en dichter neerkwamen, zodat ze het op een lopen moesten zetten, dwars tegen de bui in. Ze waren buiten adem toen ze het zijhek insloegen en weldra veilig de warme keuken be- reikten. Toen Ned voor het twaalfuurtje thuiskwam, sloeg Ann hem oplettend gade, maar hij deed heel gewoon; kalm hongerig, zonder enige aan dacht voor de baby en alleen wat on geduldig jegens Phyl. Na de maaltijd hoorde ze Joe met hem praten en zag hoe Neds gezicht opklaarde. „Goed dan", zei Joe. „Ik zal voor de school op je wachten. Zorg er dus voor als je je leven liefhebt dat je niet moet schoolblijven". Ned grinnikte en vertoonde daarbij een deels tandeloze mond, omdat kort geleden zijn twee voorste tanden wa ren uitgevallen. Dit gaf hem het uiterlijk van een kleine, wat droef geestige en hulpeloze jongen. Ann wachtte zich echter wel .zoiets senti menteels tegen Joe te zeggen. Hij zou het gewoon bespottelijk hebben gevonden. Toen Joe die avond met Ned thuis kwam, trilde de jongen van opwin ding. Hij liep naar de keuken en keer de met de handen achter de rug weer om. „Raad eens, wat ik hier heb, Ann?" „Snoep? Chocolade? Een nieuw dier voor je boerderij?" giste ze in het wilde weg. Hij schudde het hoofd. „Kijk eens!" Meteen liet hij haar zijn handen zien, gehuld in een paar bokshandschoe- nen. „Maar kind", riep Ann verschrikt. „Hoe kom je in vredesnaam aan die dingen?" Ned stond te springen en te dan sen. „Van oom Joe! Hij zal me boks- les geven". Ann keek naar Joe, die op de drem pel tegen de jongen glimlachte. „Maar Joe", zei ze weifelend „vind je het wel verstandig „Héél verstandig", antwoordde hij, met etn ondeugend knipoogje. Inmiddels danste Ned, de vuisten in gevechtshouding, de kamer rond. Een ogenblik bleef hij met opgewon den gezicht bij Anns knie staan. „Oom Joe zal een sportsman van me maken, hij zal me de Lonsde Lons......" „De Lonsdale-regels leren", vulde Joe aan. „Lieve help, wat zijn dat" vroeg Ann, die de handen vol had met de op haar schoot springende baby. „O", zei Joe glimlachend, „alleen maar voorschriften om een goed sportsman te worden. Heb je nooit gehoord van de Lonsdale-gordel?" „Ja, heel vaag", antwoordde ze, ter wijl ze zachtjes haar neus uit Tom my's grijpvingers bevrijdde. „Je wordt te sterk, jongeman; je doet me pijn". „Komaan, Ned, laat ik je eens les geven", nodigde Joe uit, terwijl hij zich, met de handen vooruit, bukte. „Zo moet je gaan staan! Ja, een tik je hoger, bescherm je kaak met deze arm „Ann, Ann", riep Phyl, haar aan de arm trekkend. „Mag ik rnijn baby een bad geven, terwijl jij Tommy baadt?" „Natuurlijk", antwoordde Ann, op de klok kijkend. „We kunnen nu, vind ik, wel beginnen, Phyl, want de mannen schijnen het erg druk te heb ben". druk bezig was, Ned boksen te leren. Haars inziens zou Ned er nog maar een groter plaaggeest door worden, nog beter in staat, de kleinere jon gens te treiteren Toen Ann zich evenwel die avond in deze geest tegenover haar vader uitliet, koos hij dadelijk Joes partij. „Een jongen die boksen heeft ge leerd, is zelden een plaaggeest. Hij weet wat eerlijk spel en sportiviteit is. Bovendien", ging hij voort, „moe ten de meeste jongens een wat moei lijke tijd doormaken. Dat is met Mike ook zo geweest. Jij zult het je niet herinneren, omdat je destijds niet thuis was, maar je moeder heeft een poosje heel wat angst uitgestaan. Ze ker evenveel angst", voegde hij er glimlachend aan toe, „als jij nu over Ned". „Dus U denkt, dat Joe op deze ma nier Ned helpt?" vroeg de nog altijd niet geruste Ann. Haar vader knikte zeer nadrukkelijk en vulde langzaam maar stevig zijn pijp. „Ja, dat denk ik", bevestigde hij. „Heb jij niet meer zo'n hoge dunk van Joe?" vroeg hij haar geamuseerd aanziende. Ann bloosde even. „Natuurlijk heb ik die wél", verzekerde ze, maar maar hij kan het ook wel eens mis hebben. Zeg, paps, gaat het minder goed met Joes werk?" „Hmik zou denken, dat dit in derdaad het geval is", zei haar vader langzaam en met in zijn ogen een peinzende blik. „Waarom vraag je dat?" „Omdat hij me vandaag verteld heeft, dat hij erover piekerde. Ik had hem namelijk gevraagd waarom hij zo vreemd en somber was. Want dat is hij paps. Soms heb ik de indruk, dat Joe veel op mij heeft aan te mer ken, jazelfs het land aan me heeft". „Onzin", zei dokter Derwent op besliste toon. „Grote onzin!" Ann vertelde haar vader glimla chend de scène met Johnny en hoe ze had gedaan alsof ze flauw viel. „Ik weet zeker, dat Joe dat scherp heeft afgekeurd. Hij kan eenvoudig geen leugens of bedrog verdragen". „Ik vind het van jou nogal han dig", grinnikte de dokter. „Ik zou nooit geloofd hebben, dat je zo vlug kon denken". „Och, Uriep Ann, hem door zijn haar strijkend. „Dus U denkt niet, dat Joe het land aan me heeft". „Daar ben ik heel zeker van", ant woordde haar vader, met volgens Ann ietwat zonderlinge blik. „Prachtig", hernam ze gerustge steld. „Hij is zo'n aardige man, paps, dat ik het erg naar zou vinden als het wel zo was". In de nu volgende dagen sloeg Ann Ned zorgvuldig gade en bemerkte daarbij voor het eerst zijn plaagge- woonten. Elke avond kreeg hij boks- le8, maar Joe zei heel terecht, dat Ned niet op stel en sprong kon wor den genezen. De les was niet slechts een soort uitlaat voor zijn lang op gekropte woede, maar zou hem ook zelfbeheersing bijbrengen. Op een lange, regenachtige dag wa ren Ann en de kinderen wel genood zaakt thuis te blijven, wat de humeu ren niet ten goede kwam. Ned had wat kou gevat en er kwam zoveel griep voor, dat Ann hem ook thuis had gehouden. Tegen theetijd kreeg ze er spijt van, want Ned was inder daad veel te rumoerig voor de twee kleintjes. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 5