macci KIPPEMILLOIKOEP
5"»""
Landbouw zal in 1958 weer zeer
hoge uitgaven eisen
DE VIJF RIETVINKEN
Op haar
bestemming
Dr. Mansholt laat ruilverkaveling
waarschijnlijk onaangetast
DE ZITTENBLIJVERS OP DE
MIDDELBARE SCHOLEN
MAANDAG 5 "AUGUSTUS 1957
PROVINCIAL E ZEEUWSE C O U R A N T
5
fAdvertentie
fAttJ 1 PER ZILVER2
i*
DOOR STRENG STRUCTUURBELEID
(Van onze parlementaire redacteur.)
De minister van Financiën, de heer Hofstra, heeft aan zyn ambtgeno
ten niet alleen de eis gesteld, dat z\j op hun departementen, dat wil zeg
gen op het hun ter beschikking- staande administratieve apparaat, zoveel
mogelijk bezuinigen, maar ook, zo vernamen we, dat het eindcijfer van
hun afzonderlijke begrotingen voor 1958 geen hoger bedrag zal aanwijzen
dan voor 1957.
Dat een aantal ministers hierdoor voor een zeer zware, zo geen onmo
gelijke taak gesteld is, blijkt o.a. uit de begroting van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen, die naar het zich laat aanzien o.a. door het natuurlijke
accres van de bevolking en door de geboartegolf van vlak na de tweede
wereldoorlog (die nu ongeveer de middelbare school bereikt en daardoor
vele voorzieningen noodzakelijk maakt), voorlopig elk jaar wel ongeveer
honderd miljoen meer zal eisen.
Bijzonder moeilijk is ook de situa
tie voor de minister van Landbouw,
Visserij en Voedselvoorziening. Dr.
Mansholt heeft in de Memorie van
Antwoord op zijn begroting voor '57,
die verscheen kort nadat de regering
het Nederlandse volk met do nota
betreffende de beperking van de be
steding: n had verrast, duidelijk de
beginselen van zijn politiek uitge
stippeld. In het bijzonder wenst hij
aandacht te besteden aan het struc
tuurbeleid en aan het garantiebeleid.
waarbij uiteraard ook gedacht is aan
de belangen van de consumenten.
Aangezien dit beleid geen kwestie
is van een enkel jaar, maar van een
lanaere periode, vormt het de basis
voor de verwachtingen omtrent de
landbouwbegroting voor 1958.
Wat het structuurbeleid betreft,
moet gedacht worden aan de cultuur
technische werken, aan de verbete
ring van de economische positie van
de boerenstand en aan de ruilverka
veling.
Op het gebied van de cultuurtech
nische werken valt het een en ander
te versoberen.
Over 1957 is de gewone dienst van
de Landbouwbegroting met het
oog op de bestedingsbeperking met
ongeveer 19 miljoen verlaagd, waar
van circa 14 miljoen ten laste kwam
van het programma van cultuurtech
nische werken. In het bijzonder wer
den daardoor de cultuurtechnische
werken van gemeenten en water
schappen en boerenwerken getrof
fen. De overige 5 miljoen was. over
een groot aantal posten verspreid.
Verwacht mag worden, dat de
temporisering van de cultuurtechni
sche werken ook op de begroting
van 1958 zijn weerslag zal vinden. In
zoverre is er dus wellicht nog enige
mogelijkheid om het begrotingscijfer
te drukken, al mag niet uit het oog
verloren worden, dat het structuur
beleid hierdoor wordt doorkruist.
Ruilverkaveling
Aangezien in 1957 geen bezuinigin
gen zijn doorgevoerd in de sector
van de ruilverkavelingen, moet wor
den aangenomen, dat ook de begro
ting van 1958 op dit punt geen be
perkingen te zien zal geven.
Er is op het ogenblik 120.000
ha in uitvoering Een verminde
ring zou tengevolge hebben, dat
een aantal werken, die reeds ge
deeltelijk in uitvoering zijn, dus
danig zouden moeten worden af-
feremd of uitgesteld, dat het
lok van ruilverkavelingen hier
van ernstige schade zou ondervin
den. Wel is over 1957 het voor de
herverkaveling Zeeland die
bijna 40.000 ha groot is be
schikbare bedrag met 10 procent
verminderd. Aanvankelijk was be
sloten deze herverkaveling in 1960
te beëindigen. Het bleek' echter
technisch mogelijk de werkzaam
heden tijdelijk in een iets langza
mer tempo te laten verlopen.
Aangezien de minister niettemin
hoopt deze herverkaveling in 1960
of uiterlijk 1961 gereed te heb
ben, ligt de verwachting voor de
hand, dat voor 1958 hierop niet
verder versoberd za.l worden.
Het zal deze bewindsman bijzon
der zwaar vallen het uit het struc
tuurbeleid voortvloeiende normale
accres van uitgaven op een verant
woord niveau te houden, al ligt het
voor de hand, dat een zekere mate
van afremmen verondersteld moet
worden. Deze afremming zou ook zijn
weerspiegeling kunnen vinden in een
vermindering van de personeelskos
ten. Het is ons bekend, dat de rege
ring zich op het ogenblik dit geldt
dus ook voor de landbouw ernstig
bezint op het wezen van een aantal
taken, die de overheid sinds .jaar en
dag vervult en die ook door haar be
kostigd worden. Zy zijn steeds als
typische overheidstaken beschouwd,
doch men vraagt zich nu af, of zy
misschien minder tot de bemoeiingen
van de overheid dan wel tot die van
het bedrijfsleven behoren. Met name
wat allerlei o'nderzoekings- en voor-
li chtingstaken betreft, steunt de
landbouw sterk op de overheid.
Het departement van Landbouw
gaat krachtiger werken aan het eco
nomisch weerbaar maken van de
boerenstand. Daarin past een verbe
tering en uitbreiding van de oplei-
dings-, dat is van de onderwijsmoge
lijkheden. In zoverre is er een zekere
parallel te trekken met de stijging
van posten op de beeroting van K.
en W. Het streven naar ae verbete
ring van het landbouwonderwijs,
noodzakelijk ook door de toenemen
de mechanisatie, is reeds tot uiting
gekomen in de reorganisatie van dit
onderwijs.
Al zal dit bij elkaar de begroting
van Landbouw niet met tientallen
miljoenen belasten, toch is dit ze
ker een zaak ven enkele miljoenen.
Door de nationale omstandigheden,
een snel groeiende bevolking op een
klein gebied, is daaraan niet te ont
komen.
Hogere garantieprijzen
De debatten over de bestedingsbe
perking hebben geleid tot het aan
vaarden van een betere beloning van
de boer door verbetering van de
grondslagen van de kostprijsbereke
ning, uitlopende op hogere garantie
prijzen. Die wijziging moet in de
begroting van liet Landouw Egalisa
tiefonds verdisconteerd worden,
voorzover althans de garantieprijzen
verhoogd zijn mede tengevolge
van de algemene kostenstijging in
de landbouw bestaat de kans op
een groter tekort in het Landbouw
Egalisatiefonds, tenzij een verbete
ring optreedt in de prijzen bij de af
zet, hetgeen echter niet direct te
verwachten is.
Inmiddels heeft de regering duide
lijk laten blijken, dat niet onder alle
omstandigheden 't verhoogde niveau
der garantieprijzen moet leiden tot
hogere staatsuitgaven. Zo is het stel
sel van de monopolieheffing, waarbij
de regering in een normale situatie
met toeslagen aan de verbouwers
met name van voedergranen zou
hebben gewerkt, vervangen door een
systeem, waarby de hogere prijzen
der produkten niet worden overbrugd
door toeslagen van de regering, maar
zullen leidén tot verhoogde pryzen
voor de consument.
Weliswaar geeft dit systeem on 't
ogenblik grote narigheid in de Neder
lands veehoudery, omdat men daar
een recht op restituatie van door de
hogere monopolierechten verhoogde
prijzen der voedergranen kan laten
geiden, doch de regering beschouwt
dit blijkbaar als een kwestie van la
ter zorg, waarvoor nog een oplossing
moet worden gevonden.
Tenslotte is er nog het probleem
van de subsidies. Het parlement heeft
besloten een subsidie van vier cent
per liter op de melk te handhaven.
Het streven van de regering is om
van de subsidies af te komen. Zal
de nrijs van de melk dus moeten
worden opgevoerd, of zal de overheid
er miljoenen aan moeten blijven
Klasse
bev.
niet bev.
herex.
1
naar 2
62
29
2
2
naar 3
48
25
4
3
naar 4
37
20
5
4
naar 5a
11
4
2
4
naar 5b
12
15
5
LEZERS SCHRIJVEN
Enkele oorzaken
Met belangstelling heb ik de vele
kolommen in de P.Z.C., waarin uit
slagen van alle mogelijke examens
werden bekendgemaakt, doorlopen.
Als Zeeuw, die al ruim 50 jaar bui
ten de provincie woont, ben ik steeds
nieuwsgierig naar bekende namen.
Ik moet bekennen, dat ik er maar
weinige thuis kon brengen. Echter is
mij bij het doorlezen der lange rijen
namen iets anders opgevallen. Het
heeft mij getroffen, dat op sommige
scholen zeer veel leerlingen niet ver
hoogd worden. Als voorbeeld neem ik
de r.h.b.s.. te Vlissingen met de vol
gende resultaten:
Hieruit blijkt, dat slechts ruim
60 van de leerlingen verhoogd
werd.
Volgens mij is hier iets niet in
de. Het lijkt mij erg moeilijk de
diagnose van deze ziekte vast te stel
len. Ik geloof, dat hiervoor verschil
lende oorzaken gezocht moeten wor
den. Ik neem aan, dat zowel de
onderwijzers van de lagere als de
leraren van de middelbare en andere
scholen volkomen voor hun taak be
rekend zijn.
Ik begin bij de ouders. Ik meen, dat
niet zelden door hoogmoed en eer
zucht der ouders kinaeren naar een
school gezonden worden, waar de
stakkerds niet thuis horen. Zou een
verantwoorde test hier misschien uit
komst kunnen brengen?
In de tweede plaats moeten m.i.
veel mislukkingen geweten worden
aan de jeugd zelf. Ik ken kinderen,
wie het aan voldoende ernst en
plichtsgevoel ontbreekt, die niet oor
deelkundig kunnen studeren, die te
weelderig worden opgevoed.
Een der oorzaken kan ook gezocht
worden in de lagere school, waarvan
het leerplan niet is ingericht op voor
bereiding voor het middelbaar onder
wijs. Daardoor ontbreekt ten enen
male de aansluiting tussen die twee
soorten van onderwijs. Ik geloof, dat
spenderen, omdat het een belangrijk
vblksvoedsel geldt? We nemen aan,
dat de regering hierin geen zelfstan
dige beslissing zal nemen, doch de
beide Kamers der Staten-Generaal
uitspraak zal laten doen.
Ook het verlies op de geïmporteer
de 120.000 ton suiker zou zijn invloed
op de begroting kunnen hebben, als
het niet werd afgewenteld op de con
sumenten. Maar dit laatste is te ver
wachten.
89. De auto die Huub in de verte zag naderen, reed
blijkbaar over een kronkelige weg, want soms sche
nen de koplampen hem recht in de ogen, dan weer wa
ren ze geheel verdwenen. Langzaam maar zeker kwam
de auto dichterbij, en na een tijdje begon Huub te ge
loven, dat het een autobus moest zijn, want hij zag dat
de gehele wagen verlicht was. „Stel je voor, dat ik
daarin mee kon rijden", dacht Huub, „dan ben ik
zo veilig als in Abrahams schoot". Hij begon weer wat
sneller te draven en geen vijftig meter verder bereikte
hij een vrij brede met klinkers bestrate weg. Veel tijd
om zich daar over te verheugen kreeg hij niet, want
de autobus was vlak bij. Huub zette haastig zijn twee
korven langs de berm van de weg, rukte zijn zakdoek
tevoorschijn en begon daarmee heftig te zwaaien, er
wel voor zorgend, dat de chauffeur hem in het schijn
sel der koplampen goed kon zien. Dat deed deze ook,
want de bus verminderde vaart en kwam met hevig
gepiep der remmen tot stilstand. Huub greep zijn
manden en rende naar de deur, die openklapte. „Kan
ik alsublieft meerijden", vroeg hij hijgend.
het moeilijk uitvoerbaar is, het peil
van de lagere school op te voeren en
dat van de middelbare te verlagen.
Men is nu eenmaal aan wettelijke
voorschriften gebonden. Zolang die
gaping tussen l.o. en m.o. bestaat,
kan men de opleiding voor het toe
latingsexamen niet missen. En deze
opleiding ontaardt soms in een dras
tische arillerij. Leerkrachten bij het
lager onderwijs moeten de moed heb
ben tegen de ouders te zeggen: „Ik
vind uw kind niet geschikt voor de
h.b.s.
Tenslotte moet men zich afvragen,
of ook aan het m.o. gebreken kleven.
Deugt het systeem wel? Ik weet,
dat sommige leerlingen leven van de
ene repetitie op de andere. Zij stude
ren alleen als er een repetitie wordt
opgegeven. Dit lijkt mi] funest. Een
repetitie moet een toets op de studie
zijn en niet een gelegenheid tot stu
die.
Is het programma niet overladen?
Ik geloof, dat de leerstof zowel kwa
litatief als kwantitatief gericht is op
de capaciteiten van de allerknapste
leerlingen. Zou het niet mogelijk zijn,
evenals in Engeland, een systeem van
keuzevakken in te voeren?
Is bij de opleiding van leraren wel
voldoende aandacht geschonken aan
hun pedagogische vorming?
Resumerend, ben ik van oordeel,
dat veel mislukking en leed voorko
men kan worden, indien
1. de ouders een beter begrip toon
den voor de gaven van hun kin
deren;
2. de kinderen meer ernst met de
studie konden maken;
3. de aansluiting tussen lager en
middelbaar onderwijs verbeterd
werd;
4. het systeem en het leerplan der
h.b.s. werden herzien;
5. bij de opleiding van leraren meer
tijd werd besteed aan pedagogiek.
Waardenburg. M. C. Blankert.
Terreinhuur voor de
V.C. Vlissingen
De voorzitter, van de Stichting
Sportbelangen heeft in de raadsver
gadering fel gereageerd op enkele
passages uit mijn rede, gehouden tij
dens de jaarvergadering van de V.C.
Vlissingen en daarbij zelfs het woord
„demagogisch" gebruikt. Gezien de
eerste betekenis van het woord dema.
gogie (de kunst om het volk te lei
den) zal ik dit maar als compliment
opvatten. Niettemin verdient een en
ander wel enige toelichting.
Vooropgesteld, moet worden, dat de
V.C. Vlissingen nimmer heeft ver
zocht om voor haar een uitzondering
te maken on de tariefregeling voor
de terreinhuur. Zij heeft verzocht om
een wijziging van de regeling zonder
meer, dus geldende voor alle gebrui
kers van de gemeentelijke sportvel
den.
Het verzoek is afgewezen op grond
van een bewering van een bezoldigd
KNVB-functionaris, een terrein-des
kundige, die t.a.v. de financiën van de
voetbalclubs zeker niet als deskun
dige kan worden beschouwd. Juist
daarom heeft de V.C.V. een enquête
ingesteld onder alle amateur eerste
klassers.
De resultaten van deze enquête lie
gen er niet om en zij tonen glashel
der aan, dat de V.C.V. per elftal drie
maal zo veel terreinhuur betaalt dan
het gemiddelde bedrag, dat de ama
teur eerste klassers betalen, die ter
reinen huren, welke eigendom zyn van
en worden onderhouden door de ge
meente. Een andere vergelijking dan
die per elftal was niet mogelijk, om
dat de V.C.V. niet de vrije en voort
durende beschikking heeft over de
velden.
De V.C. Vlissingen neemt dus t.a.v.
de te betalen terreinhuur duidelijk
een ongunstige uitzonderingspositie
in bij de amateur eerst klassers, even
als trouwens t.a.v. het gebruik der
velden. Alle andere amateur-eerste
klassers hebben namelijk de vrije en
uitsluitende beschikking over een of
meer velden, ook indien deze eigen
dom zijn van de gemeente.
De amateur-eerste klassers, die vel
den huren, welke eigendom 7,\Jn van
en onderhouden worden door de ge
meente en een percentage van de re
cette aan terreinhuur moeten afstaan,
(dus precies als in Vlissingen) beta
len gemiddeld f 131,28 aan terrein
huur, Het maximumbedrag, dat be
taald wordt is f 168, - per elftal.
Het totaal-gemiddelde van alle ama
teur eerste klassers bedraagt f 138,61.
De VC. Vlissingen betaalde f 503,35.
Cyfers, die voor zichzelf spreken.
Er zijn een aantal gemeenten ge
noemd, welke een hoger percentage
vragen dan in Vlissingen het geval is.
Het zou vrij gcmakeiïjk zijn, om een
nog veel indrukwekkender lijst van
gemeenten te produceren, waar do
voorwaarden aanmerkelijk gunstiger
zijn. Zulks is echter niet terzake die
nende. omdat door mij slechts een
vergelijking is gemaakt met de ama
teur-eerste klassers.
De V.C. Vlissingen heeft noch de
Stichting Sportbelangen, noch de ge
meente gevraagd om een tegemoet
koming in de reiskosten. Wel is er
een desbetreffend verzoek van een
aantal Vlissingse sportverenigingen.
Het initiatief niertoe is echter niet
uitgegaan van de V.C. Vlissingen,
doch van een bestuurslid van de
Stichting Sportbelangen. Hoe dit in
de discussie betrokken kan worden, is
mij dan ook een raadsel.
De V.C. Vlissingen zou alle verant
woordelijkheid op de overheid willen
afwentelen. Het is nog al teleurstel
lend om dat tc vernemen, nadat de
contributie en de donatie met 50 (/o
en de entreeprijzen gemiddeld met
100% werden verhooga. waardoor de
ze ver boven het landelijk gemiddel
de zijn gekomen. Men zou hieruit eer
der mogen concluderen, dat de V.C.V.
alles gedaan heeft om tot een ren
dabele exploitatie te komen en zeker
niet tegen de overheid wenst aan te
leunen.
Overigens, de subsidie, welke de
V.C. Vlissingen van de Stichting
Sportbelangen ontving voor het
jeugdwerk, bedroeg precies 4.% van
het exploitatietekort.
Is het werkelijk onsportief om met
eerlijke middelen een strijd te voeren
tegen iets, wat men onjuist of on
rechtvaardig acht! Heeft men werke
lijk gebrek aan burgerzin, Indien men
kritiek uitoefent op een semi-over-
heidsorgaan? Geeft men daarbij eer.
slecht voorbeeld aan de jeugd?
Ik weiger dit aan te nemen en zal
er mij zeker niet toe laten verleiden,
deze strijd in het persoonlijke vlak te
trekken. Het gaat hier om zaken en
zelfs om heel belangrijke zaken.
A. W. Levering.
Voorzitter V.C. Vlissingen.
Klappert j es-ellende
Die is sinds ruim een week in Mid
delburg w-er over ons gekomen. De
honden, d er gevoelifr voor zijn, lij
den er het meest van en natuurlijk
ook zij, die de hond moeten begelei
den. of die door de hond begeleid
worden.
Het is nu zaak alleen dan met je
hond uit te gaan wanneer de kinde
ren te bed liggen.
De hond weet niet waar hij het
zoeken moet, trekt je voort of vlucht
ergens een openstaande deur in. Hoe
'ang nog die manie?
Iemand, die zijn hond aan
de lijn lucht.
(Advertentie;
- ra arcreme
Feuilleton
40
Hij glimlachte ineens zo vriendelijk,
dat ze er helemaal van opleefde. „Het
spijt me, Ann, dat ik wat humeurig
ben. Neem al mijn gemopper maar
met een korreltje zout en begrijp, dat
ik precies als Ned doe. Ik probeer je
te hinderen, omdat ik ben teleurge
steld."
„Teleurgesteld? WaarinO!"
Plotseling ging Ann een licht op. „Je
bedoelt je werk".
„Ja, natuurlijk bedoel ik mijn
werk", zei Joe op eigenaardige toon.
„Gaat het niet naar wens?" vroeg
ze vol meegevoel. „Ik wilde maar, dat
ik je met iets kon helpen".
„Dat kun je", verzekerde hij. „Ver
draag mijn boze humeuren en denk
er aan, dat ik de narigheden die ik
zeg toch niet meen".
„Dat zal ik, Joe", beloofde ze opge
lucht. Gelukkig maar, dat hij niet
boos op haar was en dat zijn koelheid
van de laatste dagen alleen uit onte
vredenheid over zijn werk voort
sproot.
Op dit ogenblik begon het te rege
nen, dikke, bitterkoude droppels, die
door
r.larc Rrelon Smilh
eerst langzaam daarna steeds sneller
en dichter neerkwamen, zodat ze het
op een lopen moesten zetten, dwars
tegen de bui in. Ze waren buiten
adem toen ze het zijhek insloegen en
weldra veilig de warme keuken be-
reikten.
Toen Ned voor het twaalfuurtje
thuiskwam, sloeg Ann hem oplettend
gade, maar hij deed heel gewoon;
kalm hongerig, zonder enige aan
dacht voor de baby en alleen wat on
geduldig jegens Phyl. Na de maaltijd
hoorde ze Joe met hem praten en zag
hoe Neds gezicht opklaarde.
„Goed dan", zei Joe. „Ik zal voor
de school op je wachten. Zorg er dus
voor als je je leven liefhebt dat
je niet moet schoolblijven".
Ned grinnikte en vertoonde daarbij
een deels tandeloze mond, omdat kort
geleden zijn twee voorste tanden wa
ren uitgevallen. Dit gaf hem het
uiterlijk van een kleine, wat droef
geestige en hulpeloze jongen. Ann
wachtte zich echter wel .zoiets senti
menteels tegen Joe te zeggen. Hij
zou het gewoon bespottelijk hebben
gevonden.
Toen Joe die avond met Ned thuis
kwam, trilde de jongen van opwin
ding. Hij liep naar de keuken en keer
de met de handen achter de rug weer
om.
„Raad eens, wat ik hier heb, Ann?"
„Snoep? Chocolade? Een nieuw
dier voor je boerderij?" giste ze in
het wilde weg.
Hij schudde het hoofd. „Kijk eens!"
Meteen liet hij haar zijn handen zien,
gehuld in een paar bokshandschoe-
nen.
„Maar kind", riep Ann verschrikt.
„Hoe kom je in vredesnaam aan die
dingen?"
Ned stond te springen en te dan
sen. „Van oom Joe! Hij zal me boks-
les geven".
Ann keek naar Joe, die op de drem
pel tegen de jongen glimlachte. „Maar
Joe", zei ze weifelend „vind je het wel
verstandig
„Héél verstandig", antwoordde hij,
met etn ondeugend knipoogje.
Inmiddels danste Ned, de vuisten
in gevechtshouding, de kamer rond.
Een ogenblik bleef hij met opgewon
den gezicht bij Anns knie staan.
„Oom Joe zal een sportsman van me
maken, hij zal me de Lonsde
Lons......"
„De Lonsdale-regels leren", vulde
Joe aan. „Lieve help, wat zijn dat"
vroeg Ann, die de handen vol had met
de op haar schoot springende baby.
„O", zei Joe glimlachend, „alleen
maar voorschriften om een goed
sportsman te worden. Heb je nooit
gehoord van de Lonsdale-gordel?"
„Ja, heel vaag", antwoordde ze, ter
wijl ze zachtjes haar neus uit Tom
my's grijpvingers bevrijdde. „Je
wordt te sterk, jongeman; je doet me
pijn".
„Komaan, Ned, laat ik je eens les
geven", nodigde Joe uit, terwijl hij
zich, met de handen vooruit, bukte.
„Zo moet je gaan staan! Ja, een tik
je hoger, bescherm je kaak met deze
arm
„Ann, Ann", riep Phyl, haar aan de
arm trekkend. „Mag ik rnijn baby een
bad geven, terwijl jij Tommy baadt?"
„Natuurlijk", antwoordde Ann, op
de klok kijkend. „We kunnen nu,
vind ik, wel beginnen, Phyl, want de
mannen schijnen het erg druk te heb
ben".
druk bezig was, Ned boksen te leren.
Haars inziens zou Ned er nog maar
een groter plaaggeest door worden,
nog beter in staat, de kleinere jon
gens te treiteren
Toen Ann zich evenwel die avond
in deze geest tegenover haar vader
uitliet, koos hij dadelijk Joes partij.
„Een jongen die boksen heeft ge
leerd, is zelden een plaaggeest. Hij
weet wat eerlijk spel en sportiviteit
is. Bovendien", ging hij voort, „moe
ten de meeste jongens een wat moei
lijke tijd doormaken. Dat is met Mike
ook zo geweest. Jij zult het je niet
herinneren, omdat je destijds niet
thuis was, maar je moeder heeft een
poosje heel wat angst uitgestaan. Ze
ker evenveel angst", voegde hij er
glimlachend aan toe, „als jij nu over
Ned".
„Dus U denkt, dat Joe op deze ma
nier Ned helpt?" vroeg de nog altijd
niet geruste Ann. Haar vader knikte
zeer nadrukkelijk en vulde langzaam
maar stevig zijn pijp. „Ja, dat denk
ik", bevestigde hij. „Heb jij niet meer
zo'n hoge dunk van Joe?" vroeg hij
haar geamuseerd aanziende.
Ann bloosde even. „Natuurlijk heb
ik die wél", verzekerde ze, maar
maar hij kan het ook wel eens mis
hebben. Zeg, paps, gaat het minder
goed met Joes werk?"
„Hmik zou denken, dat dit in
derdaad het geval is", zei haar vader
langzaam en met in zijn ogen een
peinzende blik. „Waarom vraag je
dat?"
„Omdat hij me vandaag verteld
heeft, dat hij erover piekerde. Ik had
hem namelijk gevraagd waarom hij
zo vreemd en somber was. Want dat
is hij paps. Soms heb ik de indruk,
dat Joe veel op mij heeft aan te mer
ken, jazelfs het land aan me
heeft".
„Onzin", zei dokter Derwent op
besliste toon. „Grote onzin!"
Ann vertelde haar vader glimla
chend de scène met Johnny en hoe ze
had gedaan alsof ze flauw viel. „Ik
weet zeker, dat Joe dat scherp heeft
afgekeurd. Hij kan eenvoudig geen
leugens of bedrog verdragen".
„Ik vind het van jou nogal han
dig", grinnikte de dokter. „Ik zou
nooit geloofd hebben, dat je zo vlug
kon denken".
„Och, Uriep Ann, hem door
zijn haar strijkend. „Dus U denkt
niet, dat Joe het land aan me heeft".
„Daar ben ik heel zeker van", ant
woordde haar vader, met volgens Ann
ietwat zonderlinge blik.
„Prachtig", hernam ze gerustge
steld. „Hij is zo'n aardige man, paps,
dat ik het erg naar zou vinden als het
wel zo was".
In de nu volgende dagen sloeg Ann
Ned zorgvuldig gade en bemerkte
daarbij voor het eerst zijn plaagge-
woonten. Elke avond kreeg hij boks-
le8, maar Joe zei heel terecht, dat
Ned niet op stel en sprong kon wor
den genezen. De les was niet slechts
een soort uitlaat voor zijn lang op
gekropte woede, maar zou hem ook
zelfbeheersing bijbrengen.
Op een lange, regenachtige dag wa
ren Ann en de kinderen wel genood
zaakt thuis te blijven, wat de humeu
ren niet ten goede kwam. Ned had
wat kou gevat en er kwam zoveel
griep voor, dat Ann hem ook thuis
had gehouden. Tegen theetijd kreeg
ze er spijt van, want Ned was inder
daad veel te rumoerig voor de twee
kleintjes.
(Wordt vervolgd)